Foto
Blog als favoriet !

O jerum jerum jerum…

Mijn memoires

(2006, 206 p., 17,95 €)

Te bestellen via mail:

kvansteenbrugge@gmail.com

(geen verzendkosten)

Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden. 
Foto

Voor véél meer interessante verhalen: www.bloggen.be/kris

Voor talloze verhalen uit de Griekse mythologie:
www.bloggen.be/dzeus

Het toneelstuk "DE TWISTAPPEL" is een dolle klucht die gaat over de oorsprong van de Trojaanse oorlog. Voor inlichtingen: www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=855455  of mail kris.vansteenbrugge@skynet.be .

Inhoud blog
  • De voorleesclub (zwanenzang)
  • Simonneke lijdt...
  • Defensie
  • R.I.P. DDG
  • Tezepelumab.
  • Nieuwjaar 2025
  • Charlotje
  • Cattelan en zo...
  • Lisa
  • Duizend bommen en granaten
  • Help, er zijn weer verkiezingen.
  • B.B., onsterfelijk?
  • Kristiaan, veertien jaar.
  • Heksensoep
  • pestgedrag en wapengeweld
  • Uitvindingen
  • Help, ik ga te kwiste !
  • De deur dichtdoen
  • Mundus vult decipi
  • Koning voetbal
  • De Pride maand
  • Doemdenken
  • 't Klein Kasteeltje
  • Mooi zijn alle vrouwen
  • Mijmeren over Purmerend
  • Blauwblomme
  • Gelukwensen aan Joe Biden
  • Kom op tegen teelbalkanker
  • Waarde lezer van mijn blog...
  • Speechen en rode wijn
  • Jerco, B.B. en politiek
  • Nieuwjaar 2024
  • Toneel
  • In memoriam: Roger Tack
  • Lieve Astrid
  • Jumbo
  • Ontdopen.
  • Nostalgie
  • Luchtgitaar
  • Jeroentje
  • Grensoverschrijdend.
  • Kwaliteitskrant
  • De geitenbok van Firmin.
  • Culturele normen.
  • LGBTQIA+
  • Nieuwe mensen.
  • Kop op, Herman!
  • Lange wachttijden
  • Vlaanderens mooiste.
  • Hond kijkt koers.
  • Pief-paf-poef in Amerika.
  • Graaicultuur?
  • Pat, godverdomme.
  • Voor het vaderland...
  • Vermenigvuldigen.
  • Nieuwjaarswens
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel 1)
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel 2)
  • De Griekse goden en de geneeskunde (deel3)
  • Een sesquizygotische tweeling
  • Het jaar van Herakles
  • Daar zijn we weer!
  • Oude liefde roest niet, zegt men...
  • Ode aan Johan
  • Ode aan aan mijn broer
  • Hoera!
  • Met de trein naar Anne en Patershol.
  • Verzuurd
  • Een mnemotechnisch middel.
  • De zaak Sanda
  • Oekraïne, Njora, nostalgie
  • Astrid Joosten
  • Drie procent voor Oekraïne.
  • Een ongeluk komt nooit alleen...
  • Trombose of bloeding?
  • De Anquetil-kamer
  • Quox
  • Delen door zeven voor een bak triple.
  • De vorderingen van de wetenschap.
  • De prijs van het boek
  • Een nieuw boek
  • Een kutjaar.
  • Bij de start van het nieuwe jaar
  • Het plotje
  • De Bobet-kamer
  • Het blauw oog
  • Schaakgrootmeesters
  • Lukske
  • Een somber verhaal.
  • Waarde lezer
  • De Robic-kamer
  • Schaalverstorend
  • Bed en breakfast
  • Middenoorbeluchting.
  • Taalvereenvoudiging
  • Kawakaki en de Overpoort
  • Lezersreacties
  • Acumen
  • Acht frontstrepen.
  • Lodewijk Thuysbaert
  • Actuele kunst en witwas
  • Germaine
  • Fierheid
  • Un raciste qui s'ignore.
  • Discriminerende uitspraak.
  • Een gek idee.
  • Panta rhei
  • Een formidabel tussendoortje
  • Knee Active Plus
  • Songfestival
  • Wij, Heeren van Elsegem...
  • Is er leven na de dood?
  • Taalvernieuwing
  • De oude man.
  • Octavia (2)
  • Octavia (1)
  • Gesprek met P.V. over het geval K.K.
  • Hersenkronkels
  • Goede buren.
  • De Nieuwe Lente
  • Brief aan Firmin over poëzie (3)
  • Brief aan Firmin over poëzie (2)
  • Brief aan Firmin over poëzie (1)
  • Limerick !
  • Ter gelegenheid van de jaarwisseling...
  • Een vloek of een zegen?
  • Rosa Mores overleden.
  • Brief aan Karel over de economie
  • Togenbirger en het virus, P = p.f
  • Vervolg...
  • Hallucinatie.
  • De bezorgdheid van Firmin.
  • Joseph-Louis.
  • Het doemscenario.
  • Rik Vansteenbergen.
  • Eindelijk erkenning voor Kompany
  • Muggenneukerij en mierenzifterij.
  • De doodsmak
  • O tempora!...
  • Waarop kunnen wij hopen?
  • Vaarwel aan de politiek (brief aan Karel)
  • Een medicijn tegen covid-19?
  • Richtlijn
  • Filosofen!...
  • Staat er echt onheil voor de deur?
  • Welbedankt Firmin
  • De wereld in verandering
  • Coronompany.
  • Symphorosa van Puyvelde de Merlevede
  • Doemdenken.
  • De peerdepaternoster
  • Kunst in coronatijd.
  • M. en corona.
  • Anne-Mieke Vandamme.
  • De strijd tegen SARS-CoV-2.
  • Filosofen over corona
  • Creativiteit in coronatijden
  • Coronagesprek met F. Lepoint
  • Het coronavirus.
  • Gelukkig Nieuwjaar!
  • Van oud naar nieuw.
  • Plastische chirurgie.
  • 3 OV's
  • Een groot schrijver is heengegaan.
  • Le coeur a ses raisons...
  • Met een OV op stap (5)
  • Er is geen god...
  • Met een OV op stap (4)
  • Gierigheid bedriegt de wijsheid.
  • Met een OV op stap (3)
  • In de Lunch Garden.
  • Met een OV op stap (2)
  • Professor Paul Vanhoutte
  • Met een OV op stap (1).
  • Onderbroeken.
  • Artikels die beklijven.
  • Pi
  • Addendum
  • Cremco.
  • Het Wiskundeboek
  • Daar is de Tour.
  • Michiel Leenknegt.
  • Na de verkiezingen.
  • Kompany, Day 9 en blauwe maan
  • De verkiezingen van 26 mei.
  • Fiere Margriet
  • De wetenschap staat niet stil
  • Vandaag in 't Nieuwsblad
  • Vondelingen
  • Hashimoto.
  • Staken voor koopkracht.
  • Iljo Keisse.
  • Vermeersch
  • Geen standaardtaal.
  • Q-ratio
  • 2019: wensen en illusies.
  • Politieperikelen.
  • Jozefientje.
  • Over quizzen, mondharpen en trompetviolen.
  • Aspirine
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    ZEVERARIJ

    FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
    17-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Actuele kunst en witwas

    blogimages.seniorennet.be/tisallemaiet/attach/16888.pdf is een site van zeer recente makelij (10.8.2021). Zoek dat maar even op, beste lezer, en u krijgt een zéér interessant betoog van Jan Bauwens voorgeschoteld: twintig pagina’s over moderne kunst en witwasserij. De titel is „Een beknopte beschouwing over hedendaagse kunst“ en het is twintig bladzijden lang. Het werd reeds in 2009 geschreven en de inhoud kwam mij zó bekend voor dat hij ongetwijfeld al eerder via andere kanalen tot mij moet zijn doorgedrongen. De reden waarom ik u, beste lezer, wil aanzetten om dit zinnig stuk literatuur ook eens door te nemen is drieërlei. Ten eerste, ik vind het nog steeds brandend actueel. Ten tweede, ik heb aan Germaine beloofd mij niet meer in te laten met moraalfilosofie. En ten derde, ik heb gisteren nogmaals oog in oog gestaan met een monumentaal modern beeldhouwwerk op de markt van een naburige stad. De populaire naam van het kunstwerk is „de snottebelle“ ofschoon het op het stadhuis ongetwijfeld bekend zal staan onder een deftigere naam, die zo goed als niemand kent. Het beeld staat er al minstens een paar decennia en minstens één kunstcriticus had voorspeld dat de mensen het in de loop der jaren zouden leren waarderen. Misschien zijn er nog niet genoeg jaren overheen gegaan, een medemens die mij in vertrouwen zegt dat hij het mooi vindt, heb ik tot op heden niet ontmoet. Het wordt enkel mooi gevonden in „officiële“ gesprekken of geschriften: de mensen zijn bang voor cultuurbarbaren aanzien te worden.

    Ik heb zelf weinig of geen hedendaagse kunstenaars persoonlijk gekend. Er is alleen Jezus Engels, die ik „een beetje“ heb gekend. Misschien wel de enige in de katholieke Westerse wereld (Spanje niet te na gesproken) die genoemd is naar de mensgeworden zoon van God - vergelijk dat maar eens met de populariteit van de profeet Mohammed in de wereld van de islam! Jezus‘ „kunst“ heb ik nooit bewonderd, tweemaal heeft hij niettemin grote indruk op mij gemaakt. De eerste keer was op een rommelmarkt in Gent: hij stelde er zijn moderne kunst tentoon. Iemand bleek geïnteresseerd in één van zijn moderne beelden in aardewerk en vroeg de prijs. Achthonderd frank, zei Jezus. De toenmalige vice-premier Willy Declercq, een notoir bezoeker van de rommelmarkt, kwam er voorbij en wilde afdingen op de prijs. Geen sprake van, zei Jezus, want voor u is de prijs achtdúizend frank, mijnheer de minister. De tweede keer was tijdens een soort kunstmarkt in een park: verscheidene kunstenaars boden er hun werk te koop. Een vrouw vroeg naar de kostprijs van één van Engels´ „moderne gedrochten“. Zeshonderdduizend frank! Ze dacht dat de kunstenaar een grapje maakte: zeshonderdduizend frank voor een beeld dat wel álles kon voorstellen en waaraan hij ongetwijfeld niet langer dan één dag kon gewerkt hebben! Wat zegt u, mevrouw? Eén dag aan gewerkt? Mijn hele leven heb ik er aan gewerkt? En ge wilt het niet kopen? Zeshonderd duizend luttele frankskes is teveel voor een werk waar ik heel mijn leven in gelegd heb? Als het zo zit: daar zie! En hij gooide het beeld aan gruizelementen op de grond. Hedendaagse kunstenaars zijn vaak mensen met pit...

    Wie ook een mens met pit was: Jan Hoet, de modernekunstpaus van Gent. Hem heb ik nooit gekend, maar ik heb wel aan zijn graf gestaan: Campo Santo, Sint-Amandsberg, februari 2018. Op het graf geen modern kunstwerk, enkel een marmeren steen met als opschrift „UNTER DER ERDE“. Tenzij dát het kunstwerk is natuurlijk. Een foto van het graf staat op www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3055802. Net als Jezus Engels was Jan Hoet „een beetje speciaal“. Als stichter van het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst had hij ongetwijfeld enig gezag in kunstmiddens. Mij is een verhaal ter ore gekomen van een bezoek van Jan Hoet aan een lagere school in het Gentse. In een klas hadden de kinderen net een tekenopdracht vervuld: een paard aftekenen van het bord en daarna kleuren met kleurpotlood. Jan Hoet die zijn bezoek aan de school een beetje zag als een zoektocht naar jong kunstenaarstalent, koos er de tekening uit die naar zijn oordeel de eerste prijs verdiende: een paard dat meer op een hond leek, en schromelijk buiten de lijntjes gekleurd. Dat laatste vond onze kunstpaus zo bijzonder en hij vroeg aan het jongetje of hij de tekening mocht meenemen voor het museum. Het jongetje was ervan overtuigd dat men hem en zijn tekening te schande wilde zetten in het museum en hij herhaalde voortdurend „de tekening is nog niet af, ze is nog niet af...“ en hij weende bitter.

    Om van moderne kunst te genieten moet men de goede ingesteldheid hebben, moet men ervoor open staan, met de ogen en met het hart. Als u een museum voor moderne kunst bezoekt, ga er liever alléén naartoe, of neem een gelijkgestemde mee, die er voor openstaat, met de ogen en met het hart. Lees in dit verband een oud verhaal op deze blog (www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=306336). Het dateert van 5 mei 2009. Als u er ook maar het kleinste vleugje ironie meent in te ontwaren, raad ik u evenwel een bezoek aan het museum Dhondt-Dhaenens ten stelligste af.

    17-08-2021 om 14:24 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Germaine

    Gisteren was ´t een zonnige dag. In ´t park „de Ghellinck“ liep ik zowaar Germaine tegen het lijf. Tegen het lijf, in figuurlijke zin. We hebben nog samen op school gezeten, in de Rijksmiddelbare School in Waregem, zo´n zeventig jaar geleden! Ik had Germaine voor ´t laatst gezien tijdens de begrafenis van haar zuster - ook weeral een jaar of vijf „terug“ - en toen hebben we geen woorden gewisseld, tenzij „mijn deelneming“ en „dank u“. Gisteren deden we allebei alsof we bijzonder blij waren elkander weer eens te ontmoeten, en althans van mijn kant was dat ook wel zo. We gingen zitten op een bank die daar - o gelukkig toeval - als het ware voor ons was neergezet. We praatten wat over het mooie weer dat zo zeldzaam was de laatste dagen, en dat we er maar best zoveel mogelijk moesten van profiteren. Op onze leeftijd...

    - Ik lees nog steeds zeer getrouw de verhaaltjes op je blog, zei ze.

    - Heb je mijn laatste verhaaltje gelezen?

    - Dat met die Franse titel?

    - Precies.

    - Het was nog maar pas verschenen of een lezer had het al een nul-op-vijf gegeven. Zeg nu zelf, Germaine, nul op vijf, dat heb ik toch niet verdiend.

    - Daar ben ik het met je eens. Dat heb je niet verdiend. Maar, zeg nu zelf, minder kon die lezer toch niet geven!...

    Ik schrok. Meende ze dat nu écht? Ze glimlachte:

    - Ik maak maar een grapje, zei ze. En ik weet exact wat je bedoelt: de uitspraak van die olympisch kampioen doet de homozaak geen goed. Die nul op vijf kan komen van een fundamentalistische homoverdediger die dat niet goed begrepen heeft. Het zou nochtans evenzeer kunnen komen van een fanatieke hetero: schrijf jij immers niet dat geen enkele hetero fier hoort te zijn op het feit dat hij hetero is? Ruk die zin uit zijn verband en je hebt nóg een verklaring voor de nul op vijf.

    - Denk je niet dat het beter zou zijn dat ik mij niet meer waag op het gebied van de moraal-filosofie.

    - Dat dénk ik. Laat het over aan echte filosofen, mensen die ervoor gestudeerd hebben, mensen met een diploma.

    - Zal ik mij dan maar liever beperken tot het schrijven over onnozele alledaagse dingen en gebeurtenissen?

    - Die conclusie heb je goed getrokken. Schrijf bijvoorbeeld iets over mij. Geeft niet wát. Ik zal niet klagen. Als het maar goed geschreven is. Reken alvast maar op een vijf-op-vijf van mijnentwege.

    Ach, die Germaine, ze bevalt me wel.

     

    15-08-2021 om 12:36 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fierheid
    Vandaag vrijdag de dertiende augustus, dag van de linkshandigheid.
    Deze olympisch kampioen is fier op zijn medaille en op zijn linkshandigheid. 





    13-08-2021 om 10:17 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Un raciste qui s'ignore.

    Ik kon het weer niet laten mijn mening te uiten op deze blog, twee dagen geleden, betreffende de uitspraak van een olympisch kampioen: dat hij fier is homo te zijn. Gepest te worden omdat men homo is, ik huiver als ik er aan denk. Op deze blog (www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=123515) heb ik het verhaal gedaan van mijn drie jaar ellende in de kostschool van Oostende: ik werd er gepest zowel door de „opvoeders“ als door de „mede-geïnterneerden“ en - ik heb het er toen niet bij verteld - dat was wellicht voor een deel te wijten aan het feit dat ik sympathie toonde voor een medeleerling van wie beweerd werd dat hij homofiel was.

    Dat ik geen begrip kan opbrengen voor een homo die beweert fier te zijn op zijn seksuele geaardheid had ik beter niet gedaan, want in de ogen van sommigen - en niet altijd van de minsten, zoals zal blijken - is dit verkeerd overgekomen, als zijnde ingegeven door... homohaat. En toch... Ik heb ermee willen aantonen dat uitspraken als van die olympisch kampioen van aard kunnen zijn om weerstand op te wekken bij de „andersgeaarden“. Zou datzelfde niet het geval zijn als een olympisch kampioen op het ereschavot zou beweren fier te zijn dat hij hetero is? Mijn „statement“ was dus goed bedoeld, maar wellicht onhandig geformuleerd? En daardoor misschien door sommigen verkeerd begrepen. Zie maar...

    Doe mij nu een plezier beste lezer en surf naar www.bloggen.be/tisallemaiet. Daar schrijft de bekende Vlaamse filosoof Jan Bauwens, op datum van eergisteren, enkele uren na het verschijnen van mijn verhaaltje over de homofiele medaillewinnaar, en onder de titel „Het ereschavot als tribunaal“, dat de kritiek van „sommigen“ op de fiere olympiër ingegeven is door... racisme (sic!). Als die bewering niet van Bauwens kwam zou ik ze weglachen. Nu echter maak ik mij de bedenking of niet „tout homme biencomportant est un raciste qui s’ignore“. Beangstigend.

    11-08-2021 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Discriminerende uitspraak.

    Een Britse simultaanduiker die een gouden medaille heeft behaald verklaarde tijdens een persconferentie dat hij fier is met zijn medaille en ook met het feit dat hij homo is. Ikzelf ben hetero en als ik een olympische medaille zou behalen zou ik ook fier zijn maar geen haar op mijn hoofd dat eraan zou denken te verklaren dat ik fier ben hetero te zijn. Men kan toch nooit een reden hebben om fier te zijn op het feit dat men hetero is (en geen homo), of dat men een man is (en geen vrouw) of blank (en geen kleurling) of rechtshandig (en niet linkshandig), enzovoort? En al zou men dat tóch zijn, men hoede zich best voor discriminerende en daarenboven niets-ter-zake-doende uitspraken.

    09-08-2021 om 15:23 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-07-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een gek idee.

    Een gek idee...

    ... om een boek te schrijven over het studentenleven van Ernest Claes en mezelf. Het boek is klaar om uitgegeven te worden, maar de uitgever op wie ik mijn hoop had gesteld, heeft mij, na een drie maanden durende beoordeling van het werk, met mijn beide voeten op de grond geplaatst en mijn hoop de kop ingedrukt. In dezer voege... „Dat er nog mensen zijn die geïnteresseerd zijn in het studentenleven van Ernest Claes is aannemelijk en dat er zelfs zijn die in úw studentenleven geïnteresseerd zijn is evenmin onmogelijk. Maar in uw beider memoires tegelijk???“  Ik kon de zaak maar beter vergeten oftewel mij wenden tot een print-on-demand „uitgeverij“. Dat laatste vind ik prima want met die vorm van boekdrukkunst ben ik vertrouwd. Een aanrader: voor een paar tientallen euro’s krijgt u uw boek kant-en-klaar, een boek voor uzelf en voor het nageslacht, of één dat u als origineel geschenk in de maag kunt splitsen van een goede vriend of dito vriendin bij wie u uitgenodigd bent voor een drink of een etentje of een partijtje schaak. Wees er maar zeker van dat de print-on-demand boekdrukkerijen over vijftig jaar de klassieke uitgeverijen van de kaart zullen geveegd hebben.

    Het boek zal dus weldra verschijnen. Wanneer precies? Ik laat het u weten via deze weg. In extremis heb ik er nog een epiloog aan toegevoegd: een brief aan Ernest Claes...

     

    Ernest,

    Mijn boek over ons studentenleven is bijna klaar. Nu nog een uitgever vinden...

    Er zijn zes hoofdstukken. Zopas heb ik een inleiding geschreven bij het laatste hoofdstuk, dat handelt over onze studentenliefjes. Voor wat die van u betreft heb ik uit geen andere bron geput dan uw autobiografische boeken die uitgegeven zijn bij het Davidsfonds (DF) en de Standaard Boekhandel (SB). En laat die twee nu gefusioneerd zijn!...

    Mijn boek, dat ik de titel „commillitones“ meegeef, zal evenwel niet bij DF/SB uitgegeven worden - ´t zou te mooi geweest zijn! - want ik ben Jeroen Meus niet, en ook Eddy Merckx niet of Johan Brusselmans, ik heb geen náám en ben daarenboven véél te oud. DF/SB laat daarom mijn mails onbeantwoord en omdat een onbenullig schrijvertje ook zijn fierheid heeft, laat ik hun weten dat het niet meer hoeft. Het wordt dus een andere uitgever of maar weer een print-on-demand uitgever zoals bij de meeste van mijn vorige boeken. Maar dat is per slot van rekening bijzaak, want er is hoe dan ook een grote toekomst weggelegd voor het boek.

    Kris.

    P.S. In uw boek „Ik was student“ schrijft ge dat het meisje van uw geboortedorp Zichem, dat uw hart gebroken heeft, het jaar vóór ge student zijt geworden in Leuven, de eerste was waarvan gij echt gehouden hebt. Zijt gij dan Gabrielle Verbeek uit „Studentenkosthuis bij Fien Janssens“ vergeten? In Leuven zijt ge verliefd geworden op Vierske uit café Den Engel. Het meisje uit Zichem en Vierske zijn allebei gestorven in de maand februari van het jaar 1951. Verwondert het u dat ik dat weet? Een beetje deductieve geest die uw boek „Leuven, o dagen schone dagen“ aandachtig leest kan het feilloos afleiden. Het hoofdstukje, dat nu volgt, over ons beider liefdesleven is eveneens geschreven in de maand februari, precies zeventig jaar later. In 1951 waart gij zesenzestig, zo oud als ik was in 2006 toen ik mijn „O jerum jerum jerum...“ schreef, waarin al mijn jeugdliefdes figureren. Een half dozijn zijn het er geweest, een eerste platonische kinderliefde niet meegerekend. Allemaal vluchtige relaties: één dag, een paar dagen, een paar weken, één keer een paar maanden. Alle hebben ze in mijn hart littekens nagelaten. En dat zal bij u niet anders geweest zijn. Ik citeer uit uw boek „Ik was student“: ...in die jaren kan de liefde in het gemoed van een gevoelig jong mens verwoestingen aanrichten waarvan een leven lang de sporen bijblijven. En ik vraag mij nu af of het bijzonder is dat wij beiden amper gewag maken van die allermooiste liefde, die ene liefde die met ons een leven lang lief en leed heeft gedeeld en ons gelukkig heeft gemaakt. Over honderd of tweehonderd jaar zullen we ons dié alleszins nog herinneren en er een teder verhaal over schrijven.

     

    Of ik misschien denk dat er leven is na de dood? Bijlange niet! De brief is bedoeld voor hen die Claes gekend hebben en voor iedereen die zich nog iets van zijn werk herinnert, in wie de geest van Claes nog leeft.

    06-07-2021 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Panta rhei

    De Broekstraat vormt sinds mensenheugenis de grens tussen Kaster (deelgemeente van Groot-Anzegem) en Elsegem (deelgemeente van Wortegem-Petegem), meteen ook de grens tussen West- en Oost-Vlaanderen. Ik woon er nu al meer dan vier jaar, in het huis waar ik ook de eerste vierentwintig jaar van mijn leven heb doorgebracht. Als we de vergelijking maken met driekwart eeuw geleden komen we tot de vaststelling dat het aantal huizen er ongeveer hetzelfde is gebleven: een vijftal aan de Westelijke kant van de straat, een tiental aan de Oostelijke kant. Het aantal bewoners is merkwaardig genoeg tot minder dan de helft gereduceerd. En dat is des te merkwaardiger als men bedenkt dat de totale wereldbevolking sindsdien ongeveer verviervoudigd is...

    Ter hoogte van de kruising met de Smeierstraat - dat is waar ik geboren ben - ziet men, in Noordelijke richting, de kerk van Grijsloke (in stadhuistaal „Gijzelbrechtegem“, deelgemeente van Groot-Anzegem) op een heuvel. De kerk staat op exact achthonderd meter van mijn huis verwijderd, ze oogt nog precies als toen ik er vijfenzeventig jaar geleden mijn eerste communie heb gedaan, en de torenklokken maken nog exact hetzelfde geluid. Want luiden doen ze nog wel eens, omdat deze kerk één van de twee van Groot-Anzegem is waar af en toe nog een mis wordt opgedragen. De andere zes kerken staan werkeloos te blinken... bij gebrek aan pastoors. Of liever, vijf staan er te blinken, want die zesde - de hoofdkerk dan nog wel - is enkele jaren geleden afgebrand. Ik herinner mij de tijd dat er minstens tien pastoors waren in Groot-Anzegem, de onderpastoors meegerekend. Nu is er geen enkele meer. De laatste heeft vorig jaar afgehaakt, niet vanwege „te oud“, maar simpelweg omdat hij de stiel beu was, denk ik... En als er nog eens een mis wordt opgedragen, dan is het een diaken die daarvoor instaat.

    In die afgebrande hoofdkerk ben ik gedoopt. Ze was eveneens te zien vanop het kruispunt van de Broekstraat met de Smeierstraat, in Westelijke richting, twee boogscheuten verder dan de kerk van Grijsloke. Men is bezig met de wederopbouw en daar verheug ik mij over, al weet ik niet zeker of daar nog ooit mis zal gevierd worden. Van hieruit is ook de torenspits van de kerk van Kaster te zien, meer naar het Zuiden toe: in vogelvlucht niet veel meer dan een kilometer, maar verborgen achter een heuveltje. Daar heb ik mijn plechtige communie gedaan. Ik was toen elf jaar oud...

    En we zien hier nog een vierde kerk, nog geen twee kilometer naar het Oosten: Elsegem, waar de kerkdeur overdag altijd openstaat en waar bezoekers welkom zijn. Missen zijn er niet meer bij gebrek aan een pastoor en dat geldt voor alle vijf de deelgemeenten van Wortegem-Petegem. Enkel in Petegem is er nog één enkele misviering in de week, met een pastoor uit een andere gemeente. In de kerk van Elsegem ben ik getrouwd voor de kerk, zevenenvijftig jaar geleden.

    Stel u even voor, beste lezer, hoe geborgen ik mij hier heb gevoeld in de schoot van moeder-de-katholieke-kerk, omringd door de vier heiligdommen die een zo belangrijke rol in mijn leven hebben gespeeld. De zondagsmissen, de nachtmis op Kerstavond, de processies, de ommegangen, de biecht en de communie iedere eerste vrijdag van de maand, en - als ik al wat groter was - de gemoedelijke bijeenkomsten na de mis in de gezellige dorpscafés rond de kerktoren. En de pastoors van Grijsloke! Vier heb ik er gekend. De eerste drie hielden van geestrijke drank en vooral van wijn zoals het een pastoor betaamt en ze hielden ook van hun tweehonderdvijftig parochianen die hen op handen droegen - niet één die de zondagsmis zou verzuimd hebben. De vierde pastoor paste niet meer in het rijtje: te serieus. In Grijsloke begon alzo, net als in alle andere Vlaamse parochies, de teloorgang van het geloof. En de échte oorzaak van die teloorgang? Als ge ´t mij vraagt...

    Ze hadden het anders moeten aanpakken, de kerkleiders. Denk ik. De rol van de vrouw in de kerk, het celibaat, de houding tegenover homofilie, anticonceptie en sexualiteit in ´t algemeen, en de dreiging met de hel. Dit laatste had bij mij al een averechts effect rond de tijd van mijn eerste communie. Ik had geleerd dat de naam van God oneerbiedig uitspreken („godverdomme“) en de zondagsmis verzuimen thuishoorden in de categorie van de „doodzonden“ en dat op die zonden de sanctie stond van eeuwig branden in de hel, tenminste indien men vóór zijn dood de zonden niet had gebiecht. Dat stond allemaal in de catechismus, die ik helemaal van buiten kende en waardoor ik altijd tien op tien haalde voor het vak godsdienst, maar ik kon mij onmogelijk inbeelden dat een god, van wie gezegd werd dat hij oneindig goed en barmhartig is, zo haatdragend en op wraak belust kon zijn. Daarom bestond die god toen al niet meer voor mij, althans „niet écht“. Of ik toen nog in Sinterklaas geloofde weet ik niet zeker. Mijn achterneefje Jeremie, een uiterst pienter baasje, heb ik later, toen hij eveneens een jaar of zes was, gevraagd of hij dacht dat Sinterklaas bestaat. „Jazeker, Sinterklaas bestaat“ was zijn antwoord. „Maar“ voegde hij er schalks aan toe „niet écht, hé“. Nu is Jeremie achttien. Na de grote vakantie gaat hij filosofie studeren aan de universiteit. Als ik hem vraag of er leven is na de dood antwoordt hij met een tegenvraag: wat bedoelt ge eigenlijk? En dat volstaat voor mij. En op mijn vraag of God bestaat antwoordt hij: „Jazeker, God bestaat!“ En dan zeg ik: „Maar niet écht, hé?“ Hij knikt en lacht. We verstaan elkaar wonderwel, Jeremie en ik. Hij wordt vast een groot filosoof. Voor mij daarentegen is er helaas geen toekomst meer...

     

    23-06-2021 om 10:04 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een formidabel tussendoortje

    De tijd gaat snel, le temps passe vite, tempus fugit... In wellicht alle talen ter wereld. En hoe ouder een mens wordt hoe meer hij de indruk krijgt dat de tijd alsmaar sneller gaat. Of is het niet alleen maar een indruk? Gaat de tijd in werkelijkheid niet alsmaar sneller? Ik meen mij te herinneren dat Jan Bauwens, één van onze belangrijkste Vlaamse filosofen, zich dat jaren geleden in alle ernst heeft afgevraagd. Ik dacht dat het twee, hooguit drie jaar geleden was dat ik het Zeeuwse dorp Zuidzande had bezocht, samen met Hendrik Maveau, die mijn zwager is en daarenboven sinds kort tot het elite-groepje van mijn dertig beste vrienden behoort. En wat blijkt: negen jaar en een week of drie geleden is het! Hoe ik dat zo precies weet? Omdat ik op 31 mei 2012 een verhaaltje geschreven heb op deze blog over een reisje naar Zeeland, waarin ik iets schrijf over Zuidzande: „Dáár is de kerk omgevormd tot een café-restaurant, en doet daar dus helemaal geen dienst meer als kerk. Als de Heer Jezus nog in leven was, hij geselde die ketterse kooplui uit het huis van God, of anders draaide hij zich om in zijn graf (ergens klopt de zin niet, dat voel ik nu wel). De torenklok van de kerk laat zich evenwel nog horen, om het half uur, dag en nacht, met luide stemme. En dat is mooi en aandoenlijk, maar het maakt er de toestand niet minder schrijnend om. Integendeel“.

    Vorige week waren we er dus weer, Hendrik Maveau en ik. Het restaurant, zijnde de ontwijde kerk, heet „Celeste“. Dat zou kunnen wijzen op het feit dat dit vroeger een heiligdom was, maar het zou ook de naam van de uitbaatster kunnen wezen. We namen plaats aan een tafeltje op het terras. Zonder schroom: kerken worden nu immers alom bij bosjes ontwijd en moeten nu verder als café, restaurant, hotel, ontmoetingscentrum, toneelzaal, bibliotheek, enzovoort, dat niemand er nog van opkijkt. Ik bestelde een pils van ´t vat, Hendrik een Triple Karmeliet, vermoedelijk omdat het de geliefkoosde drank is van één van zijn vrouwelijke kennissen die om-weet-ik-wat-voor-reden haar intrek genomen heeft bij de Arme Klaren. Plus een hapje: een toastje met mosseltjes voor Hendrik, eentje met scampi voor mij.

    Toen het flink uit de kluiten gewassen oberinnetje kwam afrekenen liet Hendrik, charmeur al hij is, zich de woorden ontvallen waarvan hij op dat ogenblik allerminst de draagwijdte kon inschatten: „Het was een heerlijk pintje en een formidabel tussendoortje“. Het meisje verwijderde zich om het bonnetje op te maken. Geen twee minuten later stond Celeste aan ons tafeltje in hoogsteigen persoon:

    - Wie zei daar „een formidabel tussendoortje“?

    Ik wees naar Hendrik.

    - Mag ik dat inlijsten, vroeg ze. Ik zou het een ereplaats willen geven in mijn restaurant, met uw naam eronder. Als u het goedvindt natuurlijk...

    Ze schoof een papiertje onder zijn neus:

    - Hier dan uw naam en voornaam alstublieft, zei ze.

    Afrekenen hoefde niet meer: traktatie van het huis. En heel binnenkort zal prijken, in een gewezen huis van God, wellicht op een koperen plaat:


    EEN FORMIDABEL TUSSENDOORTJE

      10.VI.2021 Hendrik Maveau


    En zaten we daar nu net niet op te wachten? Alle goede dingen bestaan immers uit drie. Bij de twee meest wereldschokkende gezegden „Ik ben die ben“ (J. Christus) en „Ik denk, dus ik ben“ (R. Descartes) kunnen we er nu rustig een derde aan toevoegen: „Een formidabel tussendoortje“ (H. Maveau).

    Ik weet het wel, onder mijn - grof geschat vier miljoen - lezers zullen er zijn die zullen beweren „dat had ik óók kunnen zeggen“. Ongetwijfeld, maar u hébt het niet gezegd en achteraf heeft men makkelijk praten. Daarenboven moeten die azijnpissers zich het volgende realiseren: niet enkel wát er gezegd wordt is van belang, maar misschien meer nog hóe het gezegd wordt, wáár het gezegd wordt, wannéér het gezegd wordt, onder welke omstandigheden en tot wie het gezegd wordt, wat de impact is van wat er gezegd wordt en vooral door wié het gezegd wordt. Want, toegegeven, u bent J. Christus niet, noch R. Descartes, en evenmin H. Maveau...

    15-06-2021 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Knee Active Plus

    ´t Was gisteren precies zestig jaar geleden dat ik meerderjarig ben geworden. Toentertijd werd men dat pas op zijn eenentwintigste. De toekomst lachte mij toe, ik had nog alles van het leven te verwachten. En mag ik u, beste lezer, nu voor één keer meenemen in mijn verbeelding? Ik wandelde die dag in een verlaten bos, toen ik een zacht gekreun hoorde in het kreupelhout. Het was een kabouter die gevangen zat in een wolvenklem. Ik aarzelde geen ogenblik en ik bevrijdde het kleine mannetje, twee vuisten groot. De dankbaarheid van het kaboutertje was niet min. Ik mocht twee wensen doen, te kiezen uit drie. De eerste was een motorjacht in de jachthaven van Saint-Tropez, de thuisbasis van mijn allergrootste idool, Brigitte Bardot. De tweede was een splinternieuw „buitenverblijf“ in Duravel een schilderachtig dorp in de streek van de Lot, in Zuid-Frankrijk: mét zwembad, vijf slaapkamers en evenveel badkamers. De derde was de stellige zekerheid dat ik tot het einde van mijn dagen gevrijwaard zou blijven van kniepijn. Ik koos voor de eerste twee...

    Hoe gaarne zou ik nu jacht en buitenverblijf ruilen voor twee pijnvrije knieën. Wie voortdurend pijn lijdt heeft maar één wens: van zijn pijn verlost geraken! Wat kunnen jacht en buitenverblijf hem schelen! De pijnstillende medicijnen maken alle ingewanden kapot en ze werken verslavend, kinesitherapeuten en orthopedisten hebben er een vette kluif aan maar brengen geen soelaas. Een mens zou er stilaan wanhopig door worden en met euthanasiegedachten rondlopen. En die mens draagt zelf alle schuld natuurlijk: hij had maar niet op zijn veertigste moeten beginnen met langeafstandslopen, op het ogenblik dat het gewrichtskraakbeen te oud is geworden om zich nog te wapenen tegen de chronische belasting. Hij had moeten kiezen voor de derde wens van het kaboutertje...

    Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Gisteravond, helemaal toevallig, als een deus ex machina, verschijnt op mijn computerscherm de uitvinding van professor dr. Marc Achterberg: de „Knee Active Plus“, een magnetische band die ter plaatse dient aangewend te worden, de definitieve remedie voor álle knieproblemen. De professor is vanwege die uitvinding genomineerd geweest voor de Nobelprijs, maar uiteindelijk heeft hij de prijs aan zijn neus zien voorbijgaan. Wellicht heeft men die prijs weer eens toegekend aan een biochemicus die een vreemde DNA-kronkel ontdekt heeft in een gen van een of andere fruitvlieg, waar niemand iets aan heeft natuurlijk. De „Knee Active Plus“ was gisteren on line nog te koop voor 39 euro, als ik mij niet vergis, maar dat was voor de rappen, want er waren er nog slechts drie over aan die prijs. Op heden kosten ze minstens het dubbele... Maar: so what! Het mooiste geschenk dat een mens zich kan wensen, verlost worden van zijn pijn, geen prijs is daarvoor te hoog!

    Professor Achterberg, alle kniepijnlijders ter wereld en ikzelf zijn u oneindig dankbaar. Met miljoenen zijn wij.

    05-06-2021 om 13:29 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Songfestival

    Van het winnend lied van het Eurovisie Songfestival wist ik dat het één van de grootste kanshebbers was op de overwinning en dat de naam luidde „Zitti e buoni“, hetgeen „Rustig en goed“ zou betekenen. Al die mooie Italiaanse Eurosongfestivalliedjes uit een ver verleden kwamen mij voor de geest: „volare“ van Domenico Modugno, „i treni di Toseur“ van Alice en Franco Battiato, „gente di mare“ van Umberto Tozzi, „insieme“ van Toto Cutugno, en boven alles „non ho l’età“ van die verleidelijke tiener Gigliola Cinquetti - hoe zou dat schatje er nu uitzien nu ze al een eind in de zeventig is?

    Zo groot waren mijn verwachtingen dat ik op mijn deelnemerslijst, naast Italy, al een 10/10 had ingevuld. Maar, o jerum jerum jerum... Een geschreeuw dat horen en zien deed vergaan, een bacchanalisch gespring en gedans, een carnavalesk gedoe en... vuurwerk. Indrukwekkend, maar omdat ik een „rustig en goed“ lied had verwacht, heb ik het ééntje van mijn tien geschrapt. Nul op tien dus, en dat hadden ze achteraf bekeken niet verdiend, maar... minder kon ik toch niet geven, nietwaar? Bovenaan, met 9 op 10, prijkt op mijn lijst Frankrijk, met het lied „Voilà“ van Barbara Pravi, en dat lied is uiteindelijk geëindigd op de tweede plaats, achter, jawel „Zitti e buoni“.

    Het Eurovisie Songfestival is dringend aan naamsverandering toe: iets in de zin van „Eurovisie muzikaal showfestival“, waar naast muziek ook plaats is voor dans, acrobatie, clownerie, vuurwerk, lichteffecten, en meer van dát. En misschien mag er daarnaast nog een ander festivalletje zijn, dat voorbehouden is aan het populaire lied, het chanson, en dat dan met recht en reden de naam „liedjesfestival“ zal mogen dragen? Precies: „Eurovisie Songfestival“!

    25-05-2021 om 09:50 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wij, Heeren van Elsegem...

    De kans dat u, beste lezer, nu al meer dan twaalf jaar geleden - wat gaat de tijd toch beangstigend snel! - mijn verhaaltje over Veerle Heerlen gelezen hebt, lijkt mij bijzonder klein: ik had toen nog geen honderden lezers... Het is nog steeds terug te vinden op mijn blog www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=154995 op datum van 7.1.2009, onder de titel „Onze Lieve Heeren“. Ik citeer mezelf even: „Dit lieve snoesje is benoemd tot minister van Welzijnszorg“. Ik moet toen wel hevig in de ban geweest zijn van dat lachend snoetje, want ik gebruik woorden als „snoezepoes“, “poezelig lachebekje“, „schattig lieveheersbeestje“. En er staat een fotootje bij om iedereen ervan te overtuigen. Ze had toen verklaard dat ze zich voor driehonderd procent zou inzetten voor haar job, en een dag tevoren had ze ook al verklaard dat ze zich voor twééhonderd procent zou inzetten voor Vlaanderen. Ondertussen is ze burgemeester van de stad Sint-Truiden en al lang geen minister meer. En voor hoeveel procent, denkt u, zet ze zich heden ten dage in voor haar taak? Het kleinste schoolkind zal u vertellen dat men zich nooit voor méér dan honderd procent kan inzetten, dat een inzet van het weze amper honderdentien procent, irreëel is. Maar dat is zonder de hogere wiskunde gerekend. Hogere mathematici gaan niet steigeren voor irreële getallen. Neem nu de vierkantswortel uit een negatief getal: irreëel weliswaar, maar toch werkbaar. Maar van hogere wiskunde hebben sommige Truiense politici weinig of geen kaas gegeten. En laat het nu precies die politici zijn die in de oppositie zitten. Eén van hen beschuldigt de burgemeesteres ervan nog erger te zijn dan Francesco Schettino, de kapitein van de gekapseisde Costa Concordia, die zestien jaar celstraf uitzit voor meervoudige doodslag (tweeëndertig mensen!) - dat schrijft althans Inge Bosschaerts in HLN van 11 mei l.l. En wat heeft zij dan wel uitgespookt? Uit pure bezorgdheid voor haar geliefde Truienaars, heeft ze zichzelf laten vaccineren tegen hét virus, in het besef dat zij een influencer is en als dusdanig een voorbeeldfunctie heeft. Haar enige bedoeling is ongetwijfeld geweest de stadsgenoten die nog sceptisch mochten staan tegenover de vaccinatie over de streep te trekken. Door die voorbeeldfunctie... Al is dat nu ook weer niet zo uitzonderlijk. Overal ter wereld laten influencers, vedetten allerlei, zich voor het oog van de camera’s vaccineren om te laten zien hoe veilig het allemaal is: Als wij het al laten gebeuren! Is dat nu die tweehonderd procentige inzet van Veerle? En daar laat ze het nog niet eens bij: ze laat een groot deel van haar familie eveneens vaccineren. Als dát geen propaganda is voor een algehele vaccinatie ten bate van de gemeenschap. Een inzet van driehonderd procent dus? Zoals toen ze minister van Welzijnszorg was? Irreëel toch. Niks irreëel, zegt de fractieleider van een oppositiepartij: crimineel! erger dan Schettino! En het Onze-Lieve-Heersbeestje is er het hart van in. Kijk maar op de foto hoe ze er nu uitziet. Burgemeesterssjerp kwijt en misschien zestien jaar celstraf. Ten onrechte, vind ik, en mijn buurman vindt dat wellicht ook. Wij, Heeren van Elsegem, vragen aan U, leden van de oppositie en van de rechtbanken van eerste, tweede en derde aanleg, enig mededogen voor een arm schaap.




    13-05-2021 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-05-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is er leven na de dood?

    Dit moet mij van het hart: Ernest Claes en Stijn Streuvels zijn de Vlaamse schrijvers voor wie ik de meeste waardering heb, meer nog dan voor Herman Brusselmans.

    Het mag toeval heten dat mijn oog, tijdens de droevige maar bijwijlen ook gezellige coronadagen van de voorbije winter, gevallen is op de boeken van Ernest Claes, die ik reeds in mijn tienerjaren gelezen had. „Ik was student“ en „Leuven, o dagen, schone dagen“ werden uitgegeven toen de schrijver reeds in de zeventig was. Allebei één brok nostalgie naar de voorbije studentenjaren, de mooiste jaren uit het leven. Voor Ernest Claes namen de studentenjaren in Leuven een aanvang in 1915. Tweeënveertig jaar later, in 1957, namen ze voor mij een aanvang in Gent. Nog eens tweeënveertig jaar later, in 1999, is het boek „50 jaar Gravensteenfeesten“ verschenen, waarin ikzelf zeven hoofdstukjes heb geschreven. Hierna heb ik mij vijftien jaar lang weer één dag in het jaar in het studentenleven gestort, in de maand november, de dag van de Gravensteenfeesten in Gent. Mijn memoires, verschenen in 2006, heb ik als titel meegegeven „O jerum jerum jerum...“, een vers uit de Oude Roldersklacht. Mijn voeling met het studentikoos leven staat de laatste zes à zeven jaar op een laag pitje. Geen Gravensteenfeesten meer voor mij, nu ik mijn tachtigste verjaardag achter de rug heb - is er überhaupt nog veel studentikoziteit in deze triestige coronatijd? - maar het heimwee naar die heerlijke tijd is er zo mogelijk nog groter op geworden.

    Begin maart was mijn manuscript klaar. Het moet een boek worden over het studentenleven van Ernest Claes en dat van mijzelf en het zal de titel dragen: COMMILLITONES. Hoe mooi zou het geweest zijn als dit boek zou uitgegeven worden door Davidsfonds/Standaardboekhandel, waar ook de boeken van Claes werden uitgegeven. Maar... Ik heb de vraag gesteld en mijn vraag is onbeantwoord gebleven. Ik heb de vraag dan maar gericht tot een „veelbelovende“ uitgeverij, waarvan de naam luidt „Boekscout“. Deze heeft mij het manuscript gevraagd. Ze zullen het daar ongetwijfeld grondig nalezen want pas over twaalf weken zullen ze mij van antwoord dienen. Dat belooft dus. Iemand die het nochtans doorgaans goed met mij meent komt evenwel roet in het eten gooien door te beweren - hij hoeft het niet eens gelezen te hebben - dat ze het nooit zullen uitgeven, om de eenvoudige reden dat ik te oud en te onbekend ben. En als ik hem vraag wat ik doen moet om bekendheid te verwerven is zijn antwoord: „vermoord iemand, pleeg zelfmoord, of snijd u een oor af“. Zal ik het dan maar weer laten uitgeven zoals ik gedaan heb met de stuk of vijftien boeken die ik sedert mijn pensionering heb geschreven: bij print-on-demand uitgeverijen of bij kleine uitgeverijen, waarvan de meeste al niet meer bestaan?

    Ernest Claes is geboren in 1885 en zou dus dit jaar 136 jaar geworden zijn. Deze nacht is hij mij komen bezoeken, wellicht naar aanleiding van het boek. Ik heb er hem een stukje uit voorgelezen: de inleiding van een hoofdstuk dat handelt over onze studentenliefjes...

    Ernest, in uw boek „Ik was student“ schrijft ge dat het meisje van uw geboortedorp Zichem, dat uw hart gebroken heeft, het jaar voor ge student zijt geworden in Leuven, de eerste was waarvan gij echt gehouden hebt. Zijt gij dan Gabrielle Verbeek uit „Studentenkosthuis bij Fien Janssens“ vergeten? In Leuven zijt ge verliefd geworden op Vierske uit café Den Engel. Het meisje uit Zichem en Vierske zijn allebei gestorven in de maand februari van het jaar 1951. Verwondert het u dat ik dat weet? Een beetje deductieve geest die uw boek „Leuven, o dagen schone dagen“ aandachtig leest kan het feilloos afleiden. Het hoofdstukje, dat nu volgt, over ons beider liefdesleven is eveneens geschreven in de maand februari, precies zeventig jaar later. In 1951 waart gij zesenzestig, zo oud als ik was in 2006 toen ik mijn „O jerum jerum jerum...“ schreef, waarin al mijn jeugdliefdes figureren. Een half dozijn zijn het er geweest, een eerste platonische kinderliefde niet meegerekend. Allemaal vluchtige relaties: één dag, een paar dagen, een paar weken, één keer een paar maanden. Alle hebben ze littekens nagelaten in mijn hart. En dat zal bij u niet anders geweest zijn. Ik citeer uit uw boek „Ik was student“: ...in die jaren kan de liefde in het gemoed van een gevoelig jong mens verwoestingen aanrichten waarvan een leven lang de sporen bijblijven. En ik vraag mij nu af of het bijzonder is dat wij beiden amper gewag maken van die allermooiste liefde, die ene liefde die met ons een leven lang lief en leed heeft gedeeld en ons gelukkig heeft gemaakt. Over honderd of tweehonderd jaar zullen we ons dié alleszins nog herinneren en er een teder verhaal over schrijven.

    Hij knikte de hele tijd instemmend. Een antwoord op mijn vraag over Gabrielle Verbeek kwam er niet. Hij zei geen woord, maar hij glimlachte fijntjes. En dan was hij er opeens niet meer.

    Ik blijf achter met de vraag: is er leven na de dood? Freek de Jonge heeft er een liedje over geschreven: zijn antwoord is „ja“. Filosoof Jan Bauwens heeft er in 2006 een 108 pagina’s tellend boek aan gewijd. Het boek begint als volgt: „De vraag stelt zich tot treurens toe. Zo erg is het, dat velen die de vraag horen, moegetergd als ze zijn door het gezwans, het op een lopen zetten, de handpalmen tegen de oren gedrukt. Ik geef hun geen ongelijk: men moet geen vragen stellen die niemand kan beantwoorden. De vraag of er leven is na de dood is er zo een. Net zoals de vraag of God, die dan toch almachtig is, een steen kan maken die zo zwaar is, dat Hij hem niet kan optillen“.

    De schrijver van „De Witte“ is al meer dan een halve eeuw dood. En toch wás hij er deze nacht. Met zijn hoed, zijn witte baard, zijn pijp, zijn bril, zijn das... Maar of dat „leven“ is? Wellicht niet... Of toch? Ergens in mij leeft hij.

    05-05-2021 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Taalvernieuwing




    Uit de krant van gisteren...

    Weet u wát, beste lezer? „Ik heb hen verteld dat Marc met zijn hele grote neus, kleiner is als Jan en dat hij nooit geen geld op zak heeft“. Maar als ik hun had verteld dat Marc met zijn heel grote neus, kleiner is dan Jan en dat hii nooit geld op zak heeft, dan was dat - althans grammaticaal - óók juist geweest. Volgens de tot gisteren geldende spraakkunstregels staan in de eerste zin zomaar eventjes vier fouten, maar dat is vanaf nu niet meer het geval. Dat neemt echter niet weg dat de tweede zin nog steeds correct is. En er is méér: door gebruik te maken van combinatiemogelijkheden kan de zin op zestien verschillende manieren perfect juist gespeld worden. Vrijheid, blijheid dus. En zullen we het in éénzelfde zin - het weze éénzelfde verhaal of éénzelfde boek - kunnen hebben over de hele grote neus van Jan en de heel grote neus van Piet? Ongetwijfeld wel. Want het zal hier dus wel degelijk gaan om een - zij het subtiele - nuance, zoniet om een stijlfiguur, waarvan de naam weliswaar nog dient uitgevonden te worden. Wat al mogelijkheden voor de auteurs van morgen: een hele grote man met een heel grote neus, die een aantal pagina’s verder verschijnt als een heel grote man met een hele grote neus. Jammer evenwel dat een erge grote neus voorlopig nog niet acceptabel is. Maar niet getreurd: Rome en Napels zijn ook niet in één dag gebouwd.

    Van Rome en Napels gesproken... Er is nog zoveel dat ons, Nederlandstalige Vlamingen, het leven zou kunnen veraangenamen. Op taalgebied. En ik denk hier in de eerste plaats aan de bewoners van de oostelijke helft van ons land... Bijvoorbeeld:

    "...aan hij, die dat zoveel als mogelijk wilt wachten om gaan te werken" moet al even goed kunnen als "...aan hemdie zoveel mogelijk wil wachten om te gaan werken".


    En van de "diedatters" gesproken, uit het Kempenland en omstreken:


    Jan, die dat iets gezegd heeft...

    Jan, die dat dat gezegd heeft...

    Het kind dat dat iets gezegd heeft...

    Het kind dat dat dat gezegd heeft....

    Welk kind? Dít kind of dát kind?

    Dát, dat dat dat gezegd heeft!


    En wat een mooie oefening in zinsontleding dit met zich kan meebrengen:

    - de eerste "dat": onderwerp;

    - de tweede "dat": betrekkelijk voornaamwoord;

    - de derde "dat": waarvoor voorlopig nog geen naam bestaat (wat gedacht van "bijvoeglijk betrekkelijk voornaamwoord"?)

    - de vierde "dat": lijdend voorwerp.

    Mooi is ook dat men de dt-regel die op 't ogenblik geldt wil afschaffen. Vermoedelijk alle dt's vervangen door d's. En blijven de dt's dan ook nog geldig? En waarom niét eigenlijk? Een beetje tolerantie, alstublieft. En mag de eerste persoon dan ook misschien een dt-tje? Of zullen we daar een andere keer eens over doorbomen? Ik wordt er nu een beetje duizelig van...



    27-04-2021 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De oude man.

    Dit is een bizar verhaal. Ik dacht eerst dat het mij niet toekwam dit wereldkundig te maken, maar het is sterker dan mezelf...

    Het gebeurde een dag of vijf geleden en de plaats van het gebeuren is een eenzaam treincoupé, tussen Kortrijk en Gent. Ik zat aan het venster en recht tegenover mij zat een oude man zijn krant te lezen. Hij had, net als ik, zijn coronamasker op, ofschoon we beiden ongetwijfeld enkele weken geleden reeds gevaccineerd waren en het wederzijds besmettingsgevaar vrijwel nihil was. Met een zucht die méér dan droefheid uitstraalde legde hij plots zijn krant naast zich neer, legde zijn masker af en snoot zijn neus. Zonder masker leek hij nóg ouder. Er rolde een traan over zijn wang. Hij veegde ze af met zijn zakdoek, zette zijn masker weer op, keek mij aan met een ín-droevige blik en vroeg met een bevende stem:

    - Ook naar Gent?

    - Ja, zei ik.

    - Ik ben alleen op de wereld, zei hij.

    Ik zweeg en na een poos ging hij verder:

    - Vier dagen geleden is zij gestorven... en dat verneem ik nú pas.

    Hij nam zijn krant weer op en toonde mij de overlijdensberichten: „Ettie Bilemont, overleden op 12 april 2021“.

    - Is zij uw vrouw geweest? vroeg ik.

    Hij zweeg.

    - Of uw zuster?

    En na een poos:

    - Geen van beide, maar wel de enige persoon die ik ooit heb liefgehad. In juli zal het drieënzestig jaar geleden zijn dat ik haar voor het laatst gezien heb. We hadden zes jaar in dezelfde klas gezeten, zes jaar middelbaar onderwijs. Ik was smoorverliefd op haar vanaf de eerste dag. Ze was de beste leerling van de klas. Ik was één van de zwaksten, ofschoon ik mijn best deed, om geen jaar te moeten overslaan en alzo in een lagere klas terecht te komen, een klas zonder Ettie. Pas in het laatste jaar, tijdens een schoolfeest durfde ik bekennen dat ik verliefd was op haar. Ze beantwoordde mijn liefdesverklaring met een minachtend lachje. Ik maakte mezelf wijs dat het aanstellerij was van harentwege. En op ´t einde van ´t jaar heb ik haar nogmaals mijn liefde verklaard... op de trein. We zaten aan het venster tegenover elkaar, zoals u en ik. En ook toen zat er verder niemand in het coupé en ik heb haar gekust, op haar wang. Ze liet het gebeuren, zonder meer. Twee dagen later heb ik een vurige liefdesbrief geschreven voor haar en ik heb die brief heimelijk in haar boekentas gestopt in een gesloten omslag. In die brief was sprake van eeuwige trouw. Op de envelop had ik twee hartjes getekend met onze namen en een pijltje dat dwars door de twee hartjes ging. De allerlaatste dag van dat laatste schooljaar, de dag van de prijsuitdeling, gaf ze mij de enveloppe terug... ongeopend! Nachten na elkaar heb ik om haar geschreid, mijn Ettie, en nooit heb ik haar nog teruggezien, sinds die vreselijke laatste dag. En toch ben ik haar trouw gebleven, nooit heb ik mijn hart voor een ander opengesteld, ik zweer het u. En nu ben ik haar kwijt, voorgoed, ik heb niemand meer...

    Hij keek mij aan, zijn ogen waren rood en er welden weer tranen op.

    - Wat gij vertelt ontroert mij, zei ik. Ik begrijp uw verdriet.

    En ik dacht bij mijzelf dat het ook mij niet onberoerd zou laten als ik in de krant het overlijdensbericht zou lezen van Nelly Depaepe, of Cecile Sadones, of Liesje Gijsels, of Arlette Vanlooveren, of Agnes Deprins of Betty de Borchgrave of dat meisje uit de Gilles Desutterstraat wier naam mij nu even niet te binnen schiet.

    - Ik heb die brief nog steeds in mijn bezit, zei de oude man. Hij is nog steeds ongeopend. Overmorgen is de begrafenis. Ik zal er heen gaan. Mét de brief. Ze zal hem nu niet kunnen weigeren...

    De oude man en ik zijn van ´t zelfde jaar. Ik een paar maanden ouder, zo oud als Ettie...

    22-04-2021 om 10:11 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Octavia (2)

    (vervolg van Octavia 1 : www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=3258322)

    Ik heb dezer dagen aan mijn nicht zaliger moeten denken. Zij heette Hildegonde of Hildegonda. Wij noemden haar Hilde. Ik was een jaar of acht toen er met haar iets gebeurd is dat mijn begripsvermogen oversteeg. Zij moet zestien of zeventien jaar geweest zijn. Na het gebeurde is ze enkele jaren zeer depressief geweest - zelfmoordneiging en zo - en ook later is ze nooit meer helemaal in de goede plooi gekomen. Ze is nooit getrouwd en ze is gestorven toen ze pas vooraan in de vijftig was. Ik herinner mij haar als een mooie vrouw met een in-droevige blik in de ogen. Die blik had voor mij iets zeer aantrekkelijks, iets sexy. De leraar godsdienst waar zij op kostschool was, zou geprobeerd hebben haar te verkrachten, maar dat was op een sisser uitgelopen. Het gebeurde had evenwel een zware stempel gedrukt op haar verder leven. Ik heb dat nooit goed kunnen begrijpen. Echt verkracht is ze immers niet geweest aangezien het bij een „poging“ is gebleven. Hoe het in godes naam mogelijk was dat ze het nooit van zich heeft kunnen afzetten... Maar nu, drie weken na het ongeval dat mij met mijn Octavia is overkomen, is mijn begrip fel toegenomen voor wat zich in de ziel van mijn vrome en wellicht als maagd gestorven nicht Hildegonda moet afgespeeld hebben.

    De dag van het ongeval heb ik ´s nachts geen oog dicht gedaan. Ik stelde mij voor dat ik bij die „fatale“ afslag de bocht wat minder scherp had genomen: de mastodont uit het Nederlandse Veghel zou mij vermorzeld hebben! Platgedrukt worden, tot moes geplet worden, onder het hels gekraak van de carosserie van mijn geliefde Octavia en van het eigen gebeente! Ik krijg dat scenario maar niet uit mijn gedachten. De periodes tussen mijn aanvallen van hartritmestoornis worden alsmaar korter...

    Er is nochtans ook goéd nieuws: mijn Octavia kan hersteld worden! Geen „perte totale“ dus, - en om het ook voor mijn jongere lezers begrijpelijk te maken - geen „total loss“. De verzekeringsmaatschappij van de „tegenpartij“ is evenwel niet bereid de volledige restauratiekost terug te betalen die mijn garage mij zal aanrekenen. Daarvoor is mijn Octavia blijkbaar niet genoeg meer waard. Mijn geliefde Octavia, waar ik altijd zo goed voor gezorgd heb, niet genoeg meer wáárd... Hoe durven ze!

    Een financiële kater zal ik er dan ook nog aan overhouden. Over mijn Veghelse vriend hoef ik mij allicht geen zorgen te maken. Die zal wel weer rustig rondtoeren over de West-Europese wegen met zijn kolossale truck. Het zal wel goed met hem gaan. Geen katers. En toch zou ik dat gaarne nog eens uit zijn eigen mond vernemen. Dat hij mij eens opbelle, ook om te vragen hoe het met mij gaat en om nog eens „sorry“ te zeggen. En mocht hij toen al „sorry“ gezegd hebben, nou ja, bis repetita placent.

    Waarom ten slotte kan ik mij zo moeilijk ontdoen van een beeld dat ik steeds weer in mijn fantasie zie opdoemen: het gevaarte uit Veghel dat mij en mijn Octavia in de totale vernieling rijdt? Het zou de tegenpartij niet eens slecht uitgekomen zijn. Aan mij hadden ze niets meer hoeven te vergoeden en ikzelf ben economisch geen stuiver meer waard. En diegenen die mijn pensioen uitbetalen, het weze Vlaanderen of de federatie - mij een zorg! - zouden er ook niet rouwig om geweest zijn. Van mijn buurman Firmin, zelf gewezen expert in verzekeringen, verneem ik dat de gemiddelde levensverwachting van een tachtigjarige gezonde man negen jaar bedraagt. Reken maar uit, de winst voor Vadertje Staat...

     

    16-04-2021 om 12:32 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Octavia (1)
    Octavia was een dochter van keizer Claudius I. Ze werd in 53 n. C. op 13-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan de latere keizer Nero. In 62 n. C. had Nero méér dan genoeg van haar en ontbond hun huwelijk om met Poppaea Sabina te kunnen huwen. Onder militaire bewaking liet Nero Octavia naar Campania begeleiden, maar de spontane woede-uitbarstingen van het volk, dat sympathie voor haar had opgevat, dwongen hem haar terug te roepen naar Rome. Hij bleef echter zoeken naar een reden om zich van haar te ontdoen. Zij werd valselijk beschuldigd van overspel en verbannen naar het eiland Pandateria waar zij op bevel van Nero werd vermoord.

    Voor dit borstbeeld heb ik al bijna zeventig jaar een meer dan gewone bewondering. Octavia moet een buitengewoon mooie jonge vrouw geweest zijn. Is dat de reden waarom ik mij in de maand april van ´t jaar 2010 een autootje gekocht heb dat de naam Octavia draagt, van het merk Skoda? Of heeft het te maken met de Barnumreclame die het automerk maakt tijdens wielerwedstrijden en in ´t bijzonder de Tour de France? Ja, mijn liefde voor de wielersport is nog ouder dan die voor de ongelukkige Octavia. Waar is de tijd van Fausto Coppi, Gino Bartali, Louison Bobet, Rik Vansteenbergen, Briek Schotte, Stan Ockers...? Heb ik daarom die auto gekocht of is het omdat een vriend van mij concessiehouder was van het merk Skoda? Aan die reclame zou mijn moeder zaliger zich alvast niet laten vangen hebben. Ze zou gezegd hebben: „dat moeten toch slechte auto´s zijn, als ze er zovéél reclame mee moeten maken!“

    En niettemin... Mijn Octavia blijkt een droomwagen te zijn. Ik was zeventig jaar toen ik haar kocht. Mijn laatste auto. Ik heb de auto verzorgd en gekoesterd zoals ik het ongetwijfeld met Octavia zou gedaan hebben als ik keizer Nero was geweest. Octavia heeft nu 64.000 kilometer op de teller, in blakende gezondheid, amper gerodeerd. In november ben ik met haar naar de jaarlijkse verplichte autokeuring geweest: een keuring die al in april had moeten plaatsgrijpen maar uitgesteld was vanwege de coronacrisis. Vandaag was de ultieme datum voor een volgende keuring, amper zeshonderd kilometer en viereneenhalve maand na de vorige: de auto wordt enkel nog gebruikt om naar het grootwarenhuis te gaan, naar de dokter, de apotheker, het vaccinatiecentrum en... de keuring. Maar omdat ik maar al te goed besef dat autokeuring een serieuze business is, een „big business“, ben ik op 24 maart met blij gemoed en zonder mopperen met Octavia naar de keuring getogen, niet vermoedend wat mij boven het hoofd hing...

    Aan het kruispunt van Vichte ben ik nog slechts een paar kilometer van het keuringsstation verwijderd. Ik sta vooraan in de rij, netjes voorgesorteerd om af te slaan naar rechts. De verkeerslichten springen op groen, ik neem de afslag, een door merg en been snijdend gekraak, iets als een huizenblok dat naast mij opdoemt, ik wordt van de rijbaan geslingerd, instinctmatig duw ik keihard op de rem en ik kom tot stilstand in de berm... op een halve meter van een verkeerspaal. Of mijn hart toen ook even tot stilstand is gekomen weet ik niet. Ik stap uit, trillend over mijn hele lichaam. Wat verder in de berm staat een enorme truck. Een jonge man - hij kan veertig geweest zijn - springt gezwind uit de mastodont, komt lachend naar mij toe en zegt: „Sorry, mijn fout, ik stond verkeerd voorgesorteerd en ik had u niet gezien in mijn dode hoek“. Een dode-hoek-ongeval dus. De man is supervriendelijk, een Nederlander, rijdt voor een transportbedrijf uit Veghel. Ik voel mij dermate opgewonden dat ik mij niet in staat voel om nu een aanrijdingsformulier in te vullen en ik vraag of we er niet beter de politie bij roepen. Politie is hier absoluut niet bij nodig, en ik zal de papieren wel invullen, zegt hij, en zijn stem klinkt nu een beetje minder vriendelijk. Dát vertrouw ik toch niet helemaal, ik stel vast dat ik tot overmaat van ramp mijn gsm thuis vergeten heb, ik ga binnen in de ING-bank die vlakbij is en vraag of ik daar mag telefoneren naar Peter, mijn verzekeringsmakelaar. En - niet altijd alles hoeft tegen te vallen - hij is thuis en zal over tien minuutjes ter plekke zijn. Exact tien minuten later is hij daar. Alles wordt netjes afgehandeld. Prima service. Ik sta nog steeds te trillen op mijn benen. Octavia is zwaar gehavend: verwoeste achtersteven, ingedeukte deuren, kapotte lampen, afgerukte zijspiegel. Toch is ze nog rijvaardig. Ik ook, zij het nauwelijks. We zijn thuisgeraakt Octavia en ik. Van een kouwe kermis. Er komt nog een vervolg op dit verhaal...

    13-04-2021 om 14:02 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-04-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gesprek met P.V. over het geval K.K.

    Het gesprek dat ik gisteren had met P.V., na het middagdutje en de koffie, was telefonisch en dus niet onder vier ogen. ´t Is geleden van in ´t begin van de coronacrisis dat we elkaar nog in levenden lijve ontmoet hebben. Toen was het al met mondmasker, maar zonder respect voor de anderhalve meter en... P.V. is meestal zelf aan het woord en zet doorgaans haar woorden zoveel kracht bij dat ik bang ben dat eventuele virussen toch weten te ontsnappen langs het mondmasker heen... Voor een goed begrip: P.V. is een jeugdvriendin, nu vooraan in de tachtig, een heel bijzondere dame, behorend tot de upper-class, iemand met veel relaties in de beau-monde, goed op de hoogte van de actualiteit en min of meer thuis in alle wetenschappen.

    Het is hoe dan ook een aangenaam en coronaveilig gesprek geworden van ongeveer anderhalf uur. Naast de gewone beleefdheidsvragen en antwoorden in verband met ieders gezondheid ging het gesprek in hoofdzaak over de heisa rond het parlementslid Sihame El Kaouakibi, wier naam wij geen van beiden kunnen onthouden (tachtigers, begrijpt u wel!) en die wij gemakshalve Kouwe Kaki noemen, omdat wij ons daarbij beter iets kunnen voorstellen. Nog méér gemakshalve noemen wij haar hierna K.K.

    Mevrouw K.K. is zoals gezegd, parlementslid. Ze zet zich in voor een of ander goed doel en daarvoor heeft ze subsidies gekregen van de regering. Tot hier alles OK, ware het niet dat K.K. een groot deel van die subsidies in eigen zak heeft gestoken. Ze moet gedacht hebben dat de kans dat de fraude aan het licht zou komen nihil was. Vergelijk het met de kans dat een zwartrijder op de tram betrapt wordt: vrijwel nihil. Maar K.K. heeft zich deerlijk vergist. Met een veel te grove borstel te werk gegaan. En veel te amateuristisch, zo vindt althans een ex-politicus die zelf ook niet slecht geboerd heeft. Dat hier sprake is van fraude ligt er immers maar al te dik op, ook al beweert één van haar verdedigers - een universiteitsprofessor en ex-minister van fraudebestrijding! - dat haar enkel wat slordigheid in de boekhouding kan aangewreven worden. Ze had veel subtieler moeten te werk gaan: „optimaliseren“, zoals de échte zakkenvullers dat doen.

    P.V. en ik zijn het er allebei over eens dat K.K. dient op te stappen uit het parlement, niet alleen vanwege haar misdaad - ach, als ik absoluut zeker kon zijn dat er geen controle is, vergat ik ook wel eens een tramticket te kopen - maar ook vanwege té dom, té naief om te zetelen. Maar wat blijkt? K.K. wil haar mandaat niet opgeven, het mandaat dat vele kiezers haar gegeven hebben. Ze houdt er evenwel geen rekening mee dat die kiezers er niet van op de hoogte waren tot wat zij „in staat“ was, op ´t ogenblik dat ze voor haar gekozen hebben.

    Epiloog. K.K. zal rustig verder doen als parlementslid à zesduizend euro netto in de maand, waarvoor ze slechts, heel af en toe, een vergadering hoeft bij te wonen. Tenzij ze een doktersbriefje voorlegt, hetgeen ze nu overigens al zes maanden doet. Tenminste, dat is hoe mijn goeie ouwe vriendin P.V. en ik erover denken. Voor één keer waren wij het roerend eens met elkaar. Mega eens. Wat zeg ik? Giga eens!

    10-04-2021 om 09:13 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hersenkronkels

    Transient global amnesia (TGA, d.i. tijdelijk totaal geheugenverlies) is een zeer zeldzame aandoening waarvan ik het slachtoffer ben geworden in het jaar 2003. Plots wist ik niet meer dat ik twee kleinkinderen had, dat mijn schoonmoeder een jaar geleden overleden was, en alles wat er in de voorbije tien jaar was voorgevallen. Van wat daarvóór gebeurd was wist ik mij alles nog te herinneren, ik kon nog alle winnaars van de Tour de France uit de vorige eeuw opnoemen, ik kon nog hoofdrekenen als de besten, mijn redeneringsvermogen bleek onaangetast, en ik besefte dat er iets heel bijzonders met mij aan de hand was. Ik stelde vragen, maar het antwoord vergat ik direct, zodat ik voortdurend dezelfde vragen stelde. Mijn huisgenoten waren ervan overtuigd dat er iets héél ergs met mij aan de hand was en ikzelf dacht het ook. Maar geleidelijk, in de loop van de eerste acht uren, is alles wonderwel in orde gekomen. Ik had toen, ofschoon ik zelf arts was, nooit over TGA gehoord. Dat was het dus, een aandoening waarvan de oorzaak onbekend is, die onschuldig is, van voorbijgaande aard en die men, god zij dank, zo goed als nooit een tweede keer kan krijgen. En ziehier wat de wetenschap over die wonderbare aandoening van het brein te vertellen heeft:

    TGA is een syndroom dat gekenmerkt is door een acuut optredend algeheel geheugenverlies. Er is zowel sprake van een retrograad als anterograad geheugenverlies. Retrograad geheugenverlies houdt in dat er geen herinnering is van de tijd voorafgaand aan de TGA. Anterograad geheugenverlies betekent dat het onmogelijk is om iets nieuws te leren of informatie op te slaan.

    Met dit verhaal, beste lezer, heb ik geen andere bedoeling dan u te wijzen op de rare kronkels van het menselijk brein. Ik ken er nóg drie, alle drie over jongetjes tussen tien en vijftien jaar. Ik geef ze de fictieve namen Jan, Piet en Pol. Geen van de drie had een bijzonder hoog IQ. Liet je Jan een bladzijde lezen uit een boek, dan kon hij daarna die bladzijde letterlijk, met de punten en de komma’s, reproduceren. Zelfs als er woorden in stonden die hij niet begreep. Piet kon al de nummers van de autoplaten afdreunen die in de dag zijn pad hadden gekruist: het mochten er vele tientallen zijn. En Pol kon binnen de tien seconden uitrekenen op welke dag van de week de zesentwintgste juli van het jaar 1941 viel, en dat kon hij voor iedere andere dag van de vorige twee eeuwen.

    En is wat mij deze week overkomen is niet al even mysterieus? Ik droomde ´s nachts dat ik een ontmoeting had met professor O. van Togenbirger de Waelekens. ´s Morgens kon ik mij het gesprek dat ik met de hooggeleerde had letterlijk voor de geest halen en het kost mij op dit ogenblik nog niet de minste moeite om het hier integraal weer te geven:

     

    - In een gesprek met Jan Bauwens zou u beweerd hebben dat wij er zouden moeten naar streven om vreedzaam samen te leven met het covid-19 virus, eerder dan het te bestrijden: een soort symbiose dus. Meent u dat écht, professor?

    - Welzeker.

    - Ik kan u niet volgen. Het virus wil ons toch doden?

    - Waarom denkt ge dat?

    - Is dit niet de hetgeen Malthus een paar eeuwen geleden voorspeld heeft: de catastrofe die ons te wachten stond als de wereldbevoking al te zeer zou toenemen. En zie: op heden zijn er vier keer zoveel mensen op aarde als honderd jaar geleden.

    - Insinueert gij dat het virus op aarde verschenen is met de opdracht om de bevolking tot de helft of zelfs een vierde te reduceren? En waarom zou dat nodig zijn, denkt ge?

    - Omdat we te dicht op elkaar zitten, omdat we zodoende het milieu bevuilen en de temperatuur doen stijgen, en ook vanwege een dreigend voedseltekort.

    - Malthus had het inderdaad, en vrijwel uitsluitend, over voedselschaarste. Welnu, die is er niet.

    - En al die kinderen die de hongerdood sterven, vooral in Afrika?

    - Dat komt enkel en alleen omdat het voedsel niet goed verdeeld is in de wereld. Als het wel goed verdeeld zou zijn dan kon de wereldbevolking nog rustig toenemen met een factor tien.

    - Weet u dat zeker?

    - Dat weet ik zeker.

    - U twijfelt dus niet?

    - Niet in het minst.

    - Ooit is er toch een wijsgeer geweest die beweerd heeft dat twijfel aan de basis ligt van alle wijsheid: in dubio veritas...

    - Akkoord, maar men hoort niet te twijfelen over zaken die evident zijn, zaken waarover geen twijfel bestaat. Twijfelt gij misschien aan het feit dat de rechte lijn de kortste weg is tussen twee punten of aan het feit dat een driehoek niet meer dan één stompe hoek kan hebben?

    - Toch kan ik moeilijk geloven dat onze aardbol nog tien keer meer mensen aankan dan er nu al zijn, als we zien hoe het milieu...

    - Maar, mijn beste, niet het áántal individuen telt, wel de gezamenlijke ecologische voetafdruk. In de rijke westelijke wereld is die voetafdruk per hoofd honderd keer groter dan in de arme landen. Breng die voetafdruk naar omlaag en het probleem is opgelost.

    - Zeg mij dan, professor, hoe gij dat doet, die voetafdruk naar beneden brengen.

    - Gij wilt mij een taak op de schouders leggen die niet de mijne is.

    - Wiens taak is het dan wel?

    - Van de technici natuurlijk, in dit geval de economici. Mijn vak is de filosofie, jongeman.

    Hij had mij „jongeman“ genoemd. Dat klinkt aangenaam in de oren van iemand die zijn tachtigste verjaardag al gevierd heeft, maar het was ook een teken dat de professor enigszins nerveus werd en het gesprek wenste stop te zetten of het alleszins een andere wending wilde geven. Dan maar het gesprek over een lichtjes andere boeg gegooid...

    - En dat „vreedzaam samenleven“ met het virus, die symbiose, hoe ziet gij dát, professor?

    - Ik zal u een voorbeeld geven. In het Oosten zijn heilige rivieren - de Ganges, de Tigris, de Euphraat - wier water krioelt van de schadelijke microben, waar de inwoners baden en waarin zij hun natuurlijke behoeften doen. Wij westerlingen zouden er dodelijk geïnfecteerd geraken, maar zij niet. Omdat zij geleerd hebben vreedzaam samen te leven met die micro-organismen. Vreedzaam, dat wil zeggen zonder wapens, zegge vaccins of antibiotica.

    - En dat zouden wij ook moeten kunnen bereiken ten opzichte van het covid-19 virus?

    - Precies, want het virus wil ons allerminst doden.

    - Denkt u dat?

    - Natuurlijk, want daarmee delft het toch zijn eigen ondergang. In een dood lichaam kan het virus immers niet verder leven.

    - Wat wil het virus dan wel?

    - Een plaatsje onder de zon, niets meer, niets minder.

    - Maar u kan toch niet ontkennen dat er mensen sterven ten gevolge van covid-19.

    - Dat ontken ik niet. Het zijn hoofdzakelijk ouderen en chronisch zieken bij wie het einde sowieso al in zicht was. Als we het virus ongemoeid laten zal het geleidelijk in kracht afnemen, maar als we het bestrijden zal het zich verdedigen en in de tegenaanval gaan door te muteren naar meer besmettelijke en kwaadaardiger varianten van het virus, waardoor ook jongere en gezonde mensen als slachtoffer zullen vallen.

    - Moeten we dan nu het vaccineren laten ophouden?

    - Nogmaals wilt ge mij buiten mijn vakgebied doen treden. Die vraag moet aan de technici gesteld worden en aan de politici. Mijn domein is de filosofie. Vergeet dat niet. En nu wil ik dit gesprek afronden. Dag jongeman.

    Ik werd wakker.

    12-03-2021 om 09:33 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-03-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goede buren.

    Dat Firmin en ik goede buren zijn, niet één van mijn trouwe lezers - die anderhalve man en die paardenkop - die het niet zal weten. We staan elkaar bij met raad en een enkele keer ook met daad. Sedert het begin van de coronahistorie zien we elkaar niet al te vaak en de wederzijdse burendienst geschiedt nu vrijwel uitsluitend via mail. Firmin houdt mij op de hoogte van de coronacijfers in onze gemeente, van de plaatsen waar er snelheidscontrole is, van de wegomleggingen en van zoveel meer. In zijn laatste mail laat hij mij weten dat de oudjes vanaf 21 maart gratis naar het vaccinatiecentrum mogen reizen. Ik woon op een boogscheut van het treinstation van Anzegem en het vaccinatiecentrum waar ik heen moet ligt vlak bij het station in Oudenaarde. Goed nieuws. Ware het niet dat ik op zaterdag 20 maart al verwacht word in het centrum en dat op zaterdag en zondag geen enkele trein stopt in Anzegem en wij ons tijdens het weekend naar het dichtstbijgelegen station moeten begeven, zijnde... Oudenaarde. Toch bedankt, Firmin.

    In ruil geef ik mijn buur regelmatig taaladvies. Laatst vroeg hij zich af hoe een inwoner van Diksmuide geheten wordt. In de alom gewaardeerde krant Het Laatste Nieuws had hij het woord „Diksmuideling“ gelezen en dat had twijfels doen rijzen. In mijn ijver om goede burenservice te bieden, en omdat een goede buur per slot van rekening meer waard is dan een verre vriend of dito familielid, heb ik subiet mijn voelhorens uitgestoken en al mijn bronnen geraadpleegd, met dit resultaat:

    Diksmuideling: kleine magere bleke inwoner van Diksmuide;

    Diksmuidenaar: grote kloeke getaande inwoner van Diksmuide;

    Diksmuidenaarling: vieze, enge inwoner van Diksmuide (een naarling).

    11-03-2021 om 19:12 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-02-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Nieuwe Lente

    Eén keer in de maand, iedere derde donderdag om drie uur om precies te zijn, breng ik een bezoek aan mijn nicht Amandine, in het rusthuis "De Nieuwe Lente". Een degelijk rusthuis, waar het er vaak vrolijk aan toe gaat. Men noemt het dan ook wel eens "De Nieuwe Leute". Amandine woont daar op de eerste verdieping. Via de lift komt men in een hal waarin drie gangen uitkomen. Iedere gang heeft een straatnaam: de Koningstraat, de Keizerstraat en de Prinsenstraat. Amandine woont in de Keizerstraat, nummer 106. Omdat ik vandaag wat vroeger op post ben besluit ik om eerst door de Prinsenstraat te wandelen. Aan iedere kamerdeur hangt een plaatje met de naam en een foto van de bewoner. Zie ik daar bij nummer 146 niet de naam "Petronella Dekeyzer"? Die naam ken ik: Pieternelleke! We zaten samen in het eerste leerjaar in de nonnekensschool in Grijsloke, bij juffrouw Valentine. Na dat eerste leerjaar is zij verhuisd naar een naburige gemeente en heb ik haar niet meer gezien. Wel heb ik vernomen dat zij op zeer jonge leeftijd getrouwd is met Germain Hoffius, de keeper van F.C. Potegem en dat zij samen één dochter hebben voortgebracht. De dochter is naar Canada verhuisd toen ze amper twintig was en is daar een paar jaar later op een vreemde manier, naar werd gezegd, aan haar einde gekomen. Germain, die een stuk ouder was dan Pieternelleke, moet ook al op zijn minst een jaar of tien overleden zijn. In elkaar gezakt, als toeschouwer, op de tribune van F.C. Potegem. Hartfalen. Het heeft in de krant gestaan. Ergens moet ik eveneens vernomen hebben dat Pieternelleke aan ernstig geheugenverlies, ofte dementie, onderhevig was en dat zij in een rusthuis verbleef. Dat het rusthuis "De Nieuwe Lente" was heeft niemand er ooit bijverteld. Prinsenstraat nummer 146, met onder haar naam een foto. Het kleutermeisje van vijfenzeventig jaar geleden is er niet meer in te herkennen. Haar deur staat open en ik zie haar zitten aan een tafeltje, met een soort breiwerkje. Klein en magertjes, dat Pieternelleke, maar niet tot op de draad versleten, dunkt me. Ik blijf staan in de deuropening:

    - Hé, Pieternelleke, zeg ik, hoe gaat het?

    Ze zet haar bril af, niet langer dan vijf tellen en dan zegt ze, met heldere stem:

    - Gij zijt Kristiaan, nietwaar? Van in de school, in Grijsloke.

    - Ongelooflijk, dat gij mij nog herkent.

    - Ik heb uw foto de laatste tijd een paar keer in de krant gezien.

    - Ik kwam hier toevallig langs. Woont gij hier al lang?

    - O ja, van toen ik getrouwd ben met Germain.

    Ze ziet er goed uit en opgewekt. Ik heb de indruk dat ze blij is mij te zien. Ik weet met zekerheid dat het beter is dat ik met haar over vroeger spreek:

    - We zaten samen in 't eerste studiejaar, zeg ik.

    - Dat weet ik nog goed. 't Was bij juffrouw Valentine. Ik weet nog goed met hoevelen wij toen in 't eerste leerjaar zaten: gij en ik en Annie Libbrecht, Liliane Tsjoen, Marie-José Declercq, Pierre Cosaert, Lucien Beel en Charles Vanmoorleghem.

    Ik sta een beetje perplex. Dat zij dit nog allemaal weet. Voor iemand met geheugenverlies! Ik zou ze wellicht niet alle acht hebben kunnen opnoemen. Het klopt, we waren met zijn achten in dat eerste leerjaar. Pieternelleke en ikzelf zijn er nog, maar de laatste vier zijn al jaren geleden overleden en van Annie Libbrecht en Liliane Tsjoen weet ik het niet...

    - Gij en Lucien waren de laatsten van de klas, zegt ze.

    Niet erg tactvol van harentwege zou je kunnen denken, maar ik voel mij allerminst gekrenkt - ach, ik ben zo tolerant geworden de laatste tijd. En het klopt weer helemaal wat ze zegt. Op mijn schoolrapport prijkte naast "behaalde plaats" weliswaar "tweede", en dat stond ook op het rapport van Lucien Beel. Bij de zes anderen stond er evenwel "eerste". Allemaal ex aequo dus! Lucien en ik hadden in feite zevende moeten zijn. Ook ex aequo... Niet dat ik dom was - in rekenen en lezen was ik zelfs de beste - maar ik kon niet zingen. Mijn zangstem was afschuwelijk, zo erg dat juffrouw Valentine mij gebood mijn mond dicht te houden als de klas in koor "Te Lourdes op de bergen" of "Het loze vissertje" zong. En als er moest gezongen worden voor punten hield ik dan ook maar wijselijk mijn mond, hetgeen resulteerde in "nul op tien" natuurlijk, en... de laatste van de klas, ex aequo met Lucien Beel. Mijn vader vond het goed: er stond "tweede" op mijn rapport...

    - Gij zat op de voorlaatste bank, naast Charles Vanmoorleghem, zegt ze. Ik zat vlak vóór u, naast Liliane Tsjoen. Gij en ik, we zaten aan de kant van de muur en daar hing een bijna levensgrote foto van koning Leopold. Ik denk dat daar nu de foto van Boudewijn hangt.

    - Boudewijn? zeg ik.

    - Ja, want nu is Boudewijn onze koning.

    Ik zeg haar niet dat het schooltje al meer dan tien jaar - 't kunnen er twintig zijn - niet meer gebruikt wordt, dat het helemaal vervallen is en vervangen door een splinternieuwe school aan de overzijde van de straat. En ik zeg ook niet dat Boudewijn al lang dood is en dat we nu al twee koningen verder zijn. Ik wil niets doen om haar opgewekte stemming te bederven en omdat ik haar helemaal in de stemming vind voor een grapje, zeg ik:

    - Weet ge dat ik toen een beetje verliefd was op u?

    - Ja, dat weet ik.

    Ze lijkt plots een beetje ernstiger.

    - Ik maak maar een grap natuurlijk, we waren amper zes jaar.

    - Dat zegt ge nu wel, maar ik denk dat ge écht verliefd waart: soms trokt  ge aan mijn haar als we in de rij stonden.

    - Dat was om te plagen.

    - Plagen is liefde vragen... Ikzelf had het meer voor Pierre Cosaert... en ook wel een beetje voor u... tot de dag dat ge niet meer mocht meezingen van juffrouw Valentine.

    Het was verkwikkend, zo gezellig over de tijd van toen te praten, de tijd van driekwart eeuw terug.

    - Jammer dat ge nú op bezoek komt, zegt ze, nu Germain even niet thuis is.

    - Waar is Germain? vraag ik.

    - Naar zijn werk, of boodschappen doen.

    Ik zeg dat mijn tijd beperkt is en dat ik wel eens zal terugkomen als Germain wél thuis is, en dat vindt ze goed.

    Na mijn bezoek aan nicht Amandine, dat wat korter uitgevallen is dan naar gewoonte, loop ik Pieternelleke weer tegen 't lijf. In de hal.

    - Wel wie we daar hebben, zegt ze, Kristiaan! Hebben we elkaar niet ergens ontmoet? Onlangs...

    10-02-2021 om 00:00 geschreven door kris vansteenbrugge  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Blog als favoriet !

    Foto

    O jerum jerum jerum…

    Mijn memoires

    (2006, 206 p., 17,95 €)

    Te bestellen via mail:

    kvansteenbrugge@gmail.com

    (geen verzendkosten)



    Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.

    Foto

    Archief per week
  • 14/04-20/04 2025
  • 10/03-16/03 2025
  • 03/03-09/03 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 06/01-12/01 2025
  • 30/12-05/01 2025
  • 16/12-22/12 2024
  • 25/11-01/12 2024
  • 18/11-24/11 2024
  • 21/10-27/10 2024
  • 07/10-13/10 2024
  • 23/09-29/09 2024
  • 16/09-22/09 2024
  • 09/09-15/09 2024
  • 22/07-28/07 2024
  • 15/07-21/07 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 24/06-30/06 2024
  • 17/06-23/06 2024
  • 27/05-02/06 2024
  • 29/04-05/05 2024
  • 15/04-21/04 2024
  • 01/04-07/04 2024
  • 25/03-31/03 2024
  • 26/02-03/03 2024
  • 12/02-18/02 2024
  • 22/01-28/01 2024
  • 25/12-31/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 13/11-19/11 2023
  • 16/10-22/10 2023
  • 02/10-08/10 2023
  • 18/09-24/09 2023
  • 04/09-10/09 2023
  • 28/08-03/09 2023
  • 07/08-13/08 2023
  • 10/07-16/07 2023
  • 05/06-11/06 2023
  • 15/05-21/05 2023
  • 17/04-23/04 2023
  • 10/04-16/04 2023
  • 03/04-09/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 27/02-05/03 2023
  • 20/02-26/02 2023
  • 13/02-19/02 2023
  • 06/02-12/02 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 13/12-19/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 05/07-11/07 2021
  • 21/06-27/06 2021
  • 14/06-20/06 2021
  • 31/05-06/06 2021
  • 24/05-30/05 2021
  • 10/05-16/05 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 28/12-03/01 2021
  • 14/12-20/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 06/07-12/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 06/12-12/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009
  • 18/05-24/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 29/11-05/12 -0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs