Taalvaardigheid en taalkennis alarmerend: schrijfvaardigheid, woordenschat, spelling en
grammatica, begrijpen van teksten
Passages uit de
Knack-bijdrage van Jan Stevens: Steeds minder leerlingen kunnen zonder fouten
schrijven. Spelling? Wasda? (10 februari 2016)
Een bevestiging
van wat we al lang weten en aanklagen. In september 1993 sloegen we in Onderwijskrant al
alarm over het nivellerend karakter van de ontwerp-eindtermen voor de
taalvakken. Ook met de collegas van de Torhoutse lerarenopleiding stuurden we
in mei 1993 een lange lijst met kritieken naar Brussel. Maar er werd jammer
genoeg niet geluisterd ook niet door de ontwerpers van de taalleerplannen.
Ook in het huidige debatje over de nieuwe eindtermen werd er nog met geen woord
gerept over de niveaudaling voor de taalvakken e.d.
1. Getuigenis van twee leraars s.o.
Volgens lerares Nederlands Vicky Van De Walle
zijn de resultaten voor het vak Nederlands eind tso alarmerend. Veertig
procent beschikt niet over de nodige woordenschat en 20 procent mist
leesvaardigheid. Volgens Van De Walle is dat een gevolg van de leerplannen
Nederlands. Wij moeten nu ook vooral inzetten op spreken en schrijven.
Woordenschat mag niet meer gedrild worden.
Een jaar of tien
geleden werden we ook nog door de doorlichters van de onderwijsinspectie op de
vingers getikt: we mochten de betekenis van nieuwe woorden wel verklaren , maar
we mochten onze leerlingen geen woordenlijstjes meer vanbuiten laten leren. Ze
mogen geen woorden buiten een context inoefenen, waardoor jammer genoeg het
hele woordenschatonderwijs in het gedrang komt. Van De Walle wil graag een
stap terug in de tijd zetten, toen er nog geblokt moest worden.
Nu ligt de
klemtoon vooral op taken maken en veel minder op studeren, waardoor leerlingen
niet genoeg basiskennis opbouwen. De helft van de leerlingen in het technisch
onderwijs kent b.v. ook de dt-regels niet. Ze blijven ermee sukkelen ofwel
omdat ze de regels niet kennen, ofwel omdat ze niet belangrijk vinden. Zolang er geen punten
mee te verdienen zijn, trekken leerlingen zich bijzonder weinig aan van de
juiste taal en spelling
Leraar Nederlands Gijs Hollebosch derde graad aso (Beveren): Op een bepaald moment
besliste de overheid om de grammatica die op de Basisschool aangeleerd werd
door te sluizen naar de eerste graad van het middelbaar onderwijs. In de eerste
twee leerjaren krijgen de leerlingen nu de zinsontleding die wij in de lagere
school kregen ... In de leerplannen van het middelbaar ligt vandaag ook veel
minder de nadruk op spelling. Vroeger werden de spellingregels erin gedrild, nu
moeten de leerlingen (volgens de leerplannen) enkel beseffen dat spelling in
sommige contexten belangrijk is, zoals bij het schrijven van een sollicitatiebrief.
Hetzelfde geldt
voor de woordenschat. Ik hoor van oud-leerlingen vaak dat ze het lastig hebben
met academisch taalgebruik aan de hogeschool of universiteit. Een grote kwaal
is volgens Hollebosch ook de snel afkalvende leescultuur. Leerlingen die wel
nog lezen, nemen hun toevlucht tot het makkelijker werk, zoals De
hongerspelen. Het is goed dat die boeken sowieso gelezen worden, maar ze
hebben een minder diverse woordenschat. Wordt er bij de quotering rekening
gehouden met het dalende niveau? Ja, binnen de vakgroep Nederlands wordt
daarover gesproken. Vooral ook anderstalige nieuwkomers krijgen meer punten dan
vroeger.
2.Dominiek Sandra, prof. algemene taalkunde UA
Prof. Sandra kan
niet anders dan vaststellen dat de taalbeheersing, inclusief de spellingcapaciteiten
van studenten in de eerste bachelor taal- en letterkunde achteruitgaat. Zeker
de laatste tien jaar is het slechter geworden, zegt hij. ...
In de eerste
bachelor taal- en letterkunde zijn er studenten die zelfs na veel begeleiding
niet in staat zijn om een degelijk mini-essay van twee bladzijden te schrijven.
Ze maken fouten in de tekststructuur, zinsbouw, woordkeuze en spelling. (Als
het al bij die taal-studenten al zo slecht gesteld is met schrijven,
woordenschat, spelling, dan moet het nog veel erger zijn bij
doorsnee-studenten.)
Sandra maakt zich ook zorgen over de
wegdeemsterende leescultuur. Maar ook het feit dat het grammaticaonderwijs pas
in het middelbaar begint, heeft ernstige gevolgen. Bachelorstudenten die een
taalopleiding volgen, komen soms diep in de problemen als ze een zin
grammaticaal moeten ontleden. Dat is toch onvoorstelbaar! Er zakken hallucinant
veel studenten voor de cursus waarin ze woordsoorten leren benoemen en zinsbouw
leren analyseren. ... Dat is dramatisch, want van talenstudenten verwacht je
dat ze niet alleen taalvaardig zijn, maar ook inzicht in de taal hebben. Het is
heel waarschijnlijk dat ze ooit voor een klas zullen staan. Het zal hen dan
maar overkomen dat een van hun slimmere leerlingen hen corrigeert omdat ze een
lijdend voorwerp verwarren met een gezegde. Ik vrees dat dit nu al gebeurt.
...Ik vind dat
het middelbaar onderwijs te vaak herzien werd. Bij al die hervormingen werd
soms het kind met het badwater weggegooid. Zowel in het middelbaar als in het
hoger onderwijs moeten we ook veel strenger durven te zijn. Soms krijgen studenten
ook dyslexie-attesten die ze niet verdienen. Sommigen hebben een attest omdat
ze in het Nederlands dyslectisch zijn, terwijl ze er in de Engelse taal totaal
geen last van hebben.
3. Prof. Filip Vos (UGent)
In 2008 voerde
Filip Devos, professor Nederlands UGent, onderzoek naar de spellingvaardigheden
en de grammaticale kennis van laatstejaarsleerlingen uit het algemeen
secundair. Voor grammatica haalde zo goed als niemand de eindtermen, behalve
de leerlingen die Latijn volgden. ... ook Devos heeft het gevoel dat er iets
mis is. Ik geef 20 jaar les en ook ik zie de kennis van de spelling en
grammatica achteruitgaan. Ik merk dat veel studenten het nog lastig hebben om
teksten te schrijven en te begrijpen, en dat de woordenschat krimpt. Neem het
zinnetje: Hij fietst gezwind de Mont Ventoux op. De helft van de studenten
kent het woord gezwind niet meer. Van de uitdrukking hij bakt ze bruin hebben
ze ook nog nooit gehoord.
4.Reactie van minister Crevits
Crevits:
Wetenschappelijk gezien bestaan er geen harde bewijzen van een dalend niveau
van spelling en grammatica, reageert minister Hilde Crevits. Maar vanuit het
onderwijsveld komen er inderdaad signalen dat het algemeen taalniveau
achteruitgaat. De minister benadrukt dat ze groot belang hecht aan een goede kennis
van het Nederlands. Daarom is de modernisering van het secundair onderwijs zo
belangrijk. In het Vlaams Parlement is het debat aan de gang over de
eindtermen. Taal zal er zeker in aan bod komen.
5. Commentaar van Raf Feys
In het debat over
de hervorming van het s.o. van de voorbije 10 jaar is de niveaudaling voor taal
e.d. op geen enkel moment ter sprake gekomen. De critici van die hervorming
vrezen ook dat deze tot verdere niveaudaling en ontscholing zal leiden.
De
beleidsverantwoordelijken van het departement en van de onderwijskoepels hebben
ook steeds ontkennend gereageerd op de vele getuigenissen en enquêtes die wezen
op de niveaudaling voor de taalvakken e.d. De katholieke onderwijskoepel
publiceerde in september 2007 zelfs een dik themanummer van Nova et Vetera om
de vele kritieken op de niveaudaling
naar aanleiding van de O-ZON-campagne van Onderwijskrant te weerleggen. Ook de
leerplanvoorzitters en de taalbegeleiders ontkenden de vele kritiek.
Ook nu pakt
Crevits uit met de stelling dat er geen wetenschappelijke bewijzen bestaan voor
de achteruitgang. Maar precies de beleidsmakers hebben zich nooit ingespannen
om het niveau van de taalkennis en taalvaardigheden op een grondige wijze te
onderzoeken. Hierbij gaat het ook niet enkel om spelling en grammatica. Erger
is dat het eveneens gaat om een grote achteruitgang inzake schrijf vaardigheid,
woordenschat en begrijpen van teksten.
De minister belooft nu dat er aandacht zal aan
besteed worden in het kader van het debat over de nieuwe eindtemen. Maar uit de
vele debatten over de hervorming van het s.o. en in de recente
eindtermen-standpunten vanbovenaf blijkt dat daar met geen woord over gerept
werd:. Denk aan standpunten als: De nieuwe school in 2030 (Departement, VLOR
en KBS), oriënterend VLOR-advies over eindtermen, 10-tal bijdragen over nieuw
leerplanconcept van de katholieke onderwijskoepel onder het motto: Zin in
leren , ouderpanel van de KBS, ... Ook in de hoorzittingen kwam die thematiek
nog niet ter sprake. Zo verwonderde het ons ook ten zeerste dat in de
hoorzitting met de ex-eindtermen-chef Roger Standaert met geen woord gerept
werd over de vele kritiek op de ontscholende Uitgangspunten bij de eindtermen
(1995) en de vele kritiek inzake de nivellerende eindtermen voor de taalvakken
e.d.
|