B-attest: vroeger nefaste waterval, straks heilzame
stroomversnelling?
Van afschaffing B-attest naar afdwingbaar B-attest & quasi verbieden zittenblijven: haaks op visie
van praktijkmensen, ouders, leerlingen ...
Veel ongenoegen & taaklast bij leerkrachten, veel conflicten en
juridische betwistingen, aantasting van verantwoordelijkheid van de ouders
Raf Feys en Noël Gybels
1 Pleidooien voor
afschaffen van B-attest als oorzaak watervalsysteem
Het debat over
B-attesten duurt al een tijdje. De B-attesten kregen het lange tijd hard te
verduren en beleidsmakers, onderwijssociologen, Metaforum Leuven ... pleitten
voor de radicale afschaffing. B-attesten
werden vooral ook gezien als oorzaak van het zgn. watervalsysteem of
afzakken. In 2012 kondigde minister Smet aan dat het B-attest in elk geval
zou verdwijnen in de eerste graad. In
een interview met De Morgen van 19
juni 2012 kondigde hij een eerste hervormingsmaatregel aan: Een van de speerpunten wordt een brede
eerste graad, waarin geen enkele leerling nog een B-attest kan krijgen. Ook
het Leuvens Metaforum - met Bieke De Fraine, Ides Nicaise e.d. stelden in die
tijd het afschaffen van B-attesten in de eerste drie jaren van het s.o. voor.
Op die wijze
probeerden Smet en Co naar eigen zeggen het zgn. watervalsysteem, het afzakken naar
een lagere richting uit te sluiten. Men stelde ook dat B-attesten tot sociale
discriminatie leidden; enzovoort. Smet kreeg veel bijval van kopstukken van
politici, van onderwijssociologen, van
kopstukken van de onderwijsnetten,... Vanwege de praktijkmensen kwam er
destijds enorm veel kritiek ook op het
verband dat gelegd werd tussen B-attesten en het nefaste watervaleffect. Ook
Onderwijskrant deed zijn zijn uiterste best. Wij stelden dat de B-attesten een
belangrijk instrument waren bij de oriëntering en tijdige heroriëntering van de
leerlingen en dat zo ook het overzitten werd beperkt. We betwistten ook de term waterval. Ook Peter De Roover, momenteel parlementslid N-VA, verdedigde in 2012
als leraar nog de B-attesten en de wijze waarop ze tot nog toe op een
uitgekiende wijze gehanteerd en geïnterpreteerd werden. In november 2013 wees ook de Leuvense
onderzoeker Carl Lamote plots op de
zinvolheid van B-attesten voor de vlotte (her)oriëntering e.d. Een aantal
beleidsmakers en kopstukken van onderwijskoepels b.v. ook Chris Smits van het
katholiek onderwijs - waren niet
gelukkig met de conclusies van dit onderzoek. Volgens het Masterplan moesten de
B-attesten nog steeds afgeschaft worden op het einde van het eerste jaar: Na het eerste jaar van de eerste graad is
een B-attest niet mogelijk (pagina 23).
Wij hebben ook dit voorstel onmiddellijk als nefast bestempeld.
2 Dwingend karakter van B-attest: van
waterval naar stroomversnelling?
Minister Crevits stelde in het interview in De Standaard van 29 augustus: Te veel jongeren met een B-attest blijven
zitten, terwijl uit internationaal onderzoek blijkt dat dit lang niet altijd
zinvol is. Alleen als de klassenraad
er in uitzonderlijke gevallen mee akkoord gaat, moet een jaar overdoen met een
B-attest nog mogelijk zijn. In de commissie onderwijs van 17 september
verwoordde Crevits het zo: We vinden allemaal dat leraars moeten worden
geherwaardeerd. Ik vind dan ook dat je klasseraden moet waarderen. Als men een
B-attest geeft, dan zou dat eigenlijk moeten zijn met de bedoeling om jongeren
ook eens een zicht te geven op heroriëntatie. Het besluit is nog niet goedgekeurd
door de Vlaamse Regering, maar aangezien het inherent deel uitmaakt van het
masterplan, ga ik ervan uit dat er ook op dat punt gestaag werk wordt gemaakt
van de uitvoering. Tegelijk stelde
Crevits dat men zo ook het zinloos
zittenblijven quasi kon verbieden en vermijden.
De beleidsmakers
draaiden bij. B-attest-adviezen moeten nu niet enkel blijven; ze krijgen zelfs
een afdwingbaar karakter. De C-attesten moeten als gevolg daarvan in principe
verdwijnen; omdat overzitten volgens Crevits en Co praktisch steeds zinloos
is. De vroegere critici van de
B-attesten en van de verfoeide waterval, lijken plots bekeerd. De
heroriënterende B-attesten leiden nu plots niet meer naar de verfoeide waterval,
maar naar een heilzame stroomversnelling naar vlugger doorheen het
onderwijs.
Uit de reacties
van leerkrachten, directies, ex-zittenblijvers, leerlingen ... merken we dat de
meesten het niet eens zijn met deze hervorming en met de stelling dat
overzitten meestal zinloos is (zie punten 3 tot 5). Ze vinden dat er al bij al veel meer
nadelen dan voordelen aan het hervormingsplan verbonden zijn en dat
zittenblijven behouden moet blijven (zie punten 3 en 4). Minister Crevits en Co
bazuinen voortdurend uit dat ze de visie van de praktijkmensen meer willen respecteren, maar inzake B-attesten, M-decreet,
zittenblijven ... houden ze er helemaal geen rekening mee.
Na de vele
kritiek ook vanwege de dochter van minister Geens die getuigde dat overzitten
voor haar een zegen betekende - stelde
Crevits dat ze toch nog zou toelaten dat de klasseraad in uitzonderlijke
gevallen een C-attest zou uitreiken. Tijdens de
commissie onderwijs van 14 oktober luidde het dan zo: We
willen de B-attesten-beslissing laten respecteren, ook om de keuze van de
ouders niet steeds doorslaggevend te laten zijn. Ik maak wel abstractie van de
keuze van de leerling zelf Ik maak abstractie van de keuze van de leerling
zelf. Want als een leerling bijzonder gemotiveerd is om het jaar over te doen
en dat ook expliciet aan de klassenraad vraagt, dan kan de klassenraad daar
rekening mee houden.
Dit laatste
betekent dus dat niet de ouders, maar wel kinderen/leerlingen vanaf 12 jaar in
beroep kunnen gaan en een C-attest aanvragen. Crevits en co zeggen dus expliciet dat ouders niet langer mogen beslissen dat
hun zoon/dochter van 12 tot 18 jaar het
best om een of andere reden een schooljaar overzit. Dit lijkt ons een
aantasting van de rechten en de verantwoordelijkheid van de ouders. Het leidt ook tot veel juridische betwistingen,
tot het overstappen naar privé-scholen... Dit besluit doet ons denken aan de
ouders van kinderen als Flo die geen toestemming krijgen om hun kind naar het
buitengewoon onderwijs te sturen om zo te voorkomen dat het een jaar zit te
verkommeren in het gewoon onderwijs. Als
ouders i.v.m. het recht op overzitten,
het recht op buitengewoon onderwijs ... naar de rechtbank trekken, dan krijgen
ze o.i. gelijk. Dit was in elk geval vorig jaar het geval in Duitsland.
Deze hervorming
van de B-attesten zou volgens de leerkrachten, directies ...
tot heel veel problemen en betwistingen leiden (zie punten 3 tot 5). Professor onderwijsrecht Gunter Maes
(UHasselt) stelde in dit verband nog: Crevits
hervormingsvoorstel zorgt er ook voor dat de klassenraad nog duidelijker zal
moeten aangeven waarom een overstap naar een andere richting de juiste weg is.
Maar scholen zijn Madame Soleil niet. Zij lopen dan natuurlijk het risico dat
ouders het vernieuwde B-attest accepteren en een jaar na de heroriëntering het
besluit van de klassenraad aanvechten, omdat hun kind het ook in de nieuwe
richting niet heeft gehaald. Schadeclaims zijn in dat opzicht niet meer ver weg".
3 Crevits
en Co willen zittenblijven quasi verbieden = aantasting ontwikkelingskansen
De hervorming van
de B-attesten is vooral bedoeld om het zittenblijven quasi te verbieden. Vooral
in punt 4 het behoud van de huidige toepassing van de B-attesten te
bepleiten, staan we hier even stil bij
de stelling van Crevits en Co dat zittenblijven niet zinvol is en in principe
verboden moet worden. In het
VRT-journaal van 17 september klonk het zo: Uit
alle studies blijkt dat zittenblijven niet zinvol is! In de commissie onderwijs
van 17 september stelde Crevits: Ik vind
het in de discussie (lees: vele kritiek)
die is ontstaan, totaal fout te doen alsof zittenblijven het meest romantische
ideaal is voor jongeren die 15, 16 jaar zijn. Dat zittenblijven zinloos
is, was ook de unanieme mening van de
politici tijdens de commissie onderwijs van 14 oktober.
Het is bekend dat
de overgrote meerderheid van de leraren, directeurs, schoolbestuurders, ouders,
leraren, ex-zittenblijvers ... zittenblijven veelal wel zinivol vinden. Dit
betekent geenszins dat ze dit als een romantisch ideaal beschouwen. De
Brusselse onderzoeker Wim Van den Broeck repliceerde ook terecht: "Los van de rol van B-attest als
heroriëntatie kunnen we over effecten van zittenblijven wetenschappelijk niets
zeggen. Die studies deugen niet." Eens te meer blijkt dus dat Crevits
en Co enkel rekening houden met een dubieuze Leuvense studie, maar niet met de
ervaringswijsheid van praktijkmensen en ouders uit heden en verleden.
De beleidsmakers
baseren zich voor haar uitspraak over de zinloosheid van zittenblijven naar
eigen zeggen op het (o.i. dubieuze) OBPWO-rapport
over zittenblijven- in opdracht van de overheid (2012). Hier valt alles op
af te dingen. De Fraine en Co gaven
in het rapport-2012 zelf toe dat amper 0,5% van de studies over zittenblijven
betrouwbaar is. Crevits poneert dat alle
studies in de richting van de zinloosheid wijzen. De studies zijn
tegenstrijdig en wijzelf en prof. Van den
Broeck toonden in een themanummer aan dat ook de Leuvense studies van De Fraine en Co en hun OBPWO-rapport
geenszins betrouwbaar zijn. (Zie Onderwijskrant nr. 171). Twee jaar na het verschijnen van het
rapport moesten de Leuvense onderzoekers
zelf toegeven dat ze zich deerlijk hadden vergaloppeerd. De Fraine en Co bekenden in 2014 o.a. In ons OBPWO-rapport staat de aanbeveling
om het zittenblijven in het onderwijs af te schaffen. Die drastische
aanbeveling zouden we vandaag - met wat we nu weten- niet meer doen. Omtrent
zittenblijven in het eerste leerjaar hadden we moeten vermelden dat we enkel de
twifelgevallen bekeken en niet de duidelijke.... Vanuit onze
onderzoeksresultaten kunnen dan ook weinig adviezen geformuleerd worden voor de
praktijk. Een recentere studie relativeert ons vroeger onderzoek - in die zin
dat zittenblijven niet als eenduidig goede of slechte maatregel gezien kan
worden. In een laatste Leuvense studie over zittenblijven (nu: omtrent derde kleuterklas) werd zelfs
geconcludeerd dat overzitten voor veel zwakkere kleuters veruit de beste keuze
is. De Leuvense onderzoekers
distantieerden zich dus een paar jaar later van hun uitspraken van 2012. Maar
intussen was het kwaad geschiedt. Dit bleek eens te meer tijdens de
onderwijscommissie van 14 oktober j.l. waar we voortdurend de stelling zittenblijven=zinloos
beluisterden en dit met een beroep op het OBPWO-rapport.
We merkten dat
Crevits en de leden van de onderwijscommissie er ook van uitgingen dat er heel
veel zittenblijvers zijn in b.v. de eerste graad s.o. en dat de meeste ten
onrechte overzitten. Dat is geenszins het geval. In 2014 waren er amper 2,65%
gemiddeld in de eerste graad s.o. Slechts een beperkt percentage was blijven
zitten na een B-attest (naar schatting 0,7%); jammer genoeg weten we niet hoeveel
van die groep slaagden in het bisjaar. We voegen er nog aan toe: in de regio Antwerpen
zijn er 4x meer zittenblijvers (8,54%) dan
in Antwerpen (8,65%). Het zittenblijven heeft
dus weinig of niets te maken met het B-attest.
Het recht op
zittenblijven is in de eerste plaats bedoeld om de ontwikkelingskansen van
leerlingen vooral ook uit benadeelde milieus - te bevorderen. In het eerste
jaar s.o. zitten Antwerpse leerlingen vier maal meer het eerste jaar over
onder hen heel wat die omwille van hun taalachterstand niet tijdig de meet halen. Verbod op zittenblijven zou voor hen
betekenen dat vooral ook anderstalige leerlingen minder kans krijgen om een
sterke richting te (blijven) volgen. Het zou leiden tot sociale discriminatie
en vooral ook nadelig zijn voor de allochtone leerlingen. Een leerling in Antwerpen
kost gemiddeld meer, maar dat lijkt een
verantwoorde en faire investering.
De meeste mensen
ook politici denken nog steeds dat er ongeveer 10% zittenblijvers zijn in
eerste jaar i.p.v. 2,58% - een kwakkel uit een rapport van 1991. Er zijn veel
minder zittenblijvers dan Crevits en de beleidsmensen laten uitschijnen. De
toename in het 3de, 4de en 5 de jaar wordt ook niet veroorzaakt door de
attestering, maar vooral omdat de huidige VSO-structuur met 3x2 jaar de (misleidende)
indruk wekt dat de eigenlijke keuze kan uitgesteld worden tot na de 2de graad,
tot bij de start van de zgn. determinatiegraad. Ook prof. Jan Van Damme stelde
herhaaldelijk dat de klassieke structuur met een meer definitieve keuze na het
derde jaar mislukkingen zou voorkomen. Het is geen toeval dat men overal ter
wereld werkt met een systeem van lagere en hogere cyclus.
4 Doordacht
karakter klassieke B-attest & algemene kritiek
An Verelst repliceerde terecht:
Minister Crevits wil te vlug veralgemenen,
en bezondigt zich hier aan een enorme simplificatie van de situatie te velde.
Minister Crevits, de leden van de commissie onderwijs ... blijken inderdaad
niet op de hoogte te zijn van de geraffineerde en meervoudige wijze waarop
B-attesten functioneren. Zij gaan er ten onrechte van uit dat een
B-attest-advies betekent dat leraren het overzitten per se afraden. Dat bleek
ook tijdens de commissie onderwijs van 14 oktober j.l.
Het huidige B-attest
betekent in de eerste plaats dat de klasseraad van oordeel is dat het zomaar
overgaan naar een volgend schooljaar in dezelfde richting niet wenselijk en
haalbaar is. Tegelijk wil men principieel de
keuze open laten tussen een andere richting kiezen of het jaar overdoen.
Lerares An Verelst schreef terecht: In tal van gevallen zal de klasseraad bij
een B-attest tegelijk adviseren om bij voorkeur toch het jaar over te doen.
Lerares Sophie Wuyts schreef: De leerlingen die een B-attest krijgen,
maar eigenlijk de richting wel aankunnen kunnen bij de hervorming dan hun capaciteiten
niet ten volle benutten of doen wat ze écht graag doen. Leerlingen mogen in de
visie van Crevits dan ook geen fouten meer maken of geen steken laten vallen.
Het kan toch niet de bedoeling zijn om dit als boodschap aan de jongeren mee te
geven? Dit zou tevens een extra druk op leerlingen leggen.
Bij sommige
leerlingen zal de klasseraad naast een B-attest een leerling tegelijk adviseren
om het jaar toch het liefst niet over te doen. De betekenis van het B-attest is
ook mede afhankelijk van de specifieke richting die een leerling volgt. Als de
klasseraad de mening toegedaan is dat een richting veel te moeilijk uitvalt
voor een bepaalde leerling, dan zal ze in haar advies bij het B-attest ook wel
uitdrukken dat overzitten in dit geval weinig zin heeft. Binnen de klasseraad
is er overigens niet steeds eensgezindheid over het veranderen van richting of overzitten. Er zijn
ook vaak leraars die op basis van hun eigen ervaring met de leerling toch
vinden dat die leerling die richting zou aankunnen mits overzitten, verandering
van school ... De klasseraad wil een leerling dus niet principieel beletten het
jaar over te doen en zeker niet als de leerling en zijn ouders overzitten
verkieslijk vinden en dat ook kunnen motiveren
De uitgekiende en
gevarieerde interpretatie van een B-attest betekent ook geenszins een aantasting
van het gezag en de wensen van de klasseraad - zoals Crevits beweert.
Integendeel. De meeste leraren en
directeurs pleiten voor het behoud van
het oorspronkelijke concept en van de kans op zittenblijven. De
klassieke en flexibele interpretatie van een B-attest vergroot ook de
mogelijkheid om binnen de klasseraad tot een vergelijk te komen. Leerkrachten
beseffen tevens dat zij bij hun beslissing soms onvoldoende weten wat een leerling
buiten en in de school zoal aan problemen meegemaakt heeft, die een invloed
hebben op hun prestaties. De ouders en leerlingen verkiezen ook vaak om
gedurende het schooljaar niet openlijk uit te pakken met problemen in het
gezin, psychische problemen e.d. De praktijkmensen beseffen ook dat de
hervorming niet enkel zou leiden tot een toename van de taak- en
verantwoordingslast, maar tevens tot veel conflicten met
ouders/leerlingen/collegas-leraars en tot
juridische en gewetens-problemen.
Het verraste ons
dat Lieven Boeve, topman katholiek
onderwijs, meteen op TV enthousiast verklaarde dat hij dit een goed voorstel
vond. Zijn verklaring leek ons voorbarig en hield eens te meer geen rekening
met de visie van de leerkrachten, directies en schoolbesturen. Ook prof. Bieke De Fraine vond het onmiddellijk
een goed voorstel. Het is niet de eerste
keer dat De Fraine van mening verandert. Enkele jaren geleden opteerde ze nog voor het radicaal afschaffen van
B-attesten als lid van het Leuvens
Metaforum. Ze vergaloppeerde zich ook in het rapport over zittenblijven dat ze
in 2012 opstelde voor de overheid en waarin zittenblijven als zinloos werd
bestempeld.
5 Kritische
reacties vanwege praktijkmensen
Een van de eersten
die in de pen klom om Crevits terecht te wijzen was niemand minder datn de dochter
van CD&V-minister Geens. We lezen: Lut
Geens, maatschappelijk werker en dochter van Cd&V-minister Koen Geens heeft
een kritische open brief geschreven aan haar vaders partijgenote en Vlaams
onderwijsminister Crevits. In een post op haar Facebook beschrijft ze haar
eigen ervaring op school. Zij koos ervoor om met een B-attest toch haar jaar
over te doen. Een keuze die ze zich niet beklaagt. Een nieuwe kans krijgen om
hetzelfde te mogen doen maakt bij jongeren alles wakker om het met een propere
lei te doen. Met het verschil dat ze dan heel anders in het leven staan dan het
jaar voordien, aldus Lut Geens. Zij
weigerde achteraf de publicatie van haar brief in de krant na overleg met de
entourage van minister Geens.
Intussen kon men
al op websites e.d. lezen dat veel leerkrachten het niet eens zijn met Crevits
B-attest-hervorming en met het quasi verbieden van het zittenblijven. Het
huidige uitgekiende systeem van attestering draagt de goedkeuring weg van de
overgrote meerderheid van de praktijkmensen. Enkele rake reacties van
leerkrachten (op website Knack e.d.).
Philippe Clerick schreef: De ouders kunnen de
capaciteiten en de inzet van hun kind soms fout inschatten, maar de
klassenraden kunnen zich ook vergissen. Ik heb aan veel klassenraden
deelgenomen en heb vaak met volle overtuiging bijgedragen aan een advies dat
achteraf fout bleek. Statistisch zijn de beslissingen van de klassenraad
wellicht vaker juist dan die van de ouders, maar als ouder wil je je kind niet
tot een statistiek laten herleiden. Leerlingen die moeten veranderen van
studierichting riskeren ook gedemotiveerd te raken, net als de zittenblijvers.
De zittenblijvers met een B-attest vormen slechts een kwart van het totaal van
de zittenblijvers. Ik vermoed dat de problemen met het zittenblijven bij de
overige driekwart die met een C-attest groter zijn. Om al die redenen is
het huidige systeem beter dan de vernieuwing die wordt voorgesteld. Het is niet
ideaal. Leerlingen zijn niet ideaal, ouders zijn niet ideaal, leerkrachten zijn
niet ideaal. Wie kiest kan zich vergissen. Maar ik huiver bij de gedachte aan
een maatschappij waar mijn keuzes in handen liggen van een raad, die overigens
het beste met mij voor heeft.
Leraar Frans Depeuter getuigde: Ik heb
40 jaar lesgegeven in het aso en stond ontelbare keren verbaasd dat leerlingen
die een jaar hebben gedoubleerd in dezelfde richting, later zelfs universitaire
studies hebben gedaan en een succesvolle carrière hebben gemaakt. Door de
voorgestelde maatregel zouden al zulke mensen tot een lager niveau gedwongen
worden. Wie praktiseert hier het watervalsysteem? Volgens het Crevitsplan is
een leerling die in een aantal vakken onvoldoende scoort en dus volgens het
heersende systeem een B-attest zou halen maar toch dezelfde richting zou willen
voortzetten, tevens slechter af dan iemand die in zijn globaliteit niet voldoet
en een C-attest krijgt, want de eerste mag het jaar niet overdoen, de tweede
wel. Begrijpe wie begrijpen kan. Ignace Geldhof bevestigde: Dus, ben je
beter af met een C-attest dan met een B-attest, want dan blijven alle opties
nog open: je jaar overdoen in dezelfde
richting, of je jaar overdoen, maar je ook heroriënteren. Hansie Godefridi stelde Ik vrees dat dit het omgekeerde effect gaat hebben en dat er meer C
attesten zullen worden gegeven om de jongeren toch nog een kans te geven in de
richting die ze volgen.
Danielle Dergent:
Sommige leerlingen behalen een B-attest
door allerlei omstandigheden die niets met de school te maken hebben
(gezinstoestand, ziekte, trauma ...). Heel wat scholen richten ook geen
herexamens in. Het zou verkeerd zijn de toekomst van deze leerlingen te
hypothekeren door ze geen tweede kans te geven hun jaar over te doen en ze
tegen wil en dank in een richting te duwen waar ze misschien geen voeling mee
hebben ... Dat is pas problemen creëren ... Laat ouders en leerling hierin a.u.b
zelf beslissen
Willem Van den
Branden: Voorbeelden bij de vleet van
kinderen met een B attest/zittenblijvers die nadien schitterende studies hebben
gedaan op universitair/hogeschool niveau. Meer macht geven aan klassenraden is
nefast voor het kind. Laat het kind kiezen wat het verder wil doen op
studiegebied. Financiële argumenten zijn hier uit den boze. Boris Michel
Lecompte: Volgens mij geen oplossing,
leerlingen die echt niet naar een andere richting willen, maar tijdens het jaar
minder scoorden, zullen dan misschien het einde van het jaar bewust zeer slecht
scoren om op die manier een C-attest te halen. Die wijziging van de wetgeving
lijkt me op termijn zinloos....
Maxime De Clerck
poneerde: Schandalig. Ik ken een pak
gevallen waarin de klassenraad een B-attest heeft gegeven met de boodschap:
"jongen ik denk dat hier geen plaats is voor jou". Waarbij de
leerling in kwestie zich totaal herpakt heeft en nadien primus werd en hogere
studies afmaakt met succes die hij/zij nooit zou hebben begonnen indien ze
afgezakt waren. Een klassenraad is gevuld met een (adjunct-directeur (die uw
naam in vele gevallen amper kent) een klastitularis en een paar leraren van
hoofdvakken en nog enkele leraren die je 1-2 uur gezien hebt per week. 1 minder
resultaat en 1 vertroebelde relatie met een leerkracht kan genoeg zijn om in
zo'n deliberatie een verkeerd oordeel te krijgen. En nu zou je nog compleet
afgestraft worden op basis van een puberjaar (iedereen is puber geweest). Kijk
naar Maggie De Block zij zou nooit zijn wie ze nu was moest ze de raad van haar
toenmalige leraar opgevolgd hebben (ik weet dat ze geen B-attest heeft
ontvangen) maar het principe is hetzelfde.
|