Kritische vragen bij uitspraken van rector Torfs
(1) Democratisch deficit
VETO: De Academische Raad? . Uit verschillende hoeken is te horen dat daar weinig ruimte is voor debat.
Torfs: "Ik zie in de Academische Raad een structureel probleem. Ik heb altijd gepleit voor een meer levendige Raad, ik heb daar ook zelf ingezeten in mijn studententijd.
VETO: U schreef daarover zelfs (kritische!) verslagjes in Veto.
Torfs: En toch heb ik achteraf amnestie gekregen voor die misdrijven. (lacht) Noot: Torfs' kritiek destijds als kandidaat-rector op het functioneren van de universiteit was meedogenloos. Maar van zodra hij rector werd slikte hij meteen alle kritiek in en ging hij ook Nederlandse universiteiten de les spellen. Alles functioneerde meteen prima in zijn Alma Mater.TT
Torfs: "Tegenwoordig is dialoog heel moeilijk, puur door het aantal mensen dat er zetelt. Dat kan ik alleen maar constateren. Luc Sels wil zelfs nog een aantal mensen aan de Raad toevoegen.
Torfs heeft geen problemen met het democratisch deficit binnen het bestuur van het katholiek onderwijs Vlaanderen waarvan hij lid is van het bestuur.
Voor het eerst in de geschiedenis werd de Leuvense rector ook lid van het bestuur van het katholiek onderwijs (Guimardstraat) Torfs bestempelde dit bestuur' herhaaldelijk zelfs als een democratische ledenorganisatie,' al weet hij dat maar een paar mensen - Smits en Boeve- het voor het zeggen hebben- en hiervoor ook andere koepelmensen op een zijspoor plaatsten, een echte staatsgreep met de zegen van Torfs die zijn collega-theoloog Boeve ook steeds naar de mond praat en al zijn operaties verdedigt. Die ledenorganisatie bestaat zelfs nog niet eens. Torfs vindt dat er te veel mensen zitten in de Leuvense Academische Raad, maar bestempelt het 'toekomstig'e bestuur van het katholiek onderwijs met een 200-tal leden als een democratisch bestuur.
In een DS-interview van mei 2005 poneerde Torfs als kandidaat-rector: "Er is ook een ommezwaai nodig in de manier van besturen. De topdown benadering die nu overheerst, moet vervangen worden door een veel collegialere vorm van besturen, waarbij iedereen zich betrokken voelt. Bovendien moeten de bestuurders beter worden gecontroleerd door de andere leden van de universitaire gemeenschap. De voorbije maanden werden door de huidige beleidsploeg vele drastische hervormingen doorgevoerd waarbij het democratisch gehalte van de universiteit verminderde" (DS, 23.05.)
(2)VETO: En u (Rik Torfs) wordt al lang gezien als GEEN fan van de Associatie KU Leuven.
(Torfs in zijn verkiezingsprogramma van 2013: "Wij moeten ons goed bewust zijn van het democratisch deficit dat de Associatie schept. Macht mag niet de ultieme doelstelling zijn van een associatie of een universiteit. Ook al omdat wie macht heeft vaak gezag verliest, en juist dat laatste is belangrijk om de universiteit weer een lichtbaken in de samenleving te laten zijn.)
Torfs: "Ja, ik geef dat toe. Ik ben wél fan van de Associatie nu, als plek van ontmoeting en discussieplaats over onderwijs. Ik ben nooit fan geweest van de Associatie als een soort superstructuur van waaruit de beslissingen genomen worden. Daar zie ik een democratisch deficit.
Eens rector had Torfs geen kritiek meer op het democratisch deficit binnen de Associaties! Integendeel: hij pronkte met de Associatie die heel Vlaanderen in zijn macht had.)
In Brugge is er al heel lang een bloeiende (katholieke) opleiding voor verpleegsters HBO5 (vroegere A2-opleiding). Die koos voor pragmatische redenen een paar jaar geleden voor aansluiting bij de katholieke Arteveldehogeschool - Associatie Gent. Maar die is blijkbaar niet katholiek genoeg en Vives-Brugge (Associatie Leuven) startte per 1 september met een nieuwe opleiding op nauwelijks 1 km afstand. De al lang bestaande opleiding verhuisde pas per 1 september naar een nieuw gebouw en zal dit wellicht nooit kunnen afbetalen. Associatie-logica.
(3) Torfs vindt de verhuizing van de Oostendse campus voor de ingenieursopleiding naar Brugge en de oprichting van een dure Brugse universiteitscampus als een van zijn belangrijke realisaties.
Torfs stelde dat er in Vlaanderen maar plaats was voor 2 grote universiteiten ven verzette zich tegen het oprichten van nieuwe faculteiten aan de Universiteit Limburg
Torfs:: "Eén voorbeeld van verwezenlijking: onze campus in Oostende die nu naar Brugge gaat. Die campus is op twintig jaar tijd gedecimeerd. Industrieel ingenieurs zijn qua aantal in het algemeen op achteruit gegaan, maar in Oostende waren ze tot voor kort van 400 naar 40 eerstejaars gegaan in twintig jaar tijd. Dat is betrekkelijk dramatisch. Dit jaar zijn ze verdubbeld naar 80. Daar spelen allerlei factoren: de verhuis naar Brugge, de sterkte van het aanwezige personeel. Maar onze boodschap was: geef het niet te gemakkelijk op. We moeten mensen vertrouwen geven.
Ingenieursopleiding Oostende telde dus nog nauwelijks 40 eerstejaars, maar toch werd besloten om voor hen een nieuwe Brugse universitaire campus op te richten (ruwbouw 25 miljoen euro, voorgeschoten door de KULeuven.) Torfs vindt dit een van zijn belangrijke realisaties. (Het is eigenlijk een project van André Oosterlinck)
Torfs heeft zich steeds verzet tegen het oprichten van nieuwe faculteiten aan de Universiteit Limburg, maar pronkt met deze realisatie. Torfs wou per se het kleinschalige Oostende redden en had daar veel centen voor over. Maar tegelijk ondersteunt Torfs als lid van het bestuur van het katholiek onderwijs (Guimardstraat) de grootschaligheidsoperatie van de koepel.
Ook het kleinschalig hoger technisch onderwijs verhuist van Oostende naar Brugge - al zijn de richtingen veel te klein. Bij integratie in het Hoger Technisch Instituut in VIVES-Kortrijk (op 30 km afstand) had men ten minste voor verschillende specialisaties een 20-tal studenten bereikt.
P.S. Ik had veel verwacht van de ooit kritische Torfs, maar ben wel een beetje teleurgesteld.
Torfs stelt vandaag in DS: "Ik spreek niet over zaken waarvan ik niets weet. Hij weet heel veel over godsdienst en stelde een paar maanden geleden dat de Islam de godsdienst al 25 jaar terug op de kaart heeft gezet - sinds het aantreden van Ayatollah Ruhollah Khomeini; 1st Supreme Leader of Iran.
Ik heb ook nooit begrepen waarom hij zo'n kritiekloos aanhanger was van de vluchtelingenfilosofie van Angela Merkel - zelfs op het moment dat Merkel zelf terug krabbelde, en zich geroepen voelde om 'als rector' kritische uitspraken van Dewever e.a. zomaar als verwerpelijk voor te stellen. Hij haastte zich om kritiek van directies op uitspraken van Lieven Boeve over de katholieke dialoogschool, zomaar weg te wuiven. En waarom voelde hij zich als rector geroepen om voortdurend uit te varen tegen de P.S.
--------------------------------------------------------------------------
Bijlage
Even herinneren aan Torfs'kritiek in 2003-2013
.
Is Torfs erin geslaagd om zijn scherpe kritiek op het functioneren van de KULeuven uit 2003-2013 te doen verstommen?
Scherpe kritiek op bestuur & functioneren van KULeuven in standpunten van Torfs en kandidaat-rectoren & decanen (2003-2013)
1 2013: ont-zielde KULeuven
De voorbije 20 jaar werd er veel kritiek geleverd op het bestuur van de Vlaamse universiteiten vooral ook door kandidaat-rectoren van de KULeuven. In de periode 2003-2013 formuleerde Rik Torfs veel scherpe kritiek op het bestuur en het functioneren van de KULeuven en de Associatie KULeuven. Op 9 maart 2013 schreef kandidaat-rector Torfs b.v. een opiniebijdrage in de krant De Standaard met als titel 'De ziel van de universiteit'. Hierin sprak hij zich o.a. heel kritisch uit over de nefaste evolutie van het bestuur van dé universiteiten op het einde van de vorige eeuw in de richting van oligarchisch & bureaucratisch bestuur, regelzucht, bedrijfslogica... De universiteit had volgens hem zijn bezieling verloren.
Kandidaat-rector Herman Nys poneerde in mei 2013 eveneens: De KULeuven is de laatste jaren op een heel oligarchische manier bestuurd, waarbij beslissingen van boven uit werden genomen en waarbij nauwelijks werd gecommuniceerd. Door deze beleidsstijl vervreemden mensen van de instelling.
Torfs zelf hekelde in de periode 2003- 2013 herhaaldelijk de nefaste evolutie in het hoger onderwijs en het ondemocratisch en bureaucratisch bestuur van de KULeuven en van de Associatie KULeuven (zie verderop). UA-prof.em. Rudolf Verheyen betreurde in een publicatie van 2014: De Vlaamse universiteiten en hogescholen worden steeds meer als een bedrijf beschouwd en beheerd. Het management is sterk geprofessionaliseerd (Quo vadis hoger onderwijs?).
In het vervolg van deze bijdrage bekijken we een aantal kritische standpunten over het bestuur van de universiteit vanwege Rik Torfs en collegas uit de periode 2003- mei 2013
(= laatste rectorverkiezing).
2 Meedogenloze kritiek van Torfs en Co in 2003-2005
Torfs wees vanaf 2003 geregeld op het democratisch deficit en centralistisch bestuur en op het feit dat er een einde gekomen was aan een meer democratische traditie. In zijn bijdrage 'Liefdesbrief' in De Standaard van 25 september 2003 stelde hij: "De universiteit moet natuurlijk rekenschap geven aan de samenleving. Maar dat is nog wat anders dan onder een centralistisch bestuur papieren invullen e.d. En rekenschap verschaft ze evenmin door haar democratische bestuurstraditie op te geven of door te zwichten voor de zuivere economische logica. Rekenschap geeft de universiteit niet door het opzetten van een gigantische interne bureaucratie, die een eigen techniciteit met eigen specialisten vereist, maar waarvan de buitenwereld niet eens het bestaan afweet.
In 'De Standaard' van 22 april 2004 hekelde Torfs eens te meer het autoritaire optreden van rector Oosterlinck en zijn bestuur. Hij schreef: "Ik verneem uit de mond van de Leuvense rector André Oosterlinck dat te veel democratie aan de universiteit schadelijk is. De universiteit is geen politiek systeem, deelt de rector mee in De Standaard: 'Je kunt misschien zeggen dat het goed is dat je de steun van de meerderheid moet blijven hebben, maar specialisten geloven er niet in als vorm van goed bestuur.' Torfs besloot: Leuvense rectoren, deskundigen allerhande, ik heb eerbied voor hen, maar ik volg hen niet. Want het grootste gevaar voor democratie komt van mensen die ijverig zoeken naar formules om kwaliteit en democratie te verzoenen. Die verzoening is volstrekt overbodig. Democratie is zelf een kwaliteit.
Torfs poneerde in 2004: "De universiteit van Leuven ontsnapt niet aan de crisis van de Europese universiteit, ooit een betrekkelijk onafhankelijke gemeenschap van denkende mensen, vandaag vooral een 'speler' op de vrije markt met studenten als cliënten" (DS, 27.09.04).
Ook de huidige vice-rector Prof. Didier Pollefeyt sprak in 2004 op een dialoogdag van DIROO (21.01.04) zijn grote ongerustheid uit over de Lissabon- & Bologna-pogingen om het onderwijs te hervormen en te stroomlijnen vanuit de logica van de economie en van de zgn. kennismaatschappij. Hij stelde: "Het onderwijs wordt op die manier één van de belangrijkste instrumenten in handen van de beleidsmakers die Vlaanderen op de internationale kaart willen plaatsen. In die context wordt aan bepaalde vormen van kennis een grotere objectieve waarde toegekend en wordt de belangrijkste vraag naar het onderwijs het halen van bepaalde economische en technische eisen." (De taal van de beleidsmakers is het nuttigheidsdiscours.).
In een interview van mei 2005 poneerde Torfs als kandidaat-rector: "Er is ook een ommezwaai nodig in de manier van besturen. De topdown benadering die nu overheerst, moet vervangen worden door een veel collegialere vorm van besturen, waarbij iedereen zich betrokken voelt. Bovendien moeten de bestuurders beter worden gecontroleerd door de andere leden van de universitaire gemeenschap. De voorbije maanden werden door de huidige beleidsploeg vele drastische hervormingen doorgevoerd waarbij het democratisch gehalte van de universiteit verminderde" (DS, 23.05.05).
In een 'vrije tribune' schreef prof. Lieven de Cauter in 2005 in dezelfde zin: "De cultureel-wetenschappelijke vorming van studenten, de academische vrijheid en het kritische denken worden bedreigd door de economisering en door de dictatuur van het managementsdenken." ('Bij de les blijven', DS, 12.04.2005). In een debat met de vijf kandidaat-rectoren in mei 2005 zwoeren allen dat ze de bureaucratisering zouden terugdringen.
In een interview eind mei 2005 bekende de nieuwe Leuvense rector Marc Vervenne dat tijdens het rectorverkiezingsdebat vooral de grote onvrede bij de Leuvense docenten tot uiting kwam. Dit verklaarde volgens hem ook waarom zoveel professoren voor Torfs hadden gestemd: "Het gevoelen leeft dat we in het hoger onderwijs zijn vastgelopen. Dat komt vooral door de algemene ontwikkelingen in het hoger onderwijs. Er is veel veranderd. We moeten acties ondernemen om de onvrede te deblokkeren. Het doel is om de mensen met plezier weer naar hun werk te laten komen" (DS, 28.05.05).
Rector Vervenne had goede bedoelingen, maar slaagde er als rector niet echt in de situatie te keren; hij werd ook gecounterd door Oosterlinck en het Associatie-bestuur. Na zijn rectorschap betreurde Vervenne dat zelfs hij als rector al te weinig invloed had op het bestuur van de universiteit en van de Associatie KULeuven Ook in een persoonlijk gesprek 2 jaar geleden met Marc Vervennne merkten we zijn grote ontgoocheling.
3 Kritiek van Leuvense decanen op schaalvergroting & Associatie-bestuur: december 2012
In de VETO-bijdrage Grootheidswaanzin of efficiëntiewinst? van december 2012 lieten verschillende professoren en decanen zich uitermate kritisch uit over het democratisch deficit binnen het bestuur van de KULeuven en de door Oosterlinck ingevoerde centralistische bestuursvorm, waarbij ook Oosterlinck en het bestuur van de Associatie KULeuven al te veel macht en bevoegdheid naar zich toetrokken. Verschillende decanen en professoren lieten zich kritisch uit over de schaalvergroting, de Associatie-vorming en het bestuur van de Associatie-koepel.
Ook prof. Nicolas Standaert gooide in september 2012 de knuppel in het hoenderhok met een opmerkelijk opiniestuk in De Standaard. In zijn opiniestuk merkte Standaert op hoe de schaalvergroting en Associatievorming gedreven werden door economische motieven. Veel collega's aan de KULeuven kunnen zich niet vinden in dit discours, schrijft Standaert, zeker niet omdat de huidige rector in zijn verkiezings-programma en campagne nog voor een confederaal model' pleitte en een integratie afwees.
Door de associatievorming en integratie groeien hogescholen en universiteiten naar elkaar toe. Maar dit is volgens prof. van der Horst niet interessant: Het is een misverstand dat hogescholen en universiteiten op elkaar lijken. Ook volgens decaan Kathlijn Malfliet (faculteit Sociale Wetenschappe), dreigde het gevaar dat beide soorten instellingen hun eigen identiteit verliezen.
Volgens prof. van der Horst waren de zgn. schaalvoordelen onzeker: Je krijgt heel wat bureaucratie en overhead aan algemene diensten. In de hele operatie kruipt ook enorm veel tijd van docenten en administratief personeel.
Kathlijn Malfliet, hekelde vooral ook het gebrek aan overleg met de basis. De associatie-vorming was geen natuurlijk fenomeen van onderuit, maar een topdownbeslissing, aldus Malfliet. Volgens Malfliet is de associatievorming en schaalvergroting er gekomen onder impuls van de territoriumdrang en grootheidswaan van twee individuen. Dat is uitgegaan van Oosterlinck en Luc Van den Bossche. Het uitstippelen van territorium heeft daarbij zeker meegespeeld.
4. Scherpe kritiek in Torfsverkiezingsprogramma van mei 2013
In Torfs verkiezingsprogramma Moed en optimisme van mei 2013 troffen we veel kritische uitspraken aan omtrent het bestuur en het functioneren van de KULeuven en van de Associatie. Torfs wees op het democratisch deficit, de bureaucratie en de technocratie, de te lange beleidslijnen op bestuursvlak. We citeren even.
"Technocratische overwegingen & administratieve overlast domineren de scène en lijken meer onmisbaar dan professoren, onderzoekers, ondersteuners en studenten die het inhoudelijke werk leveren. Bijkomende effecten zijn trouwens lange beleidslijnen en trage besluitvorming. Wij moeten terug naar de essentie van het universitair onderwijs. De administratieve omkadering moet daar volledig dienstbaar aan zijn. Niet andersom.
Administratieve overlast is een rechtstreekse tegenstander van het creatieve denken. Maar alle pogingen om de administratieve overlast in te dijken, faalden tot nog toe jammerlijk. Velen geloven dat het daarbij om een lineaire evolutie gaat die niet te stoppen is. De tijdsgeest. Niets aan te doen. Dat is onterecht. De vraag is niet of de administratieve overlast een halt kan worden toegeroepen, maar hoe dat moet gebeuren. Daarom is het belangrijk sluipende mechanismen die tot overlast leiden te ontmaskeren.
Vaak worden administratieve maatregelen uitgevaardigd, onder druk van de overheid of op eigen initiatief van de universiteit, waarna specialisten worden gevormd om hen in de praktijk om te zetten. Zo komen we tot de vreemde paradox dat schijnbaar zorgvuldig bestuur gebaseerd op een uitgebreide regelgeving, niet alleen traag en dus duur is, maar ook efficiëntie mist. Juist daardoor wordt het bestuur onzorgvuldig.
We moeten tegelijk vermijden dat we door de Associatie van de KULeuven worden verstikt, en dat we er onze identiteit als universiteit in verliezen. Ook moeten wij ons goed bewust zijn van het democratisch deficit dat de Associatie schept, waardoor mensen steeds sterker van hun universiteit dreigen te vervreemden. Macht mag niet de ultieme doelstelling zijn van een associatie of een universiteit. Ook al omdat wie macht heeft vaak gezag verliest, en juist dat laatste is belangrijk om de universiteit weer een lichtbaken in de samenleving te laten zijn.
Vooraleer dieper op de rol van de associatie in te gaan, moeten twee basisbegrippen als uitgangspunt voor elke verdere discussie naar voren worden geschoven. Het eerste is subsidiariteit. Het tweede is niveau. Subsidiariteit betekent dat elk probleem moet worden behandeld op het niveau waarop het best zijn beslag kan krijgen. Heel vaak is dat het laagste niveau. Dat geldt trouwens ook binnen de universiteit zelf. Het kan niet dat faculteiten of groepen gebukt gaan onder vervreemdende besluitvorming die van boven komt.
Uiteraard geldt hetzelfde voor de verhouding tussen de universiteit en de associatie. Er zijn gebieden, en die zijn talrijk, waarop de universiteit en de associatie elkaar op geen enkele manier nodig hebben. Dan moet deze laatste ook niet bij de besluitvorming worden betrokken, en andersom.
Niveau betekent dan weer dat de universiteit absoluut haar kwaliteit moet kunnen behouden. In Vlaanderen beweren we altijd wel dat we kwaliteit en kwantiteit weten te verzoenen, maar dat model heeft grenzen. De universiteit mag ook geen veredelde hogeschool worden. Telkens wanneer samenwerking met hogescholen dreigt uit te lopen op een vermindering van kwaliteit (bijvoorbeeld door tijdrovende vormen van interactie en hulpverlening die academici van hun vrije ruimte beroven) moet resoluut worden gekozen voor het niveau van de universiteit.
Kortom: het kan niet dat faculteiten of groepen gebukt gaan onder vervreemdende besluitvorming die van boven komt