Vroeger had je hier in Angeren veel kersenboomgaarden, Ook bij veel van mijn familieleden hadden ze een pracht bongerd met alle soorten kersen zoals meikersen, Varikse zwarten, vroege Duitsers, spekkersen en morellen. Veel van die boomgaarden bestaan niet meer en hebben ze er kachelhout voor de open haard van gemaakt of zo ze nog wel bestaan laat men de kersen vanwege het hoge plukloon hangen en verorberen door de spreeuwen. Enkele kersenboeren hebben hun boomgaard open en mag je vrij kersen en pruimen plukken. Vroeger bij ons in het café werden zo begin april boomgaarden met fruit op het hout verkocht en leverde de fruitteelt nog heel wat op. Dat alles is veranderd en bestaat niet meer. Hier in het klooster hebben we heel wat kersen opgedaan en in de weck gewerkt en vorige week heeft broeder Johannes bij een bevriende relatie de laatste kersen uit de bongerd gehaald en vandaag neem ik een ruim pondje daarvan af om een kersentaart te maken. Wat hebben we nodig? Dat is 125 gram bloem, 60 gram boter, 30 gram poedersuiker, een snufje zout, 2 eierdooiers, nogmaal poedersuiker en nu 60 gram, 25 gram bloem, 1 dl warme melk, 3 eetlepels cointreau, de kersen had ik al genoemd, 100 gram suiker en 1 lepel kirsch. We gaan aan de slag: Snijd de harde boter met twee messen door de bloem met poedersuiker en zout en kneed dit mengsel snel met een klein scheutje koud water tot een kruimelig samenhangend deeg. Laat dit in een natte doek 2 uur rusten op een koele plaats. Bekleed hierna er een licht ingevette taartvorm mee. Prik hier en daar wat gaatjes in het deeg en leg er een stukje vetvrij papier op met een hulpvulsel, bijvoorbeeld van groene erwten of rijst. Laat de taartbodem zo in een niet te hete oven, met onderwarmte, bakken. Neem na een half uur het hulpvulsel weg en laat de bodem ook van binnen bruin bakken en dit gedurende ongeveer 10 minuten. Nu komen we aan het tweede bedrijf: Klop de eierdooiers los met die 60 gram poedersuiker, die 25 gram bloem en de deciliter melk, en maak er, zorgvuldig roerend, op een heel zacht vuurtje, een fluwelige crème van. Voeg er dan de cointreau aan toe en laat de crème af en toe roerend, afkoelen. Schep de crème in de taartbodem. Inmiddels heeft u de kersen heel zachtjes ongeveer 8 minuten gepocheerd in een stroopje van 1 dl water en 1 ons suiker met een lepel kirsch erbij. Schep de kersen op de crème en laat het suikerstroopje enkele minuten inkoken. Giet het daarna over de kersen en zie het resultaat op de inzetfoto! Ik hoop dat u de taart lekker vindt en het verkregen product er prima uitziet en uw zondag visite ervan kan genieten!
|