Als 75% van de leerlingen de lessen interessant vindt en 25% niet: heeft die overgrote meerderheid van 75% dan ongelijk en moeten we dan die lesonderwerpen/vakken schrappen?
En beseffen de inspectie en minister Crevits wel dat het door evoluties in de maatschappij steeds moeilijker wordt om bepaalde jongeren te motiveren voor het onderwijs (zie bijlage over onderwijs in Brussel) ?
We waarschuwden al in 1983 het duo Coens-Monard en de politici dat door het zomaar verlengen van de leerplicht tot 18 jaar een groep leerlingen schoolmoe zou worden. Wie verantwoordelijk?
Er is ook een groot verschil tussen lesonderwerpen belangrijk vinden en anderzijds interessant of leuk vinden. Onderwijs moet niet per se leuk zijn en het heeft geen zin om leerlingen daar over te laten oordelen.
In de kranten en media worden de jongeren praktisch elke dat wijsgemaakt dat het Vlaams onderwijs totaal voorbijgestreefd is. Heeft dit geen invloed op die jongeren?
If I taught my students only things they found relevant (or things they envisaged would be relevant in their next twenty years), they would learn very little indeed.
They would end up rather empty-headed, able only to work out how much discount they were getting on their sale clothes and to explain why they should never trust a statistic on TV. As an adult teacher, and more expert than they in my field, it is my responsibility to expose them to more, to open their minds and to open doors.mmm En beseffen de inspectie en minister Crevits wel dat het door evoluties in de maatschappij steeds moeilijker wordt om bepaalde jongeren te motiveren voor het onderwijs (zie bijlage over onderwijs in Brussel) ?
Bijlage: Recente Getuigenissen over moeilijke situatie in Brusselse scholen
1. Prof. Mark Elchardus over leer- en
disciplineproblemen moslimleerlingen
We volgden eind november met aandacht de bij-dragen over het Brussels onderwijs. We zijn ver-heugd dat de leer-, taal- en gedragsproblemen niet langer verdoezeld werden en dat ook vermeld werd dat die problemen eveneens van culturele en levensbeschouwelijke aard zijn.
In de bijdrage in ZENO van 28 november j.l. wees ook Elchardus op de grote leer-, integratie- en discipline-problemen in Brusselse scholen - en op deze met veel moslimleerlingen in het bijzonder. Hij stelde: Het grootste probleem, om man en paard te noemen, doet zich wel voor bij de moslimjongeren. Hoe je het ook draait of keert, je belandt altijd weer bij het probleem van de discipline in klas. Ik ken leerkrachten die de helft van hun tijd met disci-plinering bezig zijn, waardoor slechts de helft van de tijd nog naar lesgeven gaat. Al ze hun diploma secundair onderwijs op zak hebben, hebben die leerlingen alles welbeschouwd drie jaar les gehad. Een andere vraag luidt: gaat het hier om wat die groep leerlingen meebrengt van thuis, of iets wat op school met de jongeren gebeurt? Als blijkt dat die jongeren dingen aanbrengen die ingaan tegen de geest van wat ze op school leren, dan is dit een serieuze hinderpaal voor het onderwijs.
2 Getuigenissen van Brusselse leerkrachten
Brusselse leerkrachten waren niet opgezet met het feit dat de radicalisering geregeld op naam gebracht werd van achterstelling in het onderwijs. In de bijdrage Wat moet er van die jongens worden? in De Standaard van 22 november maakten lee-krachten in scholen in en rond Brussel zich grote zorgen over het je-men-foutisme bij al te veel moslimjongeren. Zij stelden dat het moeilijk is om les te geven in dergelijke klassen: Veel van die gasten hebben geen getuigschrift lager school, maar stromen door op basis van leeftijd. Ze leveren geen taken in, studeren amper voor toetsen. En dan hun houding: ze snauwen meer dan ze spreken. Leerkrachten die tegengas geven worden afgedreigd of beschimpt. Straffen hebben weinig impact. Stagebegeleiders zijn bang om sommige van die onhandelbare jongeren naar bepaalde bedrijven te sturen. Omdat ze te laat komen, weinig ijver aan de dag leggen. Ze volgen kantoor, maar ze spreken onvoldoende Nederlands om de telefoon te beantwoorden. Wat de leraars beangstigt, is het je-men-foutisme. Ze lijken in niets geïnteresseerd. Thuis krijgen die leerlingen vaak weinig of geen steun. Ze lijken verweesd op te groeien.
Zelfs de Brusselse Groen-schepen Analisa Gadleta gaf nu volmondig toe:Sommige jongeren spreken amper Nederlands; zelfs dat is hen niet ge-vraagd (ZENO, De Morgen, 21 november). In het verleden relativeerde ook GROEN en de partijvoorzitster Almacy nog het belang van de kennis van het Nederlands. Hoe wil je dat leerlingen die het Nederlands net beheersen de lessen heel interessant vinden?