Bericht in de kranten vandaag 22 maart: Veel scholen in het
katholiek onderwijs protesteren tegen het plan om van 800 naar 150
schoolbesturen te gaan. Vooral bij de directeurs in het lager onderwijs leeft
de vrees dat ze minder geld voor en macht over hun eigen scholen zullen hebben.
Commentaar van
Onderrwijskrant
Kritiek van directies katholiek onderwijs op het VSKO-plan
voor grote scholengroepen met centralistisch bestuur
Hoewel de VSKO-kopstukken het plan van meet af aan
voorstelden als een van boven alle twijfel verheven dictaat en als iets dat de
scholen en schoolbesturen verplicht moesten uitvoeren, kwam er ook verzet van
directeurs van het katholiek onderwijs. Enkele illustraties.
De Directiecommissie Katholiek Basisonderwijs is er niet
gerust in en poneerde in februari 2015: Het hervormingsmodel van het VSKO
bevat geen garanties op voldoende inspraak in het beleid voor de directeurs van
het basisonderwijs.
In contacten met directeurs basisonderwijs ervoeren ook wij
weinig enthousiasme voor grootschalige scholengroepen. Veel directies
basisonderwijs vrezen terecht dat ze zouden versmacht worden binnen de
grootschalige associaties en hiërarchische besturen. De kritiek van de
directies basisonderwijs wordt ondersteund door een belangrijke conclusie in de
studie van de Gentse prof. Geert Devos: Lineaire maatregelen voor alle
schoolbesturen lijken hoe dan ook niet opportuun. Daarvoor zijn er te veel
grote verschillen tussen de besturen en de context waarin deze besturen
opereren. Zo is er ook een groot verschil tussen de context van basisscholen
en deze van secundaire scholen.
Enkele kritieken van directeurs s.o. op de Codisvergadering
van april 2013 20 * In Nederland en Duitsland komt men terug van de
schaalvergroting. Kunnen we op dit vlak niet leren van onze buurlanden? De
VSKO-kopstukken gaven geen antwoord op deze vraag; ze zouden het naar eigen
even navragen. Wat verstaat men precies onder een professioneel
schoolbestuur? En wordt dat wel automatisch gerealiseerd door de vorming van
een scholenassociatie?
*In de praktijk zal
die professionalisering van het bestuur wellicht worden geconcretiseerd in de
vrijstelling van bestuurders, maar dat gaat dan ten koste van de betrokkenheid
van de andere bestuurders (de vrijwiligers).
*Lokaal stelt men de tendens vast dat kleinere
schoolbesturen vlugger aansluiting zoeken bij elkaar, terwijl een groter
schoolbestuur zich eerder afzijdig zal houden. In het onderzoek van de
bestaande scholengemeenschappen stelde ook prof. Geert Devos vast dat er veel
meer fricties optraden tussen directeurs die deel uitmaken van een scholengroep
met één bestuur, dan tussen directies die deel uitmaken van een scholengroep
met meerdere schoolbesturen.
Ook de directeurs katholiek onderwijs verenigd binnen de
DIVO-groep vroegen zich bezorgd af: Wat zal de inbreng van directies binnen de
geabsorbeerde schoolbesturen nog kunnen en mogen zijn?
Philip Brinckman, lid directiecomité Jezuïetencollege
Turnhout, poneerde in De Tijd: Voor grote scholengroepen is er bij de
achterban geen draagvlak. De leerkrachten vrezen onduidelijkheid en chaos.
Schoolbesturen van heel wat vrije scholen zijn bezorgd dat hun pedagogisch
project en dus ook de vrije keuze van onderwijs verloren gaat. Bovendien is er
geen wetenschappelijke onderbouw voor grote bestuurlijke entiteiten.
Onderzoeken naar de goede schoolgrootte, zowel uit economisch financieel als
uit pedagogisch oogpunt, verwerpen unaniem supergrote scholengroepen van
duizenden leerlingen. In te grote scholen(groepen) neemt de sociale cohesie af.
Wanneer dit cement afbrokkelt, neemt ook het welbevinden en dus ook de
leermotivatie af. Ook in Nederland komt men terug van de té grote
scholengroepen. Je hoort meer en meer het woord 'defusie'. Ervaring en
onderzoek wijzen uit dat megascholen meer nadelen opleveren dan voordelen, niet
alleen economisch, maar ook pedagogisch.
mmm
|