Mijn autobiografie "O jerum jerum jerum" (2006) is voor een groot deel gewijd aan mijn studentenjaren . Op pagina 184:
De frituur Njora aan de Sint-Kwintensberg. Njora was een blonde Oekraïense. Met haar achternaam heette ze Nikiforova en ze was afkomstig uit Apostolona,
een dorp op zon honderd kilometer van Dnjepropetrovsk. Ze heeft mij enkele woordjes Russisch geleerd en ze had de beste frieten met stoverij van het heelal. Tot diep in de nacht bleef ik er plakken: we speelden er kaart,
of dammen of schaken, of we filosofeerden over het leven. Ik heb er waarschijnlijk meer uren gesleten dan op de banken van de auditoria.
Hoeveel uren heb ik toen niet verdaan aan het edele schaakspel en het niet minder edele damspel, onder het genot van menige pint gerstenat en een dampende studentenpijp! Uren
die ik zoveel nuttiger had kunnen besteden... Nu de studies al ettelijke decennia achter de rug zijn en het werk om den brode mij ook al geruime tijd niet meer in beslag neemt, heb ik mijn oud schaakspel uit de kast gehaald:
eenvoudige degelijke schaakstukken in ongeschonden toestand, in een houten bakje, gekocht in Oostende in 't jaar 1957 - na drie ellendige kostschooljaren -, prijs vijfenzeventig francs.
Wie wil het tegen mij opnemen? Wees maar niet beducht voor een nederlaag: ik was vroeger al geen crack en ik kan mij moeilijk voorstellen dat ik op mijn tweeëntachtigste,
na bijna zestig jaar inactiviteit, de pannen van het dak zal schaken. In feite heb ik altijd meer gehouden van het damspel, omdat ik denk dat het laatste beter bij mij past. Ik ben er namelijk van overtuigd dat mijn acumen
- zoek maar op wat dat betekent, ik heb het ook moeten doen - zo niet superieur, dan toch behoorlijk groter is dan mijn aandacht.
In de inleiding tot De moorden in de rue Morgue spreekt Edgar Alan Poe zich blijkbaar uit in het voordeel van de damsport (de vertaling is van Paal Syrier):
Hogere vermogens van het reflecterende intellect worden door het onopvallende damspel gewisser en rustiger aangesproken dan door de verfijnde frivoliteit van het schaken.
Bij dit laatste spel, waar de stukken op verschillende en bizarre wijze kunnen worden verzet en verschillende en variabele waarden hebben, wordt datgene wat uitsluitend gecompliceerd is abusievelijk (een niet ongebruikelijke
dwaling) aangezien voor wat diepzinnig is. Er wordt in dit geval een krachtig beroep op aandacht gedaan. Als die het maar even laat afweten ziet men een manoeuvre over het hoofd en is het resultaat een tegenslag of de nederlaag.
Aangezien de mogelijke zetten niet alleen veelvuldig zijn maar ook nog gecompliceerd, worden de kansen op dergelijke omissies groter, en in negen van de tien gevallen zal eerder de geconcentreerde dan de alerte speler winnen.
Bij het damspel daarentegen, waar de zetten uniek zijn en slechts weinig variatie kennen, is de mogelijkheid van achteloosheid minder groot, en omdat de zuivere aandacht verhoudingsgewijs minder wordt aangesproken, zijn de
voordelen die door een van beide partijen worden behaald het resultaat van een superieur acumen.
Verlang jij ernaar te weten hoe het gesteld is met jouw acumen, beste lezer? Dan heb ik een vraag die ons heel wat kan leren...
Jij speelt met wit en de opstelling van je stukken is als volgt: Ka5, pc5, Pg8.
Je tegenspeler, met zwart, staat op: Kh8, pb5, pd7, pg7, ph7.
Jij bent aan zet.

Verloren! denk je.
En toch...
Als je denkt dat het je kan lukken je te ontworstelen uit deze netelige positie, laat het mij weten en je krijgt een eervolle vermelding op deze blog en wat meer is: je bent uit het goede hout gesneden om op te klimmen tot de club van schaakgrootmeesters. Lukt het je niet, dan ben je wellicht niet pienter genoeg om een topschaker te worden.
Maar misschien beschik jij desondanks wel over een superieur acumen en ligt er in de damsport nog een mooie carrière op jou te wachten...
|