KORTE INLEIDING: De druif is de besvrucht van de plant Vitis vinifera. De plant is een klimplant. Naast de wilde soort zijn er veel cultivars die worden verbouwd als druivenstok, ook wel wijnstok of wijnrank genaamd. Van deze in cultuur gebrachte variëteiten worden druiven voor meerdere doeleinden verbouwd. De meeste druiven komen tegenwoordig uit landen en gebieden met een mild tot mediterraan klimaat, bv. Spanje, Frankrijk, Italië, Turkije en Griekenland. In Duitsland worden o.a. langs de Rijn, de Moezel en de Maine druiven geteeld. Hier ter lande werden vnl. in het Westland en in het Over-Betuwse Huissen druiven geteeld. Het tuinbouwgedeelte van mijn voormalige woon en geboorteplaats Huissen speelde zich vnl. af op het Huissen-zand en wat druiven betrof stonden er kassen tot aan de binnenstad van Huissen-stad en ook nog in buitengebied wat toen nog onbebouwd was en gelegen was aan de Loostraat. Na de tweede wereldoorlog (1940-1945) was de schade aan de kassen groot en van de bijna 200 druivenkassen zijn er toen velen zo beschadigd dat ze niet meer bruikbaar waren en gesloopt. Langzamerhand ging het met het Huissens tuinbouwgebied bergafwaarts en dat kwam doordat veel tuinders geen opvolger meer hadden en gebruik maakte van saneringsplannen, die het bouwen van woningen op land en tuinbouwgronden mogelijk maakte. Ook enkele grote tuinders en druiventelers zoals kwekerij Madoka, de Altena en Mea Vota hielden ermee op. Ook hun hofsteden hebben een andere bestemming gekregen. In het bedrijf van Mea vota, wat vroeger toebehoorde aan de familie Tonk, is thans een tuinbouwmuseum gevestigd. In de desbetreffende ruimten worden ook van allerlei exposities gehouden. Wel staan er nog enkele druivenkasten en in het seizoen van eind Augustus tot begin oktober kun je daar nog van die lekkere echt Hollandse druiven krijgen. Een bekend soort dat in Huissen door veel tuinders destijds gekweekt werd was de Frankenthaler. In de bebouwde buurt hebben ze er zelfs een straatnaam naar genoemd. Vroeger heb ik ook op de koude grond een druivenstruik staan gehad. Druiven gedijen het beste op arme en kalkrijke grond. Je moet echt heel veel van het vak afweten als je met druiven begint. Tegenwoordig zie ik dat er heel veel gesnoeid wordt met elektrisch gereedschap. Persoonlijk doe ik dit het liefste met een gewoon snoeischaartje, want met dat elektrisch snoeien gaan veel goeie groeiloten naar de knoppen en krijg je al gauw te maken met een verwilderde groei. Wat ook een secuur werkje is dat is het krenten van druiven, waarbij je met een klein schaartje de druiven de kans geeft tot een mooie tros te geraken en die kleine dwarsliggers er tussenuit knipt. De grootste vijand die je als druivenkweker op bezoek kunt krijgen is meeldauw. Er zijn wel middelen om dit te voorkomen, maar zit het er eenmaal in, dan kun je de oogst als verloren beschouwen. Vroeger waren het bij de tuinders jongedames die de druiven gingen krenten. Het was een mooie bijverdienste voor de uitzet en voor moeder de vrouw, tussen de schooltijd van de kinderen door, om buiten het inkomen van manlief wat extraatjes aan te schaffen. De grootste concurrent van de nog overgebleven kwekers zijn tegenwoordig allerlei landen in Zuid Europa of daar ver buiten en met een vrije wereldmarkt halen onze supers hun groente en fruit daar vandaan. Echt voordeel heeft de consument hierbij niet, want kwalitatief zijn de producten meestal stukken minder dan hier ter lande en hun winst maken ze door deze producten toch nog vrij duur te verkopen. Druiven bevatten niet al teveel vitamine C, wel ontzettend veel vitaminen van de B-groep, verder veel vruchtensuikers en als mineralen kalium en ijzer. Men zegt dat druiven ook heel goed zijn ter voorkoming van aderverkalking. Meer over allerlei soorten druiven en hun gebruiksdoel kunt u lezen op http://www.dewijnhoek.nl/druif.html
 Blauwe Frankenthaler-zie inzet witte Frankenthaler Hier beneden: Het Huissens tuinbouwmuseum 
|