Geslotenheid, gekonkel, gearrangeer en gemanipuleer en zelfcensuur: enkel in UGent?
Prof. De Rynck schrijft: "Een deel van het drama is dat mijn jonge UGent-collegas niet eens meer durven spreken: wie weet wie er beslist over de volgende benoeming? "
De zelfcensuur, het niet meer openlijk durven uitkomen voor zijn mening is overal in Vlaanderen de voorbije decennia toegenomen.
Zelfs een onschuldige petitie over het M-decreet durven veel directies en leerkrachten niet openlijk ondertekenen.
Directeurs durfden een jaar geleden in 'De Tijd' slechts anoniem hun mening kwijt over de oprichting van grootschalige scholengroepen, enz.
Een aantal directeurs en leerkrachten die in 2012 de Onderwijskrant-petitie tegen de structuurhervorming s.o.
ondertekend hadden, vroegen achteraf om hun naam te schrappen - ook al hadden 13.000 mensen de petitie ondertekend.
Er was in de jaren zeventig-tachtig veel meer open debatcultuur, er waren veel meer open & controversiële colloquia over onderwijshervormingen e.d. Vroeger haalden we met onze Onderwijskrant-campagnes over 'moderne wiskunde' e. d. de media. De voorbije 20 jaar is dit bijna niet meer mogelijk. Zelfs binnen de onderwijsvakbonden is er minder ruimte voor debat.
-------------------------------------------------------------
Wie had dat Durven Denken?
Omdat hij zelf bestuurskundige is, kan Filip De Rynck het niet langer aanzien: het kwalijke gemarchandeer dat met de rectorverkiezing aan de UGent komt bovendrijven.
Filip De Rynck
Wie? Hoogleraar bestuurskunde (UGent).
Wat? Collegas die misschien tot geheime netwerken behoren, wellicht spelletjes spelen met de UGent als inzet: vertrouwenwekkend is dat toch niet?
De UGent zoekt een nieuwe rector. Zoals alle vorige keren duiken dan de geruchten op over de logebroeders en hun grote vrienden, de katholieken. Goed dat we zo weten dat die laatste ook nog bestaan. Telkens weer is dit het beeld dat van de UGent als instelling naar boven komt. Die Belgische geschiedenis keert altijd terug, die hypotheek blijkt gewoon niet te lichten.
Bron van onbehagen en achterdocht
Ik wil hier als academicus van de UGent geen deel van zijn. Zwijgen in deze omstandigheden is voor een academicus die ook bestuurskundige is, schuldig verzuim. Ik onderzoek en schrijf over goed bestuur en een ordentelijk functionerende overheid, hoe zou ik dan nu kunnen zwijgen als het over het bestuur gaat van mijn eigen universiteit? Een deel van het drama is dat mijn jonge collegas dat niet eens meer durven: wie weet wie er beslist over de volgende benoeming?
De onderwereld rond mijn universiteit beheerst weer even de bovenwereld en bepaalt alweer de media-aandacht. Vroeger kon dat gekonkel in de achterkamer onbekommerd spelen, omdat er toch geen open verkiezingen waren. Het handeltje van de vorige aanstelling van de rector en de vicerector werkt tot vandaag door op de sfeer aan de top van de UGent. Nu zijn er wel voor het eerst open verkiezingen en weer domineert het beeld dat de Universiteit Gent door botsende netwerken wordt gestuurd, in de kandidaatsstelling of het afdreigen van mensen om geen kandidaat (meer) te zijn. Het wekt de indruk dat de kiezers even mogen opdraven in een spel van krachten en machten dat hun stem tot een speelballetje maakt. Ook als het maar een indruk is, het beeld is dodelijk. Maar is het maar een indruk? Alleen al die onbehaaglijkheid en onwetendheid geven mij een vies gevoel en stemmen mij als stemgerechtigde vooral achterdochtig.
Stad en unief: één pot nat
Enkele maanden geleden schreef ik naar aanleiding van de Optima-affaire over de verborgen netwerken in Gent rond grote vastgoedtransacties. Ook toen bleken loge-netwerken een rol te spelen. Vrijmetselaars onder elkaar, nietwaar? En er was natuurlijk nogal wat te metselen in die grote Gentse stadsprojecten. Maar wie dat dan juist zijn, die vrijmetselaars en tot welke loges ze juist behoren en hoe die loges zich vervolgens tot elkaar verhouden, dat alles blijft met grote geheimdoenerij omhuld. Katholiek is het in elk geval niet en ook die katholieken blijken niet zo recht in de leer. Dat is dan weer geen geheim. Onze deur moet wel open blijven als we vrouwelijke studenten ontvangen, maar deze deuren houden die netwerken aan de UGent zorgvuldig dicht.
Ik voel mij bij het lezen van dat soort artikelen misbruikt en ik wil van dat soort gekonkel geen deel zijn en daar publiek afstand van nemen. Het maakt mij onpasselijk dat ik misschien samenwerk met collegas van wie ik niet weet of zij een deel van dat netwerk zijn en welke spelletjes zij met mijn instelling en met mij aan het spelen zijn. Daardoor staat mijn wil tot engagement onder druk en het besmeurt mijn werk bovendien.
We haalden bij Optima uit naar types zoals Geert Versnick en Luc Van den Bossche, die de vleesgeworden verpersoonlijking zijn van dit soort cultuur. De uitlopers van de oude politieke cultuur, zo noemden we dat wat besmuikt, beleefd als altijd en vals hoopvol. We hadden beter moeten weten. We hadden ons misplaatst optimisme beter moeten onderdrukken. Dat soort types zit gewoon in mijn instelling, zo blijkt uit die moedige anonieme getuigenissen. Die niet eens durven open kaart te spelen. Stad en universiteit: het zijn grotendeels dezelfde netwerken die door de beide interne keukens lopen. Het wordt meer dan tijd dat we daar eens een onderzoek vanuit de UGent over opzetten, vrij onderzoek natuurlijk, zoals het aan de UGent helemaal past. Ik zal bij de associatie rond de UGent een voorstel indienen. Wie durft met mij mee te werken?
200 jaar gekonkel
Ik schaam mij om met dit spektakel en dit beeld vereenzelvigd te worden. Ik schaam mij om mijn universiteit, die na 200 jaar op zulke cruciale momenten nog steeds in de greep zit van geslotenheid, gekonkel, gearrangeer en gemanipuleer.
Ik heb mijn stembrief voor mij liggen. Als ik nu eens wist voor wie of voor wat ik eigenlijk stem. Ik durf er niet aan denken.