Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    13-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van den Branden en Co willen vak Nederlands verder uithollen

    ‘Iedereen straks  -NOG MINDER- taalcompetent’!?                                                                                                                                                       Kris Van den Branden en andere taalgoeroes willen nieuwe eindtermen/leerplannen verder uithollen - net als 20-25 jaar geleden

    Taalkundige Piet Van Sterkenburg  “Geef het taalonderwijs a.u.b. terug aan de leerkrachten en verlos ons van de vernieuwingsgoeroes’

    1             Van den Branden en Co pleiten voor  verdere uitholling  taalonderwijs, voor niet-gestuurde, zelfontdekkende aanpak, voor relativering AN, voor 'hun hebben' en tegen NT2

    1.1    Van den Branden  pleit  voor verlossing uit ellende 

    Na de vele taalrelativerende standpunten vanwege de taalgoeroes de voorbije jaren en maanden en de krasse uitspraken van de nieuwe Taalunie-secretaris Bennis  waren we niet verbaasd over de toonzetting van het in januari  uitgebrachte  Taalunie-advies ‘Iedereen taalcompetent’.  Volgens mede-auteur Kris Van den Branden luidt de basisidee : “Het traditioneel onderwijs moet een radicale omslag maken. De muren die nu bestaan tussen de lessen lezen, grammatica, spelling en literatuur moeten weg. De leerlingen moeten voortaan ook zelf aan de slag.  Zelfstandig zaken opzoeken, samen met andere leerlingen werken aan zgn. totale taken … “   Volgens van den Branden zijn dan ook het klassiek dictee en veel andere aanpakken passé (Het klassiek dictee is zo passé , De Standaard - 26 januari).  Van den Branden beweert ook dat “expliciete foutencorrecties, zoals ‘het is niet ‘jij heeft’, dat moet ‘jij hebt zijn” totaal uit den boze zijn (Taal verwerven op school, Acco,  2004, p. 109).

    Als er een radicale omslag moet komen, dan betekent dat dus dat het volgens Van den Branden en co heel slecht gesteld is met het vak Nederlands. De voorbije jaren was er enorm veel kritiek vanwege leerkrachten, professoren &  bekende taalkundigen op de daling van de taalkennis en taalvaardigheid bij de leerlingen/studenten. Van den Branden en andere taalnieuwlichters ontkenden echter steeds en stellig dat er sprake kon zijn van niveaudaling – en dat dit iets te maken had met hun nieuwlichterij.  Merkwaardig genoeg pleiten  Van den Branden en Co nu plots voor een verlossing uit de ellende. Het kan verkeren.

    Zelfontdekkende/constructivistische, normaal-functionele, whole-language aanpak

    Van den Branden omschrijft zijn alternatieve visie ook zo: “De effectieve manier om de schooltaalvaardigheid te bevorderen is de ‘taakgerichte aanpak’. Die neemt de spontane taalverwerving in een natuurlijke (niet-schoolse) omgeving als model. Terwijl je de taken van het dagelijkse leven uitvoert, leer je taal al doende, met het nodige vallen en opstaan, missen en treffen. En niet dankzij uiteenzettingen over hoe het systeem van de taal in kwestie in elkaar zit. Bij de meeste leerders, kinderen zowel als volwassenen, verloopt dat niet-gestuurde proces van zelfontdekking heel succesvol. Parallel met de situatie in het natuurlijke leven wordt bij de taakgerichte aanpak in klas uitgegaan van het principe dat je taal leert via zelfontdekking, door taal te gebruiken in functie van een bepaald (niet-talig) doel dat moet worden bereikt: een voorwerp moet worden gemaakt, een handeling uitgevoerd, een probleem opgelost..... Ze leren taal door taken uit te voeren, en niet door onderwezen te worden over taal.”  Geen systematisch onderwijs dus van woordenschat, spelling, grammatica,  strategieën  voor leren lezen en schrijven ...(VLOR-rapport ‘Taalvaardigheidsonderwijs. Wat ze (= de leerlingen) zelf doen, doen ze beter!’,  2005).   

    Van den Branden beweert ook dat het niet noodzakelijk is dat leraren in hun communicatie met de leerlingen enkel het Algemeen Nederlands gebruiken.  NT2 is volgens hem overbodig en zelfs nefast . Ook andere taalgoeroes relativeren meestal  het belang van de kennis van het AN en zijn veelal  ook tegenstander van de invoering van NT2 vanaf het kleuteronderwijs. Het taalprobleem van allochtone leerlingen  is volgens hen een aangepraat probleem. Van den Branden besteedt in zijn taaldidactische publicaties en in het Taalunie-advies dan ook geen aandacht aan de specifieke problemen van anderstalige leerlingen en aan NT2-onderwijs.  Verderop in deze bijdrage zal duidelijk worden dat de leerkrachten geenszins akkoord gingen met de alternatieve taalvisie van Van den Branden en Co. 

    Begin van de jaren negentig propageerde het taalcentrum van Van den Branden ook nog de al lang voorbijgestreefde ‘whole-language’- methode van het aanvankelijk lezen, de globale leesmethodiek. Onze ‘directe systeemmethodiek’ (DSM) voor het leren lezen staat haaks op hun globale aanpak en wordt momenteel in de meeste leesmethodes in Vlaanderen en Nederland toegepast ‘Beter leren lezen, Acco, 2010, 200 pagina’s).

    We stimuleerden de leerkrachten en uitgeverijen  om tegen de geest van de leerplannen in toch te werken met systematische leerpakketten voor spelling, woordenschat ...  En met succes. We formuleerden  meer eenvoudige regels voor de werkwoordspelling.   We publiceerden bijdragen over een systematische aanpak van het woordenschatonderwijs vanaf de kleuterschool. We bestreden eveneens de relativering van het AN. In tegenstelling met de taalvoorstellen van Van den Branden en andere taalgoeroes konden onze voorstellen wel op de instemming rekenen van de leerkrachten. We organiseerden sinds 1993 ook verschillende campagnes voor de invoering van NT2 vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs en publiceerden over de methodische aanpak van NT2 – jammer genoeg tevergeefs.  Op 7 december j.l. gaf minister Crevits echter toe dat er wel degelijk nood was aan NT2 en dat dit veel meer is dan het volgen van de gewone lessen

    1.2    Uitholling eindtermen/leerplannen, relativering belang AN & verzet tegen  NT2

    De ideeën die Van den Branden in de bijdrage over het Taalunie-advies propageerde (16 januari, DS) zijn allesbehalve nieuw. Ze worden al meer dan  25 jaar verkondigd en opgelegd door een aantal taal-nieuwlichters:  het Leuvens Taalcentrum van Kris Van den Branden, de Taalunie-kopstukken,  de Vereniging voor  Onderwijs in het Nederlands (VON),  een tiental taaldidactici  ... Die alternatieve, constructivistische taalvisie  leidde 20 jaar geleden al tot een radicale omslag (=uitholling) in  de eindtermen/leerplannen Nederlands.  Van den Branden ontving met zijn Steunpunt NT2 ook in de periode 1991-2010 heel veel centen om die taalvisie ook op te leggen/dringen aan de scholen en leerkrachten.

    De nieuwlichters verloochenden al meer dan 25 jaar alles wat de voorbije eeuw(en) aan gebalanceerd taalonderwijs werd opgebouwd. Hun fascinerende normaal-functionele taalwereld bleek echter moeilijk te realiseren en leidde tot verwarring, schijnresultaten en niveaudaling;  tot te veel aandacht voor babbelonderwijs en al te weinig voor de geschreven taal en het AN. Onder het mom van 'taalvaardigheidsonderwijs' dreigde het vak Nederlands steeds meer een 'inhoudsloos vak' te worden, én tegelijk een vak waarin al te weinig aandacht besteed werd aan de typische vaardigheidsmethodiek: stapsgewijze opbouw, inoefenen, automatiseren en memoriseren.  Ook het belang van het AN werd gerelativeerd.  En rond 1995 besloot het Leuvens Steunpunt NT2 – in 1991 opgericht voor de ondersteuning van NT2 - plots dat de invoering van NT2-taalondewijs voor anderstaligen overbodig en zelfs nefast was.

    Dankzij  verzet  tegen de constructivistische aanpak en het bewijzen van lippendienst aan de filosofie achter de  eindtermen/ leerplannen  konden de leraren en opstellers van taalmethodes de  uitholling van het taalonderwijs enigszins  beperken.

    Het recente Taalunie-advies ‘Iedereen competent’ van Van den Branden en Co is een soort herdruk van de visie van 20-25 jaar geleden. Ze kan eens te meer tot een verdere uitholling en niveaudaling leiden – waarbij de kansarme en minder taalvaardige leerlingen het  meest de dupe zouden zijn.

    1.3 Taalunie-secretaris over ‘hun hebben’, onbelangrijke spelling, discriminerend AN 

    Het recente advies van de Taalunie en de recente uitspraken van  Kris Van den Branden zijn dus niet nieuw, maar eerder een  kopie van de visie van 20-25 jaar geleden.   De nieuwe Taalunie-secretaris Hans Bennis  propageert overigens ook  al een aantal jaren zo’n visie. In 2012 bekritiseerden we al  zijn relativerend ‘hun hebben’-betoog. Bennis verkondigde onlangs  in ‘Onze Taal’ (december j.l.) en in Nederlandse kranten eens te meer  dat ‘hun hebben’ perfect aanvaardbaar Nederlands is, en zelfs beter dan ‘zij hebben’. Als “hun hebben’ goed Nederlands is, dan ook uiteraard: ‘Hun  schrijven hun een brief’, ons schrijft hun een brief'” of “Hem schrijft haar een brief” of “Haar schijft hem een brief”. Hun schrijven dat hun schrijven goed werd ontvangen’. In 2004 verkondigde ook Van den Branden al dat ‘ ‘jij heeft’ eveneens acceptabel is (zie 1.1). ‘De ene taalvariant is niet bete dan de andere’, aldus veel nieuwlichters.   

    Bennis  onlangs: “Altijd beginnen mensen weer over de gevreesde opkomst van 'hun hebben'. Terwijl je dat taalkundig gezien als een verbetering zou kunnen beschouwen. Het verschil tussen zij, hen en hun is een naamval-verschil. Maar naamval is niet langer een functioneel onderdeel van ons taalsysteem. Toch is voor de meeste mensen 'hun hebben' nog de ultieme gruwel. Dit zit heel diep. Er zijn al zo veel sociale onderscheidingstekenen verdwenen, dat men zich hieraan vastklampt.'  Met dit laatste suggereert Bennis dat  de dominerende sociale klasse  AN vooral belangrijk vindt om zich te onderscheiden van de lagere klasse, om te discrimineren (cf. visie van socioloog Pierre Bourdieu)..

    1.4   Ontvetten leerplan en werken met vage sleutelcompetenties!?

    Prof. Wim Van den Broeck schreef terecht dat “de eindtermen Nederlands zo vaag en algemeen geformuleerd zijn,  dat ze nauwelijks richting geven aan de manier waarop het onderwijs moet worden ingericht." Maar Van den Branden hield in de april-bijdrage op zijn blog ‘Duurzaam onderwijs’ een vurig pleidooi voor het ontvetten van die vage & algemene  eindtermen/leerplannen. Hij stelde voor  om de vakken af te schaffen en voortaan  te werken met wollige en algemene sleutelcompetenties voor de 21ste eeuw . Voor taal  formuleert hij het in termen van  ‘taal doen werken’. Er is  bij de leerkrachten  geen draagvlak voor zo’n wollige en nietszeggende  sleutelcompetenties, voor het afschaffen van de vakken, voor het verder ontvetten van de skelet-leerplannen Nederlands. Ook het ZILL-leerplanproject van het katholiek onderwijs en Lieven Boeve pleitten jammer genoeg voor het zomaar ontvetten van de leerplannen.

    Van den Branden werd de voorbije jaren overal  als spreker uitgenodigd  om te komen verkondigen dat het Vlaams onderwijs hopeloos verouderd is:   - op studiedagen voor directies, op de VLOR startdag, ...  In 2005 mocht hij ook al het VLOR-rapport over de toekomst van het taalonderwijs opstellen.  We maken ons dus grote zorgen over de nieuwe eindtermen/leerplannen.   We vrezen dat ze tot een nog grotere uitholling van het taalonderwijs zullen leiden.   20 jaar geleden verkondigden de begeleiders Nederlands binnen de koepel van het katholiek onderwijs, Ides Callebaut en Bart Masquillier, overigens al een analoge visie.  In het leerplan Nederlands VVKBaO (1998) lazen we ook al uitspraken als: “Spellingafspraken raken de essentie van een taal niet. Een slechte spelling maakt een taal niet slechter, en een goede spelling maakt een taal niet beter.”  Het VVSKO-leerplan Nederlands 1ste graad s.o. (1997)  stelt dat het klassieke woordenschatonderwijs en de taalzuivering “maar weinig opleverde. Je moet immers rekening houden met het bestaan van taalvariatie: iedereen, ook een leerling van twaalf of dertien, is ertoe genoopt om zijn taal aan te passen aan de communicatiesituatie waarin hij verkeert.” Dit slaat ook op modieuze eindtermen taalbeschouwing als "de leerkrachten moeten ernaar streven dat leerlingen het gepaste taalregister gebruiken”. In de eindtermen/leerplannen werd het belang van het AN ook al sterk gerelativeerd.

    1.5   Verlos ons van de vernieuwingsgoeroes

    Prof. em. Johan Taeldeman bestempelde de taalfilosofie  van Van den Branden en Co- zoals ze ook doordrong in de de eindtermen/leerplannen -  als 'misdadig' (in: Over Taal, december 2005). Taalkundige Piet Van Sterkenburg poneerde: “Geef het taalonderwijs a.u.b. terug aan de leerkrachten en verlos ons van de vernieuwingsgoeroes’.

    De vroegere pedagogisch coördinator van de Guimardstraat Jan Saveyn stelde dat de misnoegdheid bij de leerkrachten vooral het gevolg van de nefaste invloed van de eenzijdige taalvisie van het Leuvens Taalsteunpunt van Van den Branden (Nova et Vetera, september 2007). Prof. Wim Van den Broeck betreurde eveneens dat die whole-language- aanpak  aansloot bij de huidige tendens van het ervaringsgerichte, zelfontdekkend leren (constructivisme)” dat ook in de uitgangspunten bij de eindtermen/leerplannen centraal staat (Taal verwerven op school, Acco 2004, p. 131-153).

    We zijn jammer genoeg nog niet verlost van de vernieuwingsgoeroes. We merken dat ze - mede in de conterxt van de nieuwe eindtermen/leerplannen - weer van zich laten horen, en zelfs aansturen op een verdere uitholling van het taalonderwijs (zie ook punt 2). Van den Branden en de andere auteurs van het recente Taalunie-advies verzwijgen uiteraard de vele kritiek op hun taalvisie. Ze wekken de indruk dat daar een grote consensus over bestaat; Niets is minder waar.

    2   Taalrelativisten pleiten voor verdere uitholling taalonderwijs

    In de context van de opstelling van de nieuwe eindtermen/leerplannen pakken de  nieuwlichters opnieuw uit met hun modieuze taalvisie en met hun verlossing uit de ellende. Het gaat om een visie die de voorbije decennia al voortdurend gepropageerd werd: door Taalunie-kopstukken als de Leuvense prof. Koen Jaspaert, Leuvens Steunpunt NT2 (nu: CTO),  universitaire lerarenopleiders, Vereniging voor Onderwijs in het Nederlands (VON) & tijdschrift VONK, opstellers eindtermen, voorzitters van leerplancommissies als Ides Callebaut, ex-odeklonje-propagandisten van de jaren zeventig, taalachterstandsnegationisten ...  Een aantal taalgoeroes  - vooral taaldidactici  -  pleitten de voorbije jaren en maanden voor het verder  uithollen van het vak Nederlands.   We illustreerden dit in punt 1 al met uitspraken van Kris Van den Branden. Nog een paar illustraties.

    Ex-leerplanvoorzitter Ides Callebaut wijst de vele kritiek op de leerplannen van de hand en pleit nu zelfs voor post-standaardtaal-Nederlands waarbij spelling, grammatica e.d. niet belangrijk meer zijn, voor een verdere uitholling.  Callebaut sloot zich graag aan bij  de visie van prof. Joop Van der Horst in het boek ‘Het einde van de standaardtaal’. Hij besloot: “Taalkundigen denken er niet aan de ene taal beter dan de andere te vinden, de ene variant waardevoller dan de andere.  Het moedertaalonderwijs moet terug naar de idyllische situatie van vóór de introductie van de standaardtaal. Ook zonder de standaardtaal is goed taalonderwijs mogelijk.   Als er geen standaardtaal meer is, dan kunnen de leerlingen ook geen taalfouten meer maken; en dan krijgen we onze taal terug zoals die al die jaren van de mensheid geweest is, uitgezonderd de enkele eeuwen van de artificiële standaardtalen.”  Dan krijgen we dus  een communicatief  taalparadijs.  (Wat doen we met ons taalonderwijs als er geen standaardtaal meer is?'; School- en klaspraktijk, nr. 199, 2009).

    Callebaut pleit ervoor om vooral aandacht te besteden aan de gesproken taal, en hierbij is het AN niet belangrijk meer. Callebaut en de vele AN-relativeerders  vergeten dat het Algemeen Nederlands als norm voor de geschreven taal en als basis voor de alfabetisering essentieel is, en in die functie  geen terrein verliest. Leerlingen leren de gesproken taal grotendeels buiten de klas. De school is bij uitstek de plaats voor het leren van de geschreven taal. Callebaut  vindt grammatica perfect overbodig. Hij  pleit voor de afschaffing van de werkwoordspelling en het schrijven van werkwoorden als vast woordbeelden. Systematisch AN-woordenschatsonderwijs en AN-uitspraaklessen zijn  eveneens overbodig. Er is ook geen plaats meer voor klassiek en stapsgewijs aangeleerd schrijfonderwijs, ...  Callebaut verwacht alle heil van vrije schrijftaken. Hij rept ook met geen woord over NT2.

    Callebaut sprak zich eens te meer minachtend over de vele leerkrachten & lerarenopleiders  die zijn visie niet delen  en al te vaak lippendienst aan de eindtermen en leerplannen bewijzen. Volgens hem evolueerden de taaldidactiek, de eindtermen en de leerplannen al lange tijd in de richting van zijn  taalvisie. De huidige begeleider Nederlands binnen de katholieke koepel  Bart Masquillier  liet herhaaldelijk weten dat hij het volledig eens is met de visie van Callebaut. We vrezen dan ook dat het nieuwe leerplan nog tot een verdere uitholling van het taalonderwijs zal leiden.

    Ook DVO-directeur Roger Standaert die vanaf 1992 de opstelling van de eindtermen patroneerde en dus ook keuze van de leden van de eindtermencommissie Nederlands, wees de vele kritiek van de hand, ook deze die in onze O-ZON-campagne van 2007 geformuleerd werd. In zijn repliek stuurde hij zelfs aan op een verdere uitholling van het taalonderwijs.  Standaert :“Je kan toch moeilijk het volledige groene boekje uit je hoofd leren. Dus zoek ik gewoon op hoe ik ‘gedownloaded’ moet spellen” (Nova et Vetera, september 2007). Zinsontleding is volgens hem te moeilijk en wordt enkel gewaardeerd “omwille van de binding aan klassieke talen.” Standaert betreurt in dezelfde bijdrage ook dat de ‘parlure bourgeoise’ – de verzorgde algemene taal – zo veel hoger geacht wordt dan de ‘parlure vulgaire’ (cf. visie van Bourdieu). Verder bestempelt Standaert vaardig spellen, vaardig ontleden van - en spelen met zinnen ... enkel met feitenkennis. Hij kiest voor inzichtelijke kennis . Standaert besloot:  “Kennis is er enkel omwille van de vaardigheden.” Verder mag het basisonderwijs volgens hem niet voorbereiden op het secundair, dus ook niet op de vreemde talen in het secundair die de nodige grammaticale kennis vereisen. In 1993 verdedigde Standaert het quasi schrappen van de grammatica met de stelling dat grammatica niet nuttig was en veel te moeilijk voor de leerlingen. Uit de centrale toetsen 6de leerjaar van weleer bleek dat dit laatste geenszins het geval was.

    In een volgend punt blijkt dat de nieuwlichters de voorbije jaren en maanden zelfs de stelling verkondigden dat AN geen hefboom meer is voor schoolsucces, emancipatie, & integratie, maar  dit alles bemoeilijkt en veel leerlingen discrimineert.

    3   AN bemoeilijkt emancipatie en discrimineert!??Standaardtaal & NT2

    3.1   Relativering AN en ermee verbonden bestrijding van NT2-onderwijs

    De meeste burgers, leerkrachten, taalkundigen, burgers, politici ... gaan er van uit dat de kennis van het AN de emancipatie,  de scholings- en tewerkstellingskansen en de integratie in de maatschappij bevordert. De meeste taalnieuwlichters vinden echter dat het Standaardnederlands  een extra hindernis vormt voor sociale vooruitgang, in plaats van een voorwaarde om hogerop te geraken.

    Ook de nieuwe Taalunie-secretaris Hans Bennis stelde al in 2012  dat de dominerende sociale klasse  AN vooral belangrijk vindt om zich te onderscheiden van de lagere klasse, om te discrimineren. Hij  bestempelde de kritiek op de taalverloedering als “normatieve prietpraat vanuit een ‘elitair’ perspectief” (Website Neder-L,  8 juni 2012). De nieuwlichters/ taalachterstandsnegationisten poneren al vele jaren dat het ‘elitair AN geen hefboom is voor emancipatie, schoolsucces en sociale vooruitgang, en zelfs de leerresultaten en emancipatie van kans- en taalarme leerlingen afremt.  Ook DVO-directeur Standaert betreurde dat de ‘parlure bourgeoise’ zo veel hoger geacht wordt dan de ‘parlure vulgaire,   en aldus kansarmere leerlingen discrimineert (cf. visie van Pierre Bourdieu).

    In 2007 drukte prof. Ides Nicaise  de gangbare sociologische verklaring en vergoelijking zo uit: “De jonge allochtone leerlingen zijn (taalkundig) niet gehandicapt; het gaat enkel om achterstelling in de maatschappij en op school” Volgens Nicaise zijn ze ook  qua intellectuele aanleg even getalenteerd. We mochten volgens Nicaise & CO ook geen heil verwachten van intensief NT2 en achterstandsdidactiek, want die waren volgens hem gebaseerd  “op het deficit-model, op de theorie van de ‘socio-culturele handicap’.(‘De school van de ongelijkheid’, EPO) 

    Vooral ook Jan Blommaert en Piet Van Avermaet  (Steunpunt Diversiteit en leren) beweerden geregeld dat de nadruk op het belang van de kennis van A.N. als gevolg heeft dat taal discriminerend gaat werken en ongelijkheid tot stand brengt. Ex-leerplanvoorzitter Ides Callebaut sloot zich hierbij aan en orakelde: “De standaardtaal was/is enkel een middel ter verdrukking. Wie die ene standaardtaal niet beheerst, wordt immers om die reden als minderwaardig beschouwd. Als er geen standaardtaal meer bestaat dan zullen we toch al niet meer kunnen zeggen: Je bent slecht in taal. In de huidige samenleving is het ook niet meer zo dat je AN perfect moet beheersen” (Wat doen we met ons taalonderwijs als er geen standaardtaal meer is (School- en klaspraktijk, nr. 199, 2009). De Antwerpse sociolinguïst Jürgen Jaspers drukte het zo uit: “ Een succesvolle (school)loopbaan blijkt niet noodzakelijk in het AN te verlopen. Elk jaar lopen duizenden nieuwe studenten de universiteit binnen met taalcompetenties die vaak ver liggen van het AN..... Heel veel dialectische sprekers, oefenen hoogkwalitatieve jobs uit in Vlaanderen. De reële sociale mobiliteit verloopt helemaal niet langs (standaard) talige paden.“

    Op woensdag 7 december  2016 stelden minister Crevits en een paar leden van de commissie onderwijs dat het GOK-taalbeleid duidelijk gefaald had, gezien de grote (taal)problemen van veel 15-jarige allochtone leerlingen (cf. PISA – en TIMSS- 2015).  Crevits voegde er aan toe dat NT2-taalonderwijs voor anderstalige leerlingen toch nog iets anders is dan gewoon taalonderwijs/NT1. De vele nieuwlichters voelden eens te meer zich geroepen om in koor de taaloproep als naïef voor te stellen en de invoering van NT2 te bestrijden. Socioloog Orhan Agirdag repliceerde in DS van 8 december.“ Slechter presteren komt niet door taalachterstand. Wie de kloof in het onderwijs wijt aan taalachtergrond, maakt de ongelijkheid alleen maar groter .“

    Dirk Van Damme (OESO-kopstuk onderwijs) reageerde in december, januari en maart op de vele nieuwlichters die de kennis van het Nederlands niet zo belangrijk vonden, de taaloproepen van minister Crevits bestreden en als toverformule uitpakten met meertalig onderwijs. Van Damme twitterde op 8 december: “Degenen die de taalproblematiek zo sterk relativeren, hebben blijkbaar PISA niet gelezen, en bewijzen hiermee de allochtone leerlingen geenszins een dienst.“  In de HUMO  van 31 januari stelde Van Damme:  “De taal speelt wel een grote rol. Zonder een grondige kennis van het Nederlands hypothekeer je  de kansen van kinderen die thuis een andere taal spreken. Ik wordt ook lichtjes ongemakkelijk als ik mensen hoor pleiten voor meer Arabisch of Turks in het onderwijs, omdat dat betere resultaten zou opleveren. De meeste pedagogen zijn het er toch over eens dat hoe vlugger een kind meertalig wordt, hoe beter het presteert. Dat zou dan gelden voor iedere taal, behalve voor het Nederlands?”

    3.2   Ook voor Van den Branden is taalprobleem aangepraat probleem en NT2 overbodig

    Ook de kopstukken van het Leuvens GOK-Steunpunt NT2 bestempelen al vele jaren het taalprobleem als een aangepraat probleem en pleitten voor de relativering van het belang van de kennis van de standaardtaal.  Koen Jaspaert stelde nog in 2013 in DS als reactie op een taaloproep van minister Smet: “Het probleem van het Nederlands spreken wordt aangepraat als een probleem’. Vanuit dit  standpunt  bestreden Jaspaert en Van den Branden ook de  taaloproepen van de ministers Vandenbroucke, Smet en Crevits – samen met vele andere taalachterstandsnegationisten – ook sociologen als Agirdag, Jacobs en Nicaise.

    Kris Van den Branden  en Koen Jaspaert (Steunpunt NT2)  spraken  zich rond 1995 ook al  uit tegen de invoering van NT2-onderwijs.  Anderstalige kleuters  hadden plots geen specifiek en extra-taalonderwijs nodig; het was voldoende dat ze optrokken met de andere kleuters. NT2=NT1 luidde voortaan de uitvlucht. Sindsdien hielden Van den Branden en Co zich binnen hun GOK-taalopdracht  nog enkel bezig met het opdringen van hun constructivistisch en taakgericht taalvisie aan de scholen en leerkrachten. Het taalproject had voortaan niets meer te maken met het expliciet reduceren van de taalachterstand bij anderstalige leerlingen – met het oorspronkelijk OVB (onderwijsvoorrangsbeleid) waarvoor het was opgericht.

    In 2004 pronkten Van den Branden & Co ermee dat hun GOK-Steunpunten gezorgd hadden voor gelijke kansen in het basisonderwijs; hun opdracht was naar eigen zeggen geslaagd.  Ze beweerden verder dat lagere PISA-resultaten van allochtone 15-jarigen niets te maken hadden met taalproblemen: “Aangezien het leerpotentieel en de bereidheid tot leerinspanningen gelijk verdeeld zijn over de verschillende lagen in de bevolking, en aangezien kinderen van een andere etnische afkomst slechter presteren voor PISA kunnen we enkel spreken van systematische kansenongelijkheid”. De lagere leerresultaten, taalproblemen ... waren   volgens hen een gevolg van sociale discriminatie,  vooral van onze gedifferentieerde eerste graad (Steunpunt-brochure  'Onderwijs voor kwetsbare leerlingen in Vlaanderen, 2004). Ook op de studiedag over dit rapport (Aalst, november 2004)  en over de stand van zaken inzake het GOK-project werd met geen woord gerept over de taalproblemen. In het plenum maakten we duidelijk dat we niet akkoord gingen met de analyse van  de Steunpunten-directeurs  en met de kritiek op onze lagere cyclus s.o. Op dat moment was de aanwezige minister Vandenbroucke zich nog niet bewust van de grote taalproblemen. Pas later konden we hem hiervan overtuigen (cf. interview met Vandenbroucke, Onderwijskrant nr. 138).

    3   Fors gesubsidieerd GOK-taalproject zonder rendement

    Minister Crevits en enkele leden van de commissie onderwijs stelden op 7 december dat het GOK-taalbeleid had gefaald en al te weinig resultaat opleverde. We moesten het over een andere boeg gooien en ook  NT2 invoeren. 

    In het Taalunie-rapport ‘Onderwijs Nederlands tussen gisteren en morgen’ (2006 ) gaf rapporteur Koen Jaspaert (Steunpunt NT2 & ex-secretaris Taalunie) grif toe : “Er werd en wordt fors geïnvesteerd in de implementatie van onze nieuwe & emancipatorische  taalvisie  – ook financieel.  De geleverde inspanningen ontberen echter rendement omdat er krachten (NvdR: leerkrachten?) actief zijn die het traditionele onderwijs Nederlands voor de vernieuwing afschermen”.  Van den Branden en Co ontvingen  met hun Leuvens Steunpunt NT2 in de periode 1991-2010 jaarlijks niet minder dan 25 miljoen BFr voor de ondersteuning van NT2 en het reduceren van taalachterstanden.

    In het HIVA-evaluatie-rapport over de zorgverbredingsprojecten van de Steunpunten  lazen we al in 2003 dat slechts een kleine minderheid na al die jaren het  GOK-taalproject  nog opvatte  & aanpakte als “het geven van extra ondersteuning aan anderstaligen en aan leerlingen met taalproblemen” (Ilse Van Heddegem e.a,  Mag het iets meer zijn? o.c., 2003).  Dit was het gevolg van het feit Van den Branden en co zich uitspraken tegen extra-ondersteuning aan anderstalige leerlingen, aan de specifieke doelgroepleerlingen.

    Het HIVA stelde verder vast dat de meeste leerkrachten de taalvaardigheidsvisie van het Steunpunt NT2 van Van den Branden niet onderschreven. In  een publicatie van 2004 gaf Kris Van den Branden overigens zelf ruiterlijk toe dat de leerkrachten niet akkoord gingen met hun taakgerichte en constructivistische taalvisie. De conclusie van hun studie luidde: "Leerkrachten lager onderwijs en normaalschoolstudenten kiezen niet 'echt' voor onze  visie op taalvaardigheidsonderwijs: waarin in de eerste plaats vanuit globaaltaken gewerkt wordt; waarin de leerkracht eerder een begeleider dan een leider is, waarin taal’vaardigheid’ centraal staat; waarin veel ruimte is voor taalvariatie en het uitbuiten van taalheterogeniteit" (Koen Van Gorp & Kris Van den Branden, 'Hoe vernieuwend denken studenten in de lerarenopleiding en leerkrachten over taalonderwijs?', 2004, Internet.)  In deze studie kwam dus eveneens  tot uiting dat er een grote  afstand was tussen de modieuze en eenzijdige  slogans van Van den Branden, Jaspaert, Van Gorp,  ...  en anderzijds de meer veelzijdige en uitgebalanceerde visie van de praktijkmensen. Ook hun door de overheid gesponsorde methode ‘Toren van Babbel’ van het werd een flop.

    4  Van den Branden en Co verzwijgen vele kritiek & mislukking GOK-taalproject

    4.1 Veel kritiek van leerkrachten, professoren & taalkundigen

    In hun recentere standpunten en in het advies van de Taalunie verzwijgen Van den Branden en co de grote kritiek op hun constructivistische taalvisie.  De niveaudaling voor het vak Nederlands kwam de voorbije decennia duidelijk tot uiting: in tientallen getuigenissen van leraren en professoren-taalkundigen,  in de evaluatie van de eindtermen Nederlands, in studies van de taalkennis van leerlingen s.o.,  in bijspijkerprogramma’s Nederlands in hoger onderwijs,  in taalproeven bij start lerarenopleiding, in het Taalpeilonderzoek van de Taalunie van 2007 (zie ook volgende bijdrage) .  In  een volgende bijdrage  zullen we de vele kritiek va leerkrachten en van eminente taalkundigen  op de uitholling van het taalonderwijs uitvoerig illustreren.   De nieuwlichters  legden de kritiek steeds naast zich neer.  Dankzij lippendienst  en verzet konden de leraren en opstellers van taalmethodes de uitholling van het taalonderwijs wat beperken. We beperken ons hier tot enkele kritieken.

    Prof. em. Johan Taeldeman bestempelde de taalfilosofie van veel universitaire taaldactici en van  de eindtermen/leerplannen als 'misdadig' Volgens Taeldeman luidt de kernboodschap: "Als we ons maar vlotjes kunnen uitdrukken! De vorm doet er niet toe.” Taeldeman stelde “dat het volgens de geest van de eindtermen en volgens de visie van een aantal taaldidactici plus minus volstaat dat de betekenis van een geschreven of gesproken 'boodschap' ondubbelzinnig gedecodeerd (begrepen) kan worden.” Vanuit een 'normaal-functioneel' vertrekpunt maakt men zich  weinig zorgen over het gebruik van de algemeen-Nederlandse termen, de correcte uitspraak, de juiste spelling en grammatica, ... (interview in Over Taal, december 2005).

    De vroegere pedagogisch coördinator van de Guimardstraat Jan Saveyn stelde in 2007 (dat veel praktijkmensen terecht met veel kritische vragen zaten omtrent het vak Nederlands. De misnoegdheid was volgens hem vooral het gevolg van de nefaste invloed van de eenzijdige taalvisie van het Leuvens Taalsteunpunt van Van den Branden en Co. Saveyn stelde: “Het Leuvens Taalsteunpunt opteerde voor radicaal vaardigheidsonderwijs. Woordenschatrijtjes, zinsontleding, aanleren van grammaticale – en spellingregels … waren uit den boze. De leerling moest volgens de analytische taalverwervingsmethode al doende leren vanuit globale taaltaken (brief schrijven, telefoongesprek. ..) en zelfontdekkend hun eigen taal analyseren. Vanuit de constructivistische leertheorie moesten de leerlingen enkel geconfronteerd worden met realistische en uitdagende taaltaken. De leraar was vooral coach van het leerproces  (Tijdschrift Nova et Vetera, september 2007).

    Saveyn concludeerde terecht : “Veel praktijkmensen nemen aanstoot aan de exclusieve keuze voor inhouden vanuit een louter functioneel oogpunt, evenals aan de stelling dat men onderwijsleerprocessen altijd aan realistische, authentieke contexten moet zien te koppelen, aan het ontbreken van banden met de traditie van het systematisch moedertaalonderwijs, aan het geen aandacht schenken aan de verwachtingen van het secundair onderwijs ten aanzien van de basisschool…”

    Ook prof. Wim Van den Broeck betreurde het overbeklemtonen in de (al te vage) eindtermen/leerplannen van het normaal-functioneel taalgebruik, van de uiteindelijke functionaliteit in het normale leven (b.v. een tekst begrijpend kunnen lezen in een zinvolle context) en niet van de lange weg erheen. Die taalaanpak sloot volgens hem “goed aan bij de huidige tendens van het ervaringsgerichte, zelfontdekkend leren (constructivisme)" dat ook in de uitgangspunten bij de eindtermen centraal staat. " (Taal verwerven op school, Acco 2004, p. 131-153).

    Minister Frank Vandenbroucke  stelde in zijn VLOR-toespraak op 28 september 2006  “Zowel bij de leerkrachten Nederlands als bij de leraren Frans klinkt onvrede over de gebrekkige taalbeheersingvan leerlingen. Men bedoelt vooral woordenschat, spelling en zinsstructuur. Vooral bij het begin van het secundair onderwijs klinkt de onvrede luid. Men wijt een en ander wel eens aan de overaccentuering van de communicatieve  taalvaardigheid en aan het gebrek aan grammatica.”

    4.2  Onderwijskrant-kruistocht tegen de uitholling van het taalonderwijs vanaf 1993

    Vanaf 1993 zette Onderwijskrant campagnes op tegen de uitholling van het taalonderwijs en voor de invoering van NT2 vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs.  24 jaar geleden protesteerden we al tegen de uitholling in de ontwerp-eindtermen Nederlands.  We namen  in september1993 in het themanummer over de eindtermen al afstand  van de ontwerp-eindtermen. Met een groep Normaalschooldocenten van de Torhoutse  stuurden we onze kritiek ook naar het ministerie en naar de DVO; maar we vonden er geen gehoor. De voorbije 10 jaar  besteedden we hier  tientallen bijdragen  (zie b.v. themanummers 133,  135,  140, 142, 148, 153 ).  We  namen ook afstand van de propaganda voor de constructivistische aanpak in de tekst ‘Uitgangspunten ‘bij de eindtermen.

    In onze O-ZON-campagne-2007 viseerden we ook heel sterk de uitholling van het taalonderwijs. De  O-ZON-kritiek werd in tientallen reacties onderschreven en geïllustreerd.  Op ons OZON-symposium van 5 mei 2007 in de Blandijnberg ging veel aandacht naar de niveaudaling in het taalonderwijs.  Tegen de nieuwe, constructivistische  taalfilosofie in stimuleerden we ook het systematisch onderwijs van spelling, woordenschat e.d. – en met succes.  We slaagden er ook in om de norm 60 % vaardigheid  & 40 % kennis te doen schrappen.  Vanaf 1993 voerden we ook intense campagnes voor de invoering van intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs en we publiceerden ook bijdrgen over de methodisch aanpak van NT2 & woordenschatonderwijs.

    5  Besluit: de taalstrijd is nog niet gestreden

    Van den Branden  en co verzwijgen ook in hun recent Taalunie-advies de vele kritiek op hun zelfontdekkende taalvisie en de mislukking van hun  GOK-taalvaardigheidsproject. Ze verzwijgen dat hun eenzijdige en constructivistiche taalvisie al 20 jaar geleden doordrong in de eindtermen en leerplannen en mede verantwoordelijk is voor de achteruitgang van de taalvaardigheid en van de taalkennis.  Enkel dankzij het verzet tegen hun constructivistische aanpak en dankzij lippendienst aan de filosofie van de  eindtermen/leerplannen konden de leerkrachten de schade beperken.  De vernieuwingsgoeroes zorgden 20 jaar geleden al voor een radicale omslag in de eindtermen/leerplannen en willen nu  het taalonderwijs verder uithollen.

    We houden nu al een kwarteeuw een kruistocht tegen de modieuze en constructivistische taalvisie van Van den Branden en de vele nieuwlichters. In het perspectief van de nieuwe eindtermen en leerplannen moeten we die strijd verder zetten. Als de nieuwlichters met hun constructivistische aanpak, hun relativering van het belang van AN, hun 'hun hebben' en hun verzet tegen NT2 de strijd winnen, dan zal straks iedereen nog minder taalcompetent zijn.

    P.S.

    De taalstrijd doet ons denken aan de lange strijd destijds tegen de invoering van de formalistische ‘Moderne wiskunde’, de wiskunde van de derde industriële revolutie, die niet eens de 21ste eeuw haalde en gedurende vele jaren tot een uitholling van wiskunde als een (culturele) vakdiscipline leidde. Nadat we in 1982 het (moderne) wiskunde-tij konden ker



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs