(1) De vrij hoge PISA-score van Nederlandse leerlingen wijst erop dat de Nederlandse leerkrachten goed presteren en dat dus hun opleidingsniveau wel degelijk is
(2) gevaren van vakkenoverschrijdend thematisch (project)onderwijs
(3) belang van leidende rol van leraar en van instructie
(1) Ik hoor u niet over het opleidingsniveau van leraren. Moet dat niet omhoog?
"Waar staat Nederland nu in de Pisa-ranglijsten? Achtste? Negende? (dertiende, MdV). Jullie zijn gek dat jullie je zo druk maken over de vraag of jullie docenten wel goed genoeg zijn. Natuurlijk zijn ze dat, anders stonden jullie niet zo hoog.(NvdR: voor PISA-2012-Wiskunde behaalde Vlaanderen - samen met Zwitserland) de Europse topscore.)
Meer of hogere diploma's leiden niet tot beter onderwijs, blijkt uit onderzoek. Je kunt lang discussiëren over de lerarenopleidingen, maar die zijn niet het antwoord op hoe je het onderwijs verder verbetert. Belangrijk is dat je de volgende generatie laat zien dat het leraarsvak een veeleisend beroep is. Verder moet Nederland zich vooral de vraag stellen: hoe profiteer je nog meer van dat enorme succes van jullie leraren?"
(2)De Nederlandse commissie pleit er in haar voorlopige advies voor om vakken aan te bieden rond thema's als duurzaamheid, gezondheid en democratie. Dat zou het onderwijs dichter bij de leefwereld van kinderen brengen en ruimte bieden voor het leggen van verbanden.
"Voor projectleren heb je als leerling een hoop oppervlakkige kennis nodig. Het probleem van dit soort onderwijs is vaak dat we kinderen de grote concepten leren nog voor ze de kennis hebben van de onderliggende inhoud. Daardoor doen leerlingen geen diepgaandere kennis op, laat staan dat ze verbanden weten te leggen of problemen kunnen oplossen. Kennisverwerving verloopt altijd in de volgorde van oppervlakkig, naar diepgaand, naar verbanden leggen." .
(3)Leidende i.p.v. begeleidende rol van leerkracht, geen coach
Leraren zouden ook steeds meer een begeleidende rol krijgen. Goed idee?
Hattie, "Het moeilijkste en belangrijkste om te leren in deze wereld is beslissingen nemen over wat je gaat doen als je het even niet meer weet. Tegen pientere kinderen zeg je: goed gedaan, wat denk je dat je nu moet doen? Zij weten dat vaak wel, maar kinderen die worstelen met de lesstof vinden dat moeilijk. Onze taak als docent is ze helpen bij het beantwoorden van die vraag. Daarvoor heb je een sterke leraar nodig die instrueert en ingrijpt. Die vragen stelt, controleert, en soms werk opnieuw laat doen. Geen coach die vanaf de zijlijn aanmoedigt."