Bezorgde uitspraken
over M-decreet op commissievergadering
donderdag 10 maart 2016. En dringen
CLB's er terecht of ten onterechte op aan dat leerlingen eerst moeten proberen
in het gewoon onderwijs?
1.Steve Vandenberghe
(Sp.a)
Het is niet de bedoeling om vandaag in detail over het
M-decreet te debatteren, maar tijdens mijn laatste rondetafelgesprekken met de
directeurs van vorige vrijdag, beheerste dat thema drie vierde van de
vergadertijd. Ze verzuipen in het werk omdat de ondersteuning, de omkadering en
de beschikbare middelen ontoereikend zijn
2.Kathleen Krekels (N-VA)
De OESO raadt aan om het M-decreet heel zorgvuldig, stap
voor stap, te interpreteren. Ze geeft ook een aantal bezorgdheden weer die wij
ook al hadden, zoals de nood aan meer duidelijkheid in de organisatie, de
bezorgdheden bij de scholen voor gewoon onderwijs over de middelen en de
ondersteuning en de voorbereiding van leraren op de implementatie van dat
M-decreet. Dat is een bezorgdheid die we allemaal delen.
We willen benadrukken dat we natuurlijk willen dat elke
evaluatie daarover maximaal gebeurt vanuit de invalshoek van de leerling. We
hebben via de prewaarborg ingezet op het ondersteunen van leerkrachten en
schoolteams. Minister, hoe ziet u de ondersteuning van leerlingen met
specifieke onderwijsbehoeften in de toekomst? Gaan we meer bepaald naar
ondersteuning op schoolniveau of streven we naar die rugzak voor elk kind, wat
wordt aangeraden door de OESO? Hoe zullen we dat rugzakprincipe interpreteren?
In de enge zin, echt gericht vanuit het kind, of ook in de bredere zin, vanuit
de behoefte van leraren en schoolteams? Of moeten de middelen meer flexibel
worden ingezet, wel vanuit het kind, maar met een grotere flexibiliteit?
Ik denk dan bijvoorbeeld aan de oefening die we nu doen rond
het GON en de besteding van de middelen daarvoor.
3. Antwoord van minister
Hilde Crevits
Mijnheer Vandenberghe, u zegt dat scholen zeggen te
verzuipen in dat M-decreet. Nogmaals, de manier waarop het CLB de attesten
maakt, is zo cruciaal. Uw collega, mevrouw Van den Bossche, was hier vorige
week. Ze zei dat de CLBs vragen het toch eens te proberen (in het gewoon onderwijs). Ik vind dat
vreemd. Ik was deze week op bezoek in een school, en de directie daarvan wees
me op het volgende. Vroeger werden leerlingen naar type 1 of type 8 verwezen.
Dat is nu basisaanbod, maar er zijn blijkbaar CLBs die zeggen dat er een
quotum is, dat ze niet meer dan een bepaald aantal leerlingen naar het
basisaanbod mogen sturen. Als ik dergelijke dingen hoor, dan huiver ik, want
dat is helemaal geen richtlijn van de Vlaamse overheid. Het kind moet daar naar
school kunnen gaan waar het thuishoort. Als men er echter van overtuigd is dat
het kind thuishoort in een gewone school, dat dat moet lukken, dan moet dat
natuurlijk ook gaan.
Wat mogelijke expertisevragen van scholen betreft, er zijn
zeventig competentiebegeleiders op pad gestuurd. Zij moeten onze scholen kunnen
bereiken. Ze moeten de andere pedagogische begeleidingen kunnen bevruchten. We
moeten dat goed opvolgen. Ik ben daar ook bezorgd over, maar onze mensen volgen
dat ook goed.
|