Volgens de overleveringen weten we dat zo omstreeks die tijd de wijzen uit het Oosten-met als richtwijzer een ster-in Bethlehem arriveerden en op de herdersvlakte in een stal onze heer Jezus aantroffen die ze als nieuwe koning van het Joodse volk beschouwden. Als geschenken boden ze de nieuwe koning goud, wierook en mirre aan. Bij de Grieken heten de driekoningen Apellius, Amerius en Damascus, in het Hebreeuws kennen we ze onder de benamingen Galgalat, Malgalat en Sarathin en hier in onze contreien heten ze Balthasar, Caspar en Melchior. Vroeger werd driekoningendag als een zondag gevierd, heden ten dage merk ik hier in Holland er weinig of niks meer van en van de generatie onder de twintig weet bijna niemand de betekenis ervan. Van onze confraters uit Frankrijk heb ik geleerd om op die dag de communiteit te trakteren op een stukje lekkere driekoningenkoek. Driekoningenkoek kan op verschillende manieren klaargemaakt worden en al of niet opgemaakt met allerlei gekonfijte vruchten. Bakken kun je het geheel ook in een taart en/of tulbandvorm die oogt als een koningskroon. Je kunt ook zelf zo'n koningsmodel in het deeg maken, vroeger werd er meer in het klein gewerkt, werd het klooster niet alleen bevolkt door een groot aantal priesters en broeders, maar veelal ook door een groot aantal priesterstudenten, of het was een gewoon jongensinternaat die beheerd werd door een of andere congregatie of broederorde. Gebakken op driekoningen werd er dan naar het aantal priesters, broeders en/of studenten van die koeken ter grootte van een gevulde koek, waarin iets terug te vinden was van een koningskroon en soms ook nog met allerlei tierelantijntjes opgesierd.

|