Inleiding : O-ZON-campagne in 2011
Met
Onderwijskrant & O-ZON voerden we in 2007 een eerste campagne rond
de thematiek van de ontscholing, niveaudaling en herwaardering van kennis
... In 2011 voerden we een tweede
campagne rond die thematiek. Ze was mede bedoeld als reactie tegen de plannen
voor de structuurhervorming van het secundair onderwijs. Bij de Vlaamse beleidsmakers en hervormers is de bezorgdheid om de
ontscholing en beknotting van de talentontwikkeling nog niet doorgedrongen. In
onze themanummers over ons secundair onderwijs betreurden we dat ze
zich blind staren op grotendeels vermeende knelpunten en tegelijk met hun
plannen de verdere ontscholing & nivellering én daling van de onderwijskansen
bevorderen: middenschool met vage en structuurarme vakkenclusters en
belangstellingsgebieden i.p.v. gestructureerde vakdisciplines, heterogene
klasgroepen, competentiegerichte
methodiek ...
We stuurden de voorbije jaren aan op een debat
over de echte en prioritaire knelpunten. We probeerden duidelijk te maken dat de
hervormers van het secundair onderwijs blind waren voor de belangrijkste
problemen van ons onderwijs: de niveaudaling, ontscholing, nivellering,
onderwaardering van de basiskennis. We
vonden dat in het debat over het bieden van optimale en faire onderwijs- en
ontwikkelingskansen de aanpak van de ontscholing centraal moest staan en niet
structuurhervormingen die zoals in de comprehensieve landen zouden leiden tot
verdere niveaudaling, nivellering, beperkt aantal toppers, minder sociale
doorstroming ... Eén van onze stellingen
bij de start van O-ZON in 2007 luidde
overigens dat de de leerlingen die
cognitief en/of sociaal benadeeld waren het meest de dupe waren van de daling
van de kwaliteit van het Vlaams onderwijs.
Vooral door de verhoging van de kwaliteit van het onderwijs kunnen we
betere ontwikkelingskansen bieden vooral ook aan sociaal benadeelde kinderen.
We publiceerden o.a. in juli 2011 een themanummer over ontscholing en herscholing. Op de blog
van Onderwijskrant Vlaanderen en op ons facebook nemen we nog eens een paar
bijdragen op uit dit themanummer. We
voegen er ook aantal bijdragen aan toe
over de heropflakkering van het publiek debat over deze thematiek naar
aanleiding van twee krantenenquêtes in respectievelijk Het Nieuwsblad (23
augustus 2011) en De Standaard (17 september 2011). We doen dit in een aantal
opeenvolgende afleveringen, vandaag deel 1.
We gaan ervan uit dat de thematiek nog steeds
heel actueel is. Uit het septemberdebat 2011 bleek heel duidelijk dat de
overgrote meerderheid van de leerkrachten en directies zich bewust zijn van het
feit dat het wegwerken van de
niveaudaling en nivellering
onderwijsprioriteiten moeten zijn.
Op een recente nieuwjaarsreceptie betreurden onlangs nog directeurs uit
het lager en secundair onderwijs de volgens hen aanzienlijke niveaudaling. Het algemeen bewustzijn van het probleem is
er wel, maar dit betekent nog niet dat er daadwerkelijk iets gedaan werd aan
het probleem. Merkwaardig hierbij isdat vooral vertegenwoordigers van de
onderwijskoepels en een aantal beleidsmakers nog steeds geneigd zijn de
niveaudaling en nivellering te ontkennen. Dit zal in een van de volgende
bijdragen duidelijk tot uiting komen.
7 jaar
O-ZON Ontscholing & ontsystematisering = enorme
verspilling talenten & centen (Onderwijskrant 158, juli 2011)
1. Actualiteit ontscholing en herscholing
Veel
Westerse landen kenden de voorbije decennia een ontscholing/ontschoolsing van
het onderwijs en een daling van de eisen.
Ontscholing en nivellering gebeurden vaak ook in naam van de democratisering en
onderwijskansen. (NvdR: In PISA-2012 bleek opnieuw hoe zwak de
comprehensieve landen - Zweden,
Noorwegen, Engeland, Frankrijk ... en zelfs Finland - scoorden. Dit wordt in
die landen recentelijk ook op naam geschreven van de nivellerende en
gemeenschappelijke lagere cyclus s.o. De geplande hervorming van ons secundair
onderwijs zou de niveaudaling en nivelllering verder in de hand werken.)
Bij inhouds- en
structuurarm onderwijs worden benadeelde leerlingen nog meer benadeeld en
kunnen ook sterkere hun talenten onvoldoende ontplooien. Zo verspilt de
samenleving een groot deel van de middelen en energie die in het instituut
onderwijs gestopt worden. Armere landen als China, Singapore, Zuid-Korea waar de
ontscholing & infantilisering nog niet hebben toegeslagen, presteren het
best in landenvergelijkende studies. Veel leerkrachten, onderwijsdeskundigen,
beleidsverantwoordelijken, publicisten
uit diverse landen pleitten de voorbije 15 jaar voor herscholing van
de school. Ook de bekende Engelse socioloog Frank Furedi neemt het
in zijn nieuw boek Wasted. Why education isnt educating vooral op
tegen de infantilisering, de aantasting van het gezag en prestige van de
leerkracht & van de vakdisciplines, het anti-intellectueel karakter ...
In het buitenland
merken we dat tal van ontscholers naarmate ze ouder werden, zich
bekeerden en zelfs vurige herscholers werden. Zo evolueerde de Engelse
kennissocioloog Michael Young van kennis- en curriculumrelativist
tot een van de meest vurige pleitbezorgers van de powerful knowledge van
de vakdisciplines.
In Vlaanderen merkten we onlangs dat ook Roger Standaert - directeur
Entiteit Curriculum (DVO) - tekenen van bekering vertoonde. In het interview Leren
in de 21 ste eeuw van 27 juni 2011 in iSCHOOL (zie Internet) poneert de 65-jarige Standaert: Typisch
voor welvarende staten zoals Vlaanderen er een is, is dat men niet genoeg eisen
stelt aan kinderen. Leren moet hier altijd leuk zijn. Men leert kinderen
onvoldoende omgaan met iets dat niet vanzelf gaat. Aziaten bijvoorbeeld hebben
een heel andere aanpak op dat vlak. Ze eisen discipline en leggen niet zo de
nadruk op het leuke. Ik pleit ervoor dat we kinderen op een draaglijke manier
voldoende uitdagen in het leren. Standaert sluit zich hier nu aan
bij één van de belangrijke stellingen van de herscholers. Het belang van
discipline, hoge verwachtingen en arbeidsmoraal is toch ook wat minister Smet
en zijn vele reisgenoten vastgesteld moeten hebben tijdens hun studiereis in
China en Zuid-Korea.
In Nederland staat het terugschroeven van de ontscholing de voorbije drie
jaar vooraan op de politieke agenda. Beter presteren is dé slogan. De
school moet opnieuw een echte leerschool worden die voorrang geeft aan
de corebusiness, aan basiskennis en -vaardigheden, aan cultuuroverdracht en
leerkrachtgestuurd onderwijs. De leerlingen moeten en kunnen beter presteren.
In mei 2011 was er ook het parlementaire debat over de grote malaise &
ontschoolsing in het hoger onderwijs. We noteerden de voorbije jaren tal van
maatregelen om de controle op de leerresultaten & de corebusiness te ve-scherpen: duidelijkere doelstellingen en
leerlijnen, verplichte centrale examens voor 12- en 15-jarigen en zelfs voor de
opleidingen hoger onderwijs, verscherping van het toezicht, schrappen van competentiegericht onderwijs in het decreet
beroepsonderwijs en elders. Ook in Engeland en Frankrijk staat herscholing
centraal in het beleid.
Bij de Vlaamse
beleidsmakers en hervormers is de bezorgdheid om de ontscholing en beknotting
van de talentontwikkeling nog niet doorgedrongen. In onze recente themanummers
over ons secundair onderwijs
betreurden we dat ze zich blind staren op grotendeels vermeende
knelpunten en tegelijk met hun plannen de verdere ontscholing & nivellering
én daling van de onderwijskansen bevorderen: middenschool met vage en
structuur-arme vakkenclusters en belangstellingsgebieden i.p.v. gestructureerde
vakdisciplines, heterogene klasgroepen, competentiegerichte methodiek ...
Eind juni j.l. merkten we dat ook de
redactie van het tijdschrift Impuls de verdere nivellering wil stimuleren: invoering middenschool; gevoelige
reductie in de 1ste graad van het aantal lesuren voor basisvak-ken
als wiskunde, Nederlands en Frans, versnippering van de basisvorming via
toevoeging van vage leerdomeinen als economische initiatie, klassieke
cultuur, artistieke opvoeding, voedingsleer, mechatronica...
; de leerlingen automatisch laten overgaan naar het 2de jaar;
hoeken- en contractwerk zoals in het kleuter- en lager onderwijs, ... Het tijdschrift Impuls (destijds Floreat)
heeft zich vanaf 1968 gepresenteerd als een grote voorstander van het VSO, het
ontplooiingsmodel, de nivellerende eindtermen,
het constructivistisch & competentiegericht leren dat elders mede
verantwoordelijk wordt geacht voor de grote daling van het niveau & de
onderwijskansen
2.Ontscholing & ontschoolde leerlingen
Met de overkoepelende uitdrukking ontscholing
van het onderwijs verwijzen we in de eerste plaats naar de term unschooling
zoals John Holt die in 1977 introduceerde. Voor John Holt, Carl
Rogers, Ivan Illich en de vele
andere ontscholers betekende de optie voor ontscholing van het onderwijs een
keuze voor kindgestuurd, structuurarm & geïnvidualiseerd onderwijs. De
ontscholers kozen voor het zelfontplooiingsmodel
waarbij afstand genomen werd van de traditie van gestructureerde vakdisciplines
en leerinhouden, leerkrachtgestuurd onderwijs, jaarklassen, klassikale
instructie, hoge prestatieverwachtingen,
enz. Vanaf de jaren zeventig drongen het
prestatievijandig, anti-intellectueel en anti-autoritair klimaat en het
ontplooiingsmodel ook in Vlaanderen door o.a. binnen de VSO-hervorming van
1970 en binnen hervormingen in het kleuter- en lager onderwijs zoals het
Ervaringsgericht (Kleuter)onderwijs van Ferre Laevers, opgestart in 1976 met
het vrij initiatief als belangrijkste werkvorm
In Vlaanderen botsten de ontscholers wel op meer weerstand en
lippendienst dan in andere landen. In Onderwijskrant
en elders bestrijden we zelf al bijna 40 jaar de verschillende ontscholingstendensen.
In een bijdrage van 1973 in Persoon en Gemeenschap luidde onze
boodschap al: Weg met de prestatiedwang, maar leve de prestaties. Toen
vanaf de jaren zeventig het jaarklassensysteem als dé oorzaak van alle
mogelijke kwalen werd voorgesteld, bestempelden we de invoering ervan als de
grootste sprong voorwaarts ooit en als een belangrijke GOK-hefboom. We hebben
vanaf de start van het ervaringsgericht ontplooiingsmodel van Ferre
Laevers in 1976 die aanpak bestreden. We namen vanaf 1993 afstand van de
nivellerende eindtermen en de ermee verbonden competentiegerichte en constructivistische
aanpak, van de middenschoolplannen ... We
wezen al 40 jaar geleden op de overtrokken kritiek op alles wat te maken had
met de leerprestaties, examesn en punten geven in documenten als Opdrachten voor een eigentijdse katholieke
basisschool (1974).
Ontscholing leidt tot ontschoolde leerlingen en staat haaks op de missie
van Onderwijskrant, het bevorderen
van de talentontwikkeling en van de verdere democratisering van het
onderwijs. Met O-ZON en Onderwijskrant
voeren we sinds begin 2007 een extra campagne rond de ontscholingstrends.
Ter herinnering nemen we hier een samenvatting van ons O-ZON-manifest van
2007 op.:
*Respect voor- en vertrouwen in de professionaliteit en ervaringswijsheid
van leerkrachten.*Herwaardering van basiskennis en basisvaardigheden,van de
vakdisciplines en van het belang van abstrahering, symbolisering &
structuur. Geen competentiegericht en
constructivistisch onderwijs. *Herwaardering van de instructie, lesgeven en contacturen,
prestatiegerichtheid, orde en discipline.*Herwaardering jaarklassen, klassikale
aanpak en samen optrekken. Geen doorgedreven individualisatie, geen inclusief
LAT-onderwijs.*Verhoging van het niveau van het onderwijs en van de
lerarenopleidingen.*Meer niveaubewaking en controle leerprestaties.*Beter
benutten van talenten van alle soorten leerlingen. Effectief achterstandbeleid. Geen nivellering en nivellerende
middenschool.*Vernieuwing in continuïteit i.p.v. doorhollings- en omwentelingsbeleid
& moderniseringstover.*Verminderen van de druk en invloed van vernieuwingsestablishment,
van de vele vrijgestelden voor de permanente hervorming van het onderwijs.*Afremmen
en/of afbouwen van bureaucratisering en grootschaligheid, reductie van
planlast, van de bureaucratische schil en overhead in het hoger onderwijs
3. Revcent
pleidooi tegen ontscholing van Jan Maschelein en Maarten Simons
In Apologie van de school (Acco, 2012) houden de Leuvense pedagogen Jan Masschelein en
Maarten Simons een pleidooi tegen ontscholingsideeën à la Ivan Illich.
Vanaf de tweede helft van de vorige eeuw werd
het voortbestaan van de school zelf ter discussie gesteld. Radicale ontscholers
waarvan Ivan Illich wellicht de meest bekende is hielden opgemerkte
pleidooien om haar een snelle dood te laten sterven; in het schools onderwijs
en leren zelf zitten volgens hen de wortels van het kwaad, in haar
institutionele logica is de school misdadig. Ze brengt immers, aldus Illich,
vooral de valse idee bij dat men de school als instelling nodig heeft om te
leren, terwijl we toch veel beter en veel meer leren buiten de school (Ivan
Illich, Ontscholing van de Maatschappij, 1971).
Maar misschien laat men de school vandaag, in
een tijdperk van levenslang leren en (elektronische) leeromgevingen allerhande,
wel een stille dood sterven men voorspelt het verdwijnen van de school
omwille van haar overbodigheid als pijnlijk verouderde instelling. De school,
zo lijkt de teneur, is niet meer van deze tijd of moet zich opnieuw grondig
aanpassen, en bijgevolg lijkt elke verdediging van de school op voorhand een
maat voor niets, overbodig of gewoon conservatief geleuter.
Wij weigeren echter resoluut de veroordeling van de school te onderschrijven.
Integendeel, we pleiten voor haar vrijspraak. We zijn van oordeel dat het
precies vandaag, op het moment dat velen de school aanklagen omwille van haar
onaangepast zijn aan de nieuwe tijden en anderen haar zelfs lijken te willen
opgeven, duidelijk kan worden wat de school is en doet. En we hopen ook
duidelijk te maken dat veel van de aantijgingen tegen de school zijn ingegeven
door een eeuwenoude angst voor, misschien zelfs haat tegenover een radicale,
maar wezenlijke eigenschap van de school: de school maakt vrije tijd en maakt
kennis en kunde tot gemeen goed, en heeft daarom het potentieel om aan
iedereen - ongeacht afkomst, talent, of
begaafdheid de tijd en de ruimte te geven om de eigen leefwereld te verlaten,
boven zichzelf uit te stijgen en de wereld te vernieuwen (p.7-8). De auteurs
verwoorden in dit boekje belangrijke kenmerken en doelstellingen van de school
als maatschappelijke instelling met de overdracht van cultuur (à la H. Arendt) als belangrijkste doelstelling.
(Dit betekent niet dat we akkoord gaan met alle
opvattingen van de auteurs. Zo begrijpen we niet waarom ze niet sympathiseren
met de aandacht van de herscholers voor de schoolresultaten en voor de niveaubewaking. Ze tonen anderzijds te veel sympathie voor de pedagogische
leerlinggecentreerde opvattingen van de Franse filosoof Jean Rancière
die we eerder in het kamp van de ontscholers situeren. Rancière bekritiseert en ridiculiseert de
klassieke leraar/leerling-relatie en propageert de do it yourself pedagogy
- net zoals de ontscholers. De leraar
mag volgens Rancière zelfs onwetend zijn (Jean Rancière. De onwetende meester.
Vijf lessen over intellectuele emancipatie. Leuven, Acco, 2007). Dit staat haaks
op de opvattingen van Hannah Arendt die Masschelein en Simons onderschrijven.
Bijlage: inhoud themanummer : Onderwijskrant 158 over ontscholing
In voorliggend
themanummer over ontscholing en herscholing plaatsen we opnieuw de thematiek
van de ontscholing, ontsystematisering en niveaudaling centraal. In de eerste
bijdrage bekijken we een aan-tal standpunten van buitenlandse prominente
onderwijsexperts over het thema
ontscholing en herscholing. Het volgende artikel resumeert een recent
studierapport van het Nederlands Centraal Planbureau over het dalend
onderwijsniveau en het onderpresteren van de sterkere leerlingen. We tonen
hierin ook aan dat de conclusies eveneens van toepassing zijn op het Vlaams
lager en secundair onderwijs. In een derde bijdrage getuigen Paul Van Dam
(ex-hoofd CITO-basisonderwijs), prof. Anna Bosman & onderwijzeres Liesbeth
Hermans over ontscholing, niveaudaling ... in het Nederlands
basisonderwijs. Hierbij aansluitend volgt een bijdrage waarin de Vlaamse
onderwijzers Jef Boden en Eric Van Damme de ontscholing in het Vlaams
basisonderwijs uitvoerig illustreren.
In de vijfde bijdrage staan we stil bij de niveaudaling en grote malaise in
het Nederlands hoger onderwijs. Er komen ingrijpende maatregelen om de ontsporingen
en niveaudaling terug te dringen. Aangezien we in Vlaanderen voor een groot
deel de Nederlandse hervormingen hebben overgenomen, is veel kritiek ook
toepasselijk op ons hoger onderwijs. In een laatste en lange bijdrage
formuleert prof. Wim Van den Broeck
uitgebreid zijn visie op
ontscholing en herscholing. Hij inspireert zich hierbij in sterke mate op Frank
Furedis laatste boek Wasted. Why education isnt educating.
(In volgende Blogs publiceren we nog een aantal
bijdragen over ontscholing en herscholing.)
|