Grootschalige scholengroepen in VSKO-plan: territoriumdrang en machtsgreep; verlies van identiteit & vrijheid scholen (Kapittel 2 uit Witboek Onderwijskrant)
1 Machtsgreep en territorumdrang VSKO-kopstukken & verlies van vrijheid
Een ex-hoofdredacteur van Trends en publicist formuleerde al midden januari een vlijmscherpe kritiek op het VSKO-plan. We citeren de belangrijkste passages. Het VSKO nam begin januari de beslissing om de inrichtende machten en scholen van het katholiek onderwijs te beperken in hun vrijheid om zichzelf te zijn. Men opteert voor centralisme waarbij de eigenheid en de eigen accenten vaak verloren gaan in het grotere geheel. Een massieve herordening dus die de greep van Brussel alleen maar structureel vergroot. Nu reeds zwichten de scholen onder de oekazes van het officieel beleid, naast die van de eigen beleidspoot, de Guimardstraat. Alles lijkt boven op hun kop terecht te komen. Het zal alleen maar erger worden. Als er machtige regionale structuren zullen ontstaan die strakker controleerbaar zijn door de Guimardstraat, dan is dit een belangrijk signaal naar de scholen. De creativiteit en de vrijheid om eigen pedagogische inzichten te ontwikkelen, komen dan ook onder druk te staan. De dwang om bepaalde scholen te sturen en hen aan algemene beslissingen te onderwerpen, wordt erg groot. Bovendien gaan de besturen van de scholengroepen opgevuld worden met tal van specialisten die onderwijs alleen maar kennen van toen ze zelf op de schoolbanken zaten en die vaak als kille managers en zonder voeling met de mensen op de werkvloer naar de raden van bestuur komen. Kijk maar naar sommige nu al vrij grote schoolbesturen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de VSKO-raad van bestuur, het laatste stukje autonomie uit de katholieke scholen aan het pompen is.
Ook Barbara Moens poneerde in De Tijd van 21 maart j.l. dat het bij het VSKO-plan gaat om een regelrechte machtsgreep van de VSKO-kopstukken. Ze had het over de topdown beleidspolitiek van het VSKO en de machtsorders van de kopstukken. Chris Smits en Lieven Boeve dreigen ook voortdurend met de stelling dat de grote scholengroepen er nodig zijn voor de dringende hervorming van het s.o., dat de toekomst van het katholiek onderwijs in het gedrang is, dat er straks niet voldoende katholieke bestuurders meer zullen gevonden worden,... Een directeur drukt het in De Tijd zo uit: Boeve en Co gebruiken de externe bedreigingen als een onderhandelingstruc.
2 . Aantasting identiteit & autonomie scholen
In de bijdrage in De Tijd en in andere bijdragen stellen de directeurs terecht dat ze vrezen dat door de concentratie van de meeste macht binnen de bovenschoolse bestuurskoepel de afzonderlijke scholen en directies veel autonomie en macht zullen verliezen: Ik ben er van overtuigd dat de VSKO-raad van bestuur, het laatste stukje autonomie uit de katholieke scholen aan het pompen is. Dat is ook de vrees die de DIVO-directeurs smile-emoticon groep directies vrij secundair onderwijs) al in 2013 uitdrukten.
De al geciteerde ex-hoofdredacteur schreef eveneens: De creativiteit en de vrijheid om eigen pedagogische inzichten te ontwikkelen,komen onder druk te staan. Dit is ook wat wij in Onderwijskrant 171 en op de blog Onderwijskrant Vlaanderen vooral betreurden. Ook wijlen premier Leo Tindemans stelde een aantal jaren geleden al dat grootschaligheid de grootste bedreiging vormde voor het Vlaams onderwijs. In een recente tweet drukte ook rector Rik Torfs uit dat schaalvergroting veelal tot vervreemding leidt.
In de bijdrage van Barbara Moens komt ook tot uiting dat het VSKO-plan in feite in strijd is met de belangrijkste onderwijsbelofte in het regeerakkoord: meer autonomie en zeggenschap voor de lokale scholen en leerkrachten. Zo lezen we: De N-VA huivert voor het VSKO-hervormingsscenario. Scholen moeten zelf meester blijven van hun situatie, zegt Vlaams Parlementslid Koen Daniëls (N-VA). De VSKO-kopstukken interpreteren meer autonomie voor de scholen enkel als meer autonomie voor de koepels. Volgens hen zijn het ook niet de vele scholen die onderwijs verstrekken, maar de Guimardstraat is dé (katholieke) onderwijsverstrekker.
3. Oligarchische machtsgreep op scholen én binnen Guimardstraat
In het Vlaams parlement stelde Marleen Vanderpoorten al in 2013 dat de voorstellen voor grootschalige scholengroepen niet zozeer uitgingen van minister Smet, maar van VSKO-koptukken als Mieke Van Hecke, directeur-generaal. Prof. Boudewijn Bouckaert, voorzitter onderwijscommissie, bestempelde dit als government by somebody else. Ook Dirk Van Damme, OESO-expert en ex-directeurgeneraal GO!, stelde dat enkel het katholiek onderwijsnet profijt kon halen uit de schaalvergrotingsoperatie. Sommigen zagen een gelijkenis met het oprichten van Associatie KULeuven die ook uitging van de territoriumdrang en grootheidswaan van rector André Oosterlinck en Co. Het gemeentelijk onderwijsnet was evenmin gelukkig.
In punt 1 bleek al dat het VSKO-plan niet enkel een grootschalig en bureaucratisch bestuursmodel oplegt, maar tegelijk ook de greep van de koepel op de scholen wil versterken: de machtige regionale structuren zullen strakker controleerbaar zijn door de Guimardstraat. Het plan wordt ook door veel onderwijsmensen en schoolbestuurders als een oekaze ervaren. De onderwijskoepel die vooral opvattingen van de scholen en schoolbesturen zou moeten vertolken, stelt zich steeds meer op als een soort ministerie, als de belangrijkste beleidsmaker, als een oligarchisch bestuur dat weinig rekening houdt met de opvattingen van de scholen en praktijkmensen die het zou moeten vertegenwoordigen.
Voor het versterken van de machtsgreep van de VSKO-kopstukken werd er bij het begin van het schooljaar ook plots binnen de Guimardstraat een hiërarchische bestuursvorm ingevoerd. De aparte verbonden voor het basisonderwijs e.d. werden gewoon afgeschaft. De secretaris-generaal basisonderwijs en een aantal van zijn medewerkers werden op een zijspoor gezet en steken in persoonlijke gesprekken hun groot ongenoegen niet onder stoelen of banken.Door de verticale bestuursvorm kwam de macht nog meer in handen van een beperkt aantal bestuurders en vooral van de twee kopstukken: Lieven Boeve, de nieuwe directeurgeneraal en Chris Smits. Smits slaagde er in benoemd te worden als secretaris-generaal; en zo kreeg de vroegere chef van het verbond van het s.o. nog meer invloed dan voorheen. De meeste kopstukken hebben overigens zelf nooit les gegeven in het secundair of lager onderwijs. Rector Torfs twitterde onlangs nog: Een onderwijsexpert die zelf geen les gegeven heeft, is zoals een voetbaltrainer die nooit een match heeft gespeeld.
In De Tijd lezen we terecht dat de machtsgreep van de VSKO-kopstukken mede ingegeven is door het feit dat Chris Smits en Co o.a. bij hun hervormingsplan voor het s.o. op de weerstand botsten vanuit de scholen en vanuit de Guimardstraat zelf en dat ze dit in de toekomst willen voorkomen. Het hervormingsplan s.o. kreeg niet enkel kritiek vanwege de overgrote meerderheid van de praktijkmensen, maar ook binnen de Guimardstraat zelf. De secretaris-generaal van het hoger onderwijs Wilfried Van Rompaey was tegenstander en het verbond basisonderwijs toonde evenmin sympathie. Zelfs Mieke Van Hecke sprak zich de eerste jaren na haar aantreden in 2004 nog uit tegen die hervorming; pas eind 2011 maakte ze een bocht van 180 graden. Door het afschaffen van de autonomie van de aparte verbonden en door het verticaliseren en paternaliseren van het bestuur kunnen de VSKOkopstukken gemakkelijker hun wil opdringen en de indruk wekken dat de totale koepel achter het hervormingsplan staat. In de tijd van het VSO (vernieuwd secundair onderwijs) kon het VSKO geen radicale beslissing nemen omdat het toen nog bestaande verbond voor het technisch onderwijs zich uitsprak tegen de invoering van het VSO, en omdat er ook nog machtige priesters-directeurs waren die zich mlnder zelfcensuur moesten opleggen dan de huidige directeurs.
4. Vreselijke haast en negatie regeerakkoord en blauwdruk schoollandschap
De grote haast en de argumenten waarmee de VSKO-kopstukken de schaalvergroting willen invoeren, doet ons denken aan een getuigenis van Hans ter Heijden over de schaalvergrotingsinitiatieven van zijn (Nederlandse) onderwijskoepel. Hij schreef: Onder het mom dat de christelijke identiteit van de scholen kon worden gewaarborgd en dat er tegelijk 'doorlopende leerwegen' konden worden gecreëerd', werd vlug een grote christelijke scholengroep voor het technisch onderwijs opgericht en ontstond er een waterhoofd aan management en managers. Herman van Veens 'Opzij, opzij, opzij, wij hebben vreselijke haast' werd het officieuze schoollied van de onderwijskoepel. De VSKO-kopstukken Lieven Boeve en Chris Smits poneren expliciet dat hun schaalvergrotingsplan normatief is en heel dringend en onverkort doorgevoerd moet worden. Die grote haast blijkt ook uit het feit dat ze geen kritiek dulden en naar eigen zeggen ook niet willen rekening houden met de aangekondigde blauwdruk over toekomstige scholenlandschap.
In de recente bijdrage Scholen vrezen voor hun identiteit schrijft Barbara Moens: Of de VSKO-operatie lukt,hangt ook af van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits. Ze komt ook nog voor de zomer met haar blauwdruk over toekomstige scholenlandschap. Intern pocht de top van het katholiek onderwijs dat ze de pen bij het schrijven van die nota vasthoudt (De Tijd, 21 maart). Op de vraag wat verwacht u van die nota over het toekomstig scholenlandschap, antwoordt Lieven Boeve aan De Tijd dat zijn koepel hoe dan ook het VSKO-plan zal uitvoeren: Wij zullen deze operatie smile-emoticon ons VSKO-plan) sowieso doen, want dit gaat over het organiseren van de toekomst van het katholiek onderwijs. Ook met de bezwaren van de kleinere onderwijsnetten die vrezen onder de voet gelopen te worden willen de katholieke kopstukken blijkbaar geen rekening houden. Niets kan hen tegenhouden. Ze houden ook geen rekening met de door de regering beloofde autonomie voor de scholen en de twee criteria voor bestuurlijke optimalisering in het Regeerakkoord: het vrijwaren van de verscheidenheid van het schoollandschap en van het subsidiariteitsbeginsel. We dringen al lange tijd aan op een fusiedecreet omdat precies het tekort aan centrale regels tot machtsmisbruik en tot oeverloze belangenconflicten zou leiden en het algemeen belang en het principe van vrijheid van onderwijs in het gedrang zouden komen.
Vlaams Parlementslid en pedagoog Koen Daniëls (N-VA) repliceerde echter in De Tijd van 21 maart: : Scholen moeten zelf meester blijven van hun situatie. Het regeerakkoord hamert precies op meer vertrouwen in de scholen. Wij treden als overheid terug, maar we zullen niet toelaten dat de katholieke onderwijskoepel dat machtsvacuüm inneemt (wordt vervolgd).
|