Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    14-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Balans van 1 jaar beleid en visie van onderwijsminister Crevits

    Minister Crevits over zorgzame invoering M-decreet,  eerste graad s.o, aso  & B-attest, zinloosheid  zittenblijven, duaal leren, STEM, eindtermen ... Een eerste balans.

    Redactiecomité Onderwijskrant

    Vooraf: In deze bijdrage maken we een eerste en voorlopige balans op van het onderwijsbeleid van minister Crevits en van haar uitspraken over tal van thema’s. We laten de besparingen en de gevolgen ervan in deze bijdrage wel buiten beschouwing.  We voegen er nog  vooraf aan toe dat minister Crevits en Co ook hervormingen en beleidsmaatregelen moeten uitvoeren die de voorgangers in de vorige regering hebben beslist.

    1. M-decreet:  zorgzame invoering? Crevits steekt eens te meer de kop in het zand!

    In de geactualiseerde regeringsverklaring van de Vlaamse Regering (8 september) lazen we: “Met de zorgzame uitvoering van het M-decreet zetten we een belangrijke stap in de richting van inclusief onderwijs.”  Ook minister Crevits wekte de voorbije maanden de indruk dat de inclusie-operatie heel vlot verliep.  Dit is een stelling die weinig of geen onderwijsmensen uit het gewoon en buitengewoon onderwijs zullen onderschrijven. De invoering lijkt allesbehalve zorgzaam, maar geïmproviseerd. Het M-decreet leidde nu al tot grote problemen en die zullen de komende jaren enkel maar gevoelig toenemen. De uitdrukking dat het M-decreet slechts een stap is in de richting van inclusief onderwijs, suggereert ook dat  er nog verdere stappen in de richting van radicaal inclusief onderwijs moeten/zullen gezet worden. Voor de meeste praktijkmensen is het M-decreet echter al een stap te ver.

    In het interview met de krant De Standaard van 29 augustus werden ook vragen gesteld over het M-decreet. In haar antwoorden wekte minister Crevits de indruk dat alles naar wens verliep en dat er geen grote problemen opgedoken waren. Vraag van De Standaard: “Uit onze rondvraag blijkt dat het buitengewoon onderwijs leegloopt in de basisscholen”. Crevits reageerde: “Ik wacht nog op de eerste cijfers, maar de eerste signalen geven ons aan dat er geen aardverschuiving plaatsvindt. De scholen van het buitengewoon onderwijs zullen blijven bestaan, zoveel is zeker… Ik heb het buitengewoon onderwijs echt nodig!” Andere vraag DS: “Hebt u bezorgde berichten over M-decreet ontvangen”? Crevits: “Ik heb mails gekregen van ouders die niet terechtkunnen in het buitengewoon onderwijs. Maar niet omgekeerd.” Crevits verzwijgt de aard van die mails en verzwijgt de vele andere klachten.

    Crevits wekte ook de valse indruk dat de inclusieleerlingen voldoende extra-ondersteuning zouden krijgen, met de stelling dat er 180 personeelsleden uit het b.o. ingezet  zouden worden om de scholen te helpen bij de opvang en begeleiding van de inclusie-leerlingen. Wat betekent dit laatste concreet? Niet veel! Personeelsleden uit slechts drie West-Vlaamse katholieke CLB’s zullen enkele scholen in hun regio kunnen ondersteunen. Dat betekent b.v. dat een logopediste tijdens b.v. de 9 uren die ze verliest in het b.o. een aantal kinderen verspreid over een aantal gewone scholen zal kunnen ondersteunen. ) Effectief lijkt dit niet. Crevits  wekt zo de valse indruk  dat de inclusieleerlingen voldoende extra-ondersteuning zouden krijgen. Ze verzwijgt ook dat die kinderen geen recht meer hebben op (gratis) paramedische ondersteuning zoals in het b.o. De ouders van die inclusieleerlingen zullen die moeten zoeken buiten de school en er ook voor moeten betalen.

    Crevits stelde in het interview van 29 augustus en elders ook  ten onrechte dat de CLB’s in staat zijn om veel M-decreet-problemen op te lossen en dat ze daar veel heil van verwacht. Ze verzweeg de vele problemen en klachten i.v.m. de werking van de CLB’s i.v.m. het M-decreet. Prof. Wim van den Broeck twitterde ook terecht dat het grote vertrouwen van Crevits in de  CLB’s gebaseerd was op "een cruciale misvatting van minister Crevits.” Hij stelde: ” CLB-ers kennen het curriculum onvoldoende om kind te beoordelen” en dus om te kunnen oordelen of een kind al dan niet op zijn plaats zit in het gewoon onderwijs.  Inderdaad. Sinds de hervorming van het CLB hebben deze zich nog weinig of niet bezig gehouden met zaken als  curriculum, vakdidactiek voor de basisvaardigheden .... Dat kan je ook afleiden uit de bijdragen in het tijdschrift ‘Caleidoscoop’. En de al te grote beslissingsbevoegdheid van de CLB’s  over een materie waarop ze te weinig zicht hebben, zal tot veel conflicten en foute beslissingen leiden. Van den Broeck voegde er in zijn reactie ook terecht aan toe: de compensatie-. en dispensatie-maatregelen waarover het decreet het heeft zijn ook volstrekt onduidelijk.

    Er waren eind augustus en ook de maanden ervoor al veel  scherpe kritieken op het M-decreet geformuleerd; maar minister Crevits steekt meestal de kop in het zand en wekte ook  in recente interviews de indruk dat alles zorgzaam verloopt. De hashtag #Mdecreet alleen al staat vol met kritieken.  Prof. Wouter Duyck (UGent) twitterde terecht: “Ik ken (bijna) niemand in het onderwijsveld die het M-decreet een goed decreet vindt Ook prof. Wim van den Broeck en wijzelf lieten dit via twitter e.d. herhaaldelijk weten. Volgens Van den Broeck gaat het in het M-decreet niet enkel om het recht van een kind om gewoon onderwijs te volgen, maar ook om de plicht (verplichting) van de ouders om hun kind naar het gewoon onderwijs te sturen. In een andere tweet merkt hij op dat kinderen volgens de nieuwe beleidsfilosofie niet meer mogen blijven zitten, maar ook niet naar het buitengewoon onderwijs mogen.. Daardoor zal het functioneel analfabetisme volgens hem enkel maar toenemen Hij wijst er verder ook op dat de zorgcoördinatoren nu nog meer met vergaderen bezig zijn en zich nog minder inlaten met de begeleiding van de zorgleerlingen. 

    Minister Crevits reageerde ook niet op de alarmerende berichten vanuit het gewoon onderwijs , b.v. omtrent het feit dat  veel leerlingen die weinig profijt kunnen halen uit het volgen van gewoon onderwijs, toch in het gewoon onderwijs terecht kwamen.  We denken in dit verband ook aan de klacht  vanwege een Gentse KTA-school waar 16 van de 32 leerlingen in het eerste beroepsjaar uit type-1-lager onderwijs kwamen met een niveau van 2de-3de leerjaar. Veel leerlingen die weinig kunnen opsteken uit het volgen van de gewone lessen en het gewone curriculum zijn in het gewoon onderwijs beland en dit niettegenstaande een aantal beleidsverantwoordelijken (politici, Mieke Van Hecke ...) steeds beweerd hebben dat het bij inclusie enkel ging om leerlingen die het curriculum kunnen volgen.

    Kathleen Krekels (N-VA)  die het voorbije schooljaar dit  probleem al aankaartte, herinnerde minister Crevits hier aan tijdens de vergadering van de commissie onderwijs van 24 september. Ze stelde: “Het verbaast ons dat zulke zware vormen van autisme, het syndroom van Down,  enzovoort nu al in het gewoon onderwijs belanden. Deze bezorgdheid hebben we al voor de vakantie gehoord. De N-VA heeft er altijd voor gepleit dat scholen zich moeten kunnen beroepen op redelijke aanpassingen en dat het in de eerste plaats de bedoeling is dat het gemeenschappelijk curriculum kan worden gevolgd. Het verbaast ons dat scholen zich dan toch niet kunnen beroepen op die twee delen van het decreet. Er is een inschrijving onder ontbindende voorwaarden waardoor een school eerst stappen kan zetten. Als dan blijkt dat het toch niet lukt, kan de school zich daarop beroepen. Maar daar loopt het stroef. Ook in de samenwerking met het CLB blijken bepaalde regelgevingen niet altijd even duidelijk.“ Zelf schreven we al herhaaldelijk dat het M-decreet op tal van vlakken heel vaag en wollig geformuleerd is en sterk uiteenlopend geïnterpreteerd wordt – ook door de CLB-mensen die zo’n belangrijke rol toebedeeld kregen.  

    Ook dit keer kwam er op de bezorgde tussenkomst van Krekels een ontwijkend en dom antwoord vanwege minister Crevits: “Vandaag is alles stoornisgedreven. We willen gaan naar een toestand waar niet met de stoornis, maar met de specifieke behoeften van het kind rekening wordt gehouden. Een stoornis op zich betekent immers niet automatisch dat men nood heeft aan gon-begeleiding, en iemand zonder een stoornis zou daar wel nood aan kunnen hebben.”  Ook op de grote problemen met de rol  en het functioneren van de CLB’s ging  ze niet ze evenmin in. Ze wekte eens te meer de indruk dat er geen grote en dringende problemen waren.

     

    In een aantal types buitengewoon onderwijs als het vroegere type 8 lager onderwijs waren er dit jaar heel weinig nieuwe inschrijvingen. De achteruitgang wordt de komende jaren cumulatief en zal dus nog in sterke mate toenemen. In  de b.o-school Spermalie-Brugge werden er voor 42 dove/blinde inclusieleerlingengeen GON-ondersteuning toegekend.. Dat is ook het geval voor de andere b.o.-scholen. Al 8 maanden geleden was dit  geweten en kwam dit al ter sprake in de commissie onderwijs.

    Niettegenstaande de kroniek van een aangekondigde ontwrichting van het b.o., blijft minister Crevits  in ook zonder blozen beweren dat het buitengewoon onderwijs “uiterst waardevol is en nog veel toekomst heeft “(Interview 29 augustus in DS).  Crevits negeerde het voorbije schooljaar de kritieken en problemen vanuit het buitengewoon onderwijs. Ze wist eind augustus ook maar al te best dat er al een drastische reductie was van de ‘nieuwe’ inschrijvingen in het buitengewoon onderwijs, dat  heel wat leerlingen uit type-1 lager onderwijs met een peil 2de-3de leerjaar ingeschreven waren in de 1B-klassen s.o. of in het eerste jaar beroepsonderwijs.  Ze zal ook wel  weten  dat de leegloop van het buitengewoon onderwijs de komende jaren nog fors zal toenemen en dat dit ook tot een ontwrichting van het b.o. zal leiden.

    Crevits’ lovende uitspraken over het zo waardevol buitengewoon onderwijs klinken dus allesbehalve geloofwaardig. Nog een paar illustraties. Er zijn nu al veel banen verloren gegaan in het b.o., maar dit wordt gemaskeerd door het afdanken van tijdelijken en door de overstap van b.o.-leerkrachten naar het gewoon onderwijs binnen de eigen scholengroep. Crevits tilt blijkbaar niet zwaar aan het verlies van die b.o.-expertise dat de komende jaren nog sterk zal toenemen. Ze wekt de indruk dat er weinig mensen afvloeiden met de stelling dat er  180 overtallige personeelsleden zullen ingezet worden om de scholen te helpen bij de opvang en begeleiding van de inclusie-leerlingen. De grote afvloeiing van b.o.-personeel zal uiteraard ook pas volgend jaar plaatsvinden gezien de telling in de maand februari. Het mixen van type-1 en type-8 leerlingen in het nieuwe type basisaanbod maakte het b.o. voor  type-8 kinderen veel minder aantrekkelijk. Enzovoort.

    2   Geen brede eerste graad na 13 jaar gepalaver, wel nieuwe optie STEM  ten koste van tso

    2.1  Eindelijk een duidelijke uitspraak over eerste graad

    Vraag van DS over de invoering van de brede eerste graad, het stokpaardje van de hervormers.  Sinds de Rondetafelconferentie van 2002 drongen de beleidsmakers, onderwijssociologen, onderwijskundigen als Matrin Valcke ... aan op de invoering van een gemeenschappelijk en bredere eerste graad.  

    Wat stelde Crevits nu  eind augustus: “Onze eerste graad is redelijk oké zoals hij vandaag is. De brede eerste graad van Pascal Smet, de eenheidsworst, komt er niet. Er blijft ruimte voor differentiatie.” In  de krant De Morgen voegde ze eraan toe: “Eigenlijk is de eerste graad nu al breed opgevat.”  In de huidige eerste graad zijn er inderdaad niet minder dan 27/28 gemeenschappelijke lesuren. Minister Crevits sprak ook niet meer over de verbreding van de eerste graad met nieuwe vakken als Economie, Engels... waarover er destijds ook veel te doen was.   In het interview met De Standaard van 18 januari 2015  klonk de uitspraak van minister Crevits over de eerste graad nog enigszins anders:  “Mij interesseert het dat een kind bij de overstap naar het secundair onderwijs eerst twee jaar de tijd krijgt om van alles te proeven. Vervolgens moet hij in de tweede graad kunnen kiezen tussen een waaier van uiterst abstract naar uiterst praktisch.” De uitspraak ‘van alles kunnen proeven’ wekte bij velen de indruk dat er in de eerste graad nog meer gemeenschappelijkheid zou komen, en een nog ‘breder’ curriculum met van alles Ook prof. Martin Valcke ging er enkele maanden geleden nog van uit dat de komst van de brede eerste graad een voldongen feit was. In  een reactie omtrent de lagere wiskundeprestaties van meisjes stelde hij dat vooral de invoering van een bredere eerste graad daaraan kon verhelpen.

    We merken dus een evolutie en meer duidelijkheid in de uitspraken van minister Crevits, een evolutie die we uiteraard toejuichen. Crevits koestert wel nog de illusie dat de leerlingen na de (gedifferentieerde) eerste graad  nog alle mogelijke richtingen kunnen inslaan in de tweede graad. Wishful thinking! Hiervoor zou trouwens het niveau van veel richtingen in de 2de graad sterk omlaag gehaald moeten worden.

    Zelf stelden wij en de praktijkmensen de voorbije 24 jaar dat de eerste graad al grotendeels gemeenschappelijk is, en dat er eerder iets meer differentiatie nodig was, vooral voor de vrij heterogene groep leerlingen die kiest voor de optie ‘Moderne wetenschappen.” We wezen ook op de vele nefaste gevolgen van een gemeenschappelijke/comprehensieve graad, de problemen destijds met het VSO en de problemen in het buitenland. De hervormers bekritiseerden vooral de gedifferentieerde opties. Merkwaardig genoeg kwam er in een aantal scholen per 1 september – vooral in aso-scholen, nog een nieuwe optie bij: STEM. De hervorming en het Masterplan wou vooral ook het technisch onderwijs meer waarderen en meer leerlingen aantrekken. Maar door de invoering van STEM in het aso kiezen nu minder leerlingen voor tso-scholen en vrezen hun directeurs ook dat dit een bedreiging kan inhouden voor de richting industriële wetenschappen (zie ook punt 7 over STEM).

    2.2     Eerste graad sinds 1991 ten onrechte als dé probleemcyclus voorgesteld

    Het officieel gepalaver over de invoering van een gemeenschappelijke eerste graad is al gestart in 2002 op de Rondetafelconferentie ingericht door de toenmalige minister Marleen Vanderpoorten. De meeste deelnemers aan die Rondetafel verwachtten veel heil van de invoering van een gemeenschappelijke eerste graad. We publiceerden er in 2002 kritische bijdragen over in Onderwijskrant. Het gepalaver sleept dus al 13 jaar aan en er werd enorm veel tijd, energie en centen in geïnvesteerd. Het was ook een centraal thema en actiepunt binnen de groep van ‘Accent op talent’ en binnen publicaties van onze onderwijssociologen, van de Koning Boudewijnstichting e.d.

    Al sinds het rapport Het educatief bestel in België (1991) werd de eerste graad eigenlijk al als de grote probleemcyclus voorgesteld met niet minder dan bijna 10% zittenblijvers in het eerste jaar. Toen wijzelf aantoonden dat er slechts 3% zittenblijvers waren (momenteel: 2,7%) en later ook prof. Jan Van Damme dit moest toegeven, waren Monard en andere beleidsmakers niet bereid om deze kwakkel uit de wereld te helpen. We hebben de indruk dat Crevits’ gelamenteer over zittenblijven nog steeds op deze kwakkel gebaseerd is. We slaagden er destijds ook niet in om minister Vanderpoorten hiervan te overtuigen. Het kon volgens haar niet dat er zo’n kwakkel stond in een overheidsrapport van topambtenaren en professoren. Vanaf de Rondetafelconferentie van 2002 besteedden we tientallen bijdragen, een petitie e.d. aan de strijd tegen een gemeenschappelijke/comprehensieve eerste graad. Nu blijkbaar met succes aangezien Crevits dit niet langer als hervorming voorop stelt. Het is zelfs zo dat i.p.v. de afschaffing van de gedifferentieerde opties, er per 1 september op veel aso-scholen nog een nieuwe (en geïmproviseerde) optie, STEM, bijkomt.

    In het interview gewaagde Crevits in de context van de eerste graad wel denigrerend en ten onrechte van “de brede eerste graad als de eenheidsworst van Pascal Smet.”  Ook Crevits zelf wekte in het interview van 18 januari met haar stelling dat de leerlingen ‘van alles moeten kunnen proeven’ nog de indruk dat die brede eerste graad er kwam. De brede eerste graad en eenheidsworst was niet enkel een bevlieging van Pascal Smet. Al sinds de Rondetafelconferentie van 2002 is dit het belangrijkste hervormingspunt voor het s.o. vanwege de beleidsmakers (Sp.a, Groen, CD&V), Georges Monard, de katholieke onderwijskoepel, de GO!-koepel, de onderwijssociologen, onderwijskundigen als Martin Valcke, de GOK-steunpunten… Ook de CD&V-partijleden van Crevits (Kathleen Helsen op kop!) omhelsden de invoering van een gemeenschappelijke eerste graad, nivellerende eenheidsworst.  Er is sinds 2002 ook heel veel energie aan deze hervorming besteed, maar het bleef meestal bij vage en algemene principes. We voorspelden dat pas bij de concretisering de grote problemen zouden blijken.  De katholieke onderwijskoepel ondernam de voorbije jaren wel een poging tot concretisering, maar slaagde er niet in om een concrete invulling voor zo’n brede/gemeenschappelijke eerste graad uit te werken.

    3  Colleges mogen blijven bestaan, geen referentiekader voor domeinscholen

    Het verdwijnen van de onderwijsvormen was lange tijd  een van de belangrijkste strijdpunten van de hervormers en van kopstukken van de onderwijsnetten.  Maar deze onderwijsvormen mogen nu toch blijkbaar blijven bestaan. Crevits: “Het Masterplan maakt het college niet onmogelijk. Ik heb daar geen probleem mee. Ik zeg niet dat ze zullen blijven bestaan. De maatstaf moet altijd het kind zijn. En dat kind moet een aanbod krijgen van zeer abstract tot zeer praktisch.” Een stelling: Crevits wijst niet op het belang van het zo vaak verguisde college, maar wil blijkbaar toch het college dulden, omdat de schrapping ervan niet voorzien is  in het Masterplan. Crevits zei hier vroeger al over dat de invoering van domeinscholen niet opgelegd zou worden. In verband met het oprichten van domeinscholen is het de voorbije maanden ook opvallend stil geworden.  Ook hier ontbreekt de nodige concretisering en een (officieel) referentiekader.  

    4   Zittenblijven niet zinvol, en dwingende B-attest-adviezen

    4.1   Meeste praktijkmensen wijzen hervorming B-attest af

    Minister Crevits stelde in het interview: “Te veel jongeren met een B-attest blijven zitten, terwijl uit internationaal onderzoek blijkt dat dit lang niet altijd zinvol is.” Crevits: “Alleen als de klassenraad er in uitzonderlijke gevallen mee akkoord gaat, moet een jaar overdoen met een B-attest nog mogelijk zijn.“ De voorheen zo verguisde B-attesten, werden niet enkel in ere hersteld, maar kregen nu zelfs een afdwingbaar karakter. In de commissie onderwijs van 17 september verwoordde Crevits het zo:  “We vinden allemaal dat leraars moeten worden geherwaardeerd. Ik vind dan ook dat je klassenraden moet waarderen. Je hebt A-, B- en C-attesten. Als men een B-attest geeft, dan zou dat eigenlijk moeten zijn met de bedoeling om jongeren ook eens een zicht te geven op heroriëntatie. Het besluit is nog niet goedgekeurd door de Vlaamse Regering, maar aangezien het inherent deel uitmaakt van het masterplan, ga ik ervan uit dat er ook op dat punt gestaag werk wordt gemaakt van de uitvoering.”

    In de aparte bijdrage over de thematiek van de B-attesten zal blijken dat de de meeste leerkrachten en directies die hervorming afwijzen.  Ook Crevits’ voorstel voor herexamens voor leerlingen van de derde graad s.o. via de middenjury vinden we ook geen goed voorstel. Het feit dat een aantal beleidsmakers aandringen op het terug invoeren van de herexamens verheugt ons wel. We betreuren dat kopstukken van de onderwijskoepels dit voorstel niet genegen zijn. Lieven Boeve stelde b.v. ‘Dit trekt het oordeel van de klassenraad in twijfel, terwijl dat juist steeds beter gemotiveerd wordt. Wij hopen dat dit geen systeem wordt want dan krijgen we een heuse herexamencommissie." (De Standaard))  

    4.2  ‘Zittenblijven niet zinvol’

    We staan hier wel even stil bij Crevits’ stelling dat zittenblijven niet zinvol is.  In de commissie onderwijs van 17 september klonk het ook zo: “Op TV klonk het zelfs: “Uit ‘alle’ studies blijkt volgens minister Crevits dat zittenblijven niet zinvol is!” In de commissie onderwijs van 17 september klonk haar ontwijkend antwoord op de kritiek ook  zo: “Ik vind het  in de discussie die is ontstaan, totaal fout te doen alsof zittenblijven het meest romantische ideaal is voor jongeren die 15, 16 jaar zijn.” Alsof leerkrachten overzitten zouden romantiseren. De Brusselse prof. en onderzoeker Wim Van den Broeck repliceerde terecht: "Los van de rol van B-attest als heroriëntatie kunnen we over effecten van zittenblijven wetenschappelijk niets zeggen. De studies deugen niet."  We voegen er nog aan toe: in de regio Roeselare zijn er 4x minder zittenblijvers (2,12%) dan in Antwerpen (8,65%).  Zittenblijven heeft dus niets te maken met de vorm van de attestering, met het feit dat leerlingen bij een B-attest toch nog het recht hebben om over te zitten.

    In het OBPWO-rapport over zittenblijven (2012) in opdracht van de overheid, poneerden prof. De Fraine en Co  dat amper 0,5% van de internationale studies over zittenblijven betrouwbaar is. Wij en prof. Van den Broeck toonden uitvoerig  aan dat ook de eigen Leuvense studies die De Fraine en Co tot de betrouwbare rekenen, geenszins betrouwbaar zijn. (Zie themanummer Onderwijskrant, nr. 171, www.onderwijskrant.be.) Achteraf gaven de onderzoekers dit ook in bedekte termen toe. “In ons OBPWO-rapport staat inderdaad de aanbeveling om het zittenblijven in het onderwijs af te schaffen. Die drastische aanbeveling zouden we vandaag - met wat we nu weten- niet meer doen.“ In een latere Leuvense studie over zittenblijven in de derde kleuterklas werd nu zelfs gesteld dat dit voor veel zwakkere kleuters de beste keuze is – waar veel praktijkmensen het  overzitten in het eerste leerjaar veelal zinvoller vinden. Minister Crevits en Co zijn blijkbaar nog niet op de hoogte van de bocht inzake zittenblijven die de Leuvense onderzoekers genomen hebben.

    5  GOK- en achterstandsleerlingen in de kou; nieuwe slogan ‘Elk kind heeft een talent’

    De voorbije 10 jaar was er in het beleid veel te doen rond de thematiek van de GOK- en achterstandsleerlingen. Als gevolg van de invoering van het M-decreet zullen de leerkrachten, begeleiders en CLB-mensen heel veel aandacht moeten besteden aan de nieuwe inclusieleerlingen en dit ten koste van de klassieke GOK-leerlingen. Naar verluidt is er voor die kinderen voortaan ook minder GON-ondersteuning. De bestaande GOK-aanpak was in het verleden al te weinig effectief, maar voortaan dreigen de GOK- en achterstandsleerlingen nog meer in de kou te zullen staan. Prof. Wim Van den Broeck liet nog weten dat mede als gevolg van het M-decreet de plan- en vergaderlast van de zorcoördinatoren nog is toegenomen. Hierdoor komen ze nog minder aan effectieve ondersteuning van zorgleerlingen toe.

    De krant De Morgen van eind augustus stelde minister Crevits in dit verband de vraag: “Hoe heeft u de verhalen van kansarme kinderen in de krant DM beleeft? Crevits maakte er zich van af met de stelling: “We moeten naar een nieuwe woordenschat. Elk kind heeft een talent.“ Bij die slogan voegde ze er nog een sneer aan toe over de GOK-aanpak van minister Pascal Smet: “Kan je geloven dat er wordt gesproken van sterke en zwakke leerlingen in het masterplan van mijn voorganger Pascal Smet. En dat wordt dan sterk verbonden met cognitieve capaciteiten.” Crevits verschuilt zich in het interview achter de  slogan ‘elk kind heeft een talent’. Elk kind heeft vanzelfsprekend een talent. Maar die slogan negeert tegelijk de grote verschillen tussen de leerlingen en de gevolgen voor het onderwijs.

    Met die slogan zegt Crevits overigens ook nog niets over haar visie op de  aanpak van  de GOK- en achterstandsleerlingen. Crevits geeft inzake onderwijskansen wel geregeld toe dat kennis van het Nederlands cruciaal is, maar in haar beleidsplan 2014-2019 wordt er b.v. met geen woord gerept over de invoering van intensief NT2 vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs. Crevits die steeds tegelijk de kool en de geit wil sparen voegde er ook onmiddellijk een relativering van het belang van het Nederlands aan toe: “Maar dat neemt niet weg dat ook een andere taal als een hefboom kan werken.” Steunt Crevits experimenten zoals een paar jaar geleden in Gent waarbij Turkse leerlingen zelfs eerst leerden lezen in het Turks en -tegen de zin van de Turkse ouders in - ook aangespoord worden om Turks te spreken in de speelhoeken en op de speelplaats?

    De  kritiek op minister Pascal Smet vinden we ook ongepast en onterecht.  Het denken in termen van sterke en zwakke leerlingen en de slogan “ons onderwijs is sterk voor de sterke leerlingen”, maar zwak voor de zwakkere” is vooreerst afkomstig van het duo Frank Vandenbroucke - Dirk Van Damme. Ook CD&V-leden van de onderwijscommissie onderschreven graag deze stelling en slogan. Het is overigens die domme en foute slogan die mede aan de basis ligt van een aantal  masterplanhervormingen die destijds ook door Crevits en Co ondersteund werden.  Het Masterplan is niet enkel door Pascal Smet opgesteld en goedgekeurd, maar evenzeer door CD&V-mensen en minister-president Peeters. Ook de kopstukken van de onderwijsnetten onderschreven dit plan. Het is dus al te goedkoop om het Masterplan en de verwoordingen erin enkel op naam te plaatsen van Pascal Smet. Crevits’ nieuwe slogan ‘Elk kind heeft een talent’ klinkt overigens even simplistisch als deze van minister Vandenbroucke. 

    6  Schooluitval en nieuwe aanpak duaal leren

    In het iinterview van 18 januari 2014 stelde  minister Crevits dat de schooluitval in Vlaanderen een enorm probleem was; een stelling die aansloot bij het Masterplan.  Ook Crevits verzweeg dat de schooluitval opvallend minder was dan in de andere (vergelijkbare) Europese landen: 7,5% volgens Europese cijfers ( zelfs minder dan de 9,3% in Finland). Ze zocht ook niet uit waarom er minder schooluitval is. Zo zorgen onze gedifferentieerde graad, de B-attesten met de ermee verbonden tijdige (her)oriëntering  voor minder schooluitval.

    De schooluitval is deels een gevolg van de toename van het aantal anderstalige leerlingen en is voor een aanzienlijk deel ook een gevolg van de ondoordachte verlenging van de leerplicht in 1983 door CVP-minister Coens - onder impuls ook van het ACW. Er werd onvoldoende geluisterd naar de kritiek van o.m. de Torhoutse CVP-politicus Roger Windels. (In Finland is er nog steeds geen verlenging van de leerplicht tot 18 jaar.)  Ook in Onderwijskrant werden destijds kritische vragen gesteld. We voorspelde de problemen voor jongeren die op 15-16 jaar al schoolmoe zijn    Ook de voorbije jaren hebben we binnen het debat over de schooluitval herhaaldelijk gesteld dat er voor een aantal leerlingen doorgedreven duaal leren nodig was.

    Crevits en Co hebben 32 jaar na de verlenging van de leerplicht eindelijk ingezien dat er voor jongeren die op een leeftijd van 15 of 16 jaar schoolmoe zijn, er meer aangepast leercontract-onderwijs, intense vormen van duaal leren in samenwerking met de bedrijfswereld, nodig zijn en gestimuleerd moeten worden. Zowel in de eerste Conceptnota. Duaal Leren als in de conceptnota bis staat de opwaardering en versterking van Duaal Leren als een volwaardige leerweg centraal. We vinden dit positieve hervorming al beseffen we dat er nog heel wat uit te klaren valt.

    7.   Meerstemmigheid en chaos over STEM-optie

    7.1 MeerSTEMmigheid en chaos

    De voorbije weken sprak minister Crevits zich euforisch uit over het succes van de nieuwe STEM-optie in de eerste graad s.o.  Op de blog Onderwijskrant Vlaanderen plaatsten we het voorbije jaar al een  aantal  bijdragen over STEM als nieuwe optie voor de eerste graad. Zo stelden we onder meer dat er veel onduidelijkheid was omtrent het STEM-concept en dat de scholen die dit inrichten die STEM-optie totaal verschillend invulden. We maakten ons ook zorgen over de combinatie van wetenschappen, wiskunde,  techniek, engineering ... en dit vanaf de eerste graad s.o. We stelden verder dat er door het ontbreken van een referentiekader een chaos zou ontstaan , dat de tso-scholen de dupe zouden worden van het feit dat vooral aso-scholen uitpakten met de oprichting van een nieuwe STEM-optie. We stelden ook vast dat universitaire STEM-ondersteuners slecht pleiten voor STEM vanaf de tweede graad, o.m. omdat de leerlingen dan al voer meer kennis van wiskunde en wetenschappen beschikken. 

    Het debat over  STEM over in commissie onderwijs van 1 oktober bevestigde onze stellingen omtrent de STEM-chaos en -improvisatie. Er werd gewezen op de totaal verschillende invulling van de STEM-optie, op de bedreiging voor het tso, enzovoort.  Minister Crevits gaf grif toe dat dit alles mede het gevolg was van het ontbreken van een referentiekader  en stelde dat daar momenteel werk werd van gemaakt.   Dit referentiekader is voor midden november gepland, maar we vrezen dat de uitwerking ervan geen gemakkelijke klus zal worden gezien de uiteenlopende interpretaties van STEM en het feit dat  dit referentiekader moet gelden voor STEM-leerplannen voor alle soorten leerlingen binnen aso en tso/bso.

    Binnen het debat in de commissie onderwijs viel het op dat ook minister Crevits precies zelf niet al te best weet wat STEM precies inhoudt en voor welk publiek  STEM bedoeld is. Ze stelde vooreerst enthousiast : "STEM als  alternatief voor Latijn is een meerwaarde”, een abstracte STEM dus. Maar er zijn toch ook heel wat typische tso-leerlingen die per 1 september in STEM-aso belandden en die dit allesbehalve zien als een ‘abstracte’ optie en als alternatief voor Latijn. Iets later beweerde minister Crevits dan weer  dat STEM ook een ideale optie was voor tso/bso-scholen.

    Ook  universitaire STEM-ondersteuners als prof. Wim Dehaene gewagen steeds over 'Abstracte' STEM (zie Impuls, september 2015) en vullen dit ook vrij abstract in.  Zo lezen we: “We richten ons op leerlingen met een sterk abstraherend vermogen” (p. 7).  We maken ons zorgen omtrent de visie van de universitaire  STEM-ondersteuners  in de bijdrage Een nieuwe didactiek richting abstract, geïntegreerd STEM-onderwijs  in Impuls, september 2015. We merken  bijvoorbeeld ook dat Dehaene en Co hierbij ook kiezen voor een constructivistische aanpak vertrekkende van contextrijke situaties en dat ze pas starten in de tweede graad.

    7.2  Debat in commissie onderwijs van 1 oktober

    7.2.1. Kathleen Krekels (N-VA) 

    “Mijn fractie is erg blij is met het succes van de STEM-richtingen. Ik houd evenwel vast aan het pleidooi dat ik in de plenaire vergadering van 6 mei heb gehouden. We blijven het toch betreuren dat voor de eerste opmaakoefening in het aso het tso – en dan de industriële wetenschappen en tso-techniek in het bijzonder – toch niet meer in de verf is gezet. In Klasse las ik dat de technische scholen vrezen dat hun richting industriële wetenschappen overbodig zal worden. Want de gelijkenissen zijn zo groot dat alle specifieke deskundigheid zal verdwijnen.

    In de brochures over de STEM-richtingen in het aso komt het er doorgaans op neer dat men via verschillende uitdagende projecten wiskundige, technologische en wetenschappelijke problemen zal leren oplossen en dat men abstract, probleemoplossend zal leren denken. Het basispakket van de aso-scholen wordt dan aangevuld met die vijf uren extra, met wiskunde, wetenschappen en programmeren.

    De invulling van die keuzevakken gebeurt wel erg uiteenlopend. De vraag naar het referentiekader is dan ook logisch. In een brochure van het tso – eerste graad industriële wetenschappen of techniek – staat exact hetzelfde. Ik citeer: “Industriële wetenschappen richt zich op bollebozen, zowel meisjes als jongens, met interesse voor techniek en wiskunde, en een goed redeneervermogen. Dit model biedt een perfecte basis voor verdere studies op masterniveau. De technische richting richt zich op meisjes en jongens met interesse voor techniek en praktijk. Dit model biedt een perfecte basis voor het professionele bachelorniveau.” Het komt er eigenlijk op neer dat de lessenroosters van de STEM-richtingen in het aso en het tso voor industriële wetenschappen mekaar dekken: ze bevatten evenveel wiskunde, evenveel techniek, evenveel Nederlands en Frans …

    In de oefening voor de eerste graad secundair onderwijs zal het erg belangrijk zijn om de STEM-richtingen goed tegen elkaar af te wegen en oog te hebben voor een correcte en eenduidige studieoriëntering voor alle leerlingen. Onze fractie pleit ervoor om te behouden wat goed is en enkel te veranderen wat beter kan. Hoe zult u dat aanpakken, minister? Ik veronderstel dat het antwoord terug te vinden zal zijn in de komende ontwerptekst van het referentiekader.

    7.2.2  Jos De Meyer (CD&V)

    Veel scholen voor algemeen vormend onderwijs zijn gestart met een optie STEM (science, technology, engineering and mathematics) in de eerste graad. Aso-scholen die STEM aanbieden, lijken het goed te doen: ze hebben duidelijk een gat in de markt gevonden. De STEM-initiatieven staan volgens de top van het katholiek onderwijs nog los van de visie op het geheel van het secundair onderwijs. Ze mogen de keuzemogelijkheden na de eerste graad niet beperken. … Belangrijk is vooral dat we duurzaam bouwen aan een sterk beroepsgericht onderwijs. Daarbij is het belangrijk dat de huidige tso- en bso-scholen er een duidelijke plaats in krijgen. Hoever staan we ondertussen met het kader waarbinnen deze optie geplaatst wordt? Welke vervolgtrajecten worden voorzien? Welk initiatief zult u hierrond zelf nemen? Hoe worden de eerste graad STEM en het uitwerken van de vervolgtrajecten ingewerkt in de broodnodige waardering voor beroepsgericht onderwijs?

    7.2.3  Antwoord van minister Crevits 

    STEM kent inderdaad een opmerkelijke groei. We kunnen daar niet naast kijken. …Maar, en daar hebt u zeer terecht aan gerefereerd, er moet een referentiekader komen, zodat de kern van wat STEM is en kan zijn, zeer helder afgelijnd wordt en zich plaatst in een internationaal perspectief én tegelijk ruimte laat voor pedagogische vrijheid. Ik stel vast dat het label ‘STEM’ nu vooral wordt gebruikt door aso-scholen. Het verbaast me dat technische scholen niet trotser zijn over het feit dat zij per definitie ‘STEM’ zijn. Men kan zich zorgen maken over het feit dat het aso STEM aanbiedt, maar er zijn nu eenmaal vrije programmatie-uren. Als dat past in het referentiekader, hoeft dat geen slechte zaak te zijn.

    De afgelopen maanden heeft mijn administratie werk gemaakt van een ontwerptekst. Hierbij werden experten betrokken, zoals de lerarenopleiders, een aantal onderzoekers en scholen. De input wordt verwerkt. Begin oktober – en we zijn vandaag begin oktober – is het de bedoeling dat dit referentiekader wordt aangeleverd aan de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) voor een spoedadvies. Het is de bedoeling dat het kader voor STEM tegen half november in alle scholen is. Het zal een kader zijn voor alle niveaus en alle richtingen, niet alleen voor de eerste graad, ook al besef ik dat daar vandaag wellicht de meeste vragen bestaan.

    Wat STEM in de eerste graad betreft, herhaal ik mijn eerder ingenomen standpunt: STEM als verdieping en alternatief voor Latijn is een meerwaarde. Maar het kan niet dat STEM in de eerste graad als een voorselectie voor de tweede en derde graad zou fungeren. Dat is niet de bedoeling. Het is van belang dat leerlingen kunnen kiezen voor de richting van hun keuze, ook in de tweede graad, ook in het bso en het tso. Het is mijn bedoeling om het kader tegen medio november aan de scholen te bezorgen.”

    8   Nieuwe eindtermen: leerinhouden sterk beperken? NEEN!

    Minister Hilde Crevits gaf haar dienst ‘Agentschap voor kwaliteitszorg’ de opdracht om een kader voor de opstelling van de nieuwe eindtermen uit te werken. In een eerder interview in De Standaard liet minister Crevits al haar mening hieromtrent ontvallen. Ze poneerde o.a.: "We kunnen serieus wieden in de eindtermen en leerplannen".  Ook kopstukken van de onderwijsnetten gewaagden van een grondige ontstoffing. Wij vragen ons af wat er bij de verdere ontstoffing van b.v. de al uitgeholde taalleerplannen nog zou overblijven.  Gelukkig wezen ook een aantal leden van de commissie onderwijs begin juli  2015 minister Crevits in deze context op het probleem van de gebrekkige taalbeheersing van de leerlingen.

     

     

     

     

     

     

     




    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs