Modernisering s.o. leidt tot amputatie en degradatie van ons sterk tso/bso
en tot demotivatie 12- à 14-jarige tso-leerlingen
1 Degradatie en amputatie van tso/bso & demotivatie
Het Masterplan had de mond vol van opwaardering
van technisch onderwijs en meer leerlingen voor
tso/bso, maar de conceptnota voert hervormingen
in die hier haaks op staan. De voorliggende voorstellen
zullen een aderlating en beschadiging voor
het tso betekenen. Dit blijkt ook uit de eerste reacties
uit het kamp van de tso-scholen (zie o.a. punt 2,
3 en 4).
In de eerste bijdrage in dit nummer beschreven we
al dat het in het eerste en het tweede jaar niet
langer mogelijk zal zijn om een aantal lesuren
specifieke techniek te volgen - zoals met de huidige
en gevarieerde technische opties wel het geval is.
Leerlingen die techniek lusten, maar absoluut niet
gediend zijn met een extra remedieerpakket wiskunde
en wetenschappen, zullen dus met meer theorie
dan voorheen geconfronteerd worden tijdens de 5
keuze-uren in het eerste jaar en de remedieeruren
in het tweede jaar.
Eind 2013 concludeerden ook de Leuvense onderzoekers
Jan Van Damme e.a. terecht dat de beperkte(
re) schooluitval in Vlaanderen vooral ook een
gevolg was van het vroegtijdig aanbieden van
technische opties en van early tracking - differentiatie
vanaf 12 jaar. (Onderwijshoofdstuk in De sociale
staat van Vlaanderen, 2013).
Het schrappen van de specifieke en gevarieerde
technische opties in de eerste graad zal dus leiden
tot meer schoolmoeheid en demotivatie bij leerlingen
die traditioneel voor een specifieke technische
optie kozen vanaf eerste graad. Het zal ook
leiden tot een verlies aan leerlingen voor tso-bsoscholen.
Tso-directeur Delepeleire vreest ook terecht dat
aso-scholen door de invoering van STEM en van
domeinscholen sterke tso-leerlingen uit de richting
Industriêle Wetenschappen zullen afsnoepen.
Delepeleire betreurt verder ook dat het verdwijnen
van belangrijke studierichtingen in het tso/bso tot
een amputatie van het tso/bso zal leiden.(zie punt
2). Ook andere directeurs formuleerden analoge
kritiek.
De West-Vlaamse handelsscholen en een lerares
Verkoop en Kantoor kropen ook meteen in de pen
en lieten hun protest tegen de gevolgen van de
reductie van de studierichtingen voor de studierichting
Handel horen (zie punten 3 en 4).
2 Directeur tso: geen opwaardering,
maar wel amputatie van tso/bso-aanbod
en verlies sterke leerlingen
In De Standaard van 8 juni verwoordde tso-directeur
Armand Delepeleire de reactie vanuit het tso/
bso. De directeur van het Schippersinstituut Wetteren
betreurt: De hervorming moest toch ook een op
-waardering van het technisch onderwijs opleveren.
Deze hervorming lijkt me echter niet niet meer dan
een slag in het water.
Delepeleire ziet de hervorming met lede ogen aan.
Belangrijke studierichtingen zullen uit ons aanbod
verdwijnen, zoals elektromechanica en elektriciteit-elektronica,
klinkt het. Die worden gedegradeerd
tot de richting elektromechanische technieken. Dit
betekent: minder wiskunde en meer praktijk. Maar
bij mij zijn het wel degelijk sterke doorstroomrichtingen.
Dit betekent een amputatie van ons aanbod.
Delepeleire juicht wel toe dat het paradepaardje van
het tso, industriële wetenschappen opgewaardeerd
wordt, maar vreest dat aso-scholen met dat
paradepaardje gaan lopen.STEM in het aso maakt
opgang, maar aso-scholen zullen nooit échte
STEM-scholen worden.Zij hebben ook niet de knowhow
in huis om engineering aan te bieden. Het
gevolg is wel dat technische scholen hun sterkste
leerlingen zullen verliezen aan de klassieke asoscholen.
Tso-scholen vrezen ook dat de oprichting
van domeinscholen nefast zal zijn voor het tso (zie
bijdrage 1 in dit nummer op pagina 10-12).
Protest van West-Vlaamse handelsscholen
West-Vlaamse handelsscholen aangesloten bij
Business Education (initiatief van meer dan 100
katholieke scholen Handel) publiceerden een reactie
op het snoeien in het studie-aanbod s.o. waarbij
ook de studierichting handel in het gedrang komt-
ook al wordt ze eventueel opgenomen in een groter geheel.
Zij vrezen blijkbaar dat de commotie rond het
studiedomein handel nu al potentiële leerlingen zal
afschrikken. De directies wijzen o.a. op het hoog
studierendement van handel in het hoger onderwijs.
Dit staat haaks op de conceptnota. Ook directies
van andere geviseerde studierichtingen vrezen
voor een terugloop van het aantal leerlingen per 1
september. Een directrice van een bloeiende technische
school vernam een mand gelden dat al haar
studierichtingen door de hervorming in het gedrang
kwamen: sociaal-technische, chemie en techniekwetenschappen.
3.
Handel is springlevend en klaar voor toekomst.
Het handelsonderwijs verdwijnt niet!
(Standpunt handelsscholen 19 juni 2016).
De studierichtingen binnen het handelsonderwijs
krijgen met de onderwijshervorming een nieuwe
benaming. Achter de nieuwe benamingen zitten
nieuwe inhouden. Leerlingen én leerkrachten in het
handelsonderwijs zijn ondernemende denkers, durvers
en doeners.
De West-Vlaamse handelsscholen beklemtonen de
kracht van het handelsonderwijs: nu maar ook in de
toekomst. Het handelsonderwijs binnen Katholiek
Onderwijs Vlaanderen is meer dan ooit springlevend.
Eén op de vijf (!) leerlingen in Vlaanderen
kiest voor een studierichting tso binnen het studiegebied
Handel. De brede vorming en uitgesproken
aandacht voor vreemde talen, toegepaste economie
en toegepaste informatica spreekt jongeren aan.
Leerlingen die kiezen voor een professionele bacheloropleiding
Bedrijfsmanagement behalen gemiddeld
een hoog studierendement van 68 %. Leerlingen
die vanuit de studierichting Informaticabeheer
kiezen voor een professionele bacheloropleiding
Toegepaste informatica behalen gemiddeld
een mooi studierendement van 61 %.
De recente hervorming van de arbeidsmarktgerichte
opleidingen Kantoor en Verkoop binnen Katholiek
Onderwijs Vlaanderen krijgt een positieve weerklank
op het werkterrein. Meer aandacht voor leren op de
bedrijfsvloer zorgt voor een betere aansluiting op de
noden van de arbeidsmarkt. Leraren die zelf stage
volgen in het bedrijfsleven maken van leraren goede
leercoaches op de arbeidsvloer. Deze opleidingen
hebben wel degelijk voeling met de arbeidsmarkt.
De handelsscholen van Katholiek Onderwijs Vlaanderen
blijven ambitieus. Stilstaan is geen optie.
Vooruitdenken en handelen is ons motto. De nakende
onderwijshervorming daagt ons uit. Wij zijn
springlevend en zullen enthousiast op de ingeslagen
weg verder gaan en een bijdrage leveren
aan de onderwijshervorming. Ouders en leerlingen
kunnen gerust zijn: het handelsonderwijs verdwijnt
niet, maar is meer dan ooit innoverend en ondernemend!
4 Protest van Christine Van den Moortel
(lerares' Verkoop en kantoor')
We citeren de belangrijkste passages uit de bijdrage
Is investeren in onderwijs dan niet meer nodig? Van
8 juni 2016 in De Wereld Morgen
Beste mevrouw Crevits. Als leerkracht met meer
dan 20 jaar leservaring in het beroepsonderwijs heb
ik met grote belangstelling uw hervormingsplannen
van het onderwijs gevolgd. Sta mij toe u mijn
mening over verschillende onderwijszaken uiteen te
zetten.
Ik geef al bijna mijn hele carrière les in de richting
Verkoop en na de vernieuwing van de leerplannen
sinds 2011 heb ik de indruk dat wij het daar heel
goed doen. Met groeiende verbazing en toenemende
ergernis stuitte ik dan ook op uitspraken als
het oubollige Verkoop en Verkoop biedt te weinig
kansen op de arbeidsmarkt. Volgens mij baseert u
zich op de oude leerplannen en dus ook op
statistieken van de studenten die uit het oude
leerplan zijn afgestudeerd want u beschikt duidelijk
niet over actuele informatie.
Als er even de moeite
werd gedaan om de leerplannen na te kijken, had
men gezien dat deze van de richting Verkoop en
Kantoor compleet vernieuwd zijn.
Vijf jaar geleden werd de hele leerinhoud door mekaar
gegooid om in te spelen op de modernisering
van deze richting. In die leerplannen is gemoderniseerd
en hervormd naar werkgelegenheid
toe. Er zijn bijvoorbeeld veel meer stage-uren
voorzien en werkplekleren wordt geïntegreerd.
De
leerinhouden zijn ook grondig verruimd wat een
toenemende kans op de arbeidsmarkt biedt.
Er kan dan ook hoegenaamd niet geconcludeerd
worden dat de succeskansen op de arbeidsmarkt te
klein zijn om deze richting nog een kans te geven.
Er is immers nog maar één lichting afgestudeerd in
het zesde middelbaar volgens het nieuwe leerplan.
Alle leerkrachten Verkoop en Kantoor hebben zich
gedurende 5 jaar volledig omgeschoold om het
nieuwe leerplan te doen slagen. Ook werden cursussen
gerealiseerd door de leerkrachten zelf aan
gezien het aanbod van uitgeverijen ontoereikend is.
Nu krijgen we te horen dat we oubollig zijn? Nee,
dit komt onze energie noch onze motivatie ten
goede.
U spreekt zich niet duidelijk uit over de toekomst
van de richting Verkoop en Kantoor maar het is duidelijk
dat dit nieuwe leerplan alweer een grondige
herwerking zal krijgen.
Ik vermoed dat u de leerlingen Verkoop en Kantoor
wilt samenzetten met een andere richting? Grotere
klassen in BSO, met als rechtstreeks gevolg minder
slaagkansen. Dit staat volgens mij lijnrecht tegenover
uw intentie dat iedere student een diploma zou
moeten halen.
U geeft aan dat een groot deel van de afgestudeerden
uit Verkoop en Kantoor geen werk vindt.
Misschien ligt de oorzaak hiervan niet bij het
leerplan/de richting/het onderwijs. Kijk eerst eens
naar de instroom van leerlingen in deze richting.
Voor Verkoop en Kantoor is geen groot budget
nodig. Het is waarschijnlijk de goedkoopste richting
in heel het onderwijssysteem. Veel taalarme leerlingen
en anderstaligen komen hier terecht.
In Verkoop en Kantoor zitten leerlingen vaak omdat
ze schoolmoe zijn, armoede kennen, of zelfs omdat
ze toch niet de intentie hebben om in de toekomst te
gaan werken. Gaat u deze studenten de mogelijkheid
op een diploma ontzeggen? Of geeft u alle
leerlingen een kans op succes?
Elke minister tracht zijn/haar stempel op het
onderwijs te drukken. Zo bestond eerst de richting
Kantoor-Verkoop, daarna werd de richting uiteen
getrokken en later weer bij elkaar geplaatst.
Nu zijn
het volgens uw hervormingsplannen weer twee
afzonderlijke richtingen die misschien opnieuw
samen zullen gezet worden?
De leerkrachten zien telkens namen veranderen
maar inhoudelijk is het toch altijd weer de taak van
de leerkrachten zelf om een positieve evolutie te
brengen. Deze constante hervormingsdrang zorgt er
al jaren voor dat het onderwijs weinig rust kent,
omdat ze bovenop aanpassingen in het leerplan
komen.
De stijgende werkdruk door hervormingen, wilde
ideeën van ministers, bijkomende eindtermen over
zaken die wij vroeger thuis meekregen (verkeer,
seksuele opvoeding, relatiebekwaamheid, milieu,
omgaan met geld, rijbewijs op school, ...) maken dat
het lesgeven uiteindelijk niet meer op de eerste
plaats kan komen. Het steeds meer omvattende
administratieve werk wordt bijna onoverzichtelijk
zodat leerkrachten bijna genoodzaakt zijn een secretaresse
aan te werven om alle papier en andere
rompslomp in orde te krijgen.
In de media verscheen een artikel waarin de directie
hiervoor met de vinger werd gewezen, maar als elke
quotatie moet verantwoord en gedocumenteerd
worden voor het geval ouders het eindresultaat
willen aanvechten, kan de schuld niet bij de directie
gelegd worden. De inspectie vraagt jaar na jaar
meer inspanningen van de leerkrachten.
|