Morgen gaan we op onze adventskrans het eerste kaarsje aansteken. We zijn in deze donkere en angstige tijden van geweld en terreur op weg naar het vredesfeest van Kerstmis. De Adventskrans is in 1839 uitgevonden door de Duitse zendeling en theoloog Johann Hinrich Wichern. In het begin was het een eigengemaakt wielentje met 4 grote rode kaarsen en verder stonden er ook wat kleine rode kaarsjes tussen. Was de eerste adventsweek voorbij dan brandden er dus 6 kleine en één grote kaars. Het wiel is rond en staat symbool voor de loop van het jaar, de wereld, de aarde en de eeuwigheid en de kaarsen voor het licht en de vlam is gericht naar geestelijke levenskracht, hoop liefde en verdraagzaamheid. De 4 grote kaarsen staan voor de 4 jaargetijden, lente, zomer, herfst en winter en symboliseren eveneens de vier windstreken, noord, zuid, oost en west. In 1860 ging men het wielentje verfraaien met dennengroen, waarvan de dennennaalden symbool staan voor de doornenkroon van onze Heer Jezus Christus bij zijn kruisdood en de kleine kaarsjes, tussen de grote vier, werden vervangen door een aanvankelijk roze en nadien paarse lint, na het zwart, wit en rood een van de kerkelijke liturgische kleuren. Laten we als belijder van welke godsdienst ook voor onze ogen houden dat het leven alleen maar waardig geleefd kan worden door verdraagzaamheid onder elkaar en we bij het minste conflict, op wat voor niveau ook, aan tafel moeten gaan zitten om dit uit te praten. Door kwaad met kwaad te vergelden, vernietigen we op de duur alle menselijke gevoelens en gaat de wereld onherroepelijk volledig ten onder en zal het licht waarnaar we zo hoopvol uitzien voorgoed gedoofd worden.

|