Niet alleen hielden kloosters zich bezig met het brouwen van bier, maar er waren in Frankrijk, België, Spanje, Portugal en in mindere mate ook in Nederland kloosters waar men tevens thee uit eigen kloostertuin verkocht. Voorzover ik weet ken ik in Nederland geen abdij of klooster meer die zich met het product thee bezig houden en als dit nog het geval is, dan mogelijk op zeer beperkte schaal en veelal voor eigen gebruik. Ooit was ik op visite bij onze broeders in de abdij van Sénanque (Provence) om de kijken naar de Tour de France en de beklimming van de Mont Ventoux, een berg van 1912 meter hoog, die ik nooit beklommen heb maar wel eens samen met mijn tweelingbroer Eef met een heli overheen gevlogen ben. Nu, daar onder aan die berg groeien allerlei kruiden en de Fransen zijn gek op absintkruid die ze gebruiken voor de bereiding van hun beroemde likeur de Pernod. In het potjeslatijn wordt deze kruidensoort Artemisia Abrotum of Artemisia absinthium genoemd. Hier in Nederland zijn fabrieken die absint bereiden met als hoofdbestandddel anijs en moutkruiden. De bewerking en verwerking van absint is hier in diverse Europese landen lang verboden geweest om het feit dat in deze kruidensoort thuon aanwezig is en vanuit deze stof gaat een hallicunogene werking uit. Vroeger bij ons thuis in de bakkerij hadden we zo'n ouderwetse houtoven en daaronder bevond zich een onderoven waar een oom van mij in de oorlog nog tabaksbladeren gedroogd en gefermenteerd heeft alvorens ze met zijn tabaksmolen te snijden en zo'n zelfde oven hadden we vroeger ook in onze kloosters en broeder Bastiaan, zaliger, heeft me toen geleerd hoe ik die kruiden allemaal plukken moest, drogen en fermenteren om te verwerken tot thee. Net als bij de echte thee zijn bij alle kruidensoorten de onderste blaadjes het best geschikt om hiervoor te gebruiken en in mijn bewaarkast vond ik nog zo'n oud pakje thee uit de tijd van Huybergen en dan hebben we het over de periode van begin vijftiger jaren van de vorige eeuw. Weliswaar mankeer ik als broeder van alles, maar dat ik nog op de been ben heb ik te danken aan het absintkruid, want niet doorvertellen: ,,Ik heb hier nog zo'n apart hoekje kruiden en voor mezelf nog een grote bus thee er staan met een melange van brandnetels, absint en wermutkruid!" Letterlijk en figuurlijk laat ik me niet kisten en volgens onze gedoogoverste Geert Wilderman mag dan hierboven met goud en zilver bestek gegeten worden, ik houd me als kloosterling liever gedeisd met af en toe een neutje en geef mij maar de ouderwetse stamppot van mijn voorvaderen en zolang de lepel nog in de brijpot staat gaan we daar gewoon verder mee!
 Weelderige groei absint aan voet Ventoux 
 Een paar leuke mopjes horen er vandaag ook bij! 
|