Waarom concludeerden de Leuvense onderzoekers De Fraine, Van Damme al te vlug dat de PIRLS-resultaten zouden uitwijzen dat er dringend nood is aan een universitaire (master)opleiding voor onderwijzers
Waarom concludeerden de Leuvense onderzoekers De Fraine, Van Damme al te vlug dat de PIRLS-resultaten zouden uitwijzen dat er dringend nood is aan een universitaire (master)opleiding voor onderwijzers
Leerlingen van jongere leerkrachten presteren voor PIRLS minder goed dan leerlingen van oudere en meer ervaren leerkrachten.
Mogelijke oorzaken die NIET vermeld werden door Leuvense onderzoekers
(1) Evident dat ervaring belangrijk is. Op basis van ervaring zullen leerkrachten ook zwakke kanten van leesmethode beter kennen en kunnen compenseren en bv. de methode aanvullen met eigen leesteksten.
(2) Begrijpelijk ook dat oudere leerkrachten die meer zijn opgeleid met de klassieke leesmethodiek & ook met handboeken met meer klassieke (meer uitdagende) leesteksten + vragen gewerkt hebben tijdens opleiding en erna, beter presteren dan jonge leerkrachten die de klassieke. methodiek & methodes veel minder kennen en ook tijdens de opleiding veel minder gedemonstreerd zagen op de inmiddels opgedoekte- oefenschool.
De Leuvense onderzoekers concludeerden uit de vermelde bevinding dus al te vlug en vooringenomen dat er dringend nood was aan universitair opgeleide onderwijzers.
Eén van hen, Jan Van Damme is hier al sinds 1989 de grote pleitbezorger van.
In het zog van de invoering van de universitaire opleiding voor onderwijzers en regenten in Frankrijk in het jaar 1989 pleiten Van Damme en andere universitaire pedagogen en lerarenopleiders al voor de invoering ervan in Vlaanderen.
Wat de Leuvense profs. De Fraine en Van Damme er niet bij vertellen is dat de Franse leerlingen in het lager onderwijs en in de lagere cyclus s.o. voor TIMSS/PISA er sindsdien sterk op achteruit gingen en zelfs een achterstand van 1 leerjaar hebben op de Vlaamse leerlingen.