Kritisch verslag van Nederlandse leraar over bezoek aan Finlandse scholen (Zo hoor je het ook eens van een ander.)
Passages uit blog : Wat de Esten en de Finnen ons kunnen leren over leren Johannes Visser op Blog De Correspondent
Vooraf: In het Nederlands taalgebied waren we tot nog toe bijna de enigen die de voorbije 10 jaar kritische bijdragen over het Fins onderwijs publicereerden. We verwezen ook geregeld naar evaluatieonderzoek van de universiteit Helsinki dat uitwees dat het al vele jaren niet al te best gesteld was met het prestatieniveau van de Finse leerlingen. In 2005 was er ook al de noodkreet van 500 docenten wiskunde. We verwezen ook naar de kritiek van de Finse leerkrachten op de nivellerende gemeenschappelijke lagere cyclus. Enzovoort (zie vele bijdragen op www.onderwijskrant.be of blog Onderwijskrant Vlaanderen: trefwoord:Finland). Enkele maanden geleden namen we in Onderwijskrant ook het kritisch verslag op van een Vlaamse leraar die ook in Finland lesgaf. In een recente bijdrage van de Nederlandse leraar Johannes Visser merken we dat ook deze zich op basis van een bezoek aan Finlandse scholen nu kritischer uitlaat over het Finse onderwijs dan voorheen.
Passages uit bijdrage van Johannes Visser
1. Ook het Finse onderwijs is niet zonder problemen
We zijn niet de eerste delegatie die Finland bezoekt. Leerlingen kijken niet op of om van mannen in pakken die hun lokaal binnentrekken en fotos maken. Maar terwijl de wereld zo het Finse PISA-succes probeert te verklaren, zijn de Finnen zelf een stuk kritischer. Bij de laatste PISA-rankings uit 2012 verloren ze al de aansluiting bij de wereldtop. En er wordt gevreesd dat het land nog verder zal dalen in de rankings. Het land verkeert namelijk in een economische crisis waardoor er flink bezuinigd moet worden.
Volgens de vakbond is schoolleiders in meerdere gemeenten gevraagd zo veel mogelijk leerlingen in één klas te stoppenom de kosten te drukken. Scholen met minder dan 400 leerlingen (in s.o.- zouden moeten fuseren om kostenefficiënt te worden. Lees er hier meer over. En dat zijn er nogal wat: op meer dan de helft van de scholen die bovenbouwonderwijs aanbieden, zitten minder dan 200 leerlingen.
2.Finse leerlingen zijn ongelukkiger en krijgen meer toetsen
Een ander onderwerp van zorg is het motivatieprobleem van de Finse leerlingen. In hetzelfde internationaal vergelijkend onderzoek waarin Finland het al jaren zo goed doet, staan ook de gegevens over het welbevinden van de leerlingen.
En die zijn niet mals. Slechts 66 procent van de Finse leerlingen geeft aan gelukkig te zijn op school. Ter vergelijking: in Nederland ligt dat percentage op 82 procent, in Noorwegen op 87 procent. Slechts 13 procent van de vijftienjarige meisjes in Finland en 8 procent van de jongens geeft aan school erg leuk te vinden, percentages die veel lager liggen dan in bijvoorbeeld Nederland (28 procent meisjes, 19 procent jongens) en Noorwegen (31 procent meisjes, 29 procent jongens).
Hoe zijn die cijfers te verklaren? Tijdens een borrel op de ambassade spreek ik Peter Grimbergen, een Nederlander die gymles geeft op een middelbare school.We hebben nog geen zalmhapje naar binnen kunnen werken, of hij rekent al af met de mythe dat er in Finland weinig getoetst wordt. Zo wordt er op zijn school gewerkt in periodes van zes weken en wordt iedere periode afgesloten met een toetsweek. Dat is in Finland heel gebruikelijk, vertelt hij.
Het belangrijkste moment in de Finse onderwijsloopbaan is aan het eind van de onderbouw van het voortgezet onderwijs, wanneer leerlingen een jaar of vijftien zijn. Dan wordt bepaald of leerlingen naar het beroepsonderwijs moeten of naar de bovenbouw van het voortgezet onderwijs kunnen. Om toegelaten te worden tot die bovenbouw moeten je cijfers goed genoeg zijn; voor de ene school gemiddeld een 7, voor de andere gemiddeld een 9. Het is precies het moment waarop PISA leerlingen vraagt Eerder skypete ik met een Finse leerling die tot eenzelfde conclusie kwam. of zij gelukkig zijn op school en of zij school erg leuk vinden.
3.Finse leraren zijn hoogopgeleid (maar dat kan ook niet anders)
De Finse docent is dus gemiddeld hoger opgeleid dan zijn Nederlandse collega, krijgt relatief meer betaald, hoeft veel minder les te geven en heeft meer vakantiedagen Die populariteit van de lerarenopleiding lijkt verklaard te kunnen worden door een combinatie van factoren die het lerarenberoep tot een gunstige carrièrekeuze maakt.
Niet alleen is de Finse leraar hoogopgeleid, hij verdient ook niet onaardig ten opzichte van zijn medelanders met eenzelfde opleidingsniveau: een basisschooldocent verdient gemiddeld 89 procent van het salaris van een universitair geschoolde, een docent die lesgeeft in de onderbouw van het voortgezet onderwijs 98 procent en de leraar in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs verdient meer dan een gemiddelde universitair geschoolde: 110 procent. (Ter vergelijking: in Nederland liggen die percentages op 70, 84 en 84 procent.)
Wat moet hij voor dat geld doen? Niet zoveel. Finland kent 185 tot 195 schooldagen in het jaar en de zomervakantie duurt van begin juni tot half augustus. Een fulltime leraar hoeft per week maar zestien lessen van 45 minuten te geven. Alleen de gymleraar geeft er meer: 24. (Wederom ter vergelijking: in Nederland geeft een fulltimer 25 lessen van 50 minuten.) De Finse docent is dus gemiddeld hoger opgeleid dan zijn Nederlandse collega, krijgt relatief meer betaald, hoeft veel minder les te geven en heeft meer vakantiedagen.
4. Finse docenten opereren solistisch
En hij is autonoom. Op de Yhtenaïskoulu Comprehensive School, een basisschool die we bezoeken, gebruiken docenten bijvoorbeeld verschillende lesboeken door elkaar. Ze zijn immers vrij in hun methodekeuze. Het is exemplarisch voor de solistische wijze waarop de Finse docent opereert: wie na vijf jaar lerarenopleiding les gaat geven, is vanaf dat moment de professional die niet meer gestoord wordt.
Opvallend is dat we in Nederland juist de tegenovergestelde weg bewandelen. Hier groeit juist de afkeer van dat solisme en richten verbeterprogrammas op scholen zich vaak op de school als lerende organisatie, waarbij docenten samen lessen ontwerpen en bij elkaar in de klas moeten kijken. 'Elke dag samen een beetje beter' is bijvoorbeeld het motto van Stichting Leerkracht, Bezoek hier de website. een organisatie in Nederland die scholen helpt om een 'professionele cultuur' op scholen te organiseren en waar dit jaar 350 scholen en opleidingen bij aangesloten zijn.
Bijlage: een paar merkwaardige passages over bezoek aan Estland dat sterk inzet op de digitalisering van het onderwijs, ICT
1.Op het Estse University Centre for Innovation in Education is men sceptischer over de digitalisering van het onderwijs. Het hoofd van de afdeling Innovatie gelooft juist dat Estland zal dalen in de PISA-rankings. Dit omdat de inzet op vaardigheden ten koste gaat van taal en rekenen, onderdelen waar PISA op toetst.
2.En misschien zien we succesfactoren van Estland over het hoofd. Zoals het hoofd van het University Centre for Innovation in Education ons onder het genot van een zalmsnack - toevertrouwde: 'Onze docenten zijn over het algemeen vrouwen van in de 50, opgegroeid en geschoold in het Sovjetsysteem. Ze zijn goed in het drillen van leerlingen in taal en rekenen. Dat is het geheim van ons PISA-succes.' (Tussendoor: dit is/was ook het geheim van het Finse onderwijs dat merkwaardig genoeg totaal verzwegen werd in de Finse lessen van de Finse onderwijsgoeroe Pasi Sahlberg)
|