Onheilsprofeet-verlosser
& uitholler taalonderwijs Kris Van
den Branden als boegbeeld voor nieuwe
eindtermen/leerplannen & neomanie
De Leuvense prof.
Kris Van den Branden wordt overal opgevoerd als
boegbeeld & propagandist van de nieuwe aanpak voor de
eindtermen/leerplannen - en de ZILL-leerplannen in het bijzonder. Ons onderwijs
is volgens deze onheilsprofeet hopeloos verouderd. Het curriculum, de leerplannen
en de handboeken staan bol van overbodige ballast en simpele feitenkennis. Al sinds 2000 probeert Van den Branden er ons
ook van te overtuigen dat de Vlaamse top-scores voor TIMSS en PISA enkel schone
schijn zijn, enkel getuigen van oppervlakkige feitenkennis.
Zijn zgn.
sleutelcompetenties voor de 21ste eeuw en zijn wollige vernieuwingsjargon
worden gretig overgenomen. We lezen nu geregeld b.v.: het komt er voortaan op
aan wiskunde, taal, wetenschappen, kennis, je eigen verbeelding ...te doen
werken. Dus voortaan wiskunde doen
werken i.p.v. wiskundige kennis en vaardigheden leren. In het perspectief van
de zgn. globalisering van de wereld pleiten Van den Branden en Co ook voor het
loskomen van de verstarde vakdisciplines via
het invoeren van vakkenclusters.
Van den Branden vertrekt van het cliché van de sterk veranderde wereld: Omdat de wereld
zulke ingrijpende sociale, ecologische, economische en politieke veranderingen
heeft ondergaan, en met zulke grote bedreigingen wordt geconfronteerd, moet het
curriculum van de 21ste eeuw er anders uitzien dan het curriculum van de vorige
eeuw.
Het nieuwe curriculum moet
tijd vrijmaken voor holistische, interdisciplinaire opdrachten, waarbij
leerlingen samenwerken om een uitdagend en zinvol doel te bereiken; waarin deelvaardigheden en elementen ingebed zijn in
een betekenisvolle totaalactiviteit. Wat dit concreet betekent blijkt uit de
controversiële taalvisie die hij al 25 jaar verkondigt. Van den Branden: De effectieve manier om de
schooltaalvaardigheid te bevorderen is de taakgerichte aanpak. Die neemt de
spontane taalverwerving in een natuurlijke (niet-schoolse) omgeving als model.
Terwijl je de taken van het dagelijkse leven uitvoert, leer je taal al doende,
met het nodige vallen en opstaan, missen en treffen. En niet dankzij
uiteenzettingen over hoe het systeem van de taal in kwestie in elkaar zit. Bij
de meeste leerders (!), kinderen zowel als volwassenen, verloopt dat
niet-gestuurde proces van zelfontdekking heel succesvol.
Parallel met de situatie in het natuurlijke leven wordt bij
de taakgerichte aanpak in klas uitgegaan van het principe dat je taal leert via
zelfontdekking, door taal te gebruiken in functie van een bepaald (niet-talig)
doel dat moet worden bereikt: een voorwerp moet worden gemaakt, een handeling
uitgevoerd, een probleem opgelost. Ze leren taal door taken uit te voeren, en
niet door onderwezen te worden over taal. Geen systematisch onderwijs dus van
woordenschat, spelling, grammatica, strategieën voor leren lezen en schrijven
...(VLOR-rapport Taal-vaardigheidsonderwijs. Wat ze (= de leerlingen) zelf
doen, doen ze beter!, 2005). De taalkundige Johan Taeldeman bestempelde die
visie terecht als misdadig.
Van den Branden sloot zich onlangs ook nog aan bij het nefaste hun
hebben-betoog van de voorzitter van de Taalunie. De onheilsprofeet predikt de
verlossing uit de ellende, maar verzwijgt dat hij zelf mede verantwoordelijk is voor de
uitholling van ons taalonderwijs.
Dit is dus de onderwijsvisie en de boodschap die Van den
Branden al 25 jaar mocht uitdragen als Steunpunt-GOK, en die de verlosser nu
ook als boegbeeld en advsiseur van de nieuwe leerplannen/eindtermen overal mag
komen verkondigen. De VLOR-kopstukken lanceerden Van den Branden op de
VLOR-startdag van september 2015 als hét boegbeeld van het onderwijs van de
21ste eeuw. Sindsdien wordt hij overal op studiedagen voor
directies als de gevierde spreker
binnengehaald. En in het VLOR-advies over de eindtermen wordt eveneens gepleit
voor een perspectiefwissel & voor overschakeling op het controversiële
ontwikkelend leren. In een opiniebijdrage
van 29 augustus hekelden 9 collegas professoren die nieuwe en ont-scholende
visie - met inbegrip van het modieus jargon als wiskunde, kennis
doen
werken
Voor de propaganda van zijn taakgerichte whole-language
visie ontving hij als Steunpunt NT2
& GOK tussen 1990 en 2010 jaarlijks een overheidssubsidie van een 25 miljoen BFR. De leerkrachten wezen massaal
zijn taalvisie af. Ook de vroegere pedagogisch coördinator katholiek
onderwijs Jan Saveyn betreurde in 2007
terecht dat Van den Branden en zijn taalcentrum grotendeels verantwoordelijk
waren voor de uitholling van het taalonderwijs (Nova et Vetera, september
2007).
Saveyns opvolgster op de Guimardstraat, Machteld Verhelst,
was jarenlang medewerkster op dit taalcentrum.
Zij haalde meteen Van den Branden
binnen als adviseur voor de ZILL-leerplanoperatie. En net als aar leermeester blijft Verhelst zich nog
steeds verzetten tegen de invoering van intensief NT2 vanaf de eerste dag van
het kleuteronderwijs. Velen hadden gehoopt dat er in het ZILL-leerplan
Nederlands rekening gehouden zou worden met de vele kritiek op de uitholling
van het taalonderwijs en met de nood aan intensief NT2. We merken dat dit
geenszins het geval is.
In tegenstelling tot
onheilsprofeet en verlosser Van den Branden stellen wij & vele anderen dat
Vlaanderen een sterke onderwijstraditie kent; en we waarderen ook de topscores
die onze leerlingen voor TIMSS & PISA nog steeds behalen - niettegenstaande
de niveaudaling. Het komt er volgens ons nu vooral op aan de sterke kanten van
de Vlaamse onderwijstraditie te behouden en verder te optimaliseren. We starten
met Onderwijskrant dan ook een leerplancampagne tegen de neomanie.
Degelijke zaken zijn volgens ons veelal niet tijdsgebonden,
maar oerdegelijk. De recentste leesmethodes in Vlaanderen en Nederland passen
onze directe systeemmethodiek (DSM) toe, en niet de nefaste globale
leesmethodiek die Van den Branden en zijn taalcentrum destijds propageerden.
Van den Branden stelde zelf vast dat de leerkrachten zijn
modieuze whole language visie & taalmethode Toren van Babbel massaal afwezen.
Ook inzake spelling opteren praktijkmensen voor onze visie en niet voor deze
van VdBr. We zien ook niet in wat er b.v. fundamenteel zou moeten veranderen
aan het leerplan wiskunde lager onderwijs-1998 dat we 20 jaar geleden
opstelden.
Ook onze vakdidactiek wiskunde en onze pleidooien voor
voldoende expliciete instructie lijken allesbehalve voorbijgestreefd - ook al
klinken ze allesbehalve modieus. De formalistische en 'hemelse'. Moderne
wiskunde die rond 1970 gepropageerd werd als de wiskunde van de derde
industriële revolutie heeft niet eens de 21ste eeuw gehaald. Ze werd in tal van
landen vervangen door een ander extreem: de contextuele (aardse) &
constructivistische (zelfontdekkende) wiskunde à la Freudenthal Instituut die
in een aantal landen tot een grote niveaudaling heeft geleid.
|