Vijf recente taalstudies
in handen van taalrelativisten en
NT2-tegenstanders
Niettegenstaande Van
Avermaet afstand nam van de taaloproepen en -plannen van de opeenvolgende
onderwijsministers, kreeg hij samen met
taalachterstandsnegationist Kris Van den Branden in de periode 1991-2010
de leiding van de GOK-Steunpunten in handen. En merkwaardig genoeg werd ook aan
Van Avermaet en Van den Branden eveneens de leiding van de vijf recente
taalstudies toegekend. We overlopen ze even.
1. Het in april 2016
verschenen onderzoek MARS Meertaligheid
Als Realiteit op School - werd
uitgevoerd onder de leiding van twee
superdiversiteitsideologen: Piet Van Avermaet en socioloog Orhan
Agirdag. In MARS gaat veel aandacht naar het gebruik van de moedertalen op
school, maar wordt met geen woord gerept over het belang van NT2. Uit de er in
opgenomen bevraging bij leerkrachten bleek eens te meer dat de leerkrachten
vinden dat de anderstalige leerlingen gestimuleerd moeten worden om zoveel
mogelijk Nederlands te spreken: 73% gaat akkoord met de stelling Door op de
school de eigen moedertaal te
spreken, leren kinderen onvoldoende
Nederlands. Slechts 3% gaat akkoord met de stelling: Anderstalige leerlingen
moeten ook reguliere vakken aangeboden krijgen in hun moedertaal. Volgens de
onderzoekers hebben de leerkrachten ongelijk. De vragen zijn ook vaak
tendentieus opgesteld. B.v.:De belangrijkste reden van de schoolachterstand
van anderstalige leerlingen is hun gebrekkige kennis van het Nederlands. 78% gaat akkoord met die stelling; en de
onderzoekers beweren dat de leerkrachten ongelijk hebben. Niemand beweert dat
de gebrekkige taalkennis de enige en de belangrijkste reden is, maar wel dat
het een belangrijke oorzaak is. Ook het feit dat Vlaanderen opvallend veel
laag- en ongeschoolde migranten opving speelt uiteraard een belangrijke
rol.
2. Het Validiv-project -Valorising Linguistic
Diversity in Multiple Contexts of Primary Education werd even eens toevertouwd aan Piet Van Avermaet
en zijn Centrum Diversiteit en Onderwijs. De doelstelling luidt: het valoriseren van de bestaande talige
diversiteit en talige repertoires van de leerlingen. Bij de voorstelling van de
resultaten op lezingen beweren Avermaet
& Co steevast dat wetenschappelijke onderzoek heeft uitgewezen dat een taalbad
Nederlands niet effectief is. Het is ook merkwaardig dat de overheid geld
besteedt aan het laten opstellen van instrumenten - teksten in de thuistalen
e.d. - voor sensibilisering van de thuistalen, maar dat de leerkrachten er hun
beklag over doen dat ze weinig of geen leermiddelen krijgen voor NT2.
3.Ook het KBS-Project Kleine kinderen, grote kansen
stond onder de leiding van Van Avermaet. Minister Crevits gaf samen met de
Koning Boudewijn Stichting op 29 februari
2015 het startschot van het zoveelste onderwijsvoorrangsproject. We
lezen over het doel: Wetenschappelijk onderzoek toont het belang aan van
kwaliteitsvol (kleuter) onderwijs in de eerste levensjaren. Zon terechte stelling roept grote verwachtingen
op. Bij verdere lezing waren we vlug ontgoocheld. Er gaat b.v. wel veel aandacht naar het
belang van het kunnen spreken van de eigen moedertaal op school, maar er wordt
eens te meer met geen woord gerept over de
specifieke taalproblemen en het belang
van intensief NT2 ook voor het bieden van meer ontwikkelingskansen. Volgens
TIMSS-2015 wordt er in ons kleuteronderwijs te weinig aandacht besteed aan
voorbereidend lezen, systematisch woordenschatonderwijs
We betreuren dat de
drie GOK-Steunpunten die enorm veel overheidsgeld ontvingen geen inspanningen
deden voor een meer uitgebalanceerd curriculum voor het kleuteronderwijs.
4. In het recent
VLOR- rapport 't Is goe, juf, die spreekt mijn taal! Over
thuistaalgebruik en talensensibilisering pakken medewerkers van Van Avemaet
& Van den Branden eens te meer uit met de vele zegeningen van het
thuistaalonderwijs - ook als opstap voor
het Nederlands. Ze zochten echter vooral
naar uitgesproken voorbeelden van overtuigend
thuistaalgebruik, maar vonden er geen.
Ze reppen ook dit keer met geen woord over het belang van intensief
NT2-taalonderwijs. Bij lezing van het rapport wordt ook duidelijk dat
talensensibilisering een wollig containerbegrip is dat alle mogelijke invullingen kan krijgen, naast
gebruik van de thuistalen ook CLIL b.v.
De VLOR heeft voor de
opstelling van dit rapport naar goede gewoonte enkel voorstanders van intens
gebruik van thuistaalgebruik uitgenodigd. De VLOR-vrijgestelden wisten nochtans
maar al te best dat de thematiek controversieel is en dat de gevraagde onderzoekers
enerzijds de invoering van NT2 vanaf het kleuter bestrijden en anderzijds de
idee van thuistaalonderwijs ophemelen.
5. Ook de recente OKAN-studie was in handen
van Van Avermaet en Van den Branden; voorstelling in januari 2017. Dat zij het
taalbad van 1 jaar voor OKAN-leerlingen in het s.o. willen beperken tot 3 à 6
maanden, is dan ook niet verwonderlijk, maar wel heel jammer.
|