Nog veel open vragen over invoering
M-decreet. Dit bleek ook tijdens de vergadering van de Commissie voor Onderwijs
van 12 februari 2015
In de commissie onderwijs werden
kritische vragen gesteld - vooral over het uitblijven van uitvoeringsbesluiten
voor het M-decreet met betrekkingt tot
de verantwoordelijkheid van de CLBs en de Begeleidingsdiensten. In contacten
met scholen, CLB-mensen en begeleiders stellen we vast dat zij ook niet echt
weten welke hun taak is en zich afvragen waar ze tijd vandaan zullen halen.
Jo De Ro
(Open Vld): Tijdens de bespreking van de
begroting en de
beleidsnota is herhaaldelijk verwezen
naar een protocol tussen de verschillende
pedagogische begeleidingsdiensten om,
na het afschaffen van het
Samenwerkingsverband Netgebonden
Pedagogische Begeleidingsdiensten
(SNPB), toch nog een aantal
belangrijke zaken samen te doen en te
documenteren. Op het veld hoor ik
ongerustheid over de concrete ondersteuning
die nu door het SNPB wordt gedaan en
die momenteel niet zou worden opgepikt door
de pedagogische begeleidingsdiensten.
Minister, is dit protocol tussen de pedagogische begeleidingsdiensten nu al effectief
afgesloten? Zo ja, op welke terreinen zal er worden samengewerkt?
Minister
Hilde Crevits: Op uw vraag kan ik vandaag nog niet
veel zeggen. Morgen zitten we samen
met het CLB, met de pedagogische
begeleidingsdiensten en met de
inspectie om de laatste afspraken over het Mdecreet
en de precieze taakverdelingen te
maken. In april is er het volgende
overleg, enkel met de pedagogische begeleiding, endat gaat ook over die
samenwerking. Morgen zouden we normaliter volledig dooralle afspraken met
betrekking tot het M-decreet moeten komen. Als alles goedgaat, zal de Vlaamse
Regering ook het in te vullen formulier behandelen. Dan
hebben we eigenlijk alle bouwstenen
om te kunnen starten.
De ondertekening van het akkoord zalvoor
begin april zal zijn. Dat is eigenlijk nog op tijd, maar men moet een aantal
zaken ophelderen. Ook die detacheringen moeten nog worden opgehelderd.
Er is snel ongerustheid. Dat heb ik
ook al gemerkt. Ook met betrekking tot het
M-decreet. Ja, maar ze moeten ook actie durven
ondernemen. Nogmaals, en ik heb het al
een paar keer aan de voorzitter
gezegd: ik vind dat de CLBs ter zake een
schitterende taak krijgen. Ze moeten
tonen dat ze dat willen doen. Ze willen dat
ook daadwerkelijk wel doen, en dat
zal ook lukken, maar morgen moet natuurlijk
dat formulier (voor CLB-advies)
definitief worden vastgesteld. Dat komt er dus aan.
Normaliter zaldat morgen door de
regering worden behandeld. Dat heeft de procedure
doorlopen. Jullie zullen dan ook al
informatie krijgen. Dan wordt er
gecommuniceerd ten behoeve van de
scholen. Ik vond dat ook een goed
moment: het is nu krokusvakantie en
na de vakantie zullen ze dan eigenlijk alle
bouwstenen ook hebben. (Commentaar: dat lijkt ons toch behoorlijk
laat, te laat eigenlijk!).
Jo De Ro (Open Vld): Minister, in dezen is er niet
zozeer
ongerustheid. Alleen, scholen worden
vaak geconfronteerd met zeer dwingende
deadlines. In dit kader van het
M-decreet moetenze bijvoorbeeld tegen een bepaalde datum, en niet later, laten
weten of ze een school van type 9 willen worden. Willen ze meer voorbereidingstijd?
Ze krijgen die niet. Ik kan zo een hele
lijst geven van heel directe deadlines waarmeescholen worden geconfronteerd.
Hier is over dat protocol (mete
begeleidingsdiensten) al diverse keren ietsgezegd. Ik wil maar zeggen dat
scholen ook verwachten dat in Brussel deadlines worden gehaald.
Minister Hilde Crevits: Het zijn wel de pedagogische
begeleidingsdiensten die
het protocol moeten sluiten, niet ik.
U moet ook de verantwoordelijkheid leggen
waar ze ligt.
De heer Jo De Ro (Open Vld): Absoluut. Alleen is er, toen we de
vragen vorige keer hebben gesteld, gezegd dat dit protocol was afgesloten.
Misschien stond dat verkeerd in het verslag. Niet alleen ik lees het verslag,
of hoor ervan. Scholen, leerkrachten of directies volgen deze commissie met net
iets meer aandacht dan sommige andere commissies in het Vlaams Parlement worden
gevolgd door doelgroepen. Ze vragen me dan of ze dat mogen hebben, of we dat
zullen krijgen, of dat nu alaf is. Dat ongeduld van scholen is reëel, omdat ze
erop rekenen dat men echt
een aantal begeleidingstaken op zich
zal nemen die nog niet werden opgenomen.
Minister, ze rekenen er ook op dat
andere organisaties, en dan heb ik het niet
over u, maar over de pedagogische
begeleidingsdiensten, ook wel eens met de
tijd worden geconfronteerd, zoals
scholen regelmatig daarmee worden
geconfronteerd. Scholen hebben dus
lukraak gekozen deadlines, maar ik krijg
vaak van hen te horen dat zij ervan langs
krijgen of iets niet krijgen als ze een
dag te laat zijn, terwijl ze hier
echt wel op wachten omdat ze vooruit willen.
Er zijn toch wel wat scholen, die
niet de paniekerige scholen zijn, die echt met
vragen zitten met betrekking tot
ondersteuning, bijvoorbeeld qua taal,
bijvoorbeeld met betrekking tot het
M-decreet, en die in de contacten die ze tot
nu toe hebben gelegd, eigenlijk
redelijk tot zwaar ontgoocheld zijn over de
ondersteuning die ze tot nu krijgen.
Ze moeten dus zelf op zoek gaan naar
andere ondersteuning, en dat vind ik
spijtig. In dezen vind ik dat de
pedagogische begeleidingsdiensten
echt wel sneller hun taken moeten opnemen.
De voorzitter: Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mevrouw Elisabeth Meuleman
(Groen): De
verantwoordelijkheid zomaar
doorschuiven naar de pedagogische
begeleidingsdiensten, zomaar zeggen dat het
de CLBs zijn die handelingsverlegen
zijn, dat lijkt me toch ook een beetje kort
door de bocht. De jongste tijd zijn
er toch wel een aantal aanzienlijke veranderingen gebeurd. Er was het
M-decreet, waarover lange tijd onduidelijkheid is geweest. Zeer recent waren er
de besparingen, was er het programmadecreet, met een aantal structurele
aanpassingen ook voor de Samenwerkingsverbanden Netgebonden Pedagogische
Begeleidingsdiensten(SNPBs), en voor de CLBs wat de besparingen betreft. Er
was het feit dat men daar toch bezig was met die evaluatie en die hervorming,
die al zo lang aansleept
en die verschrikkelijk veel werk met
zich mee heeft gebracht. Die registratie
heeft ook voor planlast gezorgd,
terwijl er eigenlijk misschien wel betere en
gemakkelijkere manieren van evaluatie
waren en zo.
Nu zomaar zeggen dat de sector een
beetje onredelijk is, dat die van de overheid
te snel instructies verwacht, lijkt
me niet helemaal fair. De implementatie van dat
M-decreet staat immers voor de deur,
en er is nog wel veel onwetendheid, en er
zal toch wel wat ondersteuning nodig
zijn. Ik dacht dat er in deze commissie een
consensus was dat de ondersteuning al
helemaal niet zo veel soeps is wat de
implementatie van het M-decreet
betreft.
Ik vind het dus niet echt correct om
te zeggen dat men ter zake wat
handelingsverlegen is, dat men wat
meer het heft in handen zou moeten nemen.
Ik denk dat er in de sector
ondertussen een bereidheid is, of een berusting laat
ik het zo zeggen dat men daarmee
aan de slag moet. Ik meen dat de overheid
op dat vlak nu echt wel maximaal moet
ondersteunen als ze wil dat dit geen
chaos wordt, dat die implementatie
van dat decreet een vlot verloop kent. Ik
vond de teneur van daarnet dus toch
niet helemaal correct.
Hilde Crevits: Collegas, het is natuurlijk niet
helemaal de vraag van
de heer De Ro, maar ik denk dat het
M-decreet te belangrijk is om er woorden
zoals berusting of angst voor te
gebruiken. Ik geloof echt in dat decreet, maar
ik geloof evenzeer dat het geen
aardschok zal teweegbrengen, en ook geen
aardschok mág teweegbrengen. De heer
De Ro had het daarnet over type 9. Ze zijn allemaal goedgekeurd. U moet het
aantal ingediende dossiers en de screenings die moeten gebeuren,
nietonderschatten. We hebben geprobeerd zeer zorgvuldig te handelen. Als er nog
witte vlekken zijn, dan zullen we
nagaan hoe we die kunnen oplossen. Daarmee
tonen we aan dat het buitengewoon
onderwijs een sterke poot zal blijven in de
toekomst.
Er moet wel een
goede taakafspraak zijn over wat het CLB doet, hoe de inspectie
ermee omgaat,
hoe de pedagogische begeleidingsdiensten en de CLBs
samenwerken
enzovoort. Ik ben soms
verrast. Als ik in scholen voor
buitengewoon onderwijs kom, wordt me
gezegd dat type 1 basisaanbod wordt en
vragen ze me wanneer het decreet over
het basisaanbod komt. Dan antwoord ik
dat er geen decreet komt over het
basisaanbod. (Commentaar: en zo weet niemand echt hoe het basisaanbod er moet
uitzien en welke de gevolgen zullen zijn voor de vroegere aanpak van type 1- en
Type-8-leerlingen.)
Ik voel dat er nog heel watzaken zijn
waarvan men denkt dat er een nieuw besluit of regelement zal komen.Klasse heeft
al goede communicatie gevoerd. Er zijn ook afspraken gemaakttussen de diensten
over wie wat zal doen. Daarover wordt nu ook in functie van
de krokusvakantie gecommuniceerd.
Het protocol is een initiatief van de
betrokken begeleidingsdiensten.
Zodra het gesloten is, zullen ze het
bezorgen maar er zijn nog een aantal punctuele zaken niet uitgeklaard. Ik
vermoed dat het april zal zijn als het protocol effectief wordt
getekend. Dat overschrijdt geen
deadline. Ik ben wel gevoelig voor uw
opmerking dat scholen ontgoocheld
zijn over de begeleiding die ze krijgen. Dat is
de verantwoordelijkheid van de
pedagogische begeleidingsdiensten die ze ten
volle moeten opnemen. Ik ga met die
opmerking aan de slag en zal dit met hen
bespreken.
Het M-decreet is nog niet van
toepassing. Het wordt van toepassing. Ik kreeg in
het weekend de opmerking van ouders
wier kind in buitengewoon onderwijs zit,
dat dit niet meer zal kunnen. Wie
verspreidt dat? Dat is onjuist. Kinderen die een
plaats hebben in het buitengewoon
onderwijs, behouden die. Voor kinderen die
de overstap maken, zal op een
zorgzame wijze worden gekeken naar de
belangen van het kind. Dat is
eigenlijk het enige waarmee we rekening moeten
houden, uiteraard ook de plaats in de
school, de draagkracht, enzovoort. Ik ben
daar allemaal erg gevoelig voor. Ik
ben soms verrast over dingen die ik hoor die
helemaal niet in het decreet staan.
Die onrust moeten we wegnemen. Ik zal me
daar op de best mogelijke manier voor
engageren.
De begeleidingsdiensten moeten de
scholen natuurlijk informeren. Elke school
heeft wel contact met de plaatselijke
begeleidingsdienst, maar ik neem uw
opmerking zeker mee.De evaluatie van
de pedagogische begeleidingsdiensten onder leiding van de heer Monard in
februari 2014 heeft overtuigend aangetoond dat meer samenwerking
voordelen heeft. Ze hebben daar geen
structuren voor nodig. Ze moeten het
gewoon doen en dit op een goede
manier verankeren. Ik hou mijn engagement om de overeenkomst asap aan u te
bezorgen, maar ik moet ze eerst krijgen. Ik zie ze morgen, en er is een
volgende exclusieve
bijeenkomst met de pedagogische
begeleiding gepland in april.
De heer Jo De Ro (Open Vld): Minister, ik dank u voor uw
antwoord. Door het
afschaffen van de vzw SNPB en de
besparing van 20 procent, is er 80 procent
van de middelen overgebleven. U hebt
daar duidelijk over gecommuniceerd. Dat
gaat naar de pedagogische
begeleidingsdiensten. We moeten er met zijn allen
over waken dat dit snel wordt ingezet
en optimaal gebruikt voor diegenen die
begeleiding nodig hebben, namelijk de
leerkrachten. De begeleiding moet er
komen waar die nodig is, en dat is in
de klas en in de school.
Minister Hilde Crevits: Ik zou het niet duidelijker kunnen
zeggen.
|