Dirk Van Damme (OESO)
blaast geregeld koud en warm tegelijk over ons onderwijs; vandaag weer koud over de sociale discriminatie in het
Vlaams onderwijs
In de bijdrage over een recent OESO-rapport op de website van deredactie.be (VRT) lamenteert Dirk Van Damme (OESO) over de
sociale discriminatie in ons onderwijs. Hij stelt: "We zijn een land waar
familiale en sociale achtergrond nog heel sterk doorweegt op
schoolsuccessen" en hij wekt de indruk dat de sociale discriminatie in ons
onderwijs veel hoger is dan elders. De voorbije jaren poneerde hij echter
herhaaldelijk dat Vlaams onderwijs op het vlak van gelijke kansen behoorlijk
presteerde (zie punt 3).
De OESO-man Van Damme
blaast geregeld koud en warm tegelijk.
Een aantal illustraties:
(1) In het tijdschrift
Sampol (Samenleving en
politiek van sept. 2013)
zwakte Van Damme de strafffe uitspraken
van sociologen over sociale discriminatie af.
Hij stelde Vooral linkse onderwijssociologen hebben
van gelijke onderwijskansen de kern van de onderwijshervorming trachten te
maken. Daarbij werd jammer genoeg
nogal eens overdreven. Wanneer men de Vlaamse PISA- naar een
data nauwkeurig analyseert en vergelijkt met andere landen, dan is de
impact van sociale ongelijkheid op
leerresultaten groot, maar
er zijn veel
landen waar die nog veel groter
is.
In een later
interview in De Morgen stelde Van Damme dat ons onderwijs op het vlak van
onderwijskansen vrij goed presteerde en dat hij in dit verband geen heil
verwachtte van de invoering van een gemeenschappelijke of brede eerste graad.
En hoe is het gesteld met de basisvaardigheden van de Vlaamse 25-34 jarigen. Op basis van de PIAAC-studie schrijft Van Damme: " Zoals blijkt uit Figuur 2 hebben Vlaamse 25-34 jarigen een vrij hoge numeracyscore van 318 punten, ruim hoger dan het OESO-gemiddelde van 302 punten" (Thema, 2015, n'. 4, p. 9).
(2)Een paar weken geleden nog vergaloppeerde Van Damme zich over de
schooluitval
Op basis van Belgische cijfers stelde hij dat de schooluitval
in Vlaanderen heel hoog was en veelhoger dan in andere landen. Gennez stelde
hieromtrent in het parlement een vraag aan minister Crevits. Crevits moest bekennen
dat de schooluitval in Vlaanderen volgens Eurostat amper 7% bedroeg in 2014 en
dat het Europees streefdoel voor 2020 10% bedraagt. We zitten dus al veel lager
dan dit streefdoel. Uit Eurostat 2015 blijkt eveneens dat Vlaanderen ook
opvallend beter presteert dan vergelijkbare landen als Nederland, Frankrijk,
Duitsland, Finland
(3) Als kabinetschef van minister Vandenbroucke pakte Van
Damme destijds uit met de dwaze slogan Ons onderwijs is enkel sterk voor de
sterke leerlingen, maar zwak voor de zwakke.
Dezelfde Dirk Van Damme schreef echter in 2001 samen met prof. Jan Van Damme naar aanleiding van TIMSS 1999
terecht dat onze 2% zwakste leerlingen
nog even goede resultaten behaalden als de groep van de 25% zwaksten overal ter
wereld. Ook de Gentse PISA-onderzoeker Luc Van de Poele getuigde herhaaldelijk
dat alle categorieën leerlingen ook de zwakkere en ook deze uit de 'laagste'
sociale milieus opmerkelijk beter scoorden voor PISA dan in de meeste landen.
Hij voegde eraan toe dat onze beleidsmakers
dat jammer genoeg niet graag horen en vaak het tegengestelde beweren.
In ons interview met Vandenbroucke in 2005 moest de minister
op basis van cijfers die we hem voorlegden wel toegeven dat de kansarme
leerlingen in Vlaanderen opvallend beter presteren dan elders. Hij antwoordde
schoorvoetend: Jullie stellen dat de staart van minstpresterenden in
Vlaanderen het toch nog altijd beter doet dan de minstpresterenden elders. Die
stelling is juist.
(4) Van Damme lamenteerde de voorbije jaren in de media over
het feit dat te weinig Vlaamse jongeren hoger onderwijs volgden. Hierbij kreeg
de gewone burger de indruk dat Vlaanderen op dat vlak sterk in sterke mate
gebreke bleef. Van Damme wekte hierbij ook de indruk dat Vlaanderen geen nood
had aan een voldoende aantal leerlingen met een gewoon tso-diploma. Volgens ons
en volgens velen is dit geenszins het geval en is er precies voor die leerlingen veel toekomst op de
arbeidsmarkt.
Dezelfde Van Damme schrijft echter in de recente bijdrage
Het Vlaamse en het Nederlandse hoger onderwijs vergeleken THEMA (2015, nr. 4)
dat de participatiegraad aan het hoger onderwijs vrij groot is in Vlaanderen.
We citeren even: Op basis van Education at a glance 2014-2015 bedraagt het
aantal nieuw ingeschreven studenten in verhouding met hun leeftijdsgroep 71 procent in België en 59 procent in Nederland.
Een historisch hogere participatie en de traditioneel open instroom zijn wellicht verantwoordelijk voor dat grote
verschil.
|