1..Inleiding
De vroegere pedagogisch coördinator van de katholieke onderwijskoepel
(basisonderwijs), Jan Saveyn, vertolkte een andere visie dan deze die de huidige pedagogische
verantwoordelijken van de katholieke onderwijskoepel propageren in hun nieuwe
leerplanconcept Zin in leren (zie bijdragen in school+ visie). In tegenstelling met zijn opvolgers was Saveyn ook een pleitbezorger van het klassieke leerplanconcept waarin de leerstofpunten vrij duidelijk en volledig (per leeftijdsgroep) worden opgesomd. Zijn opvolgers stellen dat leerplannen en methodes 'geen gesneden brood' meer mogen aanbieden, maar eerder puzzelstukken.
2.Saveyn wees op gevaar van pedagogische hypes, petites religions
In teksten van kopstukken van de koepel van het
katholiek basisonderwijs over hun nieuw leerplanconcept Zin in leren treffen
we heel wat pedagogische hypes aan (zie analyses in Onderwijskrant nr. 176 op www.onderwijskrant.be)
Jan Saveyn wees nog in 2007 op het gevaar van de
vele pedagogische hypes: Men kan kritische vragen stellen bij de hoge
verwachtingen van het zelfontdekkend leren en het zelfstandig leren van
leerlingen, zeker als het zwakke leerlingen betreft. Of bij het vele
heil dat men verwacht van leren van elkaar, en daarmee verbonden het
minimaliseren van het effect van expliciete sturing door de leerkracht.
Sommigen gaan in die zin, onder de vlag van Het Nieuwe Leren, al
dergelijke eenzijdigheden propageren.
Daarbij is typisch dat de zgn. petites religions
algemene geldigheid claimen en dat ze meer absoluut vooropstellen dan ze
met resultaten kunnen aantonen. Het meest verontrustende effect is nog dat de
(eenzijdige) methode waarin men gelooft een sluier legt over het geheel van de
doelen. De vervaging van het onderscheid tussen middel en doel, zorgt ervoor
dat bepaalde elementen van het curriculum teveel of te weinig aandacht krijgen
(Nova et Vetera, september 2007).
3. Saveyn : te weinig aandacht voor
onderwijsinhoudelijke opdracht van de school ook bij begeleiders en
bijscholers
Saveyn betreurde ook dat er te weinig aandacht
was voor de onderwijsinhoudelijke
opdracht van de school: De onverwacht sterke belangstelling van
veel onderwijsmensen voor het zogenaamde kennisdebat (uitgelokt door
O-ZON-campagne 2007 van Onderwijskrant) willen we als een kans beschouwen om de
aandacht meer en weer te richten op de kerntaak van het onderwijs: ervoor
zorgen dat de leerlingen de dingen die goed voor ze zijn op de meest
doeltreffende wijze in hun school verwerven. Ook de pedagogische begeleidingsdiensten
zullen zich kritisch moeten afvragen of ze voldoende aandacht blijven besteden
hebben voor de onderwijsinhoudelijke opdracht van de school. De voorbije 20 jaar was er in publicaties en bijscholingen
opvallend weinig aandacht voor die leerinhoudelijke opdracht. 25 jaar geleden
was er meer leerinhoudelijke deskundigheid aanwezig dan op vandaag - en dat
is ook een handicap bij de opstelling van de nieuwe leerplannen.
Saveyns opvolgers binnen de katholieke koepel verkondigen een totaal andere
didactiche visie en willen zelfs nog minder aandacht aan de
onderwijsinhoudelijke opdracht besteden. We vrezen dat het momenteel ook binnen
de koepel aan leerinhoudelijke deskundigheid & belezenheid ontbreekt.
4.Saveyn: veel lof voor leerplan en
onderwijs wiskunde; opvolgers: vrij negatief
Opvallend is ook dat de huidige opvolgers
van Saveyn zich totaal anders uitspreken over het leerplan wiskunde en
over het wiskundeonderwijs dan Saveyn. In Zin in wiskunde ( school+visie
van december 2015) liet Sabine Jacobs zich vernietigend uit over ons
wiskundeonderwijs - dat volgens haar
niet echt zinvol is en veel weerzin bij de leerlingen zou uitlokken (zie
anakyse in Onderwijskrant 176).
Jan Saveyn prees in 2007 het leerplan wiskunde. Saveyn prees o.a. het feit
dat er in ons leerplan gekozen werd voor een evenwicht in
het inhoudelijk aanbod en voor
eclectisme inzake werkvormen en dus
niet voor het eenzijdige
wiskunde-onderwijs van het Freudenthal Instituut. Saveyn schreef
verder: In de realiteit van onderwijs-leerprocessen en volgens het leerplan is
er vooral veel complementariteit van verschillende soorten doelen en verschillende soorten leren. Het
praktijkverhaal is er een van en
en en niet van of
of. Dat is ook zo
voor de aanpak. Die is én sturend én zelfsturend, met meer of minder
leerlingen-initiatief,
altijd afhankelijk van het doelenpakket dat op een
bepaald moment aan de orde is, en van de wijze waarop de leerlingen leren.
Bij de opstelling van het leerplan wiskunde hebben we als leerplanontwerper
gekozen voor een visie die we al in 1987 in
Onderwijskrant bepleitten: een herwaardering van de vele goede elementen uit onze sterke Vlaamse
wiskunde-traditie en een aanvulling met enkele waardevolle nieuwe elementen. De
Vlaamse methodes vertonen inderdaad een beter evenwicht dan de Nederlandse, er
is meer aandacht voor kennis van rekenfeiten, automatiseren en oefenen. Ook
klassieke meetkunde komt in Vlaanderen meer aan bod. En verder werken we vaker
met vaste oplossingsmethodes bij rekenen en vraagstukken. Zo kiest het leerplan
VVKBaO bijvoorbeeld ook voor het eerst aanleren van een standaardprocedure bij
rekenen en pas daarna voor het leren kiezen van flexibele oplossingsmethodes. We voegen er aan toe dat er bij ons
ook meer aandacht is voor het traditionele metend rekenen dan in Nederland en
in dan in onze eindtermen. De eindtermen schrapten b.v. de kennis van de formules voor oppervlakteberekening e.d.,
wij behielden ze in het leerplan. Er is in Vlaanderen ook meer aandacht voor
klassieke vraagstukken. Ook inzake werkvormen pleitten we voor een eclectische
en veelzijdige aanpak. Jammer genoeg mochten we ons niet beperken tot een
opsomming per leeftijdsgroep van de leerstofpunten zoals in de klassieke
leerplannen, waardoor het leerplan
minder hanteerbaar is voor de praktijkmensen.
5..Kritiek van Saveyn op evolutie in
taalonderwijs. Negatie van kritiek door zijn opvolgers
Saveyn sprak zich in 2007 wel kritisch uit over evoluties in het
taalonderwijs en vooral op de nefaste
invloed van het Leuvens Steunpunt NT2-Leuven van prof. Kris Van den Branden en
co (momenteel CTO: Centrum voor Taal en Onderwijs). Saveyn werd merkwaardig genoeg een paar jaar
geleden opgevolgd door een vurige propagandiste van het taakgericht
taalonderwijs van het CTO - Machteld
Verhelst.
Jan Saveyn bevestigde in 2007 dat veel praktijkmensen
terecht met veel vragen zitten omtrent het vak Nederlands. Dit was in sterke mate tot uiting gekomen in
de context van O-ZON-campagne van Onderwijskrant. De misnoegdheid was volgens Saveyn onder meer het gevolg van
de invloed van de eenzijdige taalvisie van het Leuvens Taalsteunpunt van Van
den Branden en Co. Saveyn beteurde dat het Taalsteunpunt opteerde voor radicaal
vaardigheidsonderwijs. Woordenschatrijtjes, zinsontleding, aanleren van grammaticale
en spellingregels
waren uit den boze. De leerling moest volgens de
analytische taalverwervingsmethode al doende leren vanuit globale taaltaken
(brief schrijven, telefoongesprek. ..) en zelfontdekkend zijn eigen taal
analyseren. Vanuit de constructivistische leertheorie moesten de leerlingen
enkel geconfronteerd worden met realistische en uitdagende taaltaken. De leraar
was vooral coach van het leerproces. Saveyn vertelde er wel niet bij dat
de taaltenoren van het (katholieke) leerplan, Ides Callebaut en Bart
Masquillier, in het zelfde taalbedje ziek waren.
Saveyn concludeerde: Veel praktijkmensen
nemen aanstoot aan de exclusieve keuze voor inhouden vanuit een louter
functioneel oogpunt, evenals aan de stelling dat men onderwijsleerprocessen
altijd aan realistische, authentieke contexten moet zien te koppelen, aan het
ontbreken van banden met de traditie van het systematisch moedertaalonderwijs,
aan het geen aandacht schenken aan de verwachtingen van het secundair onderwijs
ten aanzien van de basisschool.
In publicaties van de taaltenoren binnen de
katholieke koepel merkten we dat ze blijven aansturen op de door Saveyn
terechte bekritiseerde taalvisie. En uitgerekend een ex-medewerkster van het
Leuvens Taalsteunpunt, Machteld Verhelst, werd de opvolgster van Jan
Saveyn binnen de koepel. We merkten
ook al dat Verhelst zich jammer genoeg blijft verzetten tegen de invoering van intensief NT2 vanaf de eerste dag van het
kleuteronderwijs net als het Leuvens Steunpunt NT2 destijds.
|