1 Intensief NT2-taalonderwijs overbodig, maar
extra moedertaalgebruik is wondermiddel kennis Nederlands niet eens zo belangrijk
voor leerresultaten en integratie
1.1 Geen intensief NT2, maar wel intensief
moedertaal-gebruik op school
Voor de Gentse prof. Piet Van Avermaet en zijn Steunpunt Diversiteit zijn de kennis van het Nederlands en intensief
NT2-onderwijs niet belangrijk voor de leerresultaten en integratie. Van Avermaet en zijn Steunpunt Diversiteit
verzetten zich ook steevast tegen het taalalarm en de taaloproepen van de
ministers Vandenbroucke, Smet en Crevits, tegen de invoering van intensief NT2
vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs; tegen de vele lessen Nederlands
binnen OKAN-klassen,
In 2008 poneerde Van Avermaet in zijn verzet tegen de
taalplannen van minister Vandenbroucke, dat hij het absoluut NIET eens was met
volgende stellingen: *dat migrantenkinderen vanuit hun achtergrond vaak een taalprobleem hebben *en dat dit een negatieve invloed heeft op
hun leerprestaties *dat men zonder Nederlands onmogelijk goed kan functioneren;
dat kennis van het Nederlands maatschappelijk allerhande mogelijkheden opent
die er anders niet zouden zijn. (Taal, Onderwijs en de samenleving, EPO,
2008).
Niettegenstaande het verzet tegen de taaloproepen van de
opeenvolgende onderwijsministers en het verzet tegen de invoering van intensief
NT2-onderwijs kregen de GOK-Steunpunten
van Van Avermaet, Kris Van den Branden en Ferre Laevers in de periode 1990-2010
het monopolie inzake GOK- en taalondersteuning. En ondanks het feit dat hun GOK-Steunpunten weinig of geen
resultaten opleverden, mochten Van Avermaet en Co ook de voorbije 10 jaar de
vele door onderwijsministers gesponsorde taalstudies leiden en er hun
refreintjes verkondigen.
Samen met 2 andere GOK-Steunpunten ontving het Steunpunt
Diversiteit gedurende bijna 20 jaar jaarlijks 75 miljoen BFR per jaar voor
invoering NT2 & voor achterstandsonderwijs, maar het resultaat was eerder
contraproductief en de taalproblemen bleven even groot. In 2004 pakten de Steunpunt-directeurs zelfvoldaan nog uit met de stelling dat door hun toedoen
nu alles o.k. was in het basisonderwijs. Minister Crevits poneerde dat de grote
GOK-investering weinig resultaten
opleverde. In PISA- & TIMSS-2015 werd immers vastgesteld dat de (taal)problemen
van anderstalige leerlingen niet afgenomen zijn. Van Avermaet en Co pakken nu de voorbije jaren vooral uit met de vele zegeningen van frequent moedertaalgebruik, met b.v.
ook het eerst leren lezen en schrijven in het Turks in een Gents experiment dat ze enkele jaren
geleden begeleidden.
Van
Avermaet formuleerde zijn pleidooi tegen intensief NT2-onderwijs
& voor intensief moedertaalgebruik ook zo. Geen intensief NT2 vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs,
want In een taalbad verzuip je,
poneerde Piet Van Avermaet op 14 april
2014 in de krant De Standaard in een reactie op een aantal pleidooien voor
meer aandacht voor het leren van het Nederland.: We moeten af van de gedachte dat altijd Nederlands
spreken op school beter is. Kinderen
bloeien immers pas open als hun thuistaal niet verdrongen wordt.
De
metafoor van het taalbad wordt al veertig jaar gebruikt, sinds er
migrantenkinderen in onze scholen kwamen. En we merken dat dat bad geen
garantie is om volwaardig het Nederlands te leren.
Een
hele dag instructie in het Nederlands, en nooit even in je eigen thuistaal tot
rust komen, en de volgende dag weer in dat zwembad gegooid worden, doet
leerlingen afhaken (voel je de link met gelijke onderwijskansen? Om een tweede taal te leren heb je contact
nodig in die taal, input. Maar het is nergens aangetoond dat je die input
constant nodig hebt. Het duurt
overigens minstens vijf jaar sommige onderzoekers spreken over elf jaar om
je die tweede taal als instructietaal eigen te maken Het aantal minuten per dag dat een
anderstalige leerling de kans krijgt om daadwerkelijk Nederlands te spreken en
te oefenen is vrij miniem in vergelijking met de vele uren dat hij veelal zijn
thuistaal kan spreken en beluisteren en
met de belangrijke eerste levensjaren waarin hij vaak enkel de thuistaal kon
leren. Ons pleidooi voor intensief
landstaalonderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs betekent ook
veel meer dan een taalbad en wordt in tal van landen met succes toegepast. En
hoe jonger de leerlingen zijn hoe beter. Van Avermaet en Co houden de invoering
van intensief NT2 al 25 jaar tegen en zijn dan verwonderd dat anderstalige leerlingen problemen blijven
hebben met het Nederlands.
1.2 Negatie
specifieke problemen met Nederlands: (taal)problemen enkel het gevolg van
sociale discriminatie, kansenongelijkheid
Nog een aantal krasse uitspraken van Van Avermaet & Kris
Van den Branden (Steunpunt NT2): Het
leerpotentieel en de bereidheid leerinspanningen te leveren zijn gelijk
verdeeld over de verschillende volkeren en bevolkingslagen. Als kinderen van een andere etnische afkomst
slechter presteren (b.v. minder goed Nederlands kennen), is er enkel sprake van
systematische kansenongelijkheid en discriminatie (Steunpunt GOK, Beter,
breder en met meer kleur, 2004).Men gaat
er ook ten onrechte van uit dat veel immigranten onvoldoende Nederlands kennen
om te functioneren in onze samenleving:
We hebben voorbije decennia
gezien hoe de ideologie van het belang van Nederlands zich steeds comfortabeler
heeft genesteld in de publieke opinie. "
Naast het negeren van de specifieke problemen met het
Nederlands, en het afwijzen van intensief NT2-taalonderwijs vanaf de
kleuterschool, bekritiseerden Van Avermaet & Co ook herhaaldelijk het OKAN-onderwijs: Men gaat er zoals al gezegd ook
ten onrechte van uit dat anderstalige kinderen vanuit hun achtergrond een
taalprobleem hebben. Ook het doel van
het opvang-onderwijs (OKAN) is de kinderen uiteindelijk te mainstreamen, ze
nadien in de gewone klassen te kunnen opnemen, waar ze dan na enige tijd
naast Nederlands ook Frans en Engels aangeleerd krijgen, en zo een nieuw
meertalig individu worden. Dat laatste soort meertaligheid is geldig, en het
danst op een solide vloer van Nederlandse eentaligheid. De meertaligheid van
die anderstalige nieuwkomers heeft geen
enkele waarde als taalbagage ( in: Wiens Nederlands? Over taalnaïviteit
in het beleid, in: Sampol, 31 maart 2006.)
In de recente OKAN-studie formuleren Van Avermaet, Van
den Branden en Co ook kritiek op 1 jaar intensief taalbad voor anderstalige
nieuwkomers in het s.o. een aanpak die ook in het buitenland nochtans meestal wordt toegepast. Zij willen het taalbad beperken tot een periode
van drie tot zes maanden. (Cartografie en analyse van het onthaalonderwijs voor
anderstalige nieuwkomers en OKAN-leerlingen, januari 2017).
2 Thuistalen-aanwending
& eerst in thuistaal leren lezen en schrijven als wondermiddel - ook
voor kennis Nederlands!?
2.1
Gents intensief thuistaalproject eerste lezen lezen & schrijven in het
Turks
In
een taalbad verzuip je van 14 april 2014 poneert Van Avermaet niet
enkel dat een taalbad niets uithaalt, maar
wel het
moedertaalgebruik op school. Hij
verwijst naar een Gents thuistaalproject waarbij Turkse kinderen eerst leren
lezen en schrijven in het Turks à rato
van 4/5 uren per week in kleuteronderwijs en eerste graad lager onderwijs. Van
Avermaet en Co opteren voor een uitgebreid pakket
thuistalensensibilsiering. Zo
participeerden ze aan het Gents ambitieus experiment van 4/5 lesuren
Onderwijs in eigen taal en cultuur voor Turkse leerlingen in kleuteronderwijs
en eerste graad lager onderwijs - op
voorstel van de Stad Gent.(2008-2012). Het
ging vooral om leren lezen en schrijven
in het Turks in 2 projectscholen. Van Avermaet begeleidde en evalueerde achteraf dit project. We lazen: Het is de bedoeling om de Turkse
kinderen eerst in het Turks te alfabetiseren. Dit moet ook leiden tot een
verbetering van hun kennis van het Nederlands. Het aantal lestijden OETC kan
voor de kleuters en de leerlingen 1ste graad lager is gemiddeld 4. We spreken
hier van gemiddeld omdat wellicht bij de basale leesinstructie daaraan
dagelijks minimaal één lestijd zal moeten gespendeerd worden (5 dus).
2.2 Geen effect op kennis Nederlands en Turkse
ouders willen geen Turks op school
Van Avermaert pakte de voorbije jaren en ook nog op 27 november j.l. in Hautekiet uit met de vele zegeningen van dit Gents OETC-project. Maar hij verzweeg dat hij zelf na de
evaluatie moest toegeven dat zijn
hypothese weerlegd werd, dat zelfs dit heel intensief OETC-programma geen
positief effect sorteerde op de kennis
van het Nederlands.
Hij verzweeg ook dat de meeste Turkse ouders niet akkoord
gingen met het experiment en het ook een slecht integratiesignaal vonden. Directeur
Frank van de Mozaïek-school die betrokken was bij het experiment, getuigde dat
veel Turkse ouders dit experiment niet genegen waren. Hij stelde: Voortdurend werden we op school aangesproken
door ouders op onze aanpak betreffende
het gebruik van de thuistaal Turks op school. Ouders zegden: Op die andere
school mogen de kinderen geen Turks spreken. Dat is ook goed zo. Zo kunnen de
kinderen veel Nederlands leren (De Katholieke Schoolgids, januari 2010, p.
8). Hij verzweeg ook dat veel Turkse
ouders het liefst hun kinderen naar een
school sturen met weinig Turkse leerlingen, precies om te voorkomen dat ze te
veel onderling Turks spreken.
In een protestbijdrage die de Turkse ouder K. M. omtrent het Gents experiment naar Onderwijskrant stuurde, lazen
we volgende
bezwaren tegen het project: In
plaats van effectieve maatregelen te treffen om de Nederlandse taal te
stimuleren op school, en kinderen en hun ouders ervan bewust te maken wat het
maatschappelijk nut ervan is, besteedt de Gentse overheid veel aandacht aan de
moedertaal van anderstalige leerlingen. Lessen in de eigen moedertaal vergroten
echter vooreerst de kloof tussen de sterkste en de zwakste leerling door het
feit dat die leerlingen een aantal gewone lessen missen. Ze vergroten tevens
het mentaliteitsverschil tussen de gemeenschappen en de maatschappij waarin ze
leven. Deze projecten zijn ook misleidend voor de niet gemotiveerde
anderstaligen, die de sociale normen en attitudes van onze Westerse samenleving
niet willen respecteren. De Turkse ouders krijgen ook de boodschap dat
Nederlands kennen toch niet zo levensnoodzakelijk is en de leerlingen zelf
zullen buitenschools voor spreken, lezen en schrijven nog minder het Nederlands
gebruiken. De neiging van Gentse Turken om zich binnen de eigen gemeenschap op
te sluiten, zal hierdoor nog toenemen. Men kan zich ook afvragen wat het effect
is voor de anderstalige leerlingen die niet van Turkse afkomst zijn.
2.3 Studie Agirdag en Co : gebruik van Turks op
school leidt niet tot meer, maar tot tot minder welbevinden Turkse leerlingen
In zijn uitspraken over het Turks thuistaalexperiment in
Gent stelt Van Avermaet ook al te vlug dat
zon aanpak het welbevinden van de Turkse leerlingen bevorderde. Hij verzwijgt
dat Agirdag, Jordens en Van Houtte in 2014
in hun studie precies het omgekeerde vaststelden: correlaties tussen het gebruik van het Turks op school en een verminderd welbevinden onder Turkse
leerlingen. Maar volgens de onderzoekers zou dit enkel het gevolg zijn van
het erg negatieve schoolklimaat wat hun talige achtergrond betreft (Speaking Turkish in Belgian primary
schools, Bilig, 70, nr.1, p. 7-28).
2.4 Enthousiaste reactie Van Avermaet op recente
GO!-leidraad inzake meertalig onderwijs & kritiek op zijn stelling
Piet Van Avermaet, reageerde op 27 november in De Ochtend en in
het programma Hautekiet (27 november) heel
positief op de nieuwe leidraad van het GO! inzake meertalig onderwijs.
Hij stelde: De moedertaal is een
hefboom om Nederlands te leren
. En stel dat een leraar een wiskundeoefening
geeft in de lagere school. Eén Turkse leerling begrijpt er niets van en een
andere wel. Laat dan die laatste de oefening in het Turks uitleggen aan de
andere leerling. De leraar kan daarna vragen aan de zwakkere leerling om in het
Nederlands te vertellen wat hij net geleerd heeft. Hij stelde dat ook
groepswerk in b.v. het 5de leerjaar met
medeleerlingen in de eigen moedertaal zoals het GO! voorstelt ook heel zinvol
was. Hij stelde ook nog dat b.v.
kinderen die thuis enkel b.v. Turks spreken, ook nog de kans moeten krijgen om
Turks te leren/spreken op school. Hij
vertelde er niet bij dat uit een studie van Orhan Agirdag en Mieke Van Houtte
uit 2014 bleek dat de Turkse ouders willen dat hun kinderen aangespoord worden
om zoveel mogelijk Nederlands te spreken op school, en geen Turks.
Dirk
Van Damme (OESO-expert onderwijs)
reageerde op 27 november heel scherp op de uitspraken van Van Avermaet.
Hij liet via de sociale media weten dat
hij geenszins akkoord ging met van Van
Avermaet. Van Damme poneerde: Piet Van Avermaet vertegenwoordigd slechts één stroming in sociolinguïstiek.
(Er zijn inderdaad veel onderzoekers die een andere visie verkondigen, maar Van
Averamet en Co wekten de indruk dat er eensgezindheid is. ) Voor
mij is het onderzoek duidelijk: bij heel
jonge kinderen kan moedertaal tot op zekere hoogte helpen bij verwerving
van de onderwijstaal. Maar in het vervolg van de schoolloopbaan te tolerant
zijn is nefast. We moeten de ambitie
voor Nederland voldoende hoog houden! Gebruik moedertaal op school kan ook snel
leiden tot segregatie. De Onderwijstaal Nederlands is ook een middel om ouders tot het leren en gebruiken
van het Nederlands aanzetten. De kennis
van het Nederlands is bij anderstalige
gezinnen is in Vlaanderen opvallend te laag." (Ook opvallend lager dan
in Nederland waar meer taaleisen worden gesteld.) Van Damme: In Vlaanderen is verschil in PISA score tussen migrantenleerlingen die
thuis Nederlands spreken en die thuis een andere taal spreken 51 punten, één
van de hoogste verschillen. Is het dan aangewezen de moedertaal in de school te
brengen, of eerder ambitieus te zijn in het verwerven van Nederlands?
In
De Ochtend (VRT) van 23 december
j.l. verwoordde ook Van Avermaets Gentse medewerkster Reinhilde Pulinx nog
eens de visie van het centrum
Diversiteit en onderwijs . Nadat
ze in een eigen studie eens te meer vastgesteld had dat de overgrote
meerderheid van de leerkrachten voorstander is van het stimuleren van de
leerlingen om zoveel mogelijk Nederlands te spreken op school, beweerde ook zij net als Orhan Agirdag en
Mieke Van Houtte in 2014, dat dat de
leerkrachten ongelijk hebben. Pulinx,
drukte ook net als Van Avermaet haar verzet tegen de
taaloproepen van de opeenvolgende onderwijsministers uit:
"We stoten hier op de paradox: het
beleid is erop gericht om alle leerlingen kansen Nederlands te geven
om het goed te doen op school, maar door die dynamiek krijgen we net een
tegenovergesteld effect." Frequent
gebruik van de moedertalen in klas zou ook volgens haar wel heel effectief
zijn.
3 Valse beschuldigingen: leerkrachten en onderwijsministers bestraffen
minimaal gebruik van thuistalen niet en maken er al lang ook sporadisch gebruik
van
Pulinx beweerde ook dat de leerkrachten het gebruik van
de thuistaal op school streng bestraffen. De pleitbezorgers van intens moedertaalgebruik
op school beweren steevast dat dat allochtone leerlingen vaak gestraft worden
als ze geen Nederlands spreken. In een grondige etnografische studie stelde
prof. Jürgen Jaspers (UA) in 2015 vast
dat de beschuldiging dat het gebruik van de thuistaal op de speelplaats e.d.
door leerkrachten vaak en streng bestraft wordt, absoluut niet opgaat. Hij
constateerde na observatie dat de leerkrachten zich in de praktijk vrij mild en
pragmatisch opstellen ook al blijven ze het gebruik van het Nederlands
principieel stimuleren: Tussen
meervoudige vuren: Pedagogische Studiën, 2015, nr. 4, p. 344-36. Jaspers
vermeldt ook dat zijn vaststellingen haaks staan op de beschuldigingen van een
aantal sociologen en taalkundigen aan het adres van de leerkrachten. denk
maar aan de beschuldigingen van Agirdag, Pulinx, Van Avermaet
Dat een school het te pas te onpas gebruiken van de
thuistaal en de weigering om Nederlands
te spreken, wel eens bestraft - en o.i.
terecht, is een andere zaak.
Jaspers wekt wel ten onrechte de indruk dat het officieel
taalbeleid het sporadisch en pragmatisch gebruik van de moedertaal zou
verbieden en geenszins zou appreciëren. Dat is nooit het geval geweest en de
leerkrachten beseffen dat maar al te best. Dat minister Vandenbroucke in 2007
stelde dat gelijke kansen tot drie belangrijke prioriteiten leiden: taal, taal
en nog eens taal betekent uiteraard wel
dat er meer aandacht moest zijn voor het
leren van het Nederlands -de officiële schooltaal ; maar niet dat ze het sporadisch pragmatisch gebruik van de
thuistaal als nefast beschouwden. Dat
Vandenbroucke tegelijk opmerkte dat het inspelen op de moedertaal ook
bemoeilijkt werd door de aanwezigheid meestal van meerdere thuistalen, lijkt me
verder ook correct. Jaspers schrijft Leerkrachten zijn geen passieve uitvoerders
van het beleid. Het lijkt weinig waarschijnlijk dat ze de laatste 20 jaar doof
zijn geweest voor de herhaalde suggesties dat zelfs binnen een eentalig
onderwijssysteem er ruimte is om thuistalen minimaal aan bod te laten komen.
Jaspers stelde vast dat dit laatste ook het geval is. Maar ook zonder die
suggesties deden leerkrachten dit ook al en minister Vandenbroucke en zijn
opvolgers hadden niet de bedoeling om zon minimaal en pragmatisch gebruik van
de thuistalen als nefast te bestempelen. Maar de voorstellen van de
propagandisten van thuistaalgebruik reiken veel verder zoals ook blijkt uit
het Gent experiment met het eerst leren lezen en schrijven in het Turks dat
door Van Avermaet en Co aanbevolen en begeleid werd, of in het voortel van het
GO! voor het laten maken van groepswerk in de eigen moedertaal.
4 GOK-Steunpunten en taalstudies in handen van
taalrelativisten en NT2-tegenstanders,
van propagandisten intensief thuistalengebruik
op school
Niettegenstaande Van Avermaet afstand nam van de
taaloproepen en -plannen van de opeenvolgende onderwijsministers kreeg hij
samen met taalachterstandsnegationist
Kris Van den Branden in de periode 1990-2010 de leiding van de GOK-Steunpunten
en taalodnersteuning in handen. En merkwaardig genoeg werd aan Van Avermaet en
Van den Branden de voorbije jaren eveneens de leiding van de 5 recente
taalstudies toegekend.
In het recent VLOR- rapport over talensensibilisering - 'tt Is goe, juf, die spreekt mijn taal! pakken
Van Avermaet & Gentse
medewerkers & medewerkers van
het Leuvens Centrum voor Taal en Onderwijs van prof. Kris Van den Branden eens te meer uit met de vele zegeningen
van het gebruik van de moedertalen, maar ze reppen met geen woord over het belang van intensief
NT2-taalonderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs . De VLOR heeft
voor de opstelling van dit rapport naar goede gewoonte enkel voorstanders van
frequent gebruik van de moedertalen uitgenodigd: Centrum Diversiteit en Leren:
Van Avermaet & Sierens; Leuvens Taalcentrum: Van Gorp, Frijns en Devlieger. De VLOR-vrijgestelden wisten maar
al te best dat de thematiek controversieel is en dat de gevraagde auteurs enerzijds de invoering van NT2 vanaf het
kleuter bestrijden en anderzijds de idee van thuistalenonderwijs
ophemelen.
Het in april 2016 verschenen onderzoek MARS -Meertaligheid Als Realiteit op School
- werd eveneens uitgevoerd onder de leiding van twee van de ferventste
taalachterstandsnegationisten en superdiversiteitsideologen: Piet Van Avermaet en socioloog Orhan Agirdag.
In dit project over talensensibilisering
gaat veel aandacht naar het gebruik van de moedertalen op school, maar wordt
met geen woord gerept over het belang van NT2. Het is ook merkwaardig dat de
overheid geld besteedt aan het laten opstellen van instrumenten - teksten in de
thuistalen e.d. - voor sensibilisering van de thuistalen, maar dat de
leerkrachten er hun beklag over doen dat ze weinig of geen leermiddelen krijgen
voor NT2.
Ook het KBS-Project
Kleine kinderen, grote kansen stond onder de leiding van Van Avermaet. Vlaams
minister
van Onderwijs Hilde Crevits gaf op 29 februari
2015 samen met de Koning Boudewijn Stichting - het startschot van het zoveelste
onderwijsvoorrangsproject: Kleine
Kinderen, Grote Kansen. We lezen over het doel: Wetenschappelijk onderzoek
toont het belang aan van kwaliteitsvol (kleuter)onderwijs in de eerste
levensjaren. Zon terechte stelling
roept grote verwachtingen op. Bij verdere lezing waren we al vlug ontgoocheld. Er gaat wel veel aandacht naar het belang van het
kunnen spreken van de eigen moedertaal op school, maar er wordt met geen woord gerept over de specifieke taalproblemen en het belang van intensief NT2
ook voor het bieden van meer ontwikkelingskansen.
Van Avermaet en Van den Branden werden ook de recente
OKAN-studie (januari 2017) toevertrouwd. Dat zij het taalbad van 1 jaar voor
OKAN-leerlingen in het s.o. willen beperken tot 3 à 6 maanden, is dan ook niet
verwonderlijk.
5 Ook zonder Nederlands kan men functioneren in
superdiverse maatschappij - en
Nederlands werkt discriminerend i.p.v. emanciperend
In Wiens Nederlands? Over taalnaïviteit in het beleid,
in: Sampol, 31 maart 2006, beweren Van Avermaet en Blommaert ook dat integratie
van allochtonen in onze zogezegd superdiverse maatschappij niet mogelijk en ook
niet nodig; en is dus ook de kennis van
het Nederlands minder belangrijk.
Foute opvattingen liggen aan de grondslag van
het beleid rond Nederlands aan migranten. Men gaat ervan uit dat Vlaanderen een
eentalig Nederlands gebied is, dat men zonder Nederlands onmogelijk kan
functioneren in dit land, dat kennis van het Nederlands allerhande
mogelijkheden opent die er anders niet zouden zijn. De suggestie dat men enkel
een goeie buur kan zijn wanneer men Nederlands spreekt, gaat uit van de veronderstelling dat men
Nederlands nodig heeft in die buurt, en dat die buurt normaal gezien eentalig
Nederlands is. Wanneer een Nigeriaan immigreert in de Gentse Rabotwijk, een
buurt waar de autoriteitsfiguren de lokale middenklasse van handelaars en een
opkomende generatie van intelligentsia overwegend Turks zijn, dan is kennis
van het Turks voor die Nigeriaan vaak belangrijker dan kennis van het
Nederlands. Zijn huisbaas is immers Turks..
Eddy Bonte, Hogeschool Gent, repliceerde: De waarheid luidt dat het valse discours van
Blommaert, Van Avermaet, Maly
invloedrijke allochtonen ertoe zal aanzetten de
kennis van het Nederlands te contesteren en zo de derde en binnenkort de vierde
generatie verder het getto zal induwen. De waarheid luidt dat een bepaald soort
Vlamingen de allochtonen in deze zelfcastratie steunt, hun slachtofferrol
voedt, hun achterstand vergoelijkt (nu met een academisch sausje) en ze
paternalistisch behandelt als een bende achterlijke tsjoek-tsjoeks. Daarom noem
ik het een wansmakelijk verhaal. No pasaran.
In een opiniebijdrage schreef ook prof. Rik Torfs terecht: Progressieve
geesten waren altijd voor de multiculturele samenleving, zonder veel
inhoudelijke verduidelijking. Een paar
jaar geleden pleitten heel wat progressieve geesten plots voor
superdiversiteit, een radicalisering van
multiculturalisme Volgens propagandisten
van de superdiversiteit was het niet langer duidelijk aan welke opvattingen en
gebruiken minderheden zich zouden moeten aanpassen. Het klassieke
integratieproject en zelfs de notie multiculturaliteit zouden voorbijgestreefd
zijn. Volgens de superdiversiteit-propagandisten betekent het
radicaal opdoeken van het integratie-concept tevens dat de kennis van het
Nederlands nog veel minder belangrijk geworden is en zelfs de emancipatie van
de allochtone burgers hindert i.p.v. bevordert (In: (Zijn we in oorlog? Niet
in de klassieke zin, De Morgen, 17
november 2015)
Net als Van Avermaert en Blommaert pleit ook prof.
Maurice Crul, pleit in zijn boek Superdiversiteit. Een nieuwe visie op
integratie voor het radicaal verlaten van de klassieke visie op integratie.
Dit kwam ook tot uiting in zijn opiniebijdrage in De Morgen van zaterdag 18
januari 2014: j.l.: Multiculturalisme is dood, rechts-populisme is
achterhaald. Volgens Crul en andere propagandisten van de superdiversiteit is
het niet langer duidelijk aan welke opvattingen en gebruiken minderheden zich
moeten aanpassen. Het klassieke integratieproject zou totaal voorbijgestreefd
zijn. Veel politiek correct denkenden, propagandisten van de victimisation en
pleitbezorgers van superdiversiteit i.p.v. integratie, bestrijden veelal het integratieproject - en ook kennis van het Nederlands was
volgens hen niet zo belangrijk. Wie pleitte voor kennis van het Nederlands en
voor het invoeren van intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste dag van het
kleuteronderwijs, werd soms zelfs als taalracist bestempeld. ...
.
|