Recent verzet Vlaamse professoren & Dirk Van Damme tegen neomanie &
ontscholing in debat over nieuwe eindtermen, in ZILL-onderwijsvisie, in
prietpraat van boegbeeld Kris Van den Branden
1 Kritiek van Dirk Van Damme (OESO) & prof.
Wim Van den Broeck (VUB)
Prof. Wim Van den Broeck VUB betreurt al een paar jaar
dat belangrijke onderwijsactoren (binnen Departement, VLOR,
onderwijskoepels...) kiezen voor 'leerlinggerichte' of 'zelfontdekkende'
leermethoden waarbij men ervan uitgaat dat kinderen zelfstandig hun eigen
doelen in handen kunnen en moeten nemen. We moeten ook ophouden met het
relativeren van kennisaspecten. Als basis voor degelijk onderwijs moeten we de
verstandelijke vorming van alle leerlingen centraal stellen. Hij voegde eraan
toe dat de kansarme en zwakkere
leerlingen het meest de dupe zijn van zon aanpak en dat precies ook daardoor
de GOK-projecten al te weinig rendeerden.
Dirk Van Damme
(OESO) drukte - op 9 juni j.l. zijn grote bezorgdheid uit. Hij schreef: Het
debat over de nieuwe eindtermen en leerplannen gaat voorbij aan de essentie,
namelijk dat veel uitspraken over eindtermen e.d. getuigen van vandaag
achterhaalde onderwijskundige concepten: constructivisme, overtrokken
pedagogisch optimisme, te radicale
verwerping van kennis, naïeve visie op abstractie. Naast een algemene
niveaudaling vreest hij dat daardoor ook het aantal toppers verder
zal afnemen.
In Laisser-faire-mentaliteit bedreigt kwaliteit Vlaams
onderwijs drukte Van Damme nog meer zijn grote bezorgdheid
uit. Hij schreef o.a.: Als we in naam van gelijke kansen en welbevinden geen
hoge eisen meer durven te stellen aan leerlingen, brengen we ons onderwijs in
gevaar, . Met enthousiaste leraren die de vonk kunnen doen overslaan, is een
veeleisende school het beste voor alle leerlingen( DS 25.08/.2014).
Van Damme betreurt
verder het in vraag stellen van alles wat te maken heeft met
evalueren. Punten, rapporten, attesten... zijn nochtans belangrijk; ze
staan voor slagen en mislukken, bepalen studie- en beroepsloopbanen, geven
houvast aan ouders, legitimeren de autoriteit van leraren, bepalen de
kwaliteitsperceptie van scholen. Maar al jaren is er een tegenbeweging in
onderwijsland om het evalueren te milderen. Het pas gepubliceerde boek van
Roger Standaert de man die jarenlang in de Guimardstraat en later op het
departement Onderwijs de pedagogische vernieuwing uitdroeg tegen de
cijfercultuur in het onderwijs, blaast het debat nu nieuw leven in. Standaert
pleit tegen de cijfercultus in onderwijs en voor een zachtere manier van
evalueren, zonder punten en eerder gericht op stimuleren en motiveren dan op
bestraffen (DS 24 augustus 2014). Het boek doet onmiddellijk stof opwaaien en
zal ongetwijfeld meegesleurd worden in het ideologische debat dat in Vlaanderen
sinds kort over onderwijs gevoerd wordt.
Pleiten voor een
softe evaluatiecultuur omwille van het welbevinden van leerlingen is eigenlijk
zeggen dat we in onderwijs niet zulke hoge eisen mogen stellen aan leerlingen.
Toen ik nog niet zo lang geleden pedagogische begeleiders hoorde zeggen dat ze
in naam van gelijke kansen leraren de raad gaven wat minder streng te zijn en
minder hoge eisen te stellen, besefte ik met enig afgrijzen hoe sterk deze
pedagogische visie in onderwijs had wortel geschoten. Ik huiver hiervan, en
zeker als gelijke kansen als argument wordt opgevoerd.
Ook de Nederlandse
prof. Paul Kirschner hekelt de vele
pedagogische hypes. Zo stelde hij:De aanhangers van het nieuwe leren
willen doen geloven: gooi al het oude weg en we gaan het nu op een nieuwe
manier doen. De leraar heeft geen instructiefunctie meer, maar alleen een
coach-functie. En je gaat geen kennis aanbieden, want ze moeten alles zelf
vinden en ontdekken. Ik heb grote problemen met de veronderstelling
dat alles wat we daarvoor deden, niet meer goed zou zijn. Volgens Kirschner
gaat het bij het zgn nieuwe leren veelal om pedagogische hypes die vaak zelfs
strijdig zijn met wat we allang weten over de cognitieve architectuur en de
werking van het geheugen e.d.
2 Docenten hoger onderwijs waarschuwen: Schrijf onderwijs old school niet te
snel af
In het opiniestuk
Schrijf onderwijs old school niet te snel af (De Tijd, 7 juni) waarschuwden
vier hogeschooldocenten: Een stroom van hippe termen als generieke,
contentvrije 21st century skills, probleemoplossend werken, kritisch denken,
creativiteit
mondt uit in het al even hippe problem-basedlearning, flipping
the classroom, inquiry-learning. Directe instructie en eenvoudige kennisoverdracht
zijn, u raadt het, old school. Deze manier van denken wordt onder druk van
invloedrijke opiniemakers zonder veel kritische reflectie overgenomen. Het
klinkt ook allemaal stoer en cool en vernieuwend, maar wat zeggen de cijfers?
Ze leggen vervolgens uit dat die hypes haak staan op wat de cognitieve
leerpsychologie en PISA-2015 ons leert.
De opstellers van de
opiniebijdrage: Bart Derre (lector vakgroep Commerciële Economie &
Ondernemen HoGent, Luc Vandingenen (algemeen directeur BTI Studios nv, coach
keuzevak ondernemen en opleidingstraject ondernemen voor docenten HoGent),
Koen Smets (gastdocent en coach opleidingstraject ondernemen voor docenten
HoGent), en Mathieu Weggeman, hoogleraar TU/e, Faculteit Industrial Engineering
& Innovation Sciences.
3 Recente oproep van negen professoren
Op 29 augustus namen
9 professoren afstand van de neomanie-geluiden in de opiniebijdrage "Geef
de klas terug aan de leraar in De Morgen:Christian Laes-UA, Rik
Torfs-KULeuven, Herman De Dijn KULeuven, Ann Dooms-VUB, Wouter Duyck- UGent,
Wim Van den Broeck-VUB) Toon Van Hal - KULeuven, Stijn Van Hamme -UGent -Guy
Vanheeswijck -UA.
Zo namen afstand van
het e ontwikkelingsgericht & ontdekkend leren dat de VLOR, het
ZILL-leerplanproject, prof. Van den
Branden
propageren. Volgens de professoren leidde ook het vaardigheidsgericht
onderwijs - al tot een flinke niveaudaling voor Frans e.d.
Ze hekelden ook het modieuze jargon als wiskunde
. doen
werken waarmee prof. Kris van den Branden, OVSG
uitpakt en die volgens hen
enkel nog tot nog grotere niveaudaling voor wiskunde e.d. zou leiden. Ze
spraken zich ook expliciet uit tegen de invoering van een nivellerende gemeenschappelijke eerste graad die de VLOR,
Boeve & Co nog steeds de scholen willen opleggen.
4 Masschelein en Simons: pleidooi voor behoud schools leren & tegen
ont-scholing
De Leuvense pedagogen Masschelein & Simons publiceerden
vorige week het boek De leerling centraal in het onderwijs? Grenzen van
personalisering (Acco, Leuven). Ze wijzen er op dat in het recente debat over
de eindtermen/leerplannen beleidsmakers, onderwijskoepels e.d. uitpakken met
de leerling centraal, ontwikkelingsgericht onderwijs,
gepersonaliseerd/gedifferentieerd leren, open leertrajecten
Dit wijst volgens
hen op fundamentele verschuivingen: van een onderwijsinstelling naar een
leeromgeving, van disciplineren naar monitoren/begeleiden, van normalisering
(algemene normen) naar personalisering. Daardoor komt het schools leren, de
klassieke identiteit van de school, de schoolgrammatica in het gedrang.
De kerngedachte
luidt: "De uitdaging is duidelijk: de leerling meer centraal plaatsen komt
heel vaak neer op een minder centrale plaats van de school. Maar, zo vragen de
auteurs zich af, wat als dat ontscholen niet in het belang van de leerling
is? Wat als het de vorming, vrijheid, gelijkheid in het gedrang brengt?"
De auteurs vrezen dat leerlingen steeds meer worden aangesproken vanuit hun
verschillen, dan vanuit wat ze onderling gemeen hebben, en niet langer vanuit
algemene normen. Het institutionele perspectief dat vandaag ook sterk aanwezig
is (in traktaten over het onderwijs van de toekomst) gaat ervan uit dat de
manier waarop we vandaag het onderwijs organiseren, namelijk gezamenlijk leren
binnen een vastgelegde tijd en plaats de school als instelling niet meer
van deze tijd is .
Simons en Masschelein blijven opteren voor het behoud van de
klassieke schoolgrammatica, voor schoolsleren: Het schools (klassikaal)
leren is b.v. tijd - en plaatsafhankelijk leren - in een bepaalde tijd en in
klas een vastgelegd curriculum leren en zo onderscheidt het zich ook van open
leertrajecten e.d. Het actuele pleidooi voor gepersonaliseerde vormen van leren
belooft een soort bevrijding van de
(algemene) norm. Maar als je bekijkt hoe dat
concreet georganiseerd wordt, dan moeten we ons afvragen
welk effect dat zal hebben voor de leerlingen. In een recent rapport wees ook
de Nederlandse Onderwijsraad op de gevaren verbonden met slogans als
de leerling centraal en personaliseren van het onderwijs i.p.v. onderwijs als een
collectief gebeuren.
Zon gepersonaliseerd
leren is moeilijk te organiseren en onderzoek wijst uit dat sterke
individualisatie binnen de klas tot niveaudaling van alle leerlingen leidt. De
Engelse onderwijsminister Nick Gibb
drukt het zo uit: The British education system puts too much emphasis
on individuals and ignores problems of the collective.- en mede daardoor kende
het een sterke niveaudaling.
Bijlage Haaks op beleid in Engeland, Frankrijk
... die schoolgrammatica in ere
herstellen
De beleidsmensen in Engeland zagen de voorbije jaren enkel
heil in het terug herwaarderen en invoeren van de klassieke schoolgrammatica:
duidelijke leerplannen met leerstofpunten per leerjaar, herwaardering van
basiskennis en basisvaardigheden & vakdisciplines, gebruik van degelijke
methodes/leerboeken, expliciete instructie,
Zij spiegelen zich hierbij aan
landen die al lang hoog scoren voor PISA e.d. als Singapore, Finland
Ze
verwijzen hierbij ook naar PISA-2015 die concludeerde dat landen met veel
expliciete instructie het hoogst scoorden. De Engelse beleidsmakers namen de
voorbije jaren expliciet afstand van de ontscholende aanpakken die sinds het Plowden Report van
1957 binnendrongen in hun onderwijs. Ook mevrouw Plowden, de voorzitster bij de opstelling van dit
rapport, nam er radicaal afstand van.
De nieuwe Franse onderwijsminister Blanquer wil de basisgrammatica van effectief
onderwijs in ere herstellen. Hij beklemtoont het belang van basiskennis en
-vaardigheden, wil de eisen verhogen, enz. Hij neemt radicaal afstand van de
zgn. pédagogistes met hun progressieve opvattingen en neomanie die in
Frankrijk tot een sterke niveaudaling hebben geleid.
|