Onze bezorgdheid over het onderwijs is de
voorbije 6 maanden enkel maar toegenomen : steeds meer kritiek, onzekerheid en
chaos
In het januarinummer van Onderwijskrant (
nummer 180) drukten we onze bezorgdheid uit over de evolutie van het Vlaams
onderwijs en over de vele beleidsplannen in het bijzonder. Volgens minister
Crevits zouden we de grote doorbraak van de vele hervormingen meemaken. We
formuleerden in onze januari-boodschap onze twijfels uit over deze overmoedige
uitspraak.
Zes maanden later stellen we vast dat er
absoluut nog geen sprake is van doorbraak en dat de onzekerheid en het
ongenoegen in het onderwijs enkel maar toegenomen is. Ook Pedro De Bruyckere
drukte in De vakantie begint, de problemen blijven op radio1.be zijn
bezorgdheid uit. Er is ook volgens hem uitzonderlijk veel onduidelijkheid in
en over het Vlaamse onderwijs. Zo schrijft hij: Het M-decreet en de
GON-ondersteuning zijn nu de voorbije weken wel officieel geregeld. Maar de
korte termijn waarop de veranderingen moeten worden ingevoerd, zorgde zeker niet
voor rust of duidelijkheid. Verder zijn er de eindtermen. Deze hadden er al
maanden moeten zijn, tenminste als we die minimumdoelen terdege willen invoeren
op 1 september 2018. Door het onhaalbaar lang uitblijven van deze nieuwe
eindtermen, staat nu wellicht ook het invoeren van de vernieuwing van het
secundair onderwijs onder druk. Hij wijst ook op het tekort aan leraren
wiskunde, Frans
en stelt dat dit tekort nog zal toenemen.
We drukken nog even een aantal passages af
uit onze 1 januari-boodschap = tekst tussen aanhalingstekens - en plaatsen er
wat commentaar bij omtrent de huidige stand van zaken.
Inleiding 1-januari-boodschap: Jammer genoeg
ziet ook 2017 er niet zo rooskleurig uit voor het onderwijs en voor de
leerkrachten en directies. Een aantal bedreigingen waarop we vorig jaar wezen,
werden al deels werkelijkheid in 2016. Nog meer dreigen er in 2017
werkelijkheid te worden. Het moet volgens Crevits en Co het jaar worden van de
grote doorbraak van de vele hervormingen die al vele jaren op stapel en op stal
staan. Op 1 januari 2016 riepen we op om een aantal hervormingen krachtig te
bestrijden; voor 2017 zullen we de strijd nog moeten opvoeren. De bedreigingen
verbonden aan de voor 2017 geplande hervormingen zijn velerlei. "
1.M-decreet: toename kritiek en ineffectieve
ondersteuningsnetwerken. Volgens recent inclusie-rapport van de Unesco kan
inclusie maar slagen in totaal geïndividualiseerd onderwijs!?? Minister Crevits
negeert de vele kritiek en maakt er zich van af met de uitvlucht: "de bal
ligt nu in het kamp van de scholen."
*M-decreet zal steeds meer problematisch
blijken. De kwalen van het M-decreet kwamen het voorbije jaar 2015 -
duidelijk tot uiting en bijna iedereen is het daar over eens. De ontwrichting
zal dit jaar enkel maar groter worden ook in het gewoon onderwijs.
Commentaar (juli)
Het grote ongenoegen over de ontwrichtende
gevolgen van het M-decreet is de voorbije 6 maanden zoals voorspeld is nog
gevoelig toegenomen. We hebben er in op de blog en facebook van Onderwijskrant
de voorbije maanden tientallen bijdragen aan gewijd.
Zelfs Kathleen Krekels (N-VA & lid
commissie onderwijs) betreurde in een opiniestuk in De Tijd (6 juli) dat
minister Crevits en haar medewerkers geen rekening hielden met de vele kritiek
van de praktijkmensen.
Prof. Wim Van den Broeck drukte eveneens zijn
ongenoegen uit over de recente evolutie. Enkele maanden geleden had hij nog
gehoopt dat het M-decreet aangepast zou worden, maar dit was niet het geval en
de regionale ondersteuningsnetwerken brengen geen soelaas.
Er is geen passende ondersteuning/opvang voor
de meeste inclusieleerlingen. Meer leerlingen die eerst een tijd moesten
verkommeren in het lager onderwijs, stapten de voorbije maanden over naar het
buitengewoon onderwijs. In het secundair onderwijs is vooral het
beroepsonderwijs de dupe van de inclusie. Het buitengewoon onderwijs zelf werd
verder ontwricht. In september 2018 wordt een Brugse type-8-school met naam en
faam zelfs gesloten. De resterende leerlingen verhuizen dan naar een vroegere
type-1-school. Het type basisaanbod krijgt nu leerlingen van het type 8, 1 en 2
(vanaf IQ van 60) en leerlingen van type 3 die moeilijker toegang krijgen tot
type 3. De heterogeniteit in het basisaanbod is veel te groot en daardoor
minder aantrekkelijk voor specifieke type-8 leerlingen.
Crevits en Co stelden vast dat de vigerende
ondersteuning weinig effectief was en improviseerden dan maar een uitweg door
de problemen naar de lokale scholen en leerkrachten door te schuiven. Minister
Crevits negeert de kritiek op de ondersteuningsnetwerken en maakt er zich van
af met 'de bal ligt nu in het kamp van de scholen!" We wijzen er al sinds
1996 (!) op dat er geen passend onderwijs mogelijk is voor kinderen die in een
klas van 20 tot 30 leerlingen grotendeels een individueel curriculum moeten
volgen. We stelden tevens dat het dan gaat om exclusie binnen de klas. In
Finland b.v. zitten die leerlingen en de leerlingen die ernstige
gedragsstoornissen vertonen in aparte en kleine klasjes met een stevige
omkadering.
De Unesco blijft pleiten voor inclusie in een
gewone (geïntegreerde) klas, maar geeft in het recent rapport A guide for
ensuring inclusion in education wel toe dat dit slechts mogelijk is als men
radicaal afstapt van het huidige systeem met klassieke leerplannen en
groepsinstructie. In this changed view, the teachers role becomes one of
guiding and facilitating engagement and learning, rather than instructing. The
students need not to be at the same point in their learning, or receive the
same instruction from their teacher. They can work at their own pace and in
their own way, within a common framework of objectives and activities.
Inclusief onderwijs zou dus maar mogelijk zijn als het gewone onderwijs totaal
ontwricht wordt. Hieruit blijkt eens te meer dat de zgn. inclusie-experts van
de Unesco en van de VN afstaan van de klaspraktijk.
Eind 2016 werden we geconfronteerd met
pleidooien voor meer radicale inclusie, met inbegrip van het opdoeken van de
gespecialiseerde scholen buitengewoon onderwijs in de de Consultatienota van
Crevits en in de inclusie-visietekst van de katholieke onderwijskoepel die
beide de scholen buitengewoon onderwijs wilden opdoeken. Er kwam gelukkig veel
verzet vanwege de praktijkmensen; als Onderwijskrant deden we hier volop aan
mee. de zgn. Voorlopig ziet het er naar uit dat die voorstellen opgeborgen
werden.
Er kwam/komt veel en scherpe kritiek op de
recente geïmproviseerde regeling van de ondersteuning via regionale
ondersteuningsnetwerken.
2. Nieuwe eindtermen zullen nog lang op zich
laten wachten & oplaaiende neomanie dreigt kwaliteit nog verder aan te
tasten
*(januari)In zeven recente en dure
rapporten/adviezen over de toekomst van het onderwijs en over de nieuwe
eindtermen duikt steeds het refrein op dat het onderwijs en de klassieke
didactische aanpakken hopeloos verouderd zijn. Uit PISA-2015 bleek nochtans dat
precies landen met een meer klassieke, leerkrachtgestuurde aanpak veruit het
best scoren. Veel beleidsverantwoordelijken & nieuwlichters willen de
nieuwe eindtermen/leerplannen & curricula aangrijpen voor een nefaste
kanteling van ons zogezegd hopeloos verouderd onderwijs - in de richting van
ontwikkelend, constructivistisch & competentiegericht leren, learning
parks, 21ste eeuwe skills, vage raamleerplannen en skeletmethodes die nog
weinig houvast bieden, sterke toename i.p.v. beperking van niet-cognitieve
doelen en maatschappelijke taken. Ook de ZILL-leerplanoperatie van de
katholieke koepel pleit voor dit soort nieuwlichterij en zal het opstellen van
degelijke leerplannen & methodes en instructie bemoeilijken.
Commentaar (juli)
Ook Dirk Van Damme (OESO) drukte op twitter
op 9 juni zijn bezorgdheid uit over debat over de eindtermen. Hij schreef: Het
debat over eindtermen gaat voorbij aan essentie, namelijk dat veel eindtermen
ontworpen werden vanuit vandaag achterhaalde onderwijskundige concepten:
constructivisme, overtrokken pedagogisch optimisme, naïeve visie op abstractie,
te radicale verwerping van kennis ... In een reactie sloot ook prof. Wil Van
den Broeck zich aan bij de bezorgdheid van Van Damme.
Ook de voorbije maanden bleven
beleidsverantwoordelijken, prof. Kris Van den Branden,
poneren dat ons
onderwijs hopeloos verouderd is. Ze blijven in de context van de nieuwe
eindtermen aansturen op een omwenteling in het onderwijs; de neomanie was
manifester dan ooit.
Tijdens de zevende dag van 8 juni stelde ook
de voorzitster van de commissie onderwijs Kathleen Helsen: Nieuwe eindtermen
zijn nodig om de jongeren beter voor te bereiden op het functioneren in de
21ste eeuw De overheid moet de skills vastleggen voor een samenleving die snel
verandert. Helsen en ook andere commissieleden wekten ook de indruk dat
leerplannen en methodes overbodig waren.
In het recent opiniestuk Schrijf onderwijs
old school niet te snel af (De Tijd, 7 juni) namen ook vier docenten hoger
onderwijs afstand van de neomanie. Ze schreven: Een stroom van hippe termen
als generieke, content-vrije 21st century skills, probleemoplossend werken,
kritisch denken, creativiteit
mondt uit in het al even hippe problem-based
learning, flipping the classroom, inquiry learning
Directe instructie en
eenvoudige kennisoverdracht zijn, u raadt het, old school. Deze manier van
denken wordt onder druk van invloedrijke opiniemakers zonder veel kritische
reflectie overgenomen. Het klinkt ook allemaal stoer en cool en vernieuwend,
maar wat zeggen de cijfers? Wel, in de GEM-studies over ondernemingszin b.v.
lezen we dat landen die daar sterk op inzetten geen significant betere
resultaten vertonen voor de verschillende ondernemingsparameters. Ze leggen
vervolgens uit dat die hypes haak staan op wat de cognitieve leerpsychologie
ons leert. De nieuwlichters houden ook geenszins rekening houden met het feit
dat niet enkel uit ¨PISA-2015, maar ook uitrecente studies gebleken was dat de
veelal verguisde leerkrachtgestuurde aanpak vrij effectief is.
We lazen in De Standaard van 13 juni
Hervorming eindtermen maakt vaart, een o.i. misleidende titel. Ook Pedro De
Bruyckere stelt terecht dat er nog niet zoveel vordering gemaakt is. Uit een
recent debat in de 7de dag (8 juni) met leden van de commissie onderwijs bleek
ook dat dit het geval is. We noteerden ook veel lichtzinnige uitspraken over
eindtermen, leerplannen en methodes (zie aparte bijdrage). We vrezen dat de
nieuwe eindtermenoperatie eens te meer een stap achteruit i.p.v. vooruit zal
betekenen mede gezien de neomanie die de eindtermenoperatie tot nog toe heeft
uitgelokt en blijft uitlokken (zie volgende bijdrage). We stellen in dit
verband tot onze verwondering vast dat prof. Kris Van den Branden die op de
VLOR-startdag van september 2015 mocht komen verkondigen dat ons onderwijs
hopeloos verouderd is, de voorbije maanden op tal van studiedagen die boodschap
mocht komen verwonderen. Van den Branden vertelt er we niet bij dat hij en zijn
Leuvens taalcentrum verantwoordelijk zijn voor de uitholling van het
taalonderwijs en voor het boycotten van de invoering van intensief onderwijs
vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs.
Koen Daniëls (N-VA) verwonderde er zich over
dat de katholieke koepel al nieuwe ZILL-leerplannen ter goedkeuring voorlegt
aan de inspectie en dit niettegenstaande er nog geen nieuwe eindtermen zijn.
Hij stelde op 27 april: Gezien het feit dat het nieuw leerplan eind 2016 voor
goedkeuring bij de Vlaamse onderwijsinspectie zou zijn ingediend, vraag ik me
af op basis van welke eindtermen, ontwikkelingsdoelen, referentiekaders en
decretale definities de Vlaamse onderwijsinspectie zich zal baseren. Ik vraag me
af hoe dit nieuw leerplan dan kan voldoen aan de nieuwe eindtermen,
ontwikkelingsdoelen, referentiekaders en decretale definities die momenteel nog
in ontwikkeling zijn? Merkwaardig genoeg bleken minister Crevits en Kathleen
Helsen hier geen problemen mee te hebben.
3. Niveaudaling : steeds meer berichten over
niveaudaling
*De verdere aantasting van de inhoudelijke
kwaliteit en het niveau van ons onderwijs en de uitholling van de klassieke
leerinhouden, die mede dreigen groter te worden als gevolg van de nieuwe
eindtermen/leerplannen. PISA-2015 wees eens te meer op de nivellering van de
voorbije jaren - mede een gevolg van nivellerende eindtermen & leerplannen
van 1998.
Commentaar (jul)
*De voorbije maanden regende het berichten
over de niveaudaling voor tal van leerdomeinen: wiskunde, Frans, Nederlands
.
Als reactie op onze O-ZON-campagne-2007 beweerden veel beleidsmensen, de
kopstukken van de inspectie en van de onderwijskoepels nog dat er geen sprake
was van niveaudaling. Momenteel merken we dat een aantal leden van de commissie
onderwijs zich toch bewust worden van het grootste knelpunt in ons onderwijs
de niveaudaling. Ze leggen echter nog geen verband met de vele nieuwlichterij
van de voorbije decennia: de nivellerende eindtermen, de uitholling van de
(taal)leerplannen, het relativeren van het belang van basiskennis- en
basisvaardigheden,
4. Geen aandacht voor optimalisering
kleuteronderwijs, voor streven naar meer gebalanceerd programma
*In de rapporten/adviezen over de toekomst
van het onderwijs en over de nieuwe eindtermen én in het ZILL-leerplanproject
van het katholiek onderwijs wordt jammer genoeg met geen woord gerept over de
optimalisering van ons kleuteronderwijs, het o.i. belangrijkste
aangrijpingspunt voor het verder optimaliseren van de ontwikkelingskansen - en
van deze de kansarme leerlingen in het bijzonder. Uit TIMSS-2015 bleek nochtans
dat ons kleuteronderwijs eerder zwak is inzake voorschoolse geletterdheid e.d.
Commentaar (juli)
We noteerden de voorbije maanden in de
internationale literatuur heel wat pleidooien in die richting. Er verschenen
ook tal van studies (zie b.v. vorige Onderwijskrant). Maar ook in het debat
over de nieuwe eindtermen werd hier de voorbije 6 maanden met geen woord over
gerept.
5. Steeds meer anderstalige leerlingen, maar
nog steeds geen intensief NT2 vanaf eerste dag kleuteronderwijs : toename
verzet van tegenstanders NT2 en degelijk OKAN-onderwijs
*Uit PISA en TIMSS bleek ook dat er nood is
aan intensief NT2-onderwijs voor alle anderstalige leerlingen en dit vanaf de
eerste dag van het kleuteronderwijs. Wegens het vele verzet vrezen we dat dit
niet voor dit jaar zal zijn.
Commentaar (juli)
Minister Crevits pakte in de maand maart nog
eens uit met een dringende taaloproep ook naar de ouders van anderstalige
leerlingen. Taalachterstands-relativisten als Piet Van Avermaet, Orhan Agirdag,
Kris Van den Branden
reageerden verontwaardigd en stelden dat Crevits geen
rekening hield met hun visie- deze van de zgn. wetenschappers (zie vorige
Onderwijskrant). Ze relativeerden eens te meer het belang van de kennis van het
Nederlands en van intensief NT2-taalonderwijs.
We stellen vast dat er is nog steeds geen
sprake is van intensief NT2 -onderwijs voor alle anderstalige leerlingen en dit
vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs- vanaf de leeftijd dus van 2,5
jaar.
In een recent rapport over OKAN-onderwijs
drongen universitaire onderzoekers tevens aan op het sterk beperken van het
OKAN-onderwijs in de tijd.
6. Bestuurlijke schaalvergroting in slop.
Onzekerheid neemt toe. Grootschalige scholengroepen tasten de ziel/bezieling
onderwijs aan en de betrokkenheid van de praktijkmensen
*De dreigende aantasting van de ziel en
bezieling van ons onderwijs en van de betrokkenheid van de leerkrachten, ouders
en de vele lokale bestuurders, als gevolg van de invoering van grootschalige en
bureaucratische scholengroepen. Bestuurlijke optimalisering zou vooral moeten
zijn: *dat men het besturen van een school opnieuw eenvoudiger maakt i.p.v.
steeds ingewikkelder; *dat men de betrokkenheid van de praktijkmensen bij het
schoolgebeuren verhoogt i.p.v. verder aan te tasten.
Commentaar (juli)
We voorspelden dat het decreet over de
bestuurlijke optimalisering nog lang op zich zou laten wachten wegens de grote
onenigheid en het feit dat men de grondwet inzake het vrij kunnen oprichten van
scholen moet respecteren.
Vele vragen zich nu zelfs af of er wel een
decreet komt. Maar ondertussen is de onzekerheid al vele jaren troef. De
dreiging met 6.000 en later 2.000 leerlingen per scholengroep zetten scholen en
schoolbesturen onder druk om fusiepartners te zoeken. Her en der werden fusies
doorgevoerd zonder inspraak van de betrokkenen zelfs vaak van directies. Zon
optimalisatieplan leidde b.v. in Roeselare tot massaal protest van leerkrachten
en ouders en een paar directeurs namen ontslag.
7.Hervorming secundair onderwijs nog steeds
in het slop
* We vrezen de verdere toename van de
fantasierijke en ongecoördineerde invulling van de opties in de eerste graad
secundair onderwijs en van zgn. domeinscholen. De eerste nefaste gevolgen van
de geïmproviseerde hervormingen in het s.o. zijn al zichtbaar. Sterke daling
van het aantal leerlingen in het tso als gevolg van de geïmproviseerde
invoering van STEM in het aso. En dat is nog maar een begin van de ellende voor
het tso en de zo belangrijke VTI's. De vele waarschuwingen werden straal
genegeerd; minister Crevits en de koepelkopstukken lieten maar begaan. We
vrezen voor vrijheid & blijheid in eerste graad s.o. i.p.v. het huidige eenheidstype.
De geplande structuur-hervormingsplannen s.o. geraken maar niet uit het slop.
Het onderwijsveld wijst radicale structuurhervormingen af, maar de
onderwijskoepels blijven er op aandringen.
Commentaar: (juli)
We vreesden blijkbaar ook terecht dat de
concrete uitwerking van de hervorming op zich zou laten wachten o.m. omwille
van het nog lange tijd uitblijven van de eindtermen en van de concrete
invulling van het curriculum (nieuwe vakken e.d.). Intussen wordt er te velde
verder geïmproviseerd. Zo zijn we ook benieuwd naar de invulling van STEM in de
tweede graad s.o.
8. Toename i.p.v. afname werk- en
planbelast
*De extra-problemen en belasting voor de
leerkrachten: als gevolg van: - de toename van het aantal
LAT-inclusie-leerlingen die geenszins het gewone curriculum kunnen volgen, - de
voortdurende hervormingen en onzekere toekomst, ... Het is geen toeval dat het
aantal zieke leerkrachten en burnouts gevoelig aan het toenemen is.
Commentaar (juli)
De voorbije maanden kwam tot uiting dat het aantal
zieke praktijkmensen en het aantal leerkrachten & directies met burn-out
sterk gestegen is. Ook binnen de commissie onderwijs kwam dit probleem ter
sprake.
Bij leerkrachten met inclusieleerlingen nam
de werk- en planlast nog toe. Het is geen toeval dat de voorbije maanden meer
inclusieleerlingen overstapten naar het buitengewoon onderwijs.
Ook de recente invoering van regionale
ondersteuningsnetwerken brengt heel wat werk- en planlast met zich mee. Zo
stelden we de voorbije maanden ook vast dat directeurs van b.o.-scholen al te
veel tijd moesten stoppen in de vele vergaderingen en regelingen omtrent de
ondersteuning van de inclusieleerlingen. Dit is ook nadelig voor de goede
werking van de b.o.-scholen. Voor gewone scholen en leerkrachten betekent de
opvang van inclusieleerlingen ook een zware last. Het is geen toeval dat meer
inclusieleerlingen de voorbije maanden terugkeerden naar het buitengewoon
onderwijs.
9 Loopbaanpact in het slop
*Een aantal voorstellen in het kader van het
loopbaanpact dreigen het lerarenberoep nog minder aantrekkelijk te maken. Tast
a.u.b. de intrinsieke motivatie en passie van de leerkrachten niet aan door de
invoering van allerhande extrinsieke controle/disciplinering, brede
schoolopdracht, 38-urenweek, ... De respectloze wijze waarop minister Crevits
zich begin dit schooljaar uitliet over de vele rotte appels in het onderwijs,
bevordert ook geenszins de (her-) waardering. Zo spreekt een minister niet over
mensen die minder goed presteren vaak ook omdat ze de dupe zijn van de
voortdurende hervormingen en de steeds verder stijgende planlast. Nog dit: voor
het stoppen van de financiële uitbuiting van de (belangrijke) interimarissen
& andere ingrepen moeten we niet wachten op een globaal loopbaanpact.
Commentaar (juli)
het loopbaanpact dat van meet af aan verkeerd
werd aangepakt zit zoals voorspeld - eind juni meer dan ooit en voor lange
tijd in het slop.
10. Toekomst lerarenberoep ziet er somber uit & straks nog minder kandidaat-leerkrachten
*De toekomst voor het lerarenberoep en voor
de lerarenopleidingen ziet er somber uit. -Verdere afname van het aantal
kandidaat-leraars omdat het leraarsberoep steeds minder aantrekkelijk wordt.
Begin september 2016 stelde men vast dat er beduidend minder
kandidaat-leerkrachten waren.
Commentaar (juli-
De voorbije maanden werd veel gelamenteerd
over het tekort aan leraren wiskunde, fysica, Frans
Dit tekort zal per 1
september nog een stuk groter worden aangezien b.v. veel licentiaten wiskunde
op pensioen vertrekken en er weinig of geen opvolgers zullen zijn.
Minister Crevits hoopt ook ten onrechte dat
de geplande invoering van een educatieve master hier voor een oplossing zal
zorgen. Maar zon educatieve master zal o.i. weinig of geen bachelors wiskunde
e.d. aantrekken. Ook steeds meer lerarenopleiders geraakten het voorbije jaar
gedemotiveerd door de hervormingen en werkonzekerheid, en zochten elders werk.
Opnieuw een aderlating voor de lerarenopleidingen.
11. Toenemende vervreemding & macht van
kopstukken onderwijskoepels en minder inspraak & (zelf)censuur van
betrokkenen. name censuur en zelfcensuur in het onderwijs.
*De toenemende vervreemding van de machtige
kopstukken van de onderwijskoepels, die zogezegd in naam van hun achterban
keuzes maken die veelal ingaan tegen de visie van de overgrote meerderheid van
de leerkrachten, directies en schoolbesturen. Tegelijk neemt de censuur en
zelfcensuur in het onderwijs toe. Denk aan: de structuurhervormingsvoorstellen
voor het s.o. met brede eerste graad en gekunstelde domeinscholen; de
voorstellen voor radicaal inclusief onderwijs en afschaffing van de
gespecialiseerde b.o.-scholen - en dit ook in naam van de katholieke
dialoogschool, aan de nivellerende ZILL-leerplanoperatie van de katholieke
onderwijskoepel, de voorstellen voor grootschalige scholengroepen, de
enerverende loopbaanpactvoorstellen, het zwarte-pietenpact, , het toelaten van
hoofddoeken e.d
.
Er is dringend nood aan meer inspraak en
democratie in het onderwijs, maar de censuur en zelfcensuur van de leerkrachten
en directies neemt enkel maar toe. De meeste directies, leerkrachten &
bestuurders durven zelfs niet openlijk meer hun gedacht zeggen.
Commentaar (juli)
Met betrekking tot de regionale
ondersteuningsnetwerken voor inclusieleerlingen kwam er veel kritiek op de
opstelling van de onderwijskoepels.
De voorbije maanden merkten we ook dat
beleidsmakers, kopstukken onderwijskoepels e.d. leerkrachten/directies meer dan
ooit onder druk zetten om hun kritiek op beleidsmaatregelen als het M-decreet
te censureren, niet in de pers te brengen
Kritische leerkrachten en scholen
werden telefonisch onder druk gezet van kabinetsmedewerkers. Er werd zelfs
gedreigd met ontslag van een leerkracht die op facebook het groot ongenoegen
over de gang van zaken i.v.m. het M-decreet uitdrukte. Veel leerkrachten en
directies durfden slechts een M-decreet-petitie steunen op voorwaarde dat hun
naam niet werd vermeld.
12. Stemmingmakerij tegen onderwijs en
leerkrachten nam niet af!
*De voortdurende stemmingmakerij tegen het
onderwijs en de leerkrachten: bijna elke dag noteerden we in 2016
stemmingmakerij in de media, vanwege beleidsmakers e.d. De burgers hebben
volgens VRIND nog steeds het hoogste vertrouwen in het onderwijs, maar de
stemmingmakerij vanwege beleidsverantwoordelijken en de vele nieuwlichters is
groter dan ooit.
Commentaar
De stemmingmakerij nam de voorbije 6 maanden
niet af, integendeel. Leraar X voelde zich geroepen om in een opiniestuk ter
reageren tegen al die stemmingmakerij.
Niettegenstaande Europese topscores voor
TIMSS-wiskunde (vierde leerjaar) en PISA (15-jarigen) wezen die studies volgens
beleidsmensen, de VRT, bepaalde kranten, sociologen
eens te meer op het
failliet van het Vlaams onderwijs en op het feit dat onze onderwijzers en
regenten te weinig opgeleid zouden zijn voor hun taak.
De inspectie gaf onlangs ongezouten veel
kritiek op de leerkrachten derde graad lager onderwijs die niet akkoord gaan
met de ook door de inspectie gepropageerde communicatieve aanpak. In reacties
wezen twee professoren Frans in Knack erop dat precies de eenzijdige
communicatieve methodiek niet deugt en verantwoordelijk is voor de
niveaudaling.
|