Superdiversiteit i.v.p. integratie? Multiculturalisme in het
kwadraat? Is/was integratie als beleidsconcept niet zinvol?
Situering bijdrage
In een opiniebijdrage in De Morgen (Zijn we in oorlog?
Niet in de klassieke zin) schrijft Torfs terecht: Progressieve geesten waren altijd voor de multiculturele samenleving,
zonder veel inhoudelijke verduidelijking. Hij stelt o.a. Er is enkel ruimte voor multiculturaliteit
binnen de democratische rechtsstaat. Een paar jaar geleden pleitten heel
wat progressieve geesten voor superdiversiteit, een radicalisering van
multiculturalisme Volgens propagandisten van de superdiversiteit was het
niet langer duidelijk aan welke opvattingen en gebruiken minderheden zich
zouden moeten aanpassen. Het klassieke integratieproject en zelfs de notie
multiculturaliteit zouden voorbijgestreefd zijn. Volgens de de
superdiversiteit-propagandisten betekent het radicaal opdoeken van het
integratie-concept tevens betekent dat de kennis van het Nederlands nog veel
minder belangrijk geworden is en zelfs de emancipatie van de allochtone burgers
hindert i.p.v. bevordert.
De superdiversiteitideologie komt o.a. tot uiting in
uitspraken als:
Ico Maly : Nederlands leren bij allochtonen is niet
emanciperend, maar discriminerend.
Van Avermaet :Men gaat er ten onrechte van uit dat veel
immigranten onvoldoende Nederlands kennen om te functioneren in onze
samenleving
Van Avemaet: We hebben voorbije decennia gezien hoe het
naïeve beeld (de ideologie) van het belang van Nederlands zich steeds
comfortabeler heeft genesteld in de publieke opinie. "
Van Avermaet: Minister Vandenboucke gelooft volgens hem te
sterk en te naïef in de taalstimulering als een belangrijke hefboom (Wiens Nederlands?
Over taalnaïviteit in het beleid, Sampol, maart 2006).
In 2008 poneerde Van Avermaet in zijn verzet tegen de
taalplannen van minister Vandenbroucke, dat hij het absoluut NIET eens was met
volgende stellingen: *dat migrantenkinderen vanuit hun achtergrond vaak een
taalprobleem hebben *en dat dit een negatieve invloed heeft op hun
leerprestaties *dat men zonder Nederlands onmogelijk goed kan functioneren; dat
kennis van het Nederlands allerhande mogelijkheden opent die er anders niet
zouden zijn. (Taal, Onderwijs en de samenleving, 2008).
We plaatsten in 2014 op ons facebook en blog al een bijdrage
over superdiversiteit, als reactie op twee recente en radicale pleidooien voor
superdiversiteit. Er was vooreerst het pleidooi van de Nederlandse prof.
Maurice Crul tegen integratie en voor zgn. superdiversiteit
(Multiculturalisme is dood, DM, 18 januari 2014. De Leuvense prof. Kris Van den Branden, ex-directeur
Steunpunt NT2 Leuven en momenteel van het Leuvens Centrum voor taal en
onderwijs, schaarde zich in zijn blog Over superdiversiteit,
onderwijs en erbij horen van 2 februari 2014 enthousiast achter de
superdiversiteitsideologie en tegen het streven naar integratie. We citeren
nog eens onze reactie (februari 2014) op deze twee superdiversiteitspleidooien.
Onze reactie op
superdiversiteit van februari 2014
In een aantal recente pleidooien voor superdiversiteit
wordt de indruk gewekt dat door de multiculturaliteit de thematiek van de
integratie en het belang hierbij van de kennis van het Nederlands niet zo
belangrijk meer zijn. De Vlaamse samenleving en schoolbevolking zijn inderdaad
in tal van regios superdivers geworden. Dit is o.i. geen argument om het
belang van d.e kennis van het Nederlands te minimaliseren; integendeel: een
gemeenschappelijke taal is nog belangrijker in een superdiverse maatschappij en
school. Pleidooien voor superdiversiteit gaan vaak samen met pleidooien voor
het relativeren van het belang van integratie en van de kennis van het
Nederlands.
Ook prof. Maurice Crul, pleit in zijn boek
Superdiversiteit. Een nieuwe visie op integratie voor het radicaal verlaten
van de klassieke visie op integratie. Dit kwam ook tot uiting in zijn
opiniebijdrage in De Morgen van zaterdag 18 januari 2014: j.l.:
Multiculturalisme is dood, rechts-populisme is achterhaald. Volgens Crul en
andere propagandisten van de superdiversiteit is het niet langer duidelijk aan
welke opvattingen en gebruiken minderheden zich moeten aanpassen. Het
klassieke integratieproject zou totaal voorbijgestreefd zijn.
Kris Van den Branden, ex-directeur Steunpunt NT2 Leuven,
schaarde zich in zijn blog Over
superdiversiteit, onderwijs en erbij horen van 2 februari 2014 achter de
superdiversiteitsideologie. Hij nam vooreerst afstand van de visie van minister
Geert Bourgeois die de integratie en de kennis hierbij van het Nederlands heel
belangrijk vindt. Van den Branden is steeds tegenstander geweest van
NT2-onderwijs en concludeerde in dezelfde lijn: Zou het kunnen dat de verdere
kwaliteitsverhoging van het Vlaamse onderwijs minder afhangt van didactische
spitsvondigheden dan van ons vermogen om elke leerder het gevoel te geven dat
hij/zij erbij hoort? Over NT2 repte hij met geen woord; het zou volstaan dat
die leerlingen het gevoel krijgen erbij te mogen horen. Hieruit trekken
sommigen de conclusie dat het opdoeken van de integratie-idee ook betekent dat
de kennis van het Nederlands veel minder belangrijk geworden is. Ook de
Leuvense prof. Ides Nicaise fulmineerde al in De school van de ongelijkheid
(2007) tegen het verderfelijke assimilatiespoor en tegen NT2. Van den
Branden ontving met zijn Steunpunt NT2-Leuven in de periode 1990-2010
niet minder dan 12,5 miljoen euro ter ondersteuning van de uitbouw van
intensief NT2. Het Leuvens Steunpunt concludeerde al na een paar jaar dat
NT2 overbodig was in het basisonderwijs en dat NT2=NT1.
In het rapport Biedt
het concept integratie nog perspectief? (december 2013) nam het Nederlands
Sociaal en Cultureel Planbureau terecht afstand van het schrappen van het
integratie-concept vanwege superdiversiteit-ideologen. Het Planbureau wil niet
zomaar het belang van integratie en van de kennis van het Nederlands hierbij
laten vallen. We citeren even. Dat vanwege superdiversiteit niet langer
duidelijk is aan welke opvattingen en gebruiken minderheden zich moeten
aanpassen, en dat daardoor iedereen zich aan iedereen gaat aanpassen lijkt ons
een vreemde voorstelling van zaken. Alsof verschuivende getalsmatige
verhoudingen ertoe leiden dat centrale elementen van een cultuur van de
ontvangende samenleving als vanzelf en zonder problemen mee gaan schuiven.
Superdiversiteit strijkt cultuurverschillen niet glad
en met superdiversiteit zijn de discussies over de betekenis van verschillende
normen niet beslecht. In Europees verband bestaan er tal van activiteiten,
zowel beleidsmatig als in het onderzoek, die vertrekken vanuit het concept
integratie. Het is belangrijk om hierop te kunnen blijven aansluiten.
Integratie als (beleids)concept is nog steeds waardevol. Deze argumenten voor
en tegen afwegend zijn wij van mening dat integratie als (beleids-) concept in
ere gehouden moet worden. Het integratievraagstuk speelt nog in volle omvang,
en dan is het vreemd om dit niet als zodanig te benoemen. We merken overigens
dat prof. Crul wel de superdiversiteit verdedigt, maar zich tegelijk geen
tegenstander toont van intensief NT2.
In een recent debat wees de ruimdenkende filosoof
Philippe Van Parijs terecht op het belang van het kennen van de taal van de
streek - ook voor de sociale integratie en cohesie: Sprekers van nieuwe talen
met lagere status leren best de taal van de streek waar ze gaan wonen omdat
anders de sociale cohesie, de maatschappelijke samenhang onder druk dreigt te
komen. Mensen die elkaars taal niet kennen, kunnen moeilijk samen-leven. Het
gebrek aan kennis van de lokale taal, werkt ook de sociale mobiliteit van de
nieuwkomers tegen, wat leidt tot economische achterstand. Tenslotte is de
kennis van het Nederlands noodzakelijk om volwaardig burger te kunnen zijn in
Vlaanderen en bijvoorbeeld het politieke en maatschappelijke debat te kunnen
volgen, laat staan er aan deel te nemen." (Meer uitvoerig in E-book
1-Google: The linguistic territoriality principle: right violation or parity of
esteem?)
Bijlage 1
In 2009 manifesteerde de Gentse academicus ICO Maly
(momenteel: KifKif)zich als een radicale taalachterstandnegationist.
Docent Eddy Bonte (Hogeschool Gent & later NVAO-medewerker) ergerde
zich mateloos aan de sterke relativering van de kennis van het Nederlands,
zoals dit o.a. tot uiting kwam in Ico Malys boek De beschavingsmachine. Wij
en de Islam (EPO, 2009) en in standpunten van Jan Blommaert. Een
verontwaardigde Eddy Bonte schreef op zijn blog als reactie: Ico Maly vertelt
een wansmakelijk verhaal: Nederlands leren werkt bij allochtonen niet
emanciperend, maar discriminerend. Ja, lees het opnieuw: allochtonen die
Nederlands kennen hebben geen werktuig van emancipatie maar van discriminatie
in handen. Hoe Maly dat bewijst? Simpel: in bepaalde gevallen is kennis van het
Nederlands een voorwaarde, bijv. om een sociale woning te kunnen huren.
Conclusie van Maly: hier spreekt men Nederlands wordt gebruikt om te
discrimineren
. Nederlands kennen werkt o.i. wel emanciperend, zoals de kennis
van elke taal altijd emanciperend werkt. Natuurlijk kan men de voorwaarde
kennis van het Nederlands contesteren, zoals men het bezit van papieren als
noodzakelijke voorwaarde kan contesteren, maar dat doet niets af aan het feit
dat wie Nederlands kent daar in Vlaanderen zijn voordeel mee doet.
Jammer genoeg wordt deze opinie ook gesteund door een andere
Gentse academicus, met name Jan Blommaert, en de groep KifKif, zodat veel
zichzelf progressief noemende Vlamingen in deze open val trappen. In de VS
twijfelt niemand aan het nut van de Engelse taal: wie niet slaagt voor de
taaltest TOEFL, kan het vergeten. In Nederland hoor je het discours van Maly en
Blommaert niet, in Frankrijk is het Frans de taal van de République, in Spanje
leert elke vreemdeling meteen Spaans.
... De waarheid luidt dat het valse discours van Maly
en Blommaert invloedrijke allochtonen ertoe zal aanzetten de kennis van het
Nederlands te contesteren en zo de derde en binnenkort de vierde generatie
verder het getto zal induwen ... De waarheid luidt dat een bepaald soort
Vlamingen de allochtonen in deze zelfcastratie steunt, hun slachtofferrol
voedt, hun achterstand vergoelijkt (nu met een academisch sausje) en ze
paternalistisch behandelt als een bende achterlijke tsjoek-tsjoeks. Daarom noem
ik het een wansmakelijk verhaal. No pasaran.
Bijlage 2
Veel politiek correct denkenden, propagandisten van de victimisation
en pleitbezorgers van superdiversiteit i.p.v. integratie, hebben integratie
veelal bestreden - ook kennis van het Nederlands was volgens hen niet
belangrijk. Wie pleitte voor kennis van het Nederlands en voor het invoeren van
intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs, werd
zelfs als taalracist bestempeld.
Malika Sorel (ex-lid Hoge Raad Migratie Frankrijk) stelt dat
precies propagandisten van de victimisatie mede-verantwoordelijk zijn voor de
'actes de violences contre la société. Qui a participé à déresponsabiliser les
migrants et leurs descendants et qui a, fait naître puis croître un
ressentiment envers la France et les Français - lequel engendre de la
souffrance, mais aussi des actes de violences contre notre société..... Le
modèle français d'intégration n'a pas échoué, il n'a guère été appliqué :
...Les politiques de diversité, qui rendent plus attrayante la revendication
dappartenance à une communauté étrangère plutôt quà la communauté nationale
française".
|