Faire onderwijskansen
: passages bijdrage over Ongelijk maar fair van prof. Marc De Vos
Inleiding
Bijdrage: Thomas
Piketty graaft niet diep genoeg. Jonathan Witteman over boek van Marc De Vos in De Volkskrant 24 oktober
Hartstikke goed dat het sinds Thomas Piketty zoveel gaat
over ongelijkheid, maar dat debat is wel mateloos oppervlakkig en
materialistisch. De Belgische rechtsgeleerde Marc De Vos klaagt in zijn boek
Ongelijk maar fair de 'persorgie' over economische ongelijkheid aan. Als we het
serieus over ongelijkheid willen hebben, moet het volgens hem niet alleen over
geld gaan.
Waarover moet het dan wel ook gaan? (We beperken ons hiet
tot passages uit de bijdrage die te maken hebben met opvoeding en onderwijs,
met de egalitaire ideologie van veel sociologen, beleidsmakers e.d.
1.Verschillen in genetische
aanleg: vaak negatie van natuurlijke begaafdheid/getalenteerdheid (Steeds ook in studies van Vlaamse sociologen)
'Dat intelligente ouders meer kans maken op intelligente
kinderen, is onmiskenbaar', schrijft De Vos. Natuurlijk, economisch succes
hangt van veel meer af dan genen alleen. Maar voeg daarbij gezinsongelijkheid
en de ongelijke gevolgen van computer- en robotisering op de arbeidsmarkt, die
abstract denktalent steeds belangrijker maakt, en we zien 'economisch succes
als een quasi-erfelijke eigenschap opdoemen'. Deze meritocratie heeft een kil
gezicht, schrijft De Vos: we kunnen hersenen nu eenmaal niet herverdelen zoals
we dat met inkomens doen via belastingen. Willen we voorkomen dat 'genen lonen
zijn' en vice versa, dan moeten we vroeg durven ingrijpen voor kinderen van
ouders onderaan de inkomenspiramide, bijvoorbeeld door meer belastinggeld te
steken in voorschools onderwijs voor kinderen uit achterstandsgezinnen.
2. Hoogopgeleid
trouwde steeds meer met hoogopgeleid
'De vrouwenemancipatie heeft de ongelijkheid tussen gezinnen
vergroot door de ongelijkheid binnen gezinnen te verkleinen. Vroeger bleven de
meest ambitieuze vrouwen vrijgezel, nu trouwen ze met een al even ambitieuze
man. Succesvolle mannen trouwden vroeger met hun secretaresse, nu trouwen ze
met een medestudente van de universiteit, die nadien ook een topprofessional
wordt. Artsen huwden vroeger met de verpleegster, nu met andere artsen.' Het
feminisme heeft, kortom, het egalitarisme verslagen.
'Het resultaat is:
hoogopgeleid trouwt met hoogopgeleid, laagopgeleid met laagopgeleid. Relaties
zijn nog nooit zo vrij geweest en de mensen kiezen in alle vrijheid om ze zeer
ongelijk te maken.'
Hoogopgeleide
gezinnen bestaan vaker uit tweeverdieners dan laagopgeleide gezinnen, wat de
economische ongelijkheid verdiept. 'De gelijkheidsstrijders moeten dus beseffen
dat ze een oorlog strijden die ze moeilijk kunnen winnen: ik ga er niet van uit
dat we manu militari gezinnen en huwelijken willen arrangeren.'
3. Verschillen in Opvoeding
Kinderen in rijkere gezinnen kijken minder tv en worden dag
na dag meer voorgelezen dan kinderen in armere gezinnen. 'Hoogopgeleide,
hardwerkende, drukbezette ouders besteden gemiddeld meer tijd en energie aan de
opvoeding van hun kinderen dan lager opgeleide, werkloze of professioneel
minder actieve ouders.' Een waslijst aan Amerikaans en Europees onderzoek toont
dit aan. 'Op de leeftijd van 12 jaar hebben kinderen die opgroeien in gezinnen
uit de middenklasse 6.000 uren meer leertijd en leerkansen gehad dan kinderen
die opgroeien in arme gezinnen. Kinderen in rijkere gezinnen kijken minder tv
en worden dag na dag meer voorgelezen dan kinderen in armere gezinnen. Tussen
hun eerste en tweede levensjaar horen de kinderen van ouders met een goede baan
gemiddeld 11 miljoen woorden, die van ouders met een gewone baan 6 miljoen en
die van ouders zonder baan gemiddeld 3 miljoen.'
Natuurlijk, het betreft statistische verbanden, geen
onwrikbare oorzaken. Er zijn genoeg alleenstaande ouders die hun kinderen
fantastisch opvoeden en klassieke gezinnen die falen. Maar we moeten erkennen
dat ongelijkheid van opvoeding bijdraagt aan economische ongelijkheid.
4. Onderwijs: Niveaudaling onderwijs werkt ongelijkheid in de
hand
'Er zit een paradox in de democratisering van het
onderwijs'. Het dogma dat er steeds meer hoogopgeleiden moeten zijn, heeft
perverse effecten. 'De manier waarop we merite gewoontjes maken, de bijna georganiseerde
afbouw van alles wat naar selectiviteit ruikt', noopt gegoede ouders het
academisch succes van hun kroost deels buiten het onderwijs te organiseren, via
professionele studiebegeleiding en buitenschoolse activiteiten. Het resultaat:
'een toplaag waarvan de prestaties nagenoeg onbereikbaar zijn voor
buitenstaanders.'
5. Immigratie: import
van ongelijkheid & belang van intensief NT2 e.d.
We klagen over ongelijkheid, maar voeren haar op grote
schaal in, schrijft De Vos: via immigratie. Immigratie legt via kennismigranten
en goedbetaalde expats 'een extra laagje vernis op de al glinsterende top van
onze economische piramide', maar verbreedt vooral de onderkant van de piramide.
'Zowel in Europa als in Amerika is de onderste inkomensgroep disproportioneel
een immigratiegroep die is samengesteld uit immigranten met beperkte scholing.
In Europa is nagenoeg 40 procent van de niet-Europese immigranten van de eerste
generatie officieel 'arm'.' 'Europa, nochtans gezegend met een van de meest
genereuze welvaartsstaten, open onderwijssystemen en uitgebouwde arsenalen voor
arbeidsparticipatie, veroordeelt zijn niet-Europese immigranten en hun
nakomelingen nog al te vaak tot het moderne equivalent van de bedelstaf:
permanente uitkeringen.'
'Er is geen quick fix
voor dit probleem. We kunnen geloven in de utopie van de gesloten grenzen en
denken dat we zo immigranten kunnen buitensluiten, maar de realiteit is dat de
Europese grenzen poreus zijn. Dat zien we aan de vluchtelingencrisis, dat zien
we aan gezinshereniging. We gaan geen Australië worden. Dus moeten we ons
afvragen hoe we mensen zo vroeg mogelijk bij de les kunnen krijgen en hun de
skills kunnen geven om actief te worden in ons land.' We moeten meer geld
steken in de begeleiding van mensen, om te voorkomen dat ze in een uitkering
terechtkomen. Dat vergt niet alleen belastinggeld en mankracht, maar ook dat de
politiek de normen en waarden achter economisch succes en participatie meer
cultiveert. 'De strijd tegen ongelijkheid is ook deels een cultuurstrijd voor
de traditionele waarden waarop gezinssucces, persoonlijke verdienste en het
hele kapitalisme onzichtbaar maar onwrikbaar steunen.'
De Vos wil ook meer persoonlijke aandacht voor
immigrantenkinderen, bijvoorbeeld via voorschoolse educatie. (Onderwijskrant pleit al 20 jaar voor
intensief NT2 vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs. Tevergeefs!)
6. Cultuur
'Immigratienatie Europa' is een experiment zonder weerga
voor een continent dat 'zolang zo rassenbewust is geweest', schrijft De Vos.
Het vergroot onvermijdelijk de ongelijkheid. 'We zijn in Europa economisch
Amerikaans aan het worden omdat we demografisch Amerikaans aan het worden
zijn.'
Discussies over de gevolgen van culturele ongelijkheid gaan
nog altijd gebukt onder politieke correctheid. 'De olifant in de Europese
culturele diversiteitskamer is de islam', schrijft De Vos. 'Niemand suggereert
dat economische ongelijkheid 'de schuld' is van inferieure cultuur - van waar
die ook komt - noch dat cultuur daarin allesbepalend zou zijn, noch dat cultuur
voorbestemt.' Maar dat wil niet zeggen dat cultuur geen rol speelt.
De Vos refereert
graag aan Amerika, waar veel meer onderzoek wordt gedaan naar bijvoorbeeld de
vraag waarom Aziatische immigranten als groep zo succesvol zijn, terwijl
Latino's en Afro-Amerikanen het gemiddeld beduidend minder doen. Dezelfde vraag
kan gesteld worden over waarom immigrantenkinderen met islamistische ouders
minder goed presteren in het westerse onderwijs dan immigrantenkinderen van
ouders met een andere religieuze achtergrond.
|