Aanstaande zondag viert Frankrijk haar nationale feestdag en wordt in de Tour de France een bergetappe verreden. Momenteel ben ik op bezoek in de Benedictijner Abdij van Sankt Gallen (Zwitserland) en in deze communiteit vertoeven veel Franse monniken. In dit klooster komen ook verschillende Zwitserse en Franse coureurs biechten en onze confraters mogen natuurlijk niet vertellen wat voor zonden die pedaleurs allemaal op hun geweten hebben. Over het gebruik van doping wordt hier dan ook nooit gerept. Wielrennen is een echt Roomse sport en vroeger had ik in mijn tijd, die ik vlak na de oorlog in Rome doorbracht nog wel eens contact met de beroemde coureurs Fausta Coppi en Gino Bartali, twee toppers die af en toe gezellig bij Pius XII op de koffie kwamen en afgezien van een flinke scheut likeur zaten er bij Pius echt geen verboden stoffen in dat bakkie leut. In Sankt Gallen staan niet alleen prachtige kloosters en mooie bouwwerken, maar je vindt er ook veel horlogemakers. Gevraagd werd me door zo'n klokkenmaker of ik in Frankrijk ook een zekere Gerard Départ kende. Dit is volgens mister Tell de man die pas nog een ultramoderne meetapparatuur gekocht heeft dit om de 100ste tour tot in duizendste van seconden te kunnen berekenen. De Gâteau Marjolaine: We zijn wat aan het afdwalen, maar nu gaan we toch echt over tot het maken van een heerlijk Quatorze Juillet gebak die de monniken hier elk jaar op deze feestdag klaarmaken. Nodig hebben we 450 gram amandelen en 300 gram hazelnoten, verder 100 gram suiker, 16 eiwitten, 300 gram boter, poedersuiker en natuurlijk chocolade en pralinée. Rooster apart de amandelen en de hazelnoten, zodat de velletjes er gemakkelijk afgeschoven kunnen worden. Voeg de suiker toe en hak dit alles heel fijn. Van de eieren gebruik je na scheiding van het eigeel alleen de eiwitten. In een kom klop je die zo stijf mogelijk op. De kom moet je als het ware ondersteboven kunnen houden! Vermeng vervolgens de gehakte noten met de opgeklopte eiwitten, schep de massa in vier platte vormen, die beboterd zijn en met bloem bestoven, en bak dit in een oven van 200 graden tot alles stijf is. Maak in die tussentijd twee soorten crème au beurre door boter romig te roeren met poedersuiker en aan één helft gesmolten chocolade toe te voegen, aan de andere helft pralinée (suiker goudbruin branden, laten afkoelen en fijnhakken). Strijk deze crèmes op het gebak en plak de verschillende lagen op elkaar. Strooi er poedersuiker op en versier het geheel met uiterst dunne chocoladeflikjes. Dit alles laat je 24 uur rusten alvorens op te dienen. Breng het zondag op tafel zo tegen vieren als iedereen uitgezakt naar de Tour zit te kijken. Een kopje koffie met een scheutje Franse cognac hoort daar eveneens bij en met dit warme weer een citroenthee is ook aanbevelenswaardig.

 Zo'n oude kloostermop doet het altijd goed!
|