Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    28-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grootschalige scholengroepen en centralistische VSKO-bestuursfilosofie: haaks op bestuurlijke optimalisering
    mm

    Grootschalige scholengroepen  en centralistische VSKO-bestuursfilosofie: haaks op bestuurlijke optimalisering & Regeerakkoordbelofte voor meer autonomie

     

    Kaderbijdrage voor witboek Onderwijskrant          (Steun  ons a.u.b. bij de verspreiding van dit standpunt!)

     

     

    1     Grootschalige scholengroepenkost wat kost!

     

    1     Grootschalige scholengroepen kost wat kost!

     

    1.1   Grote & hiërarchische scholengroepen: haaks op bestuurlijke optimalisering

     

    Op 8 januari 2015 publiceerde de VSKO-koepel van het katholiek onderwijs een revolutionair,  ‘normatief’ en urgent plan voor de invoering van grootschalige scholengroepen en besturen – onder het mom en de naam van bestuurlijke optimalisering: ‘Naar een bestuurlijke optimalisering en schaalvergroting in het basis- en secundair onderwijs’.  Het VSKO wil de 800 schoolbesturen reduceren tot 150 en grote regionale scholengroepen invoeren, associaties tussen secundaire scholen en basisscholen - veelal  ook mastodontscholengroepen met vele duizenden leerlingen. Beroepsbestuurders nemen binnen de nieuwe bovenschoolse koepels de bestuurlijke taken van de scholen over.

     

    Het VSKO-plan gaat  regelrecht in tegen een basisbelofte van het Regeerakoord: veel meer autonomie en zeggenschap van de lokale scholen en leerkrachten inzake ‘het hoe’ van het onderwijs. Ook in de bedrijfswereld zien we overigens steeds meer horizontalisering van het bestuur opduiken. Dit soort bestuurlijke optimalisering staat haaks op de door het VSKO bepleite bijsturing. Die regionale scholengroepen zouden overigens heel omvangrijk worden. Als bijvoorbeeld de secundaire scholen binnen onze Brugse scholengemeenschap fuseren en er ook nog de vele basisscholen uit de regio moeten bijnemen, dan komen we aan 23 à 30 scholen, een  mastodontscholengroep.   Indien we in Brugge meer dan twee scholengroepen zouden vormen, dan wordt het een regelrecht gevecht voor het  aan zich binden van zoveel mogelijk basisscholen uit de regio. Op bepaalde plaatsen wekt het VSKO-plan ook de misleidende  indruk afsof het enkel zou gaan om 1 extra bovenschoolse bestuurder. Vanuit de ervaring met de fusies in onze hogescholen en in grote scholengroepen s.o. in Nederland, weten we  dat dergelijke fusies leiden tot een enorme overhead  en tot veel extra kosten.  

     

    1.2       Vrees voor VSKO-plan en voor bekennen van kleur

     

    Prof. em. Eric Verbiest verwoordde onlangs in Brandpunt (COC, januari 2015) de grote vrees voor dit plan bij heel wat onderwijsmensen: “In Vlaanderen is men bevreesd voor zo’n schaalvergroting.”  Volgens hem is die vrees mede ingegeven door de negatieve ervaring met grote scholengroepen in Nederland, waar “schaalvergroting geenszins effect gehad heeft op de kwaliteit van het onderwijs zelf.” Ook de negatieve gevolgen van de invoering van grootschaligheid en afstandelijke bovenschoolse besturen in ons hoger onderwijs, verklaren mede die vrees.

    In een recente bijdrage  over het VSKO-plan  wees ook Barbara Moens in het dagblad ‘De Tijd’ op die vreesen ze stelde dat het hier vooral gaat om een machtsgreep van de kopstukken van de katholieke onderwijskoepel: “De hervorming van de schoolbesturen maakt deel uit van een grotere machtsstrijd in het katholieke onderwijsnet. Hoe minder schoolbesturen, hoe eenvoudiger het voor de koepel is om marsorders te geven.”  Ze heeft het over de nieuwe beleidspolitiek van de Guimardstraat, de machtsgreep en top-down-aanpak (Scholen vrezen voor hun identiteit, 21 maart).

    In de gestoffeerde bijdrage in ‘De Tijd’ blijven een aantal interessante getuigenissen van directeurs en van een onderwijsexpert  jammer genoeg anoniem; maar we begrijpen het wel: ”De angst om uit de biecht te klappen is een rode draad in de gesprekken met directeurs, ook al zit de frustratie diep”. Ook bij de samenstelling van dit witboek stelden we vast dat ‘getuigen’ en zelfs redactieleden veelal het liefst niet met naam vermeld worden. Het gaat hier dus niet enkel om een controversieel plan, maar ook om een delicate materie die leidt tot zelfcensuur en zelfbescherming.

    2   Machtsgreep & territoriumdrang en verlies van ‘ziel’ en identiteit van scholen

    2.1  Machtsgreep en territoriumdrang

     

    Een ex-hoofdredacteur van Trends en publicist  trok in januari aan de alarmbel en formuleerde een vlijmscherpe kritiek. Hij schreef: “Het VSKO nam begin januari de beslissing om de inrichtende machten en scholen van het katholiek onderwijs te beperken in hun vrijheid om zichzelf te zijn. Men opteert voor centralisme waarbij de eigenheid en de eigen accenten vaak verloren gaan in het grotere geheel. Een massieve herordening dus die de greep van Brussel alleen maar structureel vergroot. Nu reeds zwichten de scholen onder de oekazes van het officieel beleid, naast die van de eigen beleidspoot, de Guimardstraat. Alles lijkt boven op hun kop terecht te komen. Als er machtige regionale structuren zullen ontstaan die strakker controleerbaar zijn door de Guimardstraat, dan is dit een signaal naar de scholen. De creativiteit en de vrijheid om eigen pedagogische inzichten te ontwikkelen, komen dan ook onder druk te staan. De dwang om bepaalde scholen te sturen en hen aan algemene beslissingen te onderwerpen, wordt erg groot. Bovendien gaan de besturen van de scholengroepen opgevuld worden met tal van ‘specialisten’ die onderwijs alleen maar kennen van toen ze zelf op de schoolbanken zaten en die vaak als kille managers en zonder voeling met de mensen op de werkvloer naar de raden van bestuur komen. Kijk maar naar sommige nu al vrij grote schoolbesturen. Het kan alleen maar nog erger worden. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de VSKO-raad van bestuur, het laatste stukje autonomie uit de katholieke scholen aan het pompen is.”

     

    In  de al vermelde bijdrage in De Tijd’ poneert ook Barbara Moens dat het hier ging om een regelrechte machtsgreep van de kopstukken van de katholieke onderwijskoepel (zie punt 2.3). Ze heeft het over de nieuwe beleidspolitiek van het VSKO, de machtsgreep en top-down-aanpak, de machtsorders van de VSKO-kopstukken: “Een directeur drukt het zo uit: ‘Boeve gebruikt de externe bedreigingen als een onderhandelingstruc. De angst is een stok om de scholen zo ver te krijgen dat ze meestappen’.” De VSKO-kopstukken Lieven Boeve en Chris Smits dreigen voortdurend met de stelling dat de toekomst van het katholiek onderwijs in het gedrang is,  dat er straks niet voldoende ‘katholieke‘ bestuurders meer zullen gevonden worden, dat de grote scholengroepen er nodig zijn voor de dringende hervorming van het s.o. ...

    2.2    Aantasting ziel, identiteit & autonomie scholen

    In die bijdrage in ‘De Tijd’ stellen de directeurs terecht dat ze vrezen dat door de concentratie van de meeste macht  binnen de bovenschoolsebestuurskoepel de afzonderlijke scholen en directies veel autonomie en macht zullen verliezen. Dat is ook de vrees die de DIVO-directeurs (= groep directies vrij secundair onderwijs) al in 2013 uitdrukten. De al geciteerde ex-hoofdredacteur schreef eveneens: “De creativiteit en de vrijheid om eigen pedagogische inzichten te ontwikkelen, komen onder druk te staan”. Dit is ook wat Onderwijskrant in zijn reactie van januari 2015 vooral betreurde. Wijlen premier Leo Tindemans stelde al een aantal jaren geleden dat grootschaligheid de grootste bedreiging was voor het Vlaams onderwijs. En rector Rik Torfs twitterde vorig jaar in de context van de schaalvegrotingsplannen: “Schaalvergroting in het onderwijs leidt veelal tot vervreemding.”

     

    In de bijdrage van Barbara Moens komt ook tot uiting dat het VSKO-plan in feite in strijd is met de belangrijkste onderwijsbelofte in het regeerakkoord: meer autonomie en zeggenschap voor de lokale scholen en leerkrachten. Zo lezen we: “De N-VA huivert voor het VSKO-hervormingsscenario. “Scholen moeten zelf meester blijven van hun situatie”, zegt Vlaams Parmentslid Koen Daniëls (N-VA). “Het regeerakkoord hamert om vertrouwen in de scholen. Wij treden als overheid terug, maar we zullen niet toelaten dat de katholieke onderwijskoepel dat machtsvacuüm inneemt. We weten allemaal hoe gedwongen huwelijken eindigen.”

     

    In het Vlaams parlement stelde MarleenVanderpoorten al in 2013 dat de voorstellen voor grootschalige scholengroepen niet zozeer uitgingen van minister Smet, maar van Mieke Van Hecke, directeur-generaal VSKO.Volgens Vanderpoorten waren de VSKO-kopstukken de echte inspirator van de grootschaligheid en keek onderwijsminister Smet gewillig toe.  Ze bestempelde Van Hecke als de ‘echte’ onderwijsminister. Net als de kleinere onderwijskoepels waarschuwde Vanderpoorten ook voor de territoriumdrang van het  VSKO. Ook Dirk Van Damme, OESO-expert en ex-directeur-generaal GO!, stelde dat enkel het katholiek onderwijsnet profijt kon halen uit de schaalvergrotingsoperatie. Er kwam ook veel protest vanuit het gemeentelijk onderwijs.

     

    2.3  Machtsgreep op scholen én machtsgreep binnen Guimardstraat

    Het VSKO-plan legt volgens de geciteerde publicist, Barbara Moens en vele anderen niet enkel een grootschalig en bureaucratisch bestuursmodel op, maar versterkt tegelijk ‘de greep van de koepel op de scholen’: “de machtige regionale structuren zullen strakker controleerbaar zijn door de Guimardstraat”. Het plan wordt ook door veel onderwijsmensen & schoolbestuurders als een echte oekaze ervaren. De onderwijskoepel die vooral opvattingen van de scholen en schoolbesturen zou moeten vertolken,  stelt zich steeds meer op als een soort ministerie, als de belangrijkste beleidsmakers.

     

    Naast de machtsgreep van de VSKO-kopstukken op de lokale scholen en hun top-downpolitiek is er ook veel kritiek op de machtsgreep van de Guimardstraat-kopstukken binnen de eigen koepel. Er werd enkel maanden geleden een hiërarchische structuur ingevoerd - gecombineerd met  de afschaffing van de aparte verbonden voor het basisonderwijs e.d. Door de verticale structuur kwam de macht in handen van een beperkt aantal bestuurders en vooral van de twee kopstukken: Chris Smits, die benoemd werd als secretaris-generaal en Lieven Boeve, de nieuwe directeur-generaal. Hiermee kreeg Smits, de vroegere secretatis-generaal van het verbond van het secundair onderwijs, nog meer invloed dan voorheen. De secretaris-generaal basisonderwijs en een aantal van zijn medewerkers werden zomaar op een zijspoor gezet en steken in persoonlijke gesprekken hun groot ongenoegen niet onder stoelen of banken.

    In ‘De Tijd’ lezen we verder dat de machtsgreep van de VSKO-kopstukken  op de scholen, de centralisering van de macht, ook ingegeven is door het feit dat de VSKO-kopstukken bij hun hervormingsplan voor het s.o. botsten op de weerstand vanuit de scholen en dat men dit in de toekomst wil voorkomen.  Bij het hervormingsplans.o. bleek dat vooral de kopstukken van het secundair onderwijs hiervoor warm liepen. Dit plan kreeg openlijk kritiek vanwege de overgrote meerderheid van de praktijkmensen, maar ook binnen de Guimardstraat vanwege de secretaris-generaal van het hoger onderwijs. Het verbond basisonderwijs toonde evenmin sympathie. Door het afschaffen van de aparte verbonden kunnen de VSKO-kopstukken gemakkelijker hun wil opdringen en de indruk wekken dat de totale koepel achter het hervormingsplan staat. Chris Smits gaf tijdens de Codis-bijeenkomst van april 2013  nog toe dat er veel weerstand was vanuit het basisonderwijs tegen zijn plan voor niveau-overschrijdende scholengroepen. Hij stelde: “Het standpunt van het verbond van het  basisonderwijs is momenteel nog niet bekend. We weten wel dat een aantal directeurs van basisonderwijs huiverig staan tegenover een niveau-overschrijdende structuur.” Hiermee werd eens te meer duidelijk dat het plan vooral uitging van Chis Smits en Co en dat er ook binnen de koepel weinig rekening zou gehouden worden met het standpunt van het verbond van het basisonderwijs.

    2.3  Vreselijke haast en negatie fusiekader & Regeerakkoord

     

    De grote haast en de argumenten waarmee de VSKO-kopstukken de schaalvergroting willen invoeren, doet ons denken aan een getuigenis van Hans ter Heijden over de schaalvergrotingsinitiatieven van zijn (Nederlandse) onderwijskoepel. Hij schreef: “Onder het mom dat de christelijke identiteit van de scholen kon worden gewaarborgd en dat er tegelijk 'doorlopende leerwegen' konden worden gecreëerd', werd vlug een grote christelijke scholengroep voor het technisch onderwijs opgericht en ontstond er een waterhoofd aan management en managers. Herman van Veens 'Opzij, opzij, opzij, wij hebben vreselijke haast' werd het officieuze schoollied van de onderwijskoepel.”

     

    De VSKO-kopstukken Lieven Boeve en Chris Smits poneren expliciet dat hun schaalvergrotingsplan ‘normatief’ is en heel dringend en onverkort doorgevoerd moet worden. Die grote haast blijkt ook uit het feit dat ze geenkritiek opdit plan dulden en naar eigen zeggen ook niet willen rekening houden met een fusiekaderdecreet vanwege de overheid en met bezwaren vanwege andere onderwijsnetten.

     

    In de recente bijdrage ‘Scholen vrezen voor hun identiteit’ schrijft Barbara Moens: “Of de VSKO-operatie lukt, hang ook  af van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (Cd&V). Ze komt ook nog voor de zomer met haar blauwdruk over toekomstige scholenlandschap. Intern pocht de top van het katholiek onderwijs dat ze de pen bij het schrijven van die nota vasthoudt” (De Tijd, 21 maart). Op de vraag wat verwacht u van die nota over het toekomstig scholenlandschap, antwoordt Lieven Boeve  aan ‘De Tijd’ dat zijn koepel hoe dan ook het VSKO-plan zal uitvoeren en dus geen rekening zal houden met zo’n nota of fusiekaderwet: “Wij zullen deze operatie (= ons VSKO-plan) sowieso doen, want dit gaat over het organiseren van de toekomst van het katholiek onderwijs.” Ook met de bezwaren van de kleinere onderwijsnetten die vrezen onder de voet gelopen te worden willen de katholieke kopstukken blijkbaar geen rekening houden. Niets zal hen tegenhouden. Ze houden ook geen rekening met de twee criteria voor bestuurlijke optimalisering die opgenomen zijn in het Regeerakkoord: het vrijwaren van de verscheidenheid van het schoollandschap en van het subsidiariteitsbeginsel. Zo’n fusiedecreet is er o.i. dringend nodig omdat precies het tekort aan centrale regels tot machtsmisbruik en tot oeverloze disputen en belangenconflicten zou leiden.

     

    3          Managementdenken en grootschaligheid: aantasting identiteit& kwaliteit scholen

    3.1      Kritiek op grootschaligheid en managementdenken

     

    De critici van het VSKO-hervormingsplan vrezen - dat door de grootschaligheidsoperatie de (katholieke) scholen hun ziel en bezieling zouden verliezen. In de al geciteerde recente bijdrage ‘Scholen vrezen voor verlies van identiteit’’  lezen we dezelfde kritiek: “In feite is elke directeur een kleine ondernemer, die zijn of haar school probeert uit te bouwen’, zegt een directeur. ‘Elke  school heeft haar eigen identiteit en maakt deel uit van een lokale gemeenschap. Nu het katholiek onderwijs een nieuw hoofd heeft, moet alles opeens anders. Maar we geven onze identiteit niet prijs voor het heil van Lieven Boeve.’ 

     

    Philip Brinckman, lid directiecomitéJezuïetencollege Turnhout, sprak in 2013 al die vrees uit in een opiniebijdrage in ‘De Tijd’: “Voor grote scholengroepen is er bij de achterban geen draagvlak. De leerkrachten vrezen onduidelijkheid en chaos. Schoolbesturen van heel wat vrije scholen zijn bezorgd dat hun pedagogisch project en dus ook de vrije keuze van onderwijs verloren gaat .Bovendien is er geen wetenschappelijke onderbouw voor grote bestuurlijke entiteiten. Onderzoeken naarde goede schoolgrootte, zowel uit economisch financieel als uit pedagogisch oogpunt, verwerpenunaniem supergrote scholengroepen van duizenden leerlingen. In te grote scholen(groepen) neemt desociale cohesie af. Wanneer dit cement afbrokkelt, neemt ook het welbevinden en dus ook de leermotivatie af. Ook in Nederland komt men terug van de té grote scholengroepen. Je hoort meer en meer het woord 'defusie'. Ervaring en onderzoek wijzen uit dat megascholen meer nadelen opleveren dan voordelen, niet alleen economisch, maar ook pedagogisch.”

     

    Ook de Leuvense professor-filosoof Herman De Dijn drukt in 2014 de vrees uit dat het onderwijs door het streven naar schaalvergroting en het ermee verbonden managementdenken zijn ziel en bezieling steeds meer zal verliezen. Samengevat komt het volgens hem hier op neer:  “Het zoeken van onderwijsmensen naar zin in het werk, naar echte samenwerking voor een waarde of doel buiten zichzelf, dat zoeken naar echte waardering voor dat soort werk en dat soort samenwerking – al die zaken komen vandaag in het managementsysteem in het gedrang. De regelgeving en procedures die ermee zijn verbonden vereisen tevens een steeds uitgebreider bureaucratie, met steeds meer onpersoonlijke macht. Dit alles leidt tot ontmoediging en burn-out bij de praktijkmensen . Een ‘lean’ (‘mager’ of ‘soepel’) management moet terug in dienst staan van de activiteit en de instellingen waarom het eigenlijk gaat:  beroepsernst en beroepsfierheid moeten weer gewaardeerd worden. Subsidiariteit en decentralisatie zijn aangewezen in plaats van schaalvergroting.Het lijkt duidelijk wat er zou moeten veranderen. De beheersings- en regeldrift moeten inbinden en ruimte laten voor het besef van eindigheid en kwetsbaarheid en de overgave aan het leven en de realiteit. De systeemwereld mag niet langer de leefwereld koloniseren.”

     

    De Dijn betreurt ook – samen met ons en vele anderen –“dat momenteel weinig lijkt te bewegen – ondanks de malaise, het cynisme zelfs van veel professionals, ondanks de schadelijke effecten op het samenleven waar psychologen en therapeuten ons attent op maken. Analyses zoals de voorliggende worden niet zelden afgewezen als linkse propaganda of hersenspinsels van wereldvreemde denkers.”

     

    De kritiek op het grootschaligheidsplan van het VSKO komt dus vooral ook uit de mond van mensen die heel sterk begaan zijn met het (katholiek) onderwijs en niet willen dat de ziel en bezieling uit het onderwijs verdwijnen door grootschaligheid, vermanaging e.d.  In een reactie van de koepel van het gemeentelijk onderwijsnet lezen we eveneens:  “Er zijn genoeg voorbeelden waaruit blijkt dat net een compacte schaal en korte communicatielijnen de kwaliteit van het onderwijs bevorderen - denk maar aan het onderwijs in Nederland. Het is ook niet wetenschappelijk aangetoond dat schaalvergroting leidt naar meer onderwijskwaliteit.”  De VSKO-kopstukken Boeve en Smits negeren echter  de vele kritiek op hun plan, de vele nefaste ervaringen met grote scholengroepen, de kritiek in de hoorzittingen. In voorliggend witboek besteden we er veel aandacht aan. De door het VSKO voorgestelde immense scholengroepen zouden volgens de vele critici niet leiden tot optimalisering, tot vereenvoudiging en minder planlast, maar vooral tot complicering, meer planlast en geldverspilling. Verderop zal blijken dat zulke grote scholengroepen ook moeilijk bestuurbaar zijn, geen echt medezeggenschap toelaten en vooral ook de’ ziel’ van het onderwijs aantasten.

     

    3.2   Negatie nefaste ervaring met grote scholengroepen  in Nederland en Vlaanderen

     

    Precies op een moment waarop overal de nefaste gevolgen van grote scholengroepen en afstandelijke besturen als een enorm knelpunt erkend worden en tot verzet leid(d)en, prediken de VSKO-kopstukken de invoering en de zegeningen ervan. In Nederland concludeerde de parlementaire onderzoekscommissie-Dijsselbloem al  in 2008 dat de invoering van grote scholengroepen in het s.o. er leidde tot hiërarchisering, ,verzakelijking en vervreemding van het bestuur in de regionale koepels,  tot  bestuurlijke willekeur en misbruiken, tot een groot middenkader van begeleiders en coördinatoren,  tot een enorme geldverspilling... 

     

    Onderwijsvrouw Joke Hermesen getuigde in Vrij Nederland van1 februari 2014: "Zo overzichtelijk als de onderwijswereld vroeger was, zo ondoorzichtig is deze nu geworden. Veel scholen zijn de afgelopen decennia gefuseerd tot immense, duizenden leerlingen tellende instituten, met enkel nadelen en misstanden tot gevolg. In sommige regio’s hebben scholen ook een monopoliepositie gekregen, waardoor het aanbod is verschraald en de keuzevrijheid is afgenomen. Door de schaalvergroting moesten er ook meerdere bestuurslagen worden toegevoegd, die veel geld kosten en ook de verhoudingen en de algehele sfeer op school hebben veranderd.  De bestuurders, die zelden een klas van binnen zien, laat staan de leerlingen kennen, bepalen het beleid, terwijl de leerkrachten daar amper invloed op hebben. Dat is vragen om moeilijkheden en die zijn er dan ook in grote mate." B. Verkroost vatte de nefaste gevolgen van een gelijkaardige schaalvergrotingsoperatie in Nederland als volgt samen:

    -Sinds defusiegolf in de afgelopen decennia zijn veel als professionele organisaties georganiseerde scholen opgenomen in grote, complexe bureaucratische lijnorganisaties.                                                                    -Daardoor  zijn de gezags- en machtsverhoudingen ingrijpend veranderd. Professionals, leerkrachten en directeurs zijn in een afhankelijkheidsrelatie t.o.v. besturen en management terecht gekomen.

    -Hierdoor verloren de scholen ook hun eigen identiteit.                     

     -De beloofde medezeggenschap is in veel gevallen al niet meer dan een wassen neus gebleken.                                              -Bestuur en management waren tevens de stuwende krachten achter de vele haastige onderwijsdidactische en organisatorische hervormingen geweest terwijl leerkrachten en lokale directeurs lijdzaam toezagen.”

     

    Die nefaste gevolgen zijn precies ook dezelfde als deze die we in Vlaanderen ook meegemaakt hebben bij de grote fusies in het hoger onderwijs en bij de oprichting van de Associatie KU Leuven. In onze hogescholen ervoeren we evenzeer de nefaste gevolgen van de vermanaging, grootschaligheid, bureaucratisering, de grote overhead en de ermee verbonden geldverspilling. Bij de fusies ontstonden omvangrijke bestuurlijke koepels met heel veel vrijgestelden en tussenlagen en met  de eraan verbonden overhead. Er zijn naar schatting momenteel vijfmaal meer vrijgestelden dan vóór de hervorming. Met een verwijzing naar de zgn. wet van Parkinson hebben we hier tijdig voor gewaarschuwd. Die vele vrijgestelden binnen de stafdiensten moeten zich bovendien ook allen waarmaken. Dit leidde tot het opleggen van heel wat planlast aan descholen en lectoren; en tot het uniformiserend opdringen van pedagogische en andere aanpakken.Tegelijk werden ook de verantwoordelijkheid en autonomie van de vroegere directeurs van de opleidingen uitgehold.  Aangezien de regionale scholengroepkoepel je directe werkgever is, is het zich onttrekken aan de bestuurlijke en pedagogische richtlijnen van die koepel veel moelijker dan aan deze van vadertje staat of van moederhuis Guimardstraat. In Nederland slaagden zeven lerarenopleidingen erin autonoom te blijven. Ze behalen momenteel de hoogste kwaliteit (cf. accreditatie), de betrokkenheid van de docenten en studenten is er veel hoger, ze beschikken over meer centen voor de primaire functie en dus ook over meer docenten, ...

     

    In het kader van de rectorverkiezingen hekelden ook  de Leuvense kandidaat-rectoren Rik Torfs, Herman Nys  ... in mei 2013 het centralistisch, ondemocratisch en bureaucratisch bestuur van de KU-Leuven en vooral van de grootschalige Associatie-koepel. Decaan Katlijn Malfliet  getuigde eind 2012 in VETO: “De schaalvergroting en associatie-vorming van de KULeuven waren geen natuurlijke fenomenen van onderuit, maar een topdownbeslissing waarbij territoriumdrang en grootheidswaanzin voorop stonden” . Malfliet hekelde het gebrek aan overleg met de basis, met de professoren en decanen.”  De kritiek van Malfliet en van de kandidaat-rectoren op de machtsgreep van André Oosterlinck en zijn Associatiebestuur is evengoed toepasselijk op de wijze waarop de VSKO-kopstukken hun grootschaligheidsplan in het secundair onderwijs willen doordrukken.  

     

    3.3       Grote scholengroepen en monopolies leid(d)en tot lagere leerprestaties

     

    De Nederlandse socioloog-onderzoeker Jaap Dronkers stelde ookvast dat grote scholengroepen in Nederland leidden tot een verschraling van het onderwijsaanbod, tot het fnuiken van (gematigde) concurrentie tussen scholen en uiteindelijk ook tot niveaudaling. In zijn onderzoeksbijdrage“Hoe kan het onderwijs voor elkaar krijgen dat meer talenten benut worden?”  concludeert Dronkers dat onderwijsmonopolies de kwaliteit van het onderwijs aantasten. Hij poneert o.a.:  “Essentieel voor het bestaan van die gematigde concurrentie tussen scholen is het bestaan van meerdere aanbieders van hetzelfde onderwijs. Als in een regio feitelijk maar één aanbieder van een bepaald onderwijstype aanwezig was, was de effectiviteit van de scholen in die regio lager 

     

    Dronkers stelt dus dat in regio’s met grote scholengroepen de gematigde concurrentie moeilijk wordt en dat dit nefast is voor de kwaliteit.  Hij  poneerde: “Essentieel voor het bestaan van die gematigde concurrentie tussen scholen is het bestaan van meerdere aanbieders van hetzelfde onderwijs. Als in een regio feitelijk maar één aanbieder van een bepaald onderwijstype aanwezig was, was de effectiviteit van  de scholen in die regio lager. Maar de schaalvergroting in het voortgezet onderwijs gedurende de jaren 1990 heeft in veel regio’s jammer genoeg deze gematigde concurrentie de nek omgedraaid en onderwijsmonopolisten in het leven geroepen. Nu is het in principe mogelijk dat scholen onder het zelfde bestuur worden aangemoedigd elkaar te beconcurreren en dat voor enige tijd ook doen. Maar de ervaring leert dat de meeste managers en bestuurders van monopolies  op de lange termijn een hekel aan concurrentie binnenshuis hebben en die onderlinge concurrentie onmogelijk maken. Om de concurrentie weer mogelijk te maken, zullen in een aantal regio’s bestuurlijke monopolies van onderwijsinstellingen opgebroken moeten worden in kleinere bestuurlijke eenheden, zodat er weer meerdere scholen zijn die eenzelfde onderwijstype in een regio verzorgen.”

     

    In de context van het  VSKO-pleidooi voor grote scholengroepen wordt ook soms gesteld dat die er nodig zijn om ook grotere scholen te kunnen creëren in functie van de hervorming van het s.o.Kleinere scholen zouden geen toekomst meer hebben,  een aso-school b.v. zou  minstens 1000 leerlingen moeten tellen om in de toekomst een aantal domeingebieden te kunnen organiseren. Dit staat haaks op de vele internationale pleidooien voor het behoud – en zelfs het oprichten van kleinere scholen.  Zo zijn velen ervan overtuigd dat precies de belangrijkste troef van het Fins onderwijs zijn kleinschaligheid is, die een grote betrokkenheid  en verantwoordelijkheid van de praktijkmensen mogelijk maakt. De Canadese prof. Paul Bennett schrijft in dit verband dat veel Amerikaanse onderzoekers de voorbije jaren wezen op de voordelen van kleinere scholen en scholengroepen: “A growing body of North American education research on school size is exploding and now suggest that smaller scale schools are not only better for students but, more surprisingly, more costeffective for school boards. Whereas school consolidation and “economies-of-scale” were once merely accepted truths, supported by little evidence, newer studies are demonstrating that true small schools also deliver better results in academic achievement, high school completion rates, student safety and social connectedness” (blog Paul Bennett: School Size and Consolidation: How Big is Too Big? February 1, 2014). In een recent OESO-rapport werd duidelijk dat secundaire scholen in de meeste landen kleiner zijn dan in Vlaanderen en dat grotere scholen niet per se tot betere leerresulaten leiden. In Finland b.v. zijn de scholen opvallend kleiner. We treffen er eveneens een scheiding aan tussen aso- en tso/bso-scholen en men is er niet van plan die scheiding te doorbreken. 

    4  Schaalvergroting i.f.v. (nefaste) hervorming s.o.& betonnering territorium

     

    4.1 Scholengroepen In functie hervorming s.o.

     

    De grote scholengroepen worden  in de goednieuwsshow van de VSKO-kopstukken voorgesteld als een tovermiddel voor alle mogelijke (meestal vermeende) kwalen. In dit themanummer zal duidelijk worden dat precies grote scholengroepen vaak de kwaliteit van het onderwijs en het humaan bestuur aantasten.

    Zo stelden deVSKO-kopstukken  al een paar jaar geleden dat de grote scholengroepen er vooral ook nodig waren om de hervorming van het secundair onderwijs, het opdoeken van de scheiding tussen aso en tso/bso en de herordening in brede domeingebieden mogelijk te maken. Dat dit laatste voor de overgrote meerderheid van de onderwijsmensen en van de professoren tot een sterke aantasting van de kwaliteit zou leiden, daarmee houden de kopstukken  geen rekening. Een ander argument is het willen garanderen van doorlopende leerwegen, maar nu blijkbaar ook vanaf de kleuterschool. Daarom moeten de scholengroepen blijkbaar per se niveau-overschrijdend zijn – wat in andere landen niet het geval is en hier ook tot conflicten met b.v. de gemeentescholen zou leiden.

     

    4.2 Schaalvergroting omwillevan kleine katholieke rest?       

    Die scholengroepen zijn er volgens Smits en Boeve ook nodig om op termijn het katholiek karakter te kunnen waarborgen in een zich seculariserende omgeving. Zijstelden tijdens  infosessies ook openlijk dat het aantal bestuursleden drastisch gereduceerd moet worden omdat er straks maar een beperkt aantal goede ‘katholieke’ bestuurders meer gevonden zouden worden. Lieven Boeve voegde er in deze context nog merkwaardig en anekdotisch aan toe dat de Jezuïeten er in Japan in slaagden om een universiteit met een katholiek bestuur in stand te houden en dit zonder katholieke docenten en studenten. Hier manifesteert zich heel duidelijk de territoriumdrang van de VSKO-kopstukken. Ze hebben blijkbaar ook al te weinig vertrouwen in de kracht van de dialoog-school en in de kracht van religie. Ze beseffen ook niet dat zo’n uiting van machts-en territoriumdrang uiteindelijk een bedreiging inhoudt voor de geloofwaardigheid en het imago van kerk, religie en kerkelijke overheid. Het feit dat uitgerekend bisschop Johan Bonny fungeert als voorzitter van het VSKO-bestuur vergroot nog dit risico.

    5   Haaks op moderne organisatiefilosofie: too big & hierarchic to succeed!

    Het centralistisch, hiërarchisch en gecompliceerd bestuurs- en management-model dat het VSKO wil opleggen is hopeloos voorbijgestreefd; het staat haaks op moderne vormen van management, op het streven naar de horizontalisering van het bestuur en naar corporite spirit.  Op een OVSG-studiedag in 2014 stelde ook OESO-expert Dirk Van Damme: “*Bestuurlijke schaalvergroting houdt h risico in op bureaucratisering en meer top-down management * Eén publiek eenheidsnet vermindert ook de diversiteit van aanbieders en pedagogische projecten en gaat uit van een achterhaald concept van publieke dienstverlening.” (‘Schaalvergroting en bestuurskracht van scholen’).”

     

    De Nederlandse prof. Edith Hooge formuleert het  zo: “Bij onderwijsbesturen van te grote omvang dreigt de menselijke maat verloren te gaan: nabijheid, benaderbaarheid en herkenbaarheid verdwijnen dan uit de organisatiecultuur. Er is onvoldoende mogelijkheid voor onderling persoonlijk contact en bij de praktijkmensen wordt onvoldoende ruimte ervaren om invloed uit te oefenenen verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor het eigen handelen. Dit verlies van de menselijke maat is  fnuikend voor het samenspel dat nodig is voor het 'maken' van goed onderwijs.Naarmate de bestuurlijke omvang toeneemt, wordt het ook moeilijker om een onderwijsorganisatie goed te besturen.”

     

    Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow

      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs