Octavia was een dochter van keizer Claudius I. Ze werd in 53 n. C. op 13-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan de latere keizer Nero. In 62 n. C. had Nero méér dan genoeg van haar en ontbond hun huwelijk om met Poppaea Sabina te kunnen huwen. Onder militaire bewaking liet Nero Octavia naar Campania begeleiden, maar de spontane woede-uitbarstingen van het volk, dat sympathie voor haar had opgevat, dwongen hem haar
terug te roepen naar Rome. Hij bleef echter zoeken naar een reden om zich van haar te ontdoen. Zij werd valselijk beschuldigd van overspel en verbannen naar het eiland Pandateria waar zij op bevel van Nero werd vermoord.
Voor dit borstbeeld heb ik al bijna zeventig jaar een meer dan gewone bewondering. Octavia moet een buitengewoon mooie jonge vrouw geweest zijn. Is dat de reden waarom ik mij in de maand april van ´t jaar 2010 een autootje gekocht heb dat de naam Octavia draagt, van het merk Skoda? Of heeft het te maken met de Barnumreclame die het automerk maakt tijdens wielerwedstrijden en in ´t bijzonder de Tour de France? Ja, mijn liefde voor de wielersport is nog ouder dan die voor de ongelukkige Octavia. Waar is de tijd van Fausto Coppi, Gino Bartali, Louison Bobet, Rik Vansteenbergen, Briek Schotte, Stan Ockers...? Heb ik daarom die auto gekocht of is het omdat een vriend van mij concessiehouder was van het merk Skoda? Aan die reclame zou mijn moeder zaliger zich alvast niet laten vangen hebben. Ze zou gezegd hebben: dat moeten toch slechte auto´s zijn, als ze er zovéél reclame mee moeten maken!
En niettemin... Mijn Octavia blijkt een droomwagen te zijn. Ik was zeventig jaar toen ik haar kocht. Mijn laatste auto. Ik heb de auto verzorgd en gekoesterd zoals ik het ongetwijfeld met Octavia zou gedaan hebben als ik keizer Nero was geweest. Octavia heeft nu 64.000 kilometer op de teller, in blakende gezondheid, amper gerodeerd. In november ben ik met haar naar de jaarlijkse verplichte autokeuring geweest: een keuring die al in april had moeten plaatsgrijpen maar uitgesteld was vanwege de coronacrisis. Vandaag was de ultieme datum voor een volgende keuring, amper zeshonderd kilometer en viereneenhalve maand na de vorige: de auto wordt enkel nog gebruikt om naar het grootwarenhuis te gaan, naar de dokter, de apotheker, het vaccinatiecentrum en... de keuring. Maar omdat ik maar al te goed besef dat autokeuring een serieuze business is, een big business, ben ik op 24 maart met blij gemoed en zonder mopperen met Octavia naar de keuring getogen, niet vermoedend wat mij boven het hoofd hing...
Aan het kruispunt van Vichte ben ik nog slechts een paar kilometer van het keuringsstation verwijderd. Ik sta vooraan in de rij, netjes voorgesorteerd om af te slaan naar rechts. De verkeerslichten springen op groen, ik neem de afslag, een door merg en been snijdend gekraak, iets als een huizenblok dat naast mij opdoemt, ik wordt van de rijbaan geslingerd, instinctmatig duw ik keihard op de rem en ik kom tot stilstand in de berm... op een halve meter van een verkeerspaal. Of mijn hart toen ook even tot stilstand is gekomen weet ik niet. Ik stap uit, trillend over mijn hele lichaam. Wat verder in de berm staat een enorme truck. Een jonge man - hij kan veertig geweest zijn - springt gezwind uit de mastodont, komt lachend naar mij toe en zegt: Sorry, mijn fout, ik stond verkeerd voorgesorteerd en ik had u niet gezien in mijn dode hoek. Een dode-hoek-ongeval dus. De man is supervriendelijk, een Nederlander, rijdt voor een transportbedrijf uit Veghel. Ik voel mij dermate opgewonden dat ik mij niet in staat voel om nu een aanrijdingsformulier in te vullen en ik vraag of we er niet beter de politie bij roepen. Politie is hier absoluut niet bij nodig, en ik zal de papieren wel invullen, zegt hij, en zijn stem klinkt nu een beetje minder vriendelijk. Dát vertrouw ik toch niet helemaal, ik stel vast dat ik tot overmaat van ramp mijn gsm thuis vergeten heb, ik ga binnen in de ING-bank die vlakbij is en vraag of ik daar mag telefoneren naar Peter, mijn verzekeringsmakelaar. En - niet altijd alles hoeft tegen te vallen - hij is thuis en zal over tien minuutjes ter plekke zijn. Exact tien minuten later is hij daar. Alles wordt netjes afgehandeld. Prima service. Ik sta nog steeds te trillen op mijn benen. Octavia is zwaar gehavend: verwoeste achtersteven, ingedeukte deuren, kapotte lampen, afgerukte zijspiegel. Toch is ze nog rijvaardig. Ik ook, zij het nauwelijks. We zijn thuisgeraakt Octavia en ik. Van een kouwe kermis. Er komt nog een vervolg op dit verhaal...
|