Visie van koepel haaks op visie van achterban en vervreemding van de praktijk. Over niveauverlagende hervormingsplannen van Boeve en CO als hervorming s.o. en afstappen van klassieke leerplannen en methodes. En over de aantasting van ziel, bezieling en autonomie van de scholen binnen Boeves grootschalige scholengroepen.
Van een koepel wordt in de eerste plaats verwacht dat hij vertolkt wat de achterban denkt. Dat is jammer genoeg vaak niet het geval.En jammer genoeg hebben de kopstukken van de koepels geen ervaring meer met de praktijk van het lager en secundair onderwijs.
Zo pleit Boeve o.a. voor de invoering van een gemeenschappelijke eerste graad en van grootschalige scholengroepen waarvan geweten is dat de overgrote meerderheid van de praktijkmensen dat absoluut niet wensen. Zij zijn er vast van overtuigd dat een gemeenschappelijke eerste graad tot een sterke niveaudaling zou leiden. En is het toeval dat de katholieke koepel er na zoveel jaren nog niet in geslaagd is om het vage concept van bredere eerste graad concreet uit te werken. Het gedoe en de vaagheid rond de eerste graad heeft er zelfs toe geleid dat er nu vanaf 1 september nog meer opties, gedifferentieerde trajecten zijn in de eerste graad. Denk maar aan de geïmproviseerde nieuwe optie STEM in veel scholen. In de praktijk zien we dus een evolutie die haaks staat op het Masterplan voor de eerste graad. Zelf hebben we steeds betoogd dat er meer nood was aan differentiatie dan aan nog meer gemeenschappelijkheid. Tussendoor: in maart j.l.. spraken de vertegenwoordigers van de onderwijskoepels zich ook nog heel enthousiast uit over de vele zegeningen van het M-decreet. Ook hier werd/wordt geen rekening gehouden met de verzuchtingen van de praktijkmensen; ,ook hier staat het standpunt van de koepels haaks op het standpunt van de achterban.
De meeste betrokkenen bij het katholiek onderwijsnet zijn er ook rotsvast van overtuigd dat de invoering van grootschalige scholengroepen tot een aantasting van de ziel, de autonomie en de bezieling van de scholen zou leiden. Dit laatste is wellicht de belangrijkste troef van katholieke scholen. De gevaren en nadelen van grootschalige schoolbesturen waarbij steeds meer macht in handen komt van een paar managers is inmiddels al wel bekend. De nadelen van de grootschaligheid wegen niet op tegen de voordelen.
Vage eindtemen en afstappen van klassieke leerplannen en methodes = enorme niveaudaling!
Boeve en andere koepelmensen pleiten ook voor heel beperkte eindtermen en dit mede in naam van de vrijheid van het onderwijs. Hij vermeldt b.v. als mogelijke eindterm: 'beheersing van het Frans'. En men zou dan aan de scholen/leerkrachten moete overlaten om uiterst vage eindtermen te concretiseren. Vorige woensdag nog hoorde ik ook de verantwoordelijke voor de nieuwe leerplannen basisonderwijs pleiten voor het resoluut afstappen van klassieke leerplannen met aanduiding van de klassieke leerstofpunten en hiermee verbonden ook van het werken met klassieke methodes voor wiskunde, spelling e.d. Er zou ook gewerkt worden met brede thema's. De uitgeverijen van schoolboeken zouden zich dan moeten beperken tot het presenteren van een aantal modelvoorbeelden. Volgens de koepelveranwoordelijke moet dit afstappen van klassieke leerstofpunten-leerplannen en methodes ook de leerkrachten en scholen stimuleren om af te stappen van het werken met jaarklassen.
Wie wat ervaring heeft met het lager onderwijs weet dat de kwaliteit voor een groot deel samenhangt met het werken met jaarklassen en de ermee verbonden leerplannen en leermethodes. We merkten b.v. dat er de voorbije jaren geen kritiek kwam op het leerplan wiskunde dat in de lijn van de traditie de leerstofpunten heel duidelijk en overzichtelijk opsomde. (Jammer genoeg mochten we ons bij de opstelling van dit leerplan in 1998 niet beperken tot een opsomming van de leerstofpunten en moest er nog een hele rimram over methodiek e.d. bijkomen.) Het leerplan moedertaal kreeg wegens zijn vaagheid, schrapping van essentiële grammaticapunten als lijdend en meewerkend voorwerp, methodische uitspraken over de relativiteit van spelling e.d. veel kritiek. Vanuit onze lerarenopleiding hebben we dan ook het initiatief genomen om naar een uitgeverij te stappen en aan te sturen op lineaire en afzonderlijke leerpakketten voor spelling. Andere uitgeverijen hebben dit voorbeeld gevolgd en enkel op die wijze konden we voorkomen dat de niveau van de spelling gevoelig zou dalen.
Op de vergadering van vorige woensdag stelde de koepelverantwoordelijke dat ze met deze koerswijziging het voorbeeld van landen als Engeland wou volgen. Maar het is precies het verlaten van 'klassieke' leerplannen en leermethodes dat in Engeland tot een spectaculaire niveaudaling heeft geleid. De huidige Engelse onderwijsminister heeft zich als belangrijkste hervorming voorgenomen om terug klassieke leerplannen en methodes (handboeken) zoals in Vlaanderen in te voeren. Terloops: het is ook voldoende bekend dat het lager niveau van het onderwijs in Franstalig België mede het gevolg is van de vage competentieleerplannen en van het feit dat de scholen zich vaak financieel niet kunnen permitteren om te werken met leermethodes.
Het verrast ons ook dat een koepel die het in 1998 nog nodig vond om de taalleerkrachten op te leggen dat taalonderwijs 'vaardigheidsonderwijs' moest zijn met minstens 60% van de punten voor vaardigheden, nu plots in de naam van de 'vrijheid van het onderwijs' pleit voor minimale eindtermen en leerplannen. Boeve is terecht geen voorstander van staatspedagogiek, maar het zou geloofwaardiger zijn als de koepel ook zou afstappen van de centrale koepelpedagogiek. Zo mogen o.i. de nieuwe koepelleerplannen e.d. geen uitspraak meer doen over de methodische aanpak van het taalonderwijs. Precies de ook door het verbond gepropageerde en opgelegde vaardigheidsdidactiek leidde tot een uitholling van het taalonderwijs. Bij het streven naar ontstoffing van te dikke leerplannen, moet men niet zozeer streven naar een sterke reductie van leerstofpunten, maar naar de beperking van leerplannen tot de opsomming van de leerstofpunten- zoals destijds het geval was. Her en der moeten er ook leerstofpunten bijkomen: terug invoeren b.v. van essentiële grammatica-termen; terug invoeren van de regel van 3 die ik in 1998 jammer genoeg na veel discussie niet langer in het leerplan mocht opnemen; niet enkel laten kopiëren van Franse woordjes maar ook laten dicteren ...