Ann Brusseel pleitte gisteren op haar blog voor lerarenloopbaan waarin lesgeven terug
centraal staat. Wijzelf en de meeste leraren pleiten daar al lang voor. Brusseel stelt ook heel terecht: "Keer op
keer via de pers vernemen wat andere sectoren en beleidsmakers aan je leerplan
en agenda willen toevoegen, werkt contraproductief. De leraar moet vooral
zijn/haar kerntaak kunnen uitvoeren. Niet meer, maar minder taken dan vandaag.
De leraar is geen verzorger, psycholoog, opvoeder of sociaal werker."
Maar in de eindbalans van deze legislatuur zal m.i. blijken
dat beleidsverantwoordelijken allerhande
de voorbije jaren voor nog meer onrust,
werkdruk en chaos in het onderwijs zorgden, dat het
accent nog minder ligt op het lesgeven, dat het lerarenberoep nog minder
aantrekkelijk geworden is....
Enkele voorbeelden
*M-decreet dat leidt tot ontwrichting van gewoon en
buitengewoon onderwijs en totniet-effectieve en niet-efficiënte
ondersteuningsnetwerken
* chaos in s.o. en opvallend minder tso/bso-leerlingen,
*chaos en ongenoegen omwille van invoering grootschalige
scholengroepen en onzekerheid omtrent leerlingencriteria. Door het schermen met fabuleuze leerlingenaantallen
voelden veel scholen zich tegen hun zin in en hals over kop gedwongen te
fuseren en grootschalige scholengroepen te vormen. De basisscholen zijn hier nog het meest de dupe van.
* eindtermen die niet meer met vakdisciplines verbonden zijn
- en dat zal het klassieke & effectieve lesgeven bemoeilijken en leiden tot
al te grote verschillen tussen de leerplannen van de verschillende
onderwijsnetten
*officieel opleggen van een berg kwaliteitscriteria:
- omtrent leerproces, IKZ , ... binnen ROK van nieuwe
inspectie
-omtrent leerlingenbegeleiding
*de school werd nog meer een total institution: er kwamen
weer meer taken bij i.v.m. maatschappelijke problemen, stress-bestrijding,
sociaal-psychisch welzijn ...
*het aantal kandidaat-leerkrachten nam gevoelig af en straks
is er een groot tekort De geïmproviseerde invoering van educatieve masters en
masters basisonderwijs zal geen soelaas brengen.
*We noteerden de voorbije jaren bijna elke dag
stemmingmakerij tegen het onderwijs/de leerkrachten in de media,, in
standpunten van universitaire beeldenstormers:: zo mocht prof. Kris Van den
Branden - gelanceerd door de VLOR - overal gaan verkondigen dat het Vlaams
onderwijs hopeloos verouderd is, in standpunten van leden van de commissie
onderwijs, ook bepaalde kopstukken van onderwijskoepels verkondigen dat
expliciete instructie voorbijgestreefd is, ook de Vlaamse sociologen spreken
zich voortdurend vernietigend uit over ons onderwijs, in de 7 officiële
rapporten over de nieuwe eindtermen en de toekomst van het Vlaams onderwijs
-ook in rapport 'De Nieuwe school in 2030' - opgesteld door topambtenaren,
VLOR, KBS.
Het leraren- en directeurs-beroep is mede als gevolg van de
vele ondoordachte hervormingen van de voorbije decennia en jaren steeds
complexer en zwaarder geworden. De stress en het aantal burn-outs is de
voorbije jaren sterk toegenomen.
Ann Brusseel wil het lerarenberoep ook aantrekkelijker maken
door de vaste benoeming af te schaffen. Ze vergist zich m.i. en onderschat de
kwetsbaarheid van leerkrachten.
Leraren en directeurs durven nu al hun mening niet openlijk
uiten; en/of worden onmiddellijk teruggefloten als ze hun mening over het
M-decreet, hervorming s.o .... uiten. Brusseel onderschat het kwetsbaar
karakter van het lerarenberoep. Zonder vaste benoeming had ik b.v. in 1982
nooit de campagne tegen de zgn. 'Moderne Wiskunde' kunnen voeren, had
Onderwijskrant in 2012 geen petitie tegen de structuurhervormingsplannen s.o.
durven lanceren, ... Zonder vaste benoeming zou er geen Onderwijskrant - en dus
ook geen luis in de pels van de beleidsverantwoordelijken - geweest zijn. Enz.
Ann Brusseel en Co vinden dat enkel les geven in het
kleuteronderwijs als zwaar beroep erkend mag worden. Dat lijkt me niet evident.
Ik denk dat b.v. een leerkracht lager onderwijs het vaak nog moeilijker heeft.
Ik stel vast dat ook veel gedreven lectoren van de lerarenopleiding grote
stress ervaren, thuis zitten met burn-out, maar parttime meer werken en/of
elders werk gezocht hebben.
Ik had verwacht dat de
aanwezigheid van meer leden met onderwijservaring binnen de commissie onderwijs
het (on)tij een beetje had kunnen keren, maar ik vrees dat ook zij daar niet in
slaagden. Het intomen van de grote druk vanwege het immense
vernieuwingsestablishment is uiteraard ook voor hen een moeilijke opdracht.
Bijlage :opiniebijdrage Ann Brusseel -Open VLD; 20 maart: - Met een aantrekkelijk beroep tel je niet af
tot je pensioen.
Hoort leerkracht thuis op de lijst van zware beroepen? De
discussie was de afgelopen dagen niet weg te slaan uit de Vlaamse pers.
Minister Bacquelaine neigt naar een positief antwoord. De vakbonden antwoorden
volmondig ja. De vervroegde pensioenregeling domineert het debat, terwijl het
eigenlijk over de loopbaan van de leerkracht moet gaan. Twee of vier jaar
vroeger kunnen uitstappen verandert immers niets aan de kern van het probleem:
de huidige werkdruk en het gebrek aan voorbereiding op nieuwe uitdagingen die
volgen uit het M-decreet en de steeds diverser wordende klassen. Een
veertigjarige leerkracht die op de rand van een burn-out balanceert heeft er
niets aan dat hij of zij vervroegd op pensioen mag. Wel moeten we zorgen voor
een werkbare loopbaan waarin lesgeven terug centraal staat en leraren meer dan
vandaag eigenaarschap krijgen over zijn vak.
Het lerarenberoep moet aantrekkelijker worden. Daarom is de
framing van leraar als zwaar beroep geen goede zaak. Het moedigt jongeren
niet bepaald aan om een stap in de onderwijswereld te zetten. Hetzelfde geldt
voor de huidige leerkrachten. Keer op keer via de pers vernemen wat andere
sectoren en beleidsmakers aan je leerplan en agenda willen toevoegen, werkt
contraproductief. De leraar moet vooral zijn/haar kerntaak kunnen uitvoeren.
Niet meer, maar minder taken dan vandaag. De leraar is geen verzorger,
psycholoog, opvoeder of sociaal werker. Een leraar moet uiteraard de nodige
empathie hebben en rekening houden met de noden van de leerlingen, maar hij moet
niet al hun problemen kunnen oplossen en tegelijk ook armoede en de
klimaatopwarming de wereld uithelpen. Laten we de leraar erkennen als expert in
zijn of haar domein en meer vrijheid en comfort geven. Alleen zo zullen we
opnieuw sterke en ambitieuze profielen aantrekken en gemotiveerd houden.
Ingrijpende hervormingen in loopbaan en schoolorganisatie
zijn essentieel. Zo moeten we sterk inzetten op de aanvangsbegeleiding van
jongere leerkrachten om de uitval zo sterk mogelijk te beperken. Eenmaal aan de
slag zou onderwijspersoneel moeten kunnen rekenen op permanente en gevarieerde
bijscholing, in functie van de noden maar ook de eigen belangstelling. Ook de
vaste benoeming moeten we durven bespreken. Het is logisch dat je vandaag naar
de benoeming toewerkt omdat er eenvoudigweg geen alternatieven zijn, er is geen
contractueel statuut zoals in de ambtenarij. Het onderwijs moet stabiele en
boeiende jobs bieden, waar goed werk op een andere manier beloond wordt dan met
meer dan een ouderwets statuut. Specialisatie, promotie of gedifferentieerde
verloning naar werklast of expertise vormen wat mij betreft belangrijke
discussies die we moeten voeren. Meer mobiliteit tussen scholen, tussen
onderwijs en andere sectoren staan eveneens in de reeks voorstellen die het leraarschap
kunnen opwaarderen.
Overigens zie ik niet goed in hoe men kan stellen dat een
beroep zwaar is zonder de werklast en andere parameters in rekening te brengen.
Over de zware situatie van de kleuteronderwijzers is vrijwel iedereen het eens.
Het lijdt geen twijfel dat lesgeven een veeleisend beroep is, maar het geheel
van beschikbare data en onderzoek in onderwijsinnovatie toont aan dat een goede
work-life balance wél mogelijk is. Daarom is het zo belangrijk een goed
loopbaandebat te voeren over alle aspecten van het lerarenberoep en de
schoolorganisatie. De vakbonden houden de focus nu al jaren teveel op
benoemingen en een vervroegde pensioenregeling. Als we samen echter de loopbaan
werkbaar, verscheiden en uitdagend maken, dan zit de leraar niet af te tellen
naar het pensioen.
|