Ervaren directeur over essentie basisonderwijs op BON-Symposium 2015
Waar zullen we het
eens over hebben? Er is veel te vertellen, maar voordat ik dat doe zal ik
me kort voorstellen: Mijn naam is Peter van t Hof, ik ben 12 ½ jaar
directeur/bestuurder van de Godelinde Schoolvereniging in Hilversum
een
één-pitter, van 1996 tot 2002 was ik directeur van de Hollandse school Limited
in Singapore en daarvoor sinds 1980 hoofd der school en directeur op diverse
scholen voor openbaar onderwijs in Zwijndrecht. Voor mij zit het er straks op:
in april word ik 65 en per 31 juli a.s. zal ik voor de laatste keer een
schooldeur achter me dicht doen, als er tenminste een opvolger gevonden is
tegen die tijd. Het zal wennen zijn, want het is een mooi vak.
Waar zullen we het
eens over hebben? Keuze genoeg.
Groepsplannen, de administratieve last voor leerkrachten,
samenwerkingsverbanden passend onderwijs, 21st Century Skills, Ipadscholen, op
hol geslagen collega-directeuren, bovenschools management of last but not least
de Inspectie ?
Laten we maar beginnen met een definitie van een school. Een school is een instituut waar daarvoor
opgeleide mensen de aan hen toevertrouwde leerlingen kennis bijbrengen. Iemand
schreef eens: Neem een stapel stenen
.voeg wijsheid toe en je hebt een
school
Wijsheid zit in mensen, niet in
Ipads, dus Ipadscholen zijn voldoende besproken.
Het motto van mijn school is: De Godelindeschool
ontwikkelt
.. Een tweeledig motto: de school ontwikkelt zich en de school
ontwikkelt anderen. Dat zijn de beide doelen van een school. We kunnen uren
discussiëren hoe een kind zich zou moeten ontwikkelen, maar als directeur van
een basisschool vind ik het woord basis het allerbelangrijkste. Wij leggen het
fundament voor de toekomst en dat moet stevig en stabiel zijn. De term
funderend onderwijs hoor je dan ook steeds meer en die term zegt alles
.
Het is dus onze taak
om basisvaardigheden aan te leren: lezen, taal, rekenen, schrijven en
wereldoriëntatie. Als die basis goed is, kan er gebouwd worden: door het
voortgezet onderwijs maar ook door het kind of de jongvolwassene zelf. Ik kan
me heel erg boos maken als ik zie dat scholen de basisvaardigheden niet zo belangrijk
vinden: het kind moet zich volledig ontplooien
.. In mijn ogen heeft het daar
nog een heel leven voor, maar je kunt je niet ontplooien als er geen goed
fundament is of je moet voor die ontplooiing heel, heel hard knokken.
Een praktijkvoorbeeld: Een neefje van mij (inmiddels 24) zat
op een Freinetschool. Prachtig onderwijs vanuit zelfgeschreven en zelfgedrukte
werken. Alles kon daar op school
maar als je dyslectisch bent, heb je een
probleem. In zijn rapport in groep 4 stond: In zijn lezen herken je zijn
karaktertje. Helemaal niet
alleen maar zo dyslectisch als een deur
.
Uiteindelijk van deze school gegaan met de dramatische cito-score van 512..naar
vmbo-praktische leerweg. Door heel, heel hard knokken en een lange route haalt
hij eind van dit jaar zijn ALO-diploma. Hij wordt een geweldige gymleraar, want
hij heeft onderwijstalent.Ik zal vol trots bij zijn diploma-uitreiking
zitten
.. Ongelooflijk dat zon verkeerde basis voor kan komen in ons
onderwijs. Didactische verwaarlozing pur sang. Wij mogen kinderen geen kansen
ontnemen door slecht onderwijs, onze taak is ze kansen te bieden
.
Basisvaardigheden aanleren dus. Basisvaardigheden die voor mij 21st Century Skills zijn. Ook in een
snel veranderende wereld lijkt het me handig als je zo goed als foutloos kunt
lezen, schrijven en rekenen. Basisvaardigheden:
Kinderen meenemen op de weg of aan hun haren uit het moeras slepen. Tot mijn
grote vreugde is ons samenwerkingsverband passend onderwijs er achter gekomen
dat kinderen op een eigen leerlijn zetten niet het gewenste resultaat heeft.
Hun advies is nu om dat niet meer te doen
. Deden we al niet, want als je je
gezond verstand gebruikt, dan weet je dat je een kind op een eigen leerlijn
nooit voldoende aandacht kunt geven voor de instructie die nu juist dat kind zo
hard nodig heeft.
Meenemen dus en opvullen wat nog niet beheerst wordt. En,
misschien nog wel het belangrijkste: hoge verwachtingen hebben van een kind. Wat
voor signaal geef je een kind mee als je het groepsprogramma loslaat: Wij laten
je los, je kunt het toch niet volgen, modder jij maar lekker door en dan zien
we wel hoe ver je komt. Pedagogische verwaarlozing pur sang
..
Wij spreken kinderen
op onze school aan op resultaat. Wij hebben hoge verwachtingen van ze en
kunnen ze aan bepaalde verwachtingen nog niet voldoen dan ondersteunen we ze:
aan de instructietafel, maar ook apart bij de remedial teacher. Die hebben we
nog en die blijft, ook als ik weg ben
Je kunt namelijk niet van leerkrachten
verwachten dat ze in hele volle klassen, alleen begeleid door de interne
begeleider, alle problemen kunnen oplossen. Dat is fysiek onmogelijk en een
illusie. Daar zouden scholen en hun IB-ers eerlijk in moeten zijn.
Enkele jaren geleden heb ik getracht een actie op de rit te
krijgen met betrekking tot passend onderwijs met als titel: Passend Onderwijs, een illusie. Ik heb
heel veel scholen aangeschreven en alle politieke partijen. Het is niet van de
grond gekomen
..politieke partijen reageerden niet, alleen Jasper van Dijk van
de SP, die het helemaal met me eens was en zelf in de Tweede Kamer terecht
heeft geageerd tegen de invoering van Passend Onderwijs. Scholen reageerden
wel
altijd de directeuren en vaak ronduit vijandig. Op Facebook bereikte ik
leerkrachten die wel positief waren. Zij moeten het tenslotte uitvoeren en
zagen dus de bui al hangen.
De actie is dus een vroege dood gestorven, passend onderwijs
helaas niet. De samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School zijn omgevormd
tot Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs. Ik heb dat allemaal aangezien en
vraag me werkelijk af wat er veranderd is binnen zon samenwerkingsverband. Dat
had simpeler, efficiënter en natuurlijk goedkoper gekund.Iedere school heeft
een scan ondergaan waaruit duidelijk zou moeten worden welke zorg men aan kon.
Bij ons door het Seminarium van Orthopedagiek en we kregen het basisarrangement
met de aantekening dat onze school goed was in de opvang van kinderen met een
aandoening in het autistisch spectrum. Dat hadden we ze zelf verteld. Uiteindelijk
is door het samenwerkingsverband besloten dat de scans van de scholen toch niet
relevant waren en is er niets mee gedaan
.Kassa!!!Ik zie weinig gebeuren en
ondertussen worden ouders met een kind dat extra aandacht nodig heeft op het
verkeerde been gezet, om het netjes te zeggen
.
Wat me ook zo verbaasde is dat de Amsterdam Arena
volstroomde met collegas die protesteerden tegen de extra 300 miljoen die
bezuinigd zou worden op passend onderwijs, terwijl we daar hadden moeten staan
om te protesteren tegen de inhoud van dit gedrocht. Als we moeten kiezen tussen
vorm of inhoud dan kies ik toch voor inhoud
Passend onderwijs is en blijft
een illusie.
In het kader van passend onderwijs heeft iemand bedacht dat
we groepsplannen moeten maken. In een groepsplan in het basisonderwijs weken
beschrijf je voor 6 tot 8 voor ieder kind de onderwijsbehoefte
..Het liefst een
groepsplan voor alle vakken, maar de meeste scholen beperken zich tot rekenen
en spelling. Veelal moeten ook alle doelen vanuit de methode overgeschreven
worden.Het maken van een groepsplan is een enorme administratieve last. Ik hoor
zoveel klachten van leerkrachten dat ze alleen maar hier aan toekomen en niet
meer aan de voorbereiding van hun lessen
..Het grote probleem is dat mijn
collega-directeuren er voor hebben gezorgd dat het middel doel is geworden.
Alles draait om groepsplannen en verantwoording
maar wat wil je weten? Je wilt weten hoe je de kinderen het best
kunt begeleiden
dat is de kern. Dat je daar middelen voor gebruikt
logisch,
maar laat het daarbij.
Op mijn school doen wij niet aan groepsplannen omdat we het
er nut niet van inzien en is er dus nog wel tijd voor goede lesvoorbereidingen.
Wij hebben zelf een simpele lijst ontwikkeld van 1 A4-tje met CITO-resultaten
en kleurcodes waardoor we precies kunnen zien of alle kinderen die in
aanmerking komen voor extra aandacht die ook daadwerkelijk krijgen: bij de RT,
in de klas of de plusklas of eventueel buiten school als wij bepaalde hulp niet
kunnen bieden.In de klassenmappen is per dag terug te vinden wie welke hulp
krijgt en zijn de handelingsplannen voor handen. Bingo
..en de rest is
onderwijs. Want laten we eerlijk zijn: het grootste deel van een groep kan
gewoon mee met de lessen uit de methodes en steekt daar bij een goede
leerkracht heel veel van op.Dat noemen we dus gewoon lesgeven
lesgeven en nog
eens lesgeven. Dat is de corebusiness van mijn team: lesgeven en ook nakijken.
Op veel scholen wordt dat laatste niet of nauwelijks meer gedaan. Daar zijn
verschillende redenen voor:
Werkdruk (vanwege de
administratieve taken) en de vraag of het nuttig is.
Op mijn school denken wij van wel: nakijken in het
basisonderwijs is nog steeds erg nuttig: je hebt onmiddellijk door hoe je
instructie is geweest, wie het nog niet snapt en wie dus nog geholpen moet
worden
s middags of meteen de volgende dag en niet na de volgende methodetoets
waar opeens een hiaat blijkt. Dan ben je te laat
.Een praktijkvoorbeeld: Terwijl
ik dit stukje van de speech zat te schrijven kreeg ik een whats-app binnen van
een vriendin met kinderen op de basisschool, in groep 4 en 5. Fotos van half
of niet nagekeken schoolwerk, waar ze zich dood aan ergert en terecht. Helemaal
niet nagekeken is dan nog minder erg dan een groot aantal fouten laten zitten
door te snel scannen
dan geef je een totaal verkeerd signaal af. Ik had maar 2
fout, mama. En mama moet dan zeggen dat de werkelijkheid wat minder
rooskleurig is
..daar zijn mamas niet voor, maar juffen of meesters. Kinderen
zijn geen watjes, kinderen vinden leren leuk en willen dat graag goed doen en
kunnen dus best tegen een stootje als ze nog even geholpen moeten worden.
Kinderen lopen weg mét juffen en meesters die dat doen en lopen weg bij
meesters en juffen die dat niet doen.
Wat schetste mijn verbazing: in een laatste bijeenkomst van
ons samenwerkingsverband werd aangedrongen op het geven van directe feedback
aan kinderen. Mijn IB-er vroeg wat daarmee bedoeld werd. Ja, uh
.dat kwam
eigenlijk neer op het nakijken van het werk. Ook hier bingo
we krijgen weer
gelijk. Komt het dan toch nog goed?
Het gaat ons niet om gelijk, het gaat ons om gezond
verstand
. Als je als directeur ziet dat de administratieve druk door iets wat
je hebt ingevoerd te groot wordt en ziet dat mensen hun lessen dus niet meer
kunnen voorbereiden, dan moet je gaan nadenken
..niet over Marzano of 21st
Century Skills, maar over je organisatie en de keuzes die je hebt gemaakt. Dat
gebeurt niet of te weinig en in ieder geval te laat.
Iedereen hobbelt maar achter elkaar aan en kritische
noten
..ik hoor ze niet. Ik sprak in een directieoverleg over het boek Meester
Mark draait door, van een journalist die tijdens zijn deeltijdopleiding BAPO
al weer uit het onderwijs is gestapt door slechte ervaringen. Misschien zou het
nooit een goede meester zijn geworden, ik weet het niet, maar hij legt de vinger
wel op de vele zere plekken. De reactie van een aantal van mijn collegas was
ronduit stuitend
..geen enkele zelfreflectie. Die man was niet geschikt, hij
deugde niet en het werd lacherig afgedaan. Dont shoot the messenger,
collegas. Ga bij jezelf te rade
hoe is het op mijn school geregeld? Kan ik
iets leren van dit boek?
Is mijn IB-er iemand waar het team op kan rekenen of
betekent de afkorting IB-er niet intern begeleider, maar irritante bemoeial?
Dat leeft in veel wandelgangen en daar heb je je voelsprieten voor nodig. Daar
moet je als directeur actie ondernemen
. Ik heb Meester Mark van der Werf op
mijn school gesproken en hem uitgelegd dat wij het anders doen en dat dat kan,
inspectie of geen inspectie. Gelukkig heeft Sander Dekker ook met hem gesproken
en ik moet zeggen dat deze staatssecretaris wel goed kan luisteren naar het
veld en met het veld bedoel ik de juffen en de meesters in het land. In zijn
interview met de Volkskrant in december was hij helder:
Je moet niet
zeuren
.. Als je vindt dat er op school dingen gedaan moeten worden, waardoor
je je werk niet meer optimaal kunt doen of voorbereiden moet je dit bespreekbaar
maken. Alle scholen hebben de letterlijke tekst op een sticker ontvangen via
een gratis onderwijstijdschrift. Geen enkele leerkracht die ik heb gesproken
(buiten mijn eigen team) kende de sticker
.. iets te confronterend misschien? Bij
ons is hij op de tafel in de personeelskamer geplakt want mijn leerkrachten
moeten het doen en als ze tegen problemen aanlopen moet dat bespreekbaar
zijn
..daar ben ik niet bang voor, want ik werk met professionals. Mijn
leerkrachten moeten het doen, ik kan heel interessant in mijn kamer plannen
zitten bedenken maar in de groep moet het gebeuren. Daarom sta ik ook nog steeds voor de klas, 14 dagen per jaar in groep 8
en woensdag om de week in groep 6. Met mijn voeten in de klei, dat houdt me
scherp. En het is leuk, gewoon heel leuk
.
Ik vraag me af hoe top-down veel scholen zijn. Veel directeuren denken vaak heel
democratisch te beslissen, maar ik geloof er niets van. Men verschuilt zich
achter van bovenaf opgelegde regels en voert door wat niet doorgevoerd zou
moeten worden. Denk zelf na
.en sta daar voor, bij de ouders, bij de Inspectie
en desnoods bij de staatssecretaris
Bovenschools
management doet daar ook geen goed aan. Ook in het basisonderwijs zie je
steeds meer megalomane schoolbesturen en
bestuurders. Ook in het basisonderwijs zie je stichtingen bijna omvallen
vanwege de kosten. Nogal logisch
wat kosten al die managementlagen niet en het
bestuursbureau met diverse medewerkers. Organisaties met een waterhoofd en
ja
dan moet er bezuinigd worden op bijvoorbeeld remedial teaching, nogal
logisch. Of er kan voorlopig geen nieuw personeel meer worden aangenomen totdat
de organisatie weer financieel gezond is.
Wie zijn de dupe?....De kinderen. Ik hoor er niemand over
ja, de pers
als er weer een ROC teveel heeft gespendeerd en omvalt. Er is niets onoirbaars
gebeurd, maar de bestuurders hadden het wel wat hoog in de bol, is dan het
commentaar
. Dat wisten we toch al
waarom
schaffen we deze megalomane organisaties niet af?
En dan toch inderdaad
last but not least : de onderwijsinspectie:
In Nederland kennen we geen wettelijk landelijk
onderwijscurriculum, maar we hebben er wel een: het toezichtkader van de
Inspectie.Wat de Inspectie in mijn ogen moet doen: zeer zwakke en zwakke
scholen helpen om zo snel mogelijk op niveau te komen en niet alleen af te
rekenen op resultaten. Wat de Inspectie in mijn ogen niet moet doen: zich met
de inhoud van het onderwijs op mijn school bemoeien. Als ik goede resultaten
kan aantonen en de weg daar naar toe is anders dan de Inspectie voor ogen
heeft
is dat hun probleem, niet het mijne. Dan maar een rood bolletje.
Voorbeeld: Als wij er als school niet voor kiezen om veel
coöperatieve werkvormen in te voeren tijdens de lessen in de basisvaardigheden,
dan is dat een bewuste keuze. Daar kun je het mee eens zijn of niet, maar daar
mag je geen oordeel aan hangen bij goede resultaten. Dat doet de Inspectie wel
en dus wordt de keuze gemaakt dat ik het fout zie en dat de Inspectie het goed
ziet. Daar valt nog wel het een en ander op af te dingen in mijn ogen. Ik heb
dikwijls getracht hierover een gesprek aan te gaan met de bezoekende
Inspecteur, maar helaas
.
Ik beschouw mijn school als excellente school, maar heb het
predicaat niet en wil het ook niet eens. We zouden het waarschijnlijk ook niet
krijgen omdat we niet aan alle regeltjes voldoen
dus laat maar zitten.
Waar gaat het nu
uiteindelijk om in het onderwijs:
Een goed team, dat er voor elkaar is, dat de lessen goed
voorbereid, het werkt nakijkt, dat meer dan uitstekend lesgeeft, zelf de
Cito-toets van groep 8 kan maken, foutloos kan spellen en met hart en passie
werkt met kinderen. Dat alles in een goed onderhouden gebouw met de beste
methodes en met een aantoonbaar uitstekend resultaat. Directeuren zijn er voor
om dat primaire proces te leiden en te faciliteren, meer is het niet. Mooier
hoef je het niet te maken
. Het is al mooi genoeg. Het is zelfs prachtig,
iedere dag weer, al 43 jaar!
mmmm
|