Niet alleen tegenwoordig, maar ook vroeger werd er aan de koninklijke hoven heerlijk gegeten en gedronken. In een oud kookboek las ik vandaag dat het aan zo'n koninklijk hof niet alleen koks waren die de koning en zijn gasten plezierden met heerlijke maaltijden, maar ook dames die de kookkunst meester waren. Bijna alle personen die vroeger tot de elite behoorden hielden er maîtresses op na. Bekend uit een ver vervlogen tijd was een zekere Agnès Sorel, een beauté van een dame die met een toegewijde liefde kokkin was aan het hof van Charles VII (1403-1467). Een beroemd gerecht van haar was de hartversterkende kippensoep, gebonden met een puree van champignons en room. Op 20 oktober 1533 verscheen aan het Franse hof een jong, maar zeer gedecideerd Italiaans meisje met de mooie naam Catharina de Medici (1519-1587). Zij was de bruid van Henri II (1519-1559), met in haar gevolg een stoet vol Venetiaans glas, zilveren serviezen van Benvenuto Cellini en aardewerk uit Urbino, alsmede een meute van koks, patissiers en ijsbereiders, die met een Italiaanse renaissancezwier de mouwen opstroopten en in de potten en pannen van de Franse hofkeukens hun speels raffinement rondstrooiden. Catharina trok zich niets aan van de Franse hofetiquette, die voorschreef dat dames niet mee aan tafel mochten, dit omdat men kauwende madames onethisch vond. Catharina en haar vliegende brigade, zoals men haar gevolg van levenslustige hofdames noemde, zetten zich met de heren aan tafel en lieten zich de met kastanjes, rozenwater en sinaasappels gevulde parelhoentjes, de aan het spit geroosterde slakjes en de artisjokbodems net hanenniertjes en hanenkammen voortreffelijk smaken. In 1549 offreerde de stad Parijs aan Catharina en haar vijftig andere gasten een dinertje, waarbij werden geserveerd 30 pauwen, 33 fazanten, 21 zwanen, 99 kraanvogels, 33 duiven, 33 reigers, 30 geiten, 66 parelhoentjes, 30 kapoenen, 99 kuikens, 66 kippen, 6 varkens, 99 tortelduiven, 33 hazen, 66 konijnen, 13 patrijzen, 99 kwartels, 500 asperges en verder wat erwtjes en artisjokken. Zulke diners duurden vaak een halve dag en de gewoonte hierbij was dat iedereen zich tot barstens volpropte. Hiermede wordt aangetoond dat zowel de liefde van de man, alsmede de vrouw in die tijd echt door de maag ging. Wat er met het overgehouden eten gebeurde staat nergens vermeld, maar ik heb zo het idee dat dit terecht kwam bij het personeel. Bij elke gast aan tafel stond een bediende die, als de gast met zijn vingers knipperde, meteen klaar stond om deze van dienst te zijn. Tegenwoordig gaat men bij de koningshuizen en ook bij de gewone burger in zijn algemeenheid uit uit van de stelling dat overdaad schaadt. Wat ik wel jammer vindt dat bij grote diners zoveel eten overstuur gaat en in de afval-container belandt. Vroeger bij ons thuis hadden ze een driedubbelbedrijf dat bestond uit winkel, bakkerij en horecabedrijf. We hadden ook nog een stuk land en daarop stond buiten een kippenhok ook een varkenshok met een zestal varkens. Alles wat we overhielden aan voedsel ging naar de varkens, de kippen of de waakhond. Er ging nooit iets verloren.


|