Reformpedagogiek
& ontscholing deel 17 : Prof. George Steiner, Hannah Arendt, Albert Camus
over: het 'meesterschap' van de meester & kennisoverdracht
Raf Feys
Vooraf. We brengen eerst uitvoerig de visie van George Steiner. Daarna komen uitspraken van Hannah Arendt, Albert
Camus e.a.
1. 'Het oog van de meester'
Alle mensen zijn gelijk, maar wie iets wil leren heeft een
meester nodig; tussen meester en leerling zijn niet alleen kennis en ervaring,
maar ook macht ongelijk verdeeld. Dit is een basisopvatting van de Amerikaanse prof. George Steiner in het
boek 'Het oog van de meester' (De Bezige Bij, Amsterdam, 2004).
Het boek is geschreven door een van de controversiële
denkers van onze tijd. In 'Lessons of the masters' schetst George Steiner de
'lessen' van beroemde meesters aan de hand van tal van historische personages
uit de Westerse cultuur: Plato, Socrates, Jezus, Plotinus, Dante, Goethe,
Flaubert, Abelard, James, Heidegger, Nietzsche, de Joodse Meesters, Vergilius,
Popper, ... De werkelijkheid wordt platter als men de diepten die vorige
generaties denkers hebben opgedolven niet ziet of niet erkent. De gevolgen van
een traditieloze cultuur zijn volgens Steiner desastreus. Steiner vergeet zijn
leermeesters niet. Wie dat wel doet, lijdt volgens hem een onherstelbaar
verlies. Een cultuur die losraakt van het verleden, van de tradities van
denken, dichten, kunst en wetenschap, verliest veel en raakt volgens Steiner op
drift. Een belangrijke opdracht voor het onderwijs is het conserveren van het
verleden.
Het is geenszins de
bedoeling om hier een overzicht te geven van Steiners beschouwingen omtrent de
lessen van de vele grote meesters in de Westerse cultuur. Een samenvatting
maken van dit boek is overigens een onmogelijke opgave. We zijn ook niet van
plan om dit boek (kritisch) te bespreken; zelf vonden we bepaalde passages heel
boeiend en andere nogal duister en
warrig. We beperken ons hier tot het
citeren van enkele algemene uitspraken
over de rol van de leraar en over de onverwoestbaarheid van het leraarschap die
we tussen de vele lijnen door aantroffen. Voor Steiner blijft een leraar in de
eerste plaats 'a wise on the stage'; hij wordt niet gedegradeerd tot 'a coach
at the side'. Centraal in het lesgeven staat het orale karakter, de fysieke
aanwezigheid en het gelaat van de leerkracht en van de leerlingen en de
emotiegeladen sfeer; lesuren zijn vooral
contacturen. 'Het oog van de meester' is tussen de lijnen door een pleidooi
tegen nivellering en infantilisering in onderwijs en cultuur, een ode aan het
leraarschap, een schets van de essentiële kenmerken van het onderwijsberoep.
Het is een les van een bekende cultuurfilosoof
en schrijver die zich altijd als leerling is blijven voelen en die zelf
bijna 50 jaar lang graag les gaf.
2 Het wonder van de kennisoverdracht
Steiner start zijn boek aldus: "In een halve eeuw
lesgeven in talloze landen en aan talloze vormen van hoger onderwijs ben ik
steeds onzekerder geworden over de legitimering, over de onderliggende
waarheden van deze 'professie'. Ik zet dat woord tussen aanhalingstekens om aan
te geven dat het complexe wortels heeft in religieuze en ideologische antecedenten.
We zijn ondergedompeld in
welhaast ontelbare vormen van onderwijs lager, technisch, wetenschappelijk,
humanistisch, moreel en filosofisch dat we zelden even de tijd nemen om stil
te staan bij het wonder van overdracht, wat ik, in afwachting van een
nauwkeurigere en relevantere definitie, het mysterie van het onderwijsgebeuren
zou willen noemen. Wat geeft een man of vrouw de macht om een ander mens les te
geven, waar ligt de bron van het gezag? En hoe zullen degenen die les krijgen
reageren? Dat is de vraag die Augustinus kwelde en het is een gevoelig
onderwerp geworden in het vrijzinnige klimaat van deze tijd."
3 Verloskundige: openbaren en duiden
"Goed onderwijs
is duidend. Het toont. Deze 'duiding', die Wittgenstein zo intrigeerde, is
verankerd in de etymologie: het Latijnse dicere dat 'tonen' en pas later 'tonen
door te zeggen' betekent; het Middel-Engelse token en techen (verwant aan het
oud-Friese teken) met de impliciete connotatie van 'dat wat toont'. (Is
lesgeven in wezen een vertoning?) In het Duits is Deuten, dat 'duiden'
betekent, niet los te zien van bedeuten, 'beduiden.
De socratische leraar
is die beroemde verloskundige voor de zwangere geest, de wekker die ons uit
onze verdoving wakker schudt, uit wat Heidegger 'een vergeten van het Zijn' zou
noemen. De Meester veroorzaakt een zien dat in wezen een her-zien en déjà-vu is.
Goed onderwijs leidt dan ook
tot creatieve slapeloosheid bij de leerling.
Authentiek onderwijs wordt dan ook soms beschreven als een
imitatie van een transcendente, een goddelijke daad van openbaring.
Onderwijs
is in zekere zin een nabootsing van een gewijd sjabloon en origineel van
openbaring, dat zelf mondeling werd overgeleverd. De leraar is niets meer, maar
ook niets minder, dan een luisteraar en boodschapper wiens bezielde en
vervolgens geschoolde ontvankelijkheid hem in staat stelt een geopenbaarde
Logos te bevatten.
.
"Authentiek onderwijs is een taak, een roeping. De
rijke, de veeleisende betekenis die verbonden is aan termen als
'geestelijkheid', 'clerus', 'priesterschap' gaat zowel in moreel als in
historisch opzicht over op het seculiere onderwijs.
De leraar is zich bewust
van zijn grootsheid, van het mysterie van zijn beroep, van wat hij in een
onuitgesproken hippocratische eed heeft beleden. Hij heeft een gelofte
afgelegd, de gelofte om zijn kennis te openbaren."
4 Geen utilitarisering en vervlakking
In het oog van de meester zet Steiner zich ook af tegen de
te sterke aantasting van het Bildungsideaal waarbij kennis nu in de eerste
plaats 'utilitair' moet zijn. Hij schrijft hieromtrent: "Gebrekkig onderwijs, pedagogische
routine en een stijl van lesgeven die, bewust of niet, cynisch is in zijn
louter utilitaire doeleinden, zijn rampzalig. Ze rukken hoop bij de wortels
uit.
Echt lesgeven betekent de vinger leggen op het vitaalste in de mens en
toegang zoeken tot de essentie en de kern van de integriteit van een kind of
volwassene. Een Meester dringt binnen, breekt open; hij kan braakleggen om uit
te wissen en op te bouwen." 5 De leraar als model
"Naast onderwijs als een soort openbaring, wordt ook
vaak gesteld dat de enige oprechte volmacht voor lesgeven, voor didactische
autoriteit, het voorbeeld is. De leraar demonstreert de leerling zijn eigen
begrip van het materiaal, zijn vaardigheid om het chemische experiment uit te
voeren (het laboratorium huisvest 'demonstratoren'), zijn vermogen om de
vergelijking op het schoolbord op te lossen, het gipsen model of het levende
naakt in het atelier naar behoren te tekenen. Onderwijzen in de vorm van model-leren
is handelen en kan stilzwijgend geschieden. Misschien moet dat ook. De hand
leidt die van de leerling over de pianotoetsen."
6 Gesproken woord
& gelaat leraar, en dialoog met de leerling
6.1 Belang van gesproken woord en persoonlijk contact
"Oraliteit, het gesproken woord, is heel belangrijk
binnen het onderwijs. Voorafgaand aan het schrijven, tijdens de geschiedenis
van het schrijven en als uitdaging ervan, is het gesproken woord een integraal
onderdeel van het lesgeven. De Meester spreekt tegen de leerling. Van Plato tot
Wittgenstein is het ideaal van de geleefde waarheid er een van oraliteit, van
rechtstreeks toespreken en antwoorden. Voor veel eminente leraren en denkers is
het vastleggen van hun lessen in de zwijgende onbeweeglijkheid van een
geschreven tekst een onvermijdelijke vorm van falsificatie en verraad.
Plato,
pleit in Phaedrus en de Zevende Brief voor oraliteit. Alleen het gesproken
woord en een persoonlijk contact kunnen waarheid uitlokken en, a fortiori,
eerlijk onderwijs garanderen.
De zoektocht naar begrip huist in het levende
woord, het directe contact, het levende gelaat, waaraan ook Emmanuel Levinas
het hermeneutische primaat heeft gegeven."
6.2 Dialoog met de leerling en gelaat van de
meester
Het gesproken woord houdt rekening met de vragen en
tegenwerpingen van de luisteraar (leerling); het geschreven woord luistert niet
naar zijn lezer. Een spreker kan zichzelf op elk punt corrigeren; hij kan zijn
boodschap bijstellen. Het boek, het geschreven woord legt een main morte op
onze aandacht.
Interactieve, onderbreekbare media als tekstverwerkers, of
elektronische tekstvormen op het internet en het web, kunnen leiden tot een
zekere terugkeer naar oraliteit, tot reactie van de leerling
Maar
elektronische belezenheid, met onbeperkte capaciteit om informatie op te slaan
en op te halen, met zijn databanken, werkt tegelijkertijd het geheugen tegen.
En het gezicht op het beeldscherm is nooit het levende gelaat dat Plato of
Levinas onontbeerlijk achten voor elke vruchtbare ontmoeting tussen Meester en
Leerling.
'Een prima leraar, maar hij heeft niet gepubliceerd': dat is de
clou van een macabere grap op Harvard
over de reden waarom Jezus van Nazareth geen kans had op een vaste aanstelling.
Het is duidelijk dat de vaardigheden en handelingen van het
onderwijs dialectisch zijn. De Meester leert ook van de leerling en door deze
interactie ontstaat idealiter een uitwisselingsproces. Geven wordt wederzijds,
net als in de labyrinten van de liefde. Een leerling voelt wel op een bepaald
moment dat hij zijn Meester is ontgroeid, dat hij zijn Meester moet loslaten om
zichzelf te worden (Wittgenstein zal hem gebieden dit te doen.)
7 Geheugen en parate kennis
(Het beklemtonen van
belang van het gesproken woord gaat volgens Steiner samen met de
beklemtoning van het belang van het geheugen.) "Het geheugen, dat de
moeder van de Muzen is, is de menselijke gave die al het leren mogelijk maakt.
In de platonische visie zijn begrip en toekomst een 'herdenken', een daad van
herinneren die door de mondelinge energie wordt opgewekt. Algemener uitgedrukt:
dat wat we uit ons hoofd kennen zal in ons rijpen en in actie komen. De
herinnerde tekst beïnvloedt onze ervaringen en wordt er dialectisch door
beïnvloed. Hoe sterker de geheugensporen zijn, hoe beter ons integrale zelf
behoed wordt. Noch de censor, noch de staatspolitie kan het uit het hoofd
geleerde gedicht vernietigen.
In dit opzicht getuigt het uitvlakken van het
geheugen in het huidige onderwijs van ware domheid. Het bewustzijn gooit zijn
vitale ballast overboord."
In deze context
betreurt Steiner ook de achteruitgang van het historisch geheugen, de afbraak
van het geschiedenisonderwijs. Hij is ook een pleitbezorger van het behoud van
klassieke inhouden zoals 'grammatica' die volgens hem een belangrijke vormende
waarde hebben.
8 Gezag, discipline & beïnvloeding
8.1 Gezag van leerkracht: ook cognitief gezag van leerkracht en
leerinhoud
"Onderwijs zou in zekere zin ook beschouwd kunnen
worden als een openlijke of verborgen oefening in machtsrelaties. De visie van
Foucault inzake onderwijs en de onderwerpende macht van de leraar is heel
simplistisch (en verwerpelijk); toch is ze niet helemaal irrelevant. De Meester
beschikt inderdaad over een psychologische, sociale en fysieke macht. Hij kan
belonen en straffen, uitsluiten en bevorderen. Zijn gezag is institutioneel of
charismatisch of beide. Het wordt geschraagd door beloften of bedreigingen.
Kennis en praxis zelf, zoals ze door een pedagogisch systeem, door de
onderwijsinstrumenten worden
gedefinieerd en overgebracht, zijn vormen van macht. In die zin zijn zelfs de
radicalere onderwijsmethoden conservatief en beladen met ideologische maatstaven
die stabiliteit beogen."
8.2 Beïnvloeden en
overtuigen; en belang van 'formele kennis'
"De hartslag van het onderwijs is overtuigen. De leraar vraagt aandacht, instemming en, in het
beste geval, gezamenlijk verschil van mening. Hij of zij nodigt uit tot vertrouwen: 'liefde met liefde
en vertrouwen met vertrouwen uitwisselen', zoals Marx het idealistisch verwoordde
in zijn manuscripten uit 1844. Overtuigen is zowel positief 'deel deze
vaardigheid met mij, volg me in deze kunst en praktijk, lees deze tekst' als
negatief 'geloof dit niet, verspil geen tijd en moeite aan dat'.
De dynamiek is steeds
dezelfde: een communiteit opbouwen via communicatie, een cohesie van gedeelde gevoelens, passies en
afwijzingen. Bij overtuigen, bij verlokken, hoe abstract of theoretisch ook
het bewijzen van een wiskundige stelling,
onderricht in muzikaal contrapunt is een proces van verleiding, bewust
of toevallig, onvermijdelijk. De Meester, de pedagoog spreekt het verstand, de
verbeelding, het zenuwstelsel, het innerlijk van zijn luisteraar aan. Wanneer
hij lesgeeft in sport of
muziekuitvoering spreekt hij het lichaam aan. Aanspreken en ontvangen,
het psychologische en het fysieke zijn absoluut onscheidbaar. Geest en lichaam
worden in hun geheel gemobiliseerd."
"De huidige
polemiek van 'tegenculturen' en new age, met hun voorgeschiedenis in de afkeer
van boeken stigmatiseert zuiver formele kennis en wetenschappelijk onderzoek als strategieën
van exploitatie, van
klassenoverheersing, van disciplinering: wie wat aan wie leert met welke
politieke doeleinden In deze voorstelling gaat het hier echter enkel om 'onderwijzen als brute macht',
waar Eugène Ionesco de spot mee drijft in La Leçon, maar niet om de kern van
authentiek onderwijzen." (NvdR: Steiner bekritiseert hier visies à la
Bourdieu, de disciplineringstheorie van
Foucault
).
9 Passievol en waardengeladen
9.1
Onderwijs en passie
"Een charismatische Meester, een geïnspireerde 'prof'
neemt de actieve geest van zijn studenten of leerlingen in een fundamenteel
'totalitaire', psychosomatische greep.
Lesgeven en leren worden geïnspireerd
door een soort seksualiteit van de menselijke ziel. Deze seksualiteit erotiseert
begrip en imitatio.
Een werkcollege, een seminarie, een 'masterclass', en zelfs
een gewone les of college kunnen een sfeer creëren die verzadigd is van de
roerselen van het hart. De vertrouwelijkheden, de jaloerse gevoelens, de
teleurstellingen zullen overgaan in uitingen van liefde of haat, of in
gecompliceerde mengvormen van beide."
9.2 Emotiegeladen inhouden
"Daarnaast zijn er ook nog de emotiegeladen inhouden.
In bijvoorbeeld de humaniora, de letteren en de kunst zijn het materiaal dat
onderwezen wordt, de muziek die wordt geanalyseerd en geoefend, in se geladen
met emoties. Deze emoties zullen voor een belangrijk deel directe of indirecte
raakvlakken hebben met het domein van
de liefde. Ik vermoed dat de verleiding in de exacte wetenschappen haar eigen
eros gebruikt, zij het op een moeilijker te
omschrijven wijze."
10 Meesterschap zal overleven
"De behoefte om kennis en vaardigheden over te dragen,
en het verlangen om die te verwerven zijn contanten in het mens-zijn.
Meesterschap en leerlingschap, onderwijs geven en ontvangen moeten doorgaan zo
lang maatschappijen bestaan. Het leven dat we kennen zou niet zonder kunnen.
Er zijn uiteraard op dit ogenblik belangrijke veranderingen
gaande. (Steiner analyseert vervolgens de impact van een aantal veranderingen.
Door de invloed van de ICT komen er
uiteraard wijzigingen in het overbrengen van kennis. Maar het klassieke
lesgeven zal volgens hem blijven bestaan): "Het charismatische aura van de geïnspireerde
leraar, de romantiek van de persona in de pedagogische handeling zal zeker blijven bestaan; wel
zullen de domeinen waarop het lesgeven van toepassing zal zijn beperkter
worden."
Steiner betreurt de aantasting van het gezag van de meester,
maar de meesters zullen toch overleven. Hij schrijft hieromtrent: "Plus de
Maîtres was een van de kreten die op de muren van de Sorbonne prijkten in mei
1968.
Ik zou het tijdperk waarin we nu leven het tijdperk van de
oneerbiedigheid willen noemen. De oorzaken voor deze fundamentele transformatie
liggen in de politieke revolutie en
sociale onrust en in de scepsis die verplicht is in de exacte
wetenschap. Bewondering, laat staan achting, zijn uit de mode geraakt. We zijn
verslaafd aan afgunst, laster,
nivellering. Onze idolen moeten lemen
koppen tonen. Waar wierook opstijgt, gaat die naar atleten, popsterren,
geldwolven of misdaadkoningen. Het soort beroemdheid dat langzamerhand ons
mediabestaan doordrenkt, is het tegengestelde van fama. Met miljoenen het
shirtnummer van de voetbalgod of het kapsel van de zanger dragen is het
tegengestelde van leerlingschap.
Op dezelfde manier
grenst de huidige kijk op de wijze man
aan het belachelijke. Het bewustzijn is populistisch en egalitair, of beweert
dat te zijn. Elk manifest dat zich tot een elite richt, tot die intellectuele
aristocratie die voor Max Weber vanzelfsprekend is, wordt bijna verboden door
de democratisering van een massaconsumptiesysteem (een democratisering die ontegensprekelijk
hoogstaande vormen van bevrijding, eerlijkheid en hoop met zich meebrengt).
Voor wie staan de studenten nog op?
"
"Kunnen, moeten de 'lessen van de Meesters', deze
vloedgolf overleven? Ik geloof dat ze het zullen doen. Ik geloof dat ze het
moeten doen. Libido sciendi, een begeerte naar kennis, een honger naar begrip
is de beste mannen en vrouwen in het hart gegrift. Net als de roeping van leraar.
Er is geen hoogstaander beroep. In een ander mens krachten, dromen die je eigen
dromen te boven gaan opwekken; anderen liefde inblazen voor dat wat je lief
hebt; van jouw innerlijk heden hun toekomst maken: dat is een drieledig
avontuur als geen ander.
Het is een onovertrefbare bevrediging om de dienaar,
de boodschapper van iets wezenlijks te zijn terwijl je heel goed weet hoe
weinigen van hen begenadigde scheppers of ontdekkers kunnen zijn. Al op
het niveau van de basisonderwijs
betekent lesgeven, goed lesgeven, medeplichtig zijn aan transcendente
mogelijkheden. Als dat kind op de achterste rij wakker wordt geschud zal het misschien die
regels schrijven, die stelling bedenken die eeuwenlang de geest zal
bezighouden. Een maatschappij met ongebreideld winstbejag, die zijn leraren niet
eert, schiet tekort.
Geen mechanische middelen, hoe snel ook, geen
materialisme, hoe zegevierend ook, kan de dageraad uitwissen die we beleven
wanneer we een Meester hebben begrepen. Die vreugde maakt je woedend om de
verspilling. Is er geen tijd meer voor nog een les?"
--------------------------------------------------------
Bijlage: uitspraken
over belang van cultuuroverdracht
Nobelprijswinnaar
Albert Camus
Respect en bewondering voor het meesterschap van de meester
blijkt ook uit brief die Albert Camus, schreef naar zijn vroegere onderwijzer
Monsieur Germain na het ontvangen van de Nobelprijs Literatuur in 1957:
"Cher Monsieur Germain, J'ai laissé s'éteindre un peu le bruit qui m'a
entouré tous ces jours-ci avant de venir vous parler un peu de tout mon cur.
On vient de me faire un bien trop grand honneur, que je n'ai ni recherché ni
sollicité. Mais quand j'en ai appris la nouvelle, ma première pensée, après ma
mère, a été pour vous.
Sans vous, sans cette main affectueuse que vous avez tendue
au petit enfant pauvre que j'étais, sans votre enseignement et votre exemple,
rien de tout cela ne serait arrivé. Je ne me fais pas un monde de cette sorte
d'honneur. Mais celui-là est du moins une occasion pour vous dire ce que vous
avez été, et êtes toujours pour moi, et pour vous assurer que vos efforts,
votre travail et le cur généreux que vous y mettiez sont toujours vivants chez
un de vos petits écoliers qui, malgré l'âge, n'a pas cessé d'être votre
reconnaissant élève. Je vous embrasse, de toutes mes forces.
Volgens Hannah Arendt staan kennis- en cultuuroverdacht in
functie van de vrijheid : "Precies om te bewaren wat in ieder kind nieuw
en revolutionair is, moet het onderwijs conservatief zijn. Een kind is immers
niet alleen een menselijk wezen in wording, het is ook een nieuwkomer op de
aarde. De gloednieuwe levenden moeten worden geholpen om op te groeien, open te
bloeien en zichzelf in het leven te redden, maar de school heeft in de eerste
plaats de taak de nieuwkomer in te leiden in een wereld die ouder is dan deze
van het kind zelf. De school haalt de kinderen uit de stolp van het
hedendaagse, de nieuweling moet een erfgenaam worden opdat zijn vermogen tot
innovatie gestalte zou kunnen krijgen. Kennisoverdracht is noodzakelijk voor de
vrijheid."
Luc Devolderen
hoofdredacteur Ons Erfdeel:
"Kind noch leraar staan centraal: kennis- en
cultuuroverdracht en het doorgeven van vaardigheden staan centraal. En leraren
vervullen een sleutelrol bij die overdracht. Zij moeten competent zijn en
enthousiast hun kennis en vaardigheden overdragen. De samenleving moet daarom
haar leraren koesteren. En leraren overigens hun leerlingen. Maar ze moeten ze
niet fêteren. Uiteindelijk gaat het in de eerste plaats om tucht. Uiteindelijk
moeten wij misschien terug naar die mooie gedachte van ontvoogding die sociale
ongelijkheid kan wegnemen" (Ons Erfdeel, december 2004).
J. Chene & D.
Tarulli over de visie van Vygotsky: "Slechts volgens de weg van de
'Magistral dialogue' (= leraargeleide dialoog) kan volgens Vygotsky de zone van
de naaste ontwikkeling bereikt worden." (Theory and Pyschology, 1999, 9,
p. 5-28)
Jean Romain schrijft
in 'Lettre ouverte à ceux qui croient encore en l'école' (2001): "On
est en train de casser un vieux métier humaniste, celui du professeur, qui
consiste à enseigner. Il faut recommencer à enseigner, reprendre le risque de
l'autorité et réapprendre à lire, réapprendre à écrire, réapprendre à calculer.
Recommençons à enseigner, remettons la matière au centre, parce que s'est la
matière enseignée qui va faire grandir, qui va élever c'est l'étymologie du
mot un élève."
Toemaatje: 'vers' van
de pers
Staf de Wilde
nog eenmaal onderwijzer
morgen sta je voor de klas
na een eeuwigheid van zwijgen
je legt wegen aan door een woud
van woorden, verklaart de bloemen
en een held
zo lang geleden dat je hebt verteld
de nabootsing van een boze
de lof voor een die was uitverkoren
en twee die zich in elkanders ogen
hebben bedwelmd
een schoolmeester was je en ben je gebleven
die blaadjes uit zal delen voor een beter verstaan
je zal declameren, jouw stem verheven
heel de klas moet mee door jouw woorden gaan
en daarna zal het grootse gebeuren:
dan schrijven zij zelf een tekst
ze laten hem door hun meester keuren
en ja, hij klinkt als betoverd en behekst
|