De Vlaamse universiteiten als model van democratisch en on-bureaucratisch bestuur?
Rector Torfs in de krant De Morgen: Als er één instelling is waar de interne democratie zou moeten werken, dan is het toch wel de universiteit
. Vlaanderen mag hier al gidsland gelden.
1.Deze stellige en boude uitspraak van Torfs verwondert ons een beetje omdat de voorbije 10 jaar uitgerekend Torfs en een aantal professoren en decanen van de KULeuven scherpe kritiek formuleerden omtrent het democratisch deficit, het centralistisch bestuur en de gigantische bureaucratie aan de KULeuven en binnen de Associatie KU-Leuven (o.l.v. André Oosterlinck). Zie punt 3
2. In de krant De Morgen hekelt de Leuvense rector Rik Torfs het democratisch deficit aan de Universiteit van Amsterdam en toont hij begrip voor de opstand en kritiek van de studenten en aantal docenten (Terug van weggeweest: het studentenprotest in Amsterdam). Torfs stelt :We zien hier een combinatie van bestuurders die naast en boven de universiteit staan en een nutsdenken waarbij de humane wetenschappen in het gedrang komen. Dit is technocratie in het kwadraat en ik begrijp de reactie van de Amsterdamse studenten. Zij zitten samen met hun docenten vast in een bestuursmodel dat niet past bij deze eeuw. Dat werkt vervreemdend.
Als er één instelling is waar de interne democratie zou moeten werken, dan is het toch wel de universiteit. Vlaanderen mag daarbij even als gidsland gelden.
3. Kritiek op democratisch deficit en bureaucratie KULeuven en Associatie-Leuven
Niet enkel een aantal professoren en decanen, maar ook de huidige Rector Rik Torfs wees de voorbije jaren geregeld op het democratisch deficit, het centralistisch bestuur en de ermee verbonden gigantische bureaucratie aan zijn KU-Leuven. Dit kwam in mei 2013 nog tot uiting in zijn Brief aan de kiezers voor het rectorschap van 2 mei 2013 waarin hij beloofde dat bij verkiezing tot rector een einde zou maken aan het democratisch deficit en aan de bureaucratie binnen de KU Leuven : Als U straks voor mij kiest, dat kiest U voor een rector die de verouderde bestuurscultuur moderniseert, opteert voor transparantie en openbaarheid van bestuur ren de macht van de groepen afbouwt. Voor een rector dus die corporate governance invoert
In vroegere bijdragen als 'Liefdesbrief' in DS van 25 september 2003 uitte Torfs ook al zijn bezorgdheid over de bureaucratisering van de universiteit, het centralistisch bestuur en de gigantische interne bureaucratie : "De universiteit moet natuurlijk rekenschap geven aan de samenleving, accountability behoor ik duidelijkheidshalve te zeggen. Maar rekenschap geven is nog wat anders dan onder een centralistisch bestuur papieren invullen, interne documenten vervolledigen, vragenlijsten beantwoorden, met nu eens een beetje follow-up en dan weer wat feedback. Rekenschap geeft de universiteit niet door het opzetten van een gigantische interne bureaucratie, die een eigen techniciteit met eigen specialisten vereist, maar waarvan de buitenwereld niet eens het bestaan afweet. En rekenschap verschaft ze evenmin door haar democratische bestuurstraditie op te geven of door te zwichten voor de zuivere economische logica
Verschillende professoren en decanen van de KU Leuven lieten zich eind 2012 in VETO ook nog heel kritisch uit over de nefaste gevolgen van de schaalvergroting en centralistische bestuursvormen binnen de KU Leuven en Associatie Leuven.
In een artikel in VETO wezen net als Torfs op het democratisch deficit , de bureaucratisering e.d. (Grootheidswaanzin of efficiëntiewinst? -Sam Snijders). We citeren even: Vooral de economisch-rationele visie op de universiteit baart Malfliet; de decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen, veel zorgen. Mijn grootste zorg is dat de universiteit niet enkel mensen opleidt voor bepaalde beroepen, maar een kritische stem binnen de samenleving blijft. De mercantilisering is begonnen met Bologna; je komt snel in dat vaarwater.
Prof. Nicolas Standaert gooide in september 2012 de knuppel in het hoenderhok met een opmerkelijk opiniestuk in De Standaard. In zijn opiniestuk merkt Standaert op hoe de schaalvergroting (en inlijving van de hogescholen binnen de Associatie) gedreven wordt door economische motieven. Die schaalvoordelen zijn ook volgens van prof. Van der Horst onzeker:: Je krijgt heel wat bureaucratie en overhead aan algemene diensten. In de hele operatie kruipt ook enorm veel tijd van docenten en administratief personeel. Decaan Katlijn Malfliet hekelt vooral het gebrek aan overleg met de basis. Dit is geen natuurlijk fenomeen van onderuit, maar een topdownbeslissing. Dus is veel energie nodig om alles duidelijk te maken, aldus Malfliet. Volgens Malfliet is ook de associatievorming er dan ook gekomen onder impuls van de territoriumdrang van twee individuen. Dat is uitgegaan van Oosterlinck en Luc Van den Bossche (voorzitter Gentse associatie, red.). Het uitstippelen van territorium heeft daarbij zeker meegespeeld. Veel collega's aan de KU Leuven kunnen zich niet vinden in dit discours, schrijft Standaert, zeker niet omdat de huidige rector in zijn verkiezingsprogramma en -campagne nog voor een confederaal model' pleitte en een integratie afwees.
(Ook de schaalvergroting via de vorming van de Associatie-KU-Leuven krijgt dus veel kritiek.) Door de associatievorming en integratie groeien hogescholen en universiteiten naar elkaar toe. Niet wenselijk, volgens van der Horst. Het is een misverstand dat hogescholen en universiteiten op elkaar lijken. Volgens Malfliet moet men vermijden dat beide soorten instellingen hun eigen identiteit verliezen. Goed overleg is daarbij noodzakelijk. In het Ottomaanse en Russische rijk wou men afzonderlijke volkeren een eigen identiteit geven, maar voor zover de heersers dat toelieten. Anders valt het rijk uiteen, wat uiteindelijk gebeurd is.
We verwijzen ook nog even naar een passage uit Quo vadis hoger onderwijs' van Rudolf Verheyen, prof. em. UA waarin hij stelt: De universiteiten en hogescholen worden steeds meer als een bedrijf beschouwd en beheerd. Het management is sterk geprofessionaliseerd. De belangrijkste doelstelling van de universiteiten en van de hogescholen is hun marktaandeel verhogen: dit betekent competitie met de andere Vlaamse universiteiten en hogescholen voor aantallen studenten (niet voor de beste studenten). Zonder tussenkomst van de Overheid kan vermarkting leiden tot schaalvergroting, globalisatie, afname van differentiatie en daling van de kwaliteit (onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening)
|