Prof. W. Duyck neemt
in DS afstand van onzin die zijn Gentse
collega Valcke in Koppen over huiswerk verkondigde
De Gentse
prof.-psycholoog Wouter Duyck voelde zich blijkbaar geroepen om de onzin die
zijn collega-pedagogiek Martin Valcke in 'Koppen' verkondigde, recht te zetten.
(zie bijlage) Gelukkig maar.
1.De bijdrage van prof. Duyck bevestigt de analyse die we
een paar dagen geleden op dit facebook formuleerden. Huiswerk is inderdaad
belangrijk. Zelf vinden we wel samen met prof. Wim Van den Broeck - dat ook
de steun van ouders e.d. bij het huiswerk belangrijk is. In onze bijdrage
vermeldden we ook een recent onderzoek dat uitwijst dat het belang van huiswerk
nog groter is dan in de studie van prof. Hatti.
Het niveau van de argumentatie in het (recente) debat over
huiswerk in Koppen en in de pers - en vorig jaar ook in het
overheidstijdschrift Klasse - was niet indrukwekkend. De Koppen-reporter
concludeerde dat er in Finland en in veel andere landen helemaal geen huiswerk
meer is en dat Vlaanderen internationaal achterop loopt." Een kwakkel die
we vorig jaar ook al in Klasse aantroffen. Een apodictische pedagoog Martin
Valcke (UGent) manifesteerde zich wijd gesticulerend in Koppen als de vertolker
van dé academische waarheid, die volgens hem haaks staat op de idées fixes
van de (onwetende) leerkrachten en ouders.
Degelijke onderzoeksjournalistiek zou vooral rekening houden
met degelijke studies en met de ervaringswijsheid van leraars en ouders. Zon
journalistiek baseert zich niet op een oppervlakkige bevraging, op het oordeel
van een academische pedagoog die al 30 jaar onbesuisde uitspraken lanceert, op
de emotionele getuigenis van een ouderpaar
We stelden de voorbije jaren
telkens weer vast dat de VRT-uitzendingen over onderwijs zich bijna steeds
kenmerken door stemmingmakerij en kwakkels. Ook Koppen wil immers naar eigen
zeggen enkel spraakmakende reportages bieden en slaagt daar wonderwel in. In
de volgende Onderwijskrant nummer 174 - zullen we dit nog eens uitvoerig
aantonen (www.onderwijskrant.be).Huiswerk: (veel) waar voor weinig geld
(Website Wouter Duyck)
2. Bijlage op website
Wouter Duyck
May 30, 2015 6:00 am , Wouter Duyck
Het VRT-programma
Koppen en Het Nieuwsblad berichtten vorige week uitvoerig over huiswerk. Het
nut zou beperkt zijn, ouders zijn ertegen (al was dat een minderheid), en je
kon het maar beter afschaffen.
Dat zou zonde zijn. Onderzoek wijst uit dat het leereffect
van huiswerk reëel, betrouwbaar en voldoende groot is. Als je het ook nog eens
afweegt tegen de beperkte investering die het vergt, is huiswerk een winner.
De internationale onderwijsexpert John Hattie maakte een
samenvatting van bijna tweehonderd wetenschappelijke studies over die vraag,
goed voor meer dan 100.000 geteste leerlingen. De conclusie is dat huiswerk wel
degelijk tot betere schoolprestaties leidt (voor de wetenschappers: d = 0.29)
Het effect is niet zeer groot (wat in de psychologie overeenstemt met d =
0.80), maar betekenisvol, betrouwbaar en ook niet heel klein (d = 0.20 wordt
als een betekenis, maar klein effect gezien). Met huiswerk alleen, net zoals
met alle andere ingrepen in het onderwijs, kun je inderdaad geen wonderen
verrichten.
Het Vlaams onderwijs doet het zeer goed in internationaal
vergelijkend onderzoek zoals Pisa, maar de trend is neerwaarts, en vooral het
aandeel zeer sterke leerlingen is dalend. Daar mogen we ons niet bij
neerleggen, maar huiswerk afschaffen zal geen zoden aan de dijk brengen,
integendeel.
Huiswerk mag dan geen gigantische leeropbrengst hebben, het
blijft wel te verantwoorden. Ter vergelijking: het effect van huiswerk op
leerprestatie is van dezelfde grootteorde als het effect van antidepressiva op
depressie (d = 0.30). Niemand zou pleiten voor de afschaffing van die
medicijnen, en terecht. Ook de bewering dat slechts een vierde van de
leerlingen baat zou hebben bij huiswerk, blijkt helemaal niet uit dit
onderzoek.
Belangrijk vanaf vierde leerjaar
Huiswerk wordt nog interessanter als je rekening houdt met
de leeftijd. Het gemiddelde effect verbergt immers een leeftijdsverschil. De
eerste drie jaar van het lager onderwijs is het effect van huiswerk zeer klein,
maar vanaf het vierde jaar wordt het belangrijk, en in het secundair is het
effect al dubbel zo groot (d = 0.64), en bijvoorbeeld dubbel zo groot als dat
effect van antidepressiva. Zeer weing onderwijsmaatregelen hebben een even
groot effect.
Alleen in de eerste leerjaren is het effect op schoolprestaties
dus klein, maar dat is geen reden om te pleiten voor een algemene afschaffing
van huiswerk. De gemiddelde impact ervan komt neer op een verbetering van het
leren met 15 procent. Door één enkele maatregel. Dat is veel voor een
onderwijspraktijk die voor de overheid zo goed als gratis is (behalve de tijd
die de leerkrachten eraan spenderen), en geen bijkomende middelen of
investeringen vergt. Om een vergelijkbaar positief surplus te verkrijgen met
een andere ingreep zou men allicht diep in de buidel moeten tasten. Wil je dat
bereiken door klassen te verkleinen bijvoorbeeld, dan moet je van klassen van
23 naar 15 leerlingen. Dat zou heel veel extra leerkrachten vergen. Idem voor
computerondersteunend leren en media-ondersteuning verstrekken. Effecten van
testen, schoolbeleid, huisbezoeken of geïndividualiseerd onderwijs zijn evenmin
groter. Huiswerk heeft dus meer dan een verwaarloosbare impact, en een groter
effect dan veel dingen die wel unaniem belangrijk gevonden worden en veel geld
kosten (misschien dat we ze net daarom zo belangrijk inschatten).
Dat betekent overigens niet dat je zo veel mogelijk huiswerk
moet geven. Het positieve effect wordt kleiner met elk bijkomend kwartier.
Onderwijsexpert Harris Cooper suggereert voor het lager onderwijs maximaal vier
opdrachten per week van een kwartier (6-9 jaar) of een halfuur (9-12 jaar).
Voor het secundair onderwijs maximaal vijf opdrachten per week, elk één (12-15
jaar) of anderhalf uur (15-18 jaar). Dat komt ongeveer overeen met wat onze
15-jarigen volgens het Pisa-onderzoek opgelegd krijgen (5,5 uur per week).
Belgische kinderen doen daarmee iets meer huiswerk dan het Oeso-gemiddelde,
maar tegelijk is de tijd die aan huiswerk gespendeerd wordt de laatste twaalf
jaar met een tiende gedaald. De weerstand tegen huiswerk groeit dus ook bij
leerkrachten. Nochtans, ook in het Pisa-onderzoek heeft de tijd die aan
huiswerk gespendeerd wordt een meer dan dubbel zo groot effect op prestaties
dan schoolinfrastructuur of lerarenondersteuning.
Conclusie: huiswerk wérkt. Het is een kostenefficiënte
manier om leerprestaties te bevorderen. De ouders die tegen huiswerk zijn (één
op vijf) kunnen we nog dit meegeven: trek er u niets van aan en zet uw kleine
spruit of puber ondertussen een glaasje water voor. Ouderhulp bij huiswerk
heeft geen enkel effect op schoolresultaten. Echt niet.
|