Is er in STEM ook ruimte voor het grotere verhaal? 07 mei 2015 | Manuel Sintubin, Hoogleraar geologie (KU Leuven) in De Standaard
Door de focus op techniek, programmeren en robotica binnen STEM, dreigen we de natuurwetenschappen uit het oog te verliezen, schrijft Manuel Sintubin. Die slaan nochtans de noodzakelijke brug met de zachtere wetenschappen.
Dreigen de natuurwetenschappen niet in het verdomhoekje te verzeilen?
Het Angelsaksische acroniem STEM staat voor Science, Technology, Engineering and Mathematics. Het groepeert de zogenoemd harde studierichtingen, of bèta-richtingen: de natuurwetenschappen (S) en wiskunde (M), enerzijds, en de ingenieurs- (E) en technologische wetenschappen (T) anderzijds.
STEM blijkt nu in Vlaanderen een echte hype te worden in het secundair onderwijs (DS 5 mei) . Als bètawetenschapper zou ik verheugd moeten zijn met die hype, maar helaas.
STEM lijkt een mooie vlag voor alle bètarichtingen, maar dekt ze de lading wel? STEM-onderwijs wordt immers al te vaak geassocieerd met lessen techniek, programmeren, robotica, of het meer algemene probleemoplossend denken. De nadruk ligt dus vooral op de T en E, minder op de S (en M). En dan lees je dat de pionier in Vlaanderen, het Heilig Graf in Turnhout, volgend jaar zelfs een richting STEM gaat organiseren naast de traditionele richting wetenschappen. Alles weer in vakjes! Niet vreemd dat de collegas binnen de (industriële) ingenieurswetenschappen enthousiast zijn over die ontwikkeling. Zij zien hun toekomstige studentenaantallen al stijgen.
Latijn en Grieks
Maar wat met die traditionele wetenschappen? Dreigen de natuurwetenschappen niet al te veel in het verdomhoekje te verzeilen waar Latijn en Grieks nu al verzeild geraakt zijn? Ze dreigen alleen nog in dienst te staan van de technologie, als een noodzakelijk kwaad ter voorbereiding van de leuke vakken rond robots en games.
Los van welke technologische toepassing dan ook, moeten we de leerlingen warm blijven maken voor wetenschappen an sich. Dat doen we best door een eigen verhaal te vertellen. Een dat het traditionele vakjesdenken binnen de wetenschappen overstijgt. Dat verhaal bestaat. We kennen het als Big History, het grote verhaal van oerknal tot mens. In de Verenigde Staten is Big History een hype, mede door de steun van de Bill Gates Foundation. Ook in Nederland vindt Big History ingang in zowel het secundaire als hoger onderwijs. Big History geeft de leerling het globale kader van 13,7 miljard jaar evolutie, dat uiteindelijk even noodzakelijk blijkt te zijn om de vorming van een sterrenstelsel te begrijpen, de wispelturigheid van de aandelenbeurs te verklaren, als de val van de Minoïsche beschaving te doorgronden. Big History gaat vooral over een integrerende, holistische kijk op onze maatschappij binnen een planetaire (en kosmische) context. Het is het ideale kader om leerlingen in te leiden in het systeemdenken, zo noodzakelijk om de uitdagingen van 21ste eeuw aan te kunnen. Big History slaat bovendien de noodzakelijke brug met de alfawetenschappen. Daardoor staat het in schril contrast met STEM, dat meer dan ooit de polarisering tussen bètas en alfas in zich draagt.
De natuurwetenschappen nemen een specifieke positie in op het grensvlak tussen alfa- en bètawetenschappen, vooral in het secundair onderwijs. En die eigenheid dreigt verloren te gaan door de wetenschappen al te veel in te kapselen en te versmachten binnen het technologiegerichte STEM. In dat opzicht hoort de S (en M) misschien niet thuis in STEM.
|