Reactie op bijdrage over multiple-choice-examens in
Onderwijskrant nummer 170 & kritiek
op aanpak (correctiewijze) van UGent
Aan de heer Kristiaan Versluys, professor UGent en directeur
Onderwijsaangelegenheden
Betreft: kritiek op afschaffen van giscorrectie en
alternatief in Onderwijskrant nr. 170
Geachte professor, Ik ben leerkracht wetenschappen in de
hogere leerjaren aso en naast vakgeïnteresseerd, ben ik ook onderwijsgeïnteresseerd.
Zo probeer ik via krant en tijdschriften recente evoluties en denkbeelden op
onderwijsgebied te volgen.
1. Kritiek op MC-beoordeling van UGent
Mijn zoon heeft vorig academiejaar met succes (grote
onderscheiding) het tweede jaar afgesloten aan de UGent. Zoals veel van zijn
collega-studenten wordt hij geconfronteerd met examens met meerkeuzevragen. Hij
heeft als plichtsbewuste student veel
moeite met de logica die vooral de manier van antwoorden en de verbeterwijze
van deze examenvorm kenmerkt. Wanneer een correctie wordt toegepast voor foute
antwoorden (en men wordt terecht
overigens aangezet om toch te raden, liever dan niet te antwoorden), dan
voelt hij zich daar niet gemakkelijk bij. Indien hij de juiste oplossing niet
weet, dan antwoordt hij liever niet (ook al speelt dat uiteindelijk in zijn
nadeel). Wie gemakkelijk durft gokken, wordt immers beloond met het nieuwe
beoordelingssysteem terwijl de voorzichtige (meestal goede) student
wordt bestraft. Wat uiteraard niet de bedoeling kan zijn. UGent wekt(e) de
indrukt dit probleem opgelost te hebben. Iedereen (dus ook mijn plichtsbewuste
en nauwkeurige zoon) moet vanaf nu alle vragen beantwoorden volgens de nieuwe
richtlijn. Zo wordt iedereen gelijk voor de wet en willen of niet, je moet
gokken, ook als je twijfelt of als je het antwoord helemaal niet weet (wat voor
de betere student dikwijls frustrerend is).
U begrijpt dat een individuele student geluk of pech kan
hebben bij dit verplichte gokken. Zo worden de scores ten onrechte (en nog meer
dan bij het vroegere systeem met giscorrectie) voor een deel door louter toeval
bepaald. Studenten met precies dezelfde cursuskennis zullen in dit
beoordelingssysteem zelden hetzelfde resultaat behalen. Men verwart in de
onderliggende Gentse redenering ( en dat is een serieuze denkfout) de wet van
de grote aantallen met wat er zich afspeelt bij de individuele student. Het
zomaar afschaffen van de giscorrectie lijkt dus bij diepgaande studie - geen betere oplossing voor het scoren van dit
soort examens te zijn. Ik betwijfel of
de goede, nauwkeurige en wetenschappelijk ingestelde student dit nieuwe systeem zal toejuichen. Mijn zoon
(en ook ikzelf) alvast niet. Hij vindt deze oplossing minder passend, zeker niet in belangrijke situaties zoals
examens.
Enkele maanden geleden las ik een dubbelinterview (met ook
de onderwijsverantwoordelijke van de KULeuven) waarin het duidelijk werd dat u
de MC-examenvorm niet genegen bent. Deels vermoedelijk terecht, maar die
examenvorm is er en zal er ook blijven (en vermoedelijk zelfs nog toenemen.) Misschien
moet er intussen dringend worden nagedacht (door u en door uw medewerkers) over
meer eerlijke en verantwoorde correctiewijzen voor de vele multiple-choice-examens. Het Gentse alternatief lijkt me veeleer een slag in het water.
2. Alternatief van Paul Dudal in
Onderwijskrant nr. 170
Ik schrijf deze brief omdat ik onlangs een artikel heb
gelezen (in Onderwijskrant nr. 170 onder
redactie van Raf Feys) waarin uitvoerig wordt ingegaan op het beantwoorden en
scoren van MC-examens. Ik heb een in het bewuste artikel besproken alternatieve scoringswijze - het aanstrepen van foute
antwoorden- bestudeerd en samen besproken met mijn zoon en enkele collegas.
De door Paul Dudal voorgestelde scoringswijze lijkt ons
juister en eerlijker vanuit het standpunt
van de student. Gokken wordt zo goed als overbodig en is niet langer
voordelig integendeel. De student wordt niet gedwongen om een antwoord te
geven en om dus te gokken. Hij kan zijn kennis aanduiden in zijn volledigheid en komt hierbij niet in stresssituaties
terecht. Een heel belangrijk voordeel: de regens van het kansspel worden aan de
kant gezet. Het lijkt me een systeem dat past bij een nauwgezet en precies
redenerend student die een juist beeld wil en kan geven van zijn aanwezige
ook gedeeltelijke kennis.
Mag ik u (en uw medewerkers) stevig aansporen om dit systeem
van antwoorden te bestuderen en vooral ook uit te proberen (een vaste regel
overigens binnen de cyclus van het
wetenschappelijk denken.) Voor de
verantwoordelijken voor een optimaal onderwijs (waartoe de evaluatie behoort)
lijkt het me een soort plicht om deze ruim uitgeschreven zienswijze op het
beoordelen van studenten en Mc-examens in het bijzonder, ernstig te bekijken.
Ik heb op het internet ook even enkele gegevens over de auteur
Paul Dudal opgezocht. Het blijkt een psycholoog te zijn die steeds actief is
geweest in de wereld van de testconstructie. Een leek in het vak zal het dus
niet zijn. Op aandringen van mijn zoon onderteken ik dit schrijven niet met
mijn persoonlijke gegevens. Dit was zijn voorwaarde om onze mening naar u door
te sturen. Dit doet echter niets af van de belangrijkheid van dit onderwerp
waarvan de relevantie voor zoveel studenten hoger onderwijs erg groot is.
Met de meeste hoogachting, D.V. en zoon J.V. (leraar
wetenschappen aso en student 3de jaar UGent. Ik stuurde die brief ook door naar
de redactie van Onderwijskrant en naar Schamper.
|