HET ACADEMISCH MANIFEST
VAN EEN BEZETTE (managersuniversiteit)
NAAR EEN PUBLIEKE UNIVERSITEIT
Prof. Willmem Halffman en prof. Hans Radder
Krisis, Issue 3, 2013 -Tijdschrift voor actuele filosofie
(Enkel sassages over de hiërarchische managersuniversiteit).
De universiteit is bezet niet (zoals in 1969) door inspraak eisende
studenten, maar dit keer door de veelkoppige wolf van het Management. Die heeft de academie gekoloniseerd met een
huurlingenleger van professionele bestuurders, gewapend met spreadsheets,
outputindicatoren en auditprocedures,
onder luidkeelse begeleiding van de Efficiëntie- & Excellentiemars. Het
Management heeft daarbij de academicus tot interne vijand uitgeroepen: hij moet
voortdurend worden gewantrouwd, getest en gecontroleerd, onder de permanente
dreiging van reorganisatie, opheffing en ontslag. De wetenschappers laten zich
daarbij gedwee tegen elkaar uitspelen, als angstige, makke schapen, die enkel
hopen zelf nog de dans te ontspringen door hun buurman op het cruciale moment
een slag voor te zijn.
Om controle te houden zet de wolf de meest absurde middelen in, zoals
geldverslindende hele en halve fusies, steeds verfijndere en dus kostbare verantwoordingssystemen
en peperdure prestigeprojecten.Voor het Management is een universiteit in
essentie niet anders dan een bedrijf (of elke andere organisatie). Managen is
een vak en universitair management moet professionaliseren. Met
professionaliseren bedoelt men eigenlijk dat de academische professionals
moeten deprofessionaliseren: zij moeten worden gedegradeerd tot uitvoerder,
onderworpen aan een streng regime van controle door een andere groep
professionals: onderwijskundigen, marketing- en communicatiemedewerkers,
juristen, accountants en bovenaan de professionele topbestuurders. ...
De wolf kwam in schaapskleren: het Management beweert er te zijn om de arme
academicus te helpen in deze barre tijden van budgettaire krapte. De arme
academicus zal worden ontlast van bestuurstaken, van papierwinkel, van
vergaderwerk, om zich op de eigenlijke taak te richten. Maar wie de wolf in
huis laat, zit vervolgens elk weekend rapporten en smeekbeden te schrijven
waaruit moet blijken dat het schaap nog niet rijp is voor de slacht en krijgt
er al het papierwerk van het georganiseerde wantrouwen bij.
Hoe dat helemaal misloopt, is duidelijk gebleken aan de VU, alias de
koekjesfabriek. Daar werd de universiteit steeds meer gezien als een
professioneel gemanaged bedrijf dat publicaties en diplomas produceert van
passabele kwaliteit, maar tegen zo laag mogelijke kosten.Kennis die niet in
deze
fabriekslogica past, krijgt het dan moeilijk. De managersuniversiteit is
dus helemaal geen inhoudsloze organisatie, maar heeft juist grote gevolgen voor
de aard van het werk aan universiteiten. Haar visie leidt tot
grootschaligheid, scheiding van onderwijs en onderzoek, een voorkeur voor instrumentele
skills gericht op specifieke arbeidsmarkten en voor lucratief onderzoek dat
meesurft op de volgende hype en opdrachtgevers vooral niet te kritisch
benadert.
Concrete voorstellen
(1)Van hiërarchie naar zeggenschap.
De conditio sine qua non voor iedere universitaire vernieuwing is het doorbreken
van de huidige hiërarchische top-downstructuur en het toewerken naar een
bestuursvorm waarin wetenschappers, studenten en ondersteunend personeel mee
kunnen spreken en besluiten over die zaken
waarvan zij het meeste verstand hebben. Formeel vereist dit een
substantiële wijziging van de wet op het hoger onderwijs. Maar niets belet afdelingen
en faculteiten om, zo lang die nieuwe wet er nog niet is, alvast te gaan
experimenteren met nieuwe, informele vormen van inspraak en zeggenschap.
(2) Verbod op fusies
De schaal is al groot genoeg: een verbod op fusies binnen en tussen
universiteiten spaart mensen, motivatie en geld. Stimulering van samenwerking in
plaats van bestuurlijke schaalvergroting. Grotere instellingen leiden tot een
versterking van het Management.
(3) Bovengrens aan de
studentenpopulatie
Een maximum aan de studentenpopulatie van een opleiding, gelijk aan de omvang
van de beschikbare collegezalen en in verhouding tot wat doceerbaar is door de
beschikbare docenten. Als de populatie groter wordt, is het tijd voor een extra
opleiding of voor doorverwijzing naar een andere instelling. Als universiteiten
te krap bemeten raken, is het tijd voor een nieuwe universiteit, niet voor
verdere schaalvergroting.
(4)Bestuur als facilitaire dienst
De campusorganisatie wordt een facilitaire dienst, waar de bestuurder hoort
bij de portier en de schoonmaker, allemaal betaald door deze organisatie en
niet door een halflegaal uitzendbureautje.
(5). Grenzen aan verspillende controlesystemen
Een substantiële vereenvoudiging en reductie van controlesystemen. Niet meer
dan 10% van de tijd wordt besteed aan administratieve overhead, zoals
auditprocedures, BKO-portfolios, cursusdossiers, visitatierapporten en het
schrijven van onderzoeksvoorstellen. Wat binnen die 10% niet kan, kan niet.
(6) Vakbonden
Nadat het universitaire zelfbestuur aan de meeste universiteiten werd vervangen
door een ondernemingsraad, bleven slechts vakbonden over als collectieve
vertegenwoordiging van het personeel. In de ondernemingsraad mochten
vakbonden vervolgens alleen nog meepraten over
arbeidsomstandigheden en niet meer over de inhoud van het proces. Aangezien
vooral de oudere generatie nog lid is van een vakbond, richten de klassieke,
servicegerichte vakbonden zich vooral op hun belangen. Zo gaat het bij de
grote universitaire vakbonden al decennia vooral over behoud van (vaste) banen,
pensioenen en uittredingsregels, in plaats van over de bezetting en de
managersuniversiteit ...
(6) Parlementair-politieke actie
Universiteiten staan hooguit in de politieke belangstelling als het om
studiefinanciering gaat. Wetenschapsbeleid is al gauw te technisch, te moeilijk
te verpakken in simpele soundbites of in de clichés van de dagelijkse nieuwssoaps.
Alleen als we zelf ook nieuwswaardige feiten creëren, volgt de politiek. Valse
beloften, misbruik van middelen, corruptie, belangenverstrengeling, arrogante
machthebbers, kafkaëske bureaucratie, schandalen. Maar we moeten ook laten zien
dat dit geen geïsoleerde incidenten
zijn, maar gevolgen van structurele fouten in het concept van de hiërarchische
managersuniversiteit. We moeten met politici meedenken over een nieuwe
bestuursvorm die nodig is voor de realisering van de publieke universiteit.
Tot zover elf voorbeelden van acties waarmee emancipatorische bewegingen geprobeerd
hebben de bezetter van zich af te schudden. Het zal duidelijk zijn dat de weg
lang is, zelfs zonder einde. Tegelijk is duidelijk dat de nood aan collectieve
weerstand hoog is, want aan argumenten en manifesten heeft het Management lak.
|