Inhoud blog
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Waarom leerlingen steeds slechter presteren op Nederlandse scholen; en grotendeels ook toepasselijk op Vlaams onderwijs!?
  • Inspectie in Engeland kiest ander spoor dan in VlaanderenI Klemtoon op kernopdracht i.p.v. 1001 wollige ROK-criteria!
  • Meer lln met ernstige gedragsproblemen in l.o. -Verraste en verontwaardigde beleidsmakers Crevits (CD&V) & Steve Vandenberghe (So.a) ... wassen handen in onschuld en pakken uit met ingrepen die geen oplossing bieden!
  • Schorsing probleemleerlingen in lager onderwijs: verraste en verontwaardigde beleidsmakers wassen handen in onschuld en pakken uit met niet-effective maatregelen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Onderwijskrant Vlaanderen
    Vernieuwen: ja, maar in continuïteit!
    02-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onderwijs. Gesjoemel en misleiding in Leuvense studie over zittenblijven in 1ste leerjaar
    Gesjoemel en misleiding in Leuvense studie over zittenblijven in 1ste leerjaar -2011 Onderzoekers eind 2013: We hebben ons vergaloppeerd, zittenblijven toch zinvol ....
    Onderwijskrant (oktober-november-december 2014)

    1. Inleiding: rapport van 2011 & verbazing

    1.1. 2011: zittenblijven
    #zinvol, 2014: wel zinvol!

    In 2011 publiceerden de Leuvense onderzoekers
    Jan Van Damme, M. Goos, P. Onghena, ...K. Petry,
    K., & J. de Bilde een studie over zittenblijven in het
    eerste leerjaar: Zittenblijven in het eerste leerjaar:
    zinvol of niet? Hierin werd de zinvolheid van het
    zittenblijven radicaal in vraag gesteld. In Klasse van
    april 2011 werd deze studie voorgesteld onder de
    titel: “Zittenblijven: de pijn rendeert niet. Zittenblijven
    in ‘het basisonderwijs’(!) heeft negatief effect
    op lange termijn.” Er werd ook veralgemenend
    geconcludeerddat zittenblijven in hét (totale) lager
    onderwijs frequent voorkomt.

    De belangrijkste conclusie uit de studie over zittenblijven
    in het eerste leerjaar luidde: “Tijdens het
    bisjaar presteren zittenblijvers beter in wiskunde en
    technisch lezen en functioneren zittenblijvers vergelijkbaar
    op psychosociaal gebied als hun jongere
    leerjaargenoten. Maar dit effect verdwijnt al op het
    einde van het 2de leerjaar. Doorheen de lagere
    school groeien zittenblijvers zelfs trager in wiskunde
    en technisch lezen dan leerlingen van de vergelijkingssgroep
    – die even zwak waren in eerste
    leerjaar, maar die wel zijn overgegaan.“ Uit beide
    stellingen werd dan geconcludeerd dat zittenblijven
    niet zinvol was. Pas twee jaar later lazen we
    volgende rechtzetting in Caleidoscoop van augustus
    j.l. “Onze (recentere) bevindingen geven aan dat
    zittenblijven doorgaans toch wel een goed idee is
    voor kinderen waarbij men zeer grote twijfels heeft
    of ze het (eerste) leerjaar wel zullen aankunnen.”

    1.2. 1,73% zittenblijvers in lj 2 tot en met 6;
    5, 49% in het eerste leerjaar (in 2013)

    In de Leuvense publicatie werd ook de indruk
    gewekt dat zittenblijven in hét lager onderwijs heel
    frequent voorkomt (zie p.8). De Leuvenaars beperkten
    zich in hun onderzoek echter tot het eerste
    leerjaar, omdat vooral dit leerjaar zittenblijvers telt:
    5,49% in 2013. In de leerjaren twee tot en met zes
    is het gemiddelde 1,73%. Nederland telt 5%
    zittenblijvers in het 1ste leerjaar, maar 10% in derde
    kleuter - in Vlaan-deren is dit 4%. (Zelf zijn we meer
    voorstander van zittenblijven in 1ste leerjaar dan in
    3de kleuter.) Zittenblijven in hét lager onderwijs
    komt dus al bij al niet zo frequent voor. In regio’s
    met weinig allochtone leerlingen is dit nog een stuk
    minder; maar we krijgen daar geen uitsluitsel over.

    1.3 Stellige uitspraken verrasten ons

    De onderzoekers toonden in hun studie niet het
    minste begrip voor de visie van de ervaringsdeskundigen,
    voor het feit dat de ouders en de
    leerkrachten het eerste leerjaar als een scharnierjaar
    opvatten en het belangrijk vinden dat een
    leerling op het einde b.v. al het ABC van het lezen
    kent om te kunnen slagen in verdere leerjaren. De
    voorbije 45 jaar heb ik zelf als lerarenopleider een
    aantal keren ouders – soms ook collega’s -
    aangeraden hun kind toch maar het eerste leerjaar
    te laten overdoen. Achteraf vernam ik meestal dat
    dit voor hun kind de juiste keuze was geweest. En
    dan ging het in veel gevallen over kinderen die een
    te grote achterstand hadden voor lezen. Ook een
    grote algemene taalachterstand – veelal bij anderstalige
    leerlingen – speelt een belangrijke rol. Dit is
    ook wat we vaststelden in bevragingen van leerkrachten
    eerste leerjaar. Die leerkrachten getuigen
    ook dat het soms de ouders zijn die per se willen
    dat hun kind het jaar opnieuw doet.

    Hebben de vele duizenden leerkrachten en wijzelf
    zich al die tijd vergist en nodeloos het overzitten in
    een aantal gevallen aangeraden? We begrepen bij
    het verschijnen van de studie geenszins dat uit het
    onderzoek zou gebleken zijn dat zittenblijven hoe
    dan ook nefast was. Ook een tussendoor-zinnetje in
    het rapport stond o.i. nogal haaks op de basisconclusie
    over de zinloosheid: “Als zittenblijvers
    deel van twijfelgevallen) toch waren overgegaan,
    zouden ze een hogere kans gehad hebben om later
    te blijven zitten.” Was overzitten voor hen dan toch
    zinvol geweest? Dat laatste geldt echter nog meer
    voor de duidelijke gevallen die bleven zitten, maar
    waarvan we een paar jaar later vernamen dat deze
    niet in de studie betrokken werden.

    Zelf hebben we de voorbije 40 jaar veel energie
    geïnvesteerd in het uitwerken van didactische aanpakken
    om ook zwakkere leerlingen vlot te leren
    lezen, rekenen, spellen .... We pleiten ook al 25 jaar
    voor intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste
    kleuterklas - tevergeefs. Maar dit alles betekent o.i.
    nog niet dat we b.v. zittenblijven in een eerste leerjaar
    volledig moeten en kunnen uitbannen.

    2. November 2013: ‘We onderzochten geen
    duidelijke gevallen, maar twijfelgevallen!


    Pas eind 2013 ontdekten we hoe de onderzoekers
    ons met hun uitspraken i.v.m. zittenblijven in het
    1ste leerjaar belazerd hadden en dat onze grote
    twijfels omtrent dit onderzoek gewettigd waren.
    Zo lieten de onderzoekers vooreerst de leerlingen
    waarbij evident leek dat zomaar overgaan geen
    oplossing was, de duidelijke gevallen dus, buiten
    beschouwing. Ze bekeken enkel de twijfelgevallen.

    Prof. Bieke De Fraine gaf dit laatste pas zelf toe in
    een reactie op de kritische analyse van prof. Wim
    Van den Broeck van november 2013. De Fraine
    bekende: “Ons onderzoek naar de effecten van
    zittenblijven betreft enkel die kinderen die mogelijke
    ‘twijfelgevallen’ zijn. We weten dus niet wat de
    gevolgen zouden zijn van overgaan voor zéér zwak
    presterende kinderen.” Dit laatste ondergraaft uiteraard
    de stellige uitspraken over het niet zinvol zijn
    van zittenblijven in het eerste leerjaar. Bij het bestuderen
    van het Leuvens rapport en bij de opstelling
    van zijn kritische analyse wist prof. Wim Van den
    Broeck overigens zelf nog niet dat dit het geval was.

    De beperking tot de ‘twijfelgevallen’ verantwoordden
    De Fraine en co achteraf in Pedagogische Studiën
    van eind 2013 (nr. 5) zo: “Voor kinderen met een
    hogere kans op vertraging konden geen tegenhangers
    gevonden worden.” Nu blijkt dus dat de onderzoekers
    geen vergelijkbare groep van even zwakke
    leerlingen die wel overgaan opstelden, omdat de
    zwaarste gevallen van zittenblijven zelden overgaan
    naar het tweede leerjaar. Ons vermoeden dat er
    gesjoemeld werd bij het opstellen van de vergelijkingsgroepen
    wordt hier dus al bevestigd.

    2. Positieve studies niet vermeld

    Het is nogal evident dat bij leerlingen met grotere
    tekorten en met een hogere kans op vertraging de
    effecten van doubleren positiever uitvallen dan bij
    twjfelgevallen. Indien de onderzoekers de evolutie
    van alle zittenblijvers in het eerste leerjaar hadden
    onderzocht, dan zou de leerwinst op het einde van
    het bisjaar een heel stuk groter zijn geweest. We
    vermelden even enkele recente studies waarin het
    zittenblijven als positief bestempeld wordt.

    *D. Diris toonde in een studie aan dat de effecten
    van overzitten bij leerlingen met grotere tekorten wel
    vrij positief uitvielen (Diris, D.: The economics of the
    school curriculum, Univ. Pers, Maastricht, 2012).
    *Qi Chen e.a. formuleerden onlangs dezelfde vaststelling:
    “Specifically, those children with the poorest
    LRS and academic achievement in their first time in
    first grade may have the most to gain by repeating
    first grade, both academically and socially”. (Differential
    growth trajectories for achievement among
    children retained in first grade,” by Qi Chen e.a. The
    Elementary School Journal, 2014, Volume 114,
    Number 3, pp. 327-35.).
    *Early Grade Retention and Student Success Evidence
    from Los Angeles van Jill S. Cannon & Stephen
    Lipscomb (zie Internet). De conclusie luidt:
    “We find that students retained in the first or second
    grade can significantly improve their grade-evel
    skills during their repeated year. Gains in reading
    skills among students retained in the first grade are
    significant and widely experienced. Among those
    retained in the second grade, the level of improvement
    in English language arts and mathematics is
    also remarkable –with larger shares in math (41%).”

    4. Invloed van buitenschoolse situatie/hulp
    niet verrekend = klassieke & grote fout


    Er zijn ook nog andere redenen om te stellen dat
    de ‘twijfelgevallen‘ die bleven zitten niet zomaar
    vergelijkbaar waren met de ‘twijfelgevallen’ die wel
    naar het tweede leerjaar overstapten. Zo zal een
    leerkracht een twijfelgeval vlugger adviseren over
    te gaan als hij/zij weet dat die leerling zal kunnen
    rekenen op buitenschoolse begeleiding/ondersteuning
    tijdens het schooljaar en eventueel ook tijdens
    de vakantie. De resultaten van ‘twijfelgevallen’ die
    wel overgaan worden dus ook positief beïnvloed
    door omgevingsfactoren en dat is minder het geval
    bij de ‘twijfelgevallen’ die wel overzitten. Het is dus
    moeilijk om hun resultaten tijdens de verdere
    loopbaan te vergelijken. Men mag de verschillen in
    leerwinst tussen de twee groepen niet enkel toeschrijven
    aan het feit dat de ene groep bleef zitten
    en de andere doorstroomde naar het tweede
    leerjaar. In bijdragen van 1991 hebben we al gewezen
    op deze klassieke fout in veel vergelijkende
    studies.

    Deze omissie in het onderzoek wijst er wellicht op
    dat de onderzoekers te ver afstaan van de
    complexiteit van het schoolgebeuren en van het adviseergedrag
    inzake zittenblijven in het bijzonder. Bij
    adviezen waarbij de ervaringswijsheid van de
    leerkrachten uit het heden en verleden meespelen,
    worden dergelijke factoren wel verrekend. Zo is het
    ook bekend dat ouders die het wenselijk vinden dat
    hun kind-twijfelgeval wel over gaat, vaak ouders zijn
    die weten dat hun kind ook buitenschools geholpen
    zal worden om de tekorten bij te werken. Leerkrachten
    en CLB-adviseurs zijn ook minder vlug
    geneigd overzitten te adviseren voor dat soort ‘twijfelgevallen’.

    De Leuvense studie ging er ten onrechte van uit dat
    de verschillen in verdere leerprestaties van de twee
    vergelijkingsgroepen ( alle twijfelgevallen), enkel
    een gevolg zijn van het al dan niet overzitten. Er
    zijn heel wat factoren buiten het onderwijs die mede
    de leerwinst bepalen en waarmee in het onderzoek
    van het zittenblijven geen rekening gehouden wordt.

    Ook de bekende sociologe en onderzoekster Nathalie
    Bulle stelde bij analoge onderzoeken de neiging
    vast tot het minimaliseren van de buitenschoolse
    factoren die het verschil in schoolse
    vooruitgang (leerwinst) bepalen Bulle formuleert
    het zo: “Certains facteurs ‘latents’ différencient la
    population des redoublants et la population dite
    analogue. Ils contribuent à expliquer à la fois les
    redoublements et les différences marquant les progrès
    d’ensemble des populations. Or, comme ils ne
    sont pas pris en compte, ils apparaissent, statistiquement,
    comme des effets propres du redoublement.
    Au total, lorsque le redoublement paraît
    avoir eu un effet moyen neutre sur les progressions
    (c’est ce que les études tendent à montrer), il est
    fort probable qu’il s’agisse d’un effet ‘neutralisant’,
    donc positif.” (De la politisation de l’éducation.
    L’exemple du redoublement , Skhole.fr. , 2012 -zie
    Internet). Als er minder extra ondersteuning kwam
    van huis uit voor de groep twijfelgevallen die niet
    overgingen, dan kan de vaststelling dat deze het
    jaar erop maar even veel rekenwinst maakten als
    deze die wel overgingen, toch betekenen dat er een
    positief effect was voor de overzitters.

    Nog dit. Dat de leerlingen die wel doorstroomden op
    een klassieke schoolvorderingstest een jaar later
    voor b.v. rekenen beter presteerden is mede een
    gevolg van het feit dat de zittenblijvers zaken uit de
    schoolvorderingstest die veelal pas in het tweede
    leerjaar aan bod komen, nog niet gezien hadden.
    Deze evidentie is absoluut geen argument tegen het
    zittenblijven.

    6. Andere aanduidingen van fouten
    bij samenstelling vergelijkingsgroepen

    Het niet betrekken van de duidelijke gevallen van
    zittenblijven betekent dat de Leuvense onderzoekers
    geenszins werkten met twee evenwaardige
    vergelijkingsgroepen en dat hun krasse uitspraken
    i.v.m. al dan niet zittenblijven ook helemaal niet
    kloppen.
    Dat de twee vergeleken groepen niet evenwaardig
    en vergelijkbaar waren, bleek volgens prof. Wim
    Van den Broeck b.v. ook nog uit uit twee andere
    vaststellingen. Hij schreef: “Ten eerste blijkt uit de
    resultaten dat zittenblijvers bij het begin van het
    bisjaar, dus na het eerste leerjaar volledig doorlopen
    te hebben, nauwelijks beter scoren op rekenvaardigheden
    dan hun vroegere klasgenoten uit de
    controlegroep toen zij begonnen aan het eerste
    leerjaar. Maar vooral de observatie dat zittenblijvers
    bij het begin van het bisjaar beduidend zwakker
    scoren op zowel rekenen als lezen in vergelijking
    met hun doorstromende leeftijdsgenoten uit de
    controlegroep (dus met zgn. ‘gelijk risico’) bij het
    begin van het tweede leerjaar, kan moeilijk anders
    geïnterpreteerd worden dan dat de groepen van
    meet af aan al ongelijk waren, tenminste indien er
    geen wonderbaarlijke dingen tijdens de vakantie
    gebeurd waren.” Dit wijst er op dat de groep zittenblijvers
    en de vergelijkingsgroep (beide zogezegd
    gelijkwaardige twijfelgevallen) al verschillend waren,
    nog voor het eventueel zittenblijven, anders
    zouden de twijfelgevallen-zittenblijvers wel zijn overgegaan
    naar het volgende leerjaar.

    “Een ander probleem, ook (achteraf) onderkend
    door de onderzoekers, is dat bij het formeren van de
    groep doorstromers alle kinderen die niet in het
    eerste leerjaar bleven zitten, maar wel in een ander
    leerjaar, uit de vergelijkingsgroep verwijderd werden.
    De auteurs geven bovendien zelf achteraf in
    een publicatie van 2013 aan dat deze niet geselecteerde
    kinderen zwakker scoorden op schoolse
    prestaties en SES en dat ze daardoor de negatieve
    effecten van zittenblijven overschat kunnen hebben
    (Goos et al., 2013a, p. 344).”

    Door het verwijderen van de doorgestroomde twijfelgevallen
    die overzaten in verdere leerjaren, wordt
    de relatieve leerwinst van de groep van de overgegane
    ‘twijfelgevallen’ dus overschat.

    7. Fouten met ‘gemiddelde’ leerwinst van
    Vergelijkingsgroepen

    Een ander methodologisch probleem betreft het
    werken met gemiddelden. Bij de twijfelgevallen die
    overzaten is het best mogelijk dat dit voor de
    gevallen die de leerkrachten adviseerden gemiddeld
    wel positief is uitgevallen, maar veel minder voor de
    gevallen waarbij enkel de ouders op zittenblijven
    aanstuurden. Als zittenblijven voor de ‘duidelijke’,
    maar niet onderzochte gevallen positieve effecten
    sorteert en daarnaast ook nog voor een aanzienlijk
    deel van de twijfgelgevallen, dan mag men uit het
    feit dat de gemiddelde leerwinst voor de groep
    twijfelgevallen die overzaten kleiner was dan de
    leerwinst van de niet-overzitters, nog niet besluiten
    dat zittenblijven niets opleverde en dat de leerkrachten
    een fout advies gaven.

    8. Leeftijdsfouten bij vergelijking met landen als Zweden en Finland

    De Leuvense studies houden bij het vergelijken van
    het zittenblijven met landen als Zweden, Finland ...
    geen rekening met de leeftijd bij de start van het
    eerste leerjaar. In b.v. het eerste leerjaar in Finland
    komt zittenblijven inderdaad veel minder voor, maar
    de kinderen mogen maar starten als ze ten volle 7
    jaar zijn. In Zweden starten ze naargelang de
    schoolrijpheid tussen 6 en 8 jaar. Men moet bij
    vergelijkingen rekening houden met het feit dat
    eersteklassertjes in andere landen veelal ouder zijn
    en daardoor ook veel minder de kans lopen te
    moeten overzitten. De Leuvense onderzoekers houden
    hier geen rekening mee.

    In de Leuvense studie en in tal van andere studies
    wordt ook steeds betreurd dat er bij de overzitters
    eerste leerjaar meer leerlingen zitten die in de laatste
    maanden van het jaar geboren zijn. Veelal wordt
    aan die vaststelling de conclusie verbonden dat die
    jongere kinderen ten onrechte gediscrimineerd worden.
    Indien men zou eisen dat leerlingen ten volle
    zes (of zelfs 7) jaar zijn om te mogen starten in het
    eerste leerjaar - zoals in een aantal landen het
    geval is, dan zouden veel van de jongste (gevaar-)
    kinderen zelfs meer dan een jaar ouder en rijper
    zijn. En dan zouden er ook veel minder zittenblijvers
    zijn in het eerste leerjaar (én in het derde kleuter).

    Aangezien toch veel leerlingen - zelfs van het einde
    van het jaar - het eerste leerjaar aankunnen, zouden
    we de Vlaamse wetgeving niet wijzigen. We
    hebben overigens nu al de indruk dat de kleuterschool
    voor een aantal kinderen te lang duurt en dat
    deze zich zouden vervelen als ze nog langer in het
    kleuteronderwijs zitten. Het gaat steeds om het
    afwegen van de voor- en nadelen. Als we de
    meeste kinderen pas later het lager onderwijs laten
    starten zoals in veel andere landen, dan zou dit de
    schatkist meer geld kosten dan de huidige extrauitgave
    voor het bisjaar.

    Als we de gemiddelde
    leeftijd berekenen van alle kinderen die de eerste
    klas verlaten, dan is deze veelal lager dan in andere
    landen het geval is – en opvallend lager dan in
    Finland. Finse leerlingen zijn ook gemiddeld
    minstens een jaar ouder als ze het diploma lager
    onderwijs behalen. En toch lezen we in statistieken
    dat er veel meer Vlaamse leerlingen leervertraagd
    zijn dan Finse en Zweedse. Veel zaken zijn relatief
    en bij vergelijkingen moeten we daar rekening mee
    houden. Bij het berekenen van de kostprijs van het
    zittenblijven vergeet men ook dat de jongere eersteklassertjes
    een half jaar minder kleuteronderwijs
    ‘gekost’ hebben.

    9. Ervaringswijsheid leerrkachten genegeerd

    In punt 1 stelden we al dat de onderzoekers de visie
    en ervaringswijsheid van de leerkrachten, directies
    en ouders als quantité négligeable beschouwen.
    Zittenblijven was zinloos en zat enkel ’tussen de
    oren’ van de zich vergissende leraars en ouders.

    Veel leerkrachten - en ook ouders - reageerden
    verontwaardigd op bijdragen in de kranten en in
    Klasse waarin zittenblijven als zinloos werd bestempeld.
    Ook in gesprekken met veel oudstudenten en
    met directies binnen de HIVO-opleiding vernamen
    we regelmatig dat zittenblijven achteraf veelal zinvol
    gebleken was. De Thaise inspecteur-generaal Prasert
    Boonruang stelde onlangs dat heel wat leerlingen
    in tal van provincies quasi anafabeet zijn
    omdat ze niettegenstaande grote leestekorten het
    eerste leerjaar niet mochten overdoen.

    We voegen nog een van de vele getuigenissen van
    ouders aan toe. Als reactie op de boodschap
    ‘Vermijd zittenblijven ‘ in Klasse voor ouders schreef
    Kathy V.: “Ik ben moeder van een nu bijna 14-jarige
    zoon. In het eerste leerjaar is hij blijven zitten. Al
    met kerst hadden mijn echtgenoot en ik samen met
    de leerkracht beslist hem opnieuw het jaar te laten
    overdoen. Hij kon lezen en rekenen, maar kon het
    tempo niet aan. Hij is van november. Hij weende
    veel dat eerste jaar dat hij niet kon wat anderen
    konden. De tweede keer dat hij zijn eerste leerjaar
    deed, is mijn zoon helemaal opengebloeid. Nu is hij
    een prachtig jonge man die in zijn eerste humaniora
    zit. Met kerst en Pasen had hij 82%. Wat ik 7 jaar
    geleden nooit gehoopt had, is toch gebeurd. Hij
    niet van het leven en weet dat hij moet werken om
    iets te bereiken. Voor heel wat kinderen is overzitten
    een perfecte oplossing. Ik vind het spijtig dat sommigen
    dat niet geloven. Hijzelf vindt het helemaal
    niet erg dat hij is blijven zitten. Nu hij in de humaniora
    zit, heeft hij ook nog veel contact met
    leerlingen die al in hun tweede jaar zitten.”

    Nietenkel de leerkrachten, maar ook de meeste ouders
    zijn ervan overtuigd dat het zomaar laten overgaan
    bij ernstige tekorten die de verdere schoolloopbaan
    volledig in het gedrang kunnen brengen onverantwoord
    is. Ook uit reacties in Klasse-Maks voor
    de scholieren bleek dat de meesten opteerden voor
    het behoud van het zittenblijven. In een Nedelandse
    enquête bij jongeren die zelf ooit een jaar
    hadden overgedaan, vonden de meesten ook dat dit
    voor hen heel zinvol was geweest.

    10. Besluiten: Leuvense kwakkelstudie

    10.1. Misleidend onderzoek & foute conclusies
    We stelden bij de analyse van de Leuvense studie
    over het eerste leerjaar veel methodologische en
    andere fouten vast. In de bijdrage van Wim Van den
    Broeck wordt dit nog verder uitgediept. Dit leidde tot
    voorbarige en foute conclusies. We wezen ook op
    misleidende vergelijkingen met landen waarin zittenblijven
    in het eerste leerjaar weinig voorkomt, maar
    waarbij de leerlingen die starten in het eerste
    leerjaar een heel stuk ouder zijn. De onderzoekers
    van het HIVA en de KU Leuven gaven in publicaties
    van het voorbije jaar wel een aantal fouten toe (zie
    volgende bijdrage),maar ze gingen voorbij aan tal
    van andere fundamentele kritieken.

    De onderzoekers concludeerden in hun studie al te
    vlug dat de leerkrachten veelal foutieve adviezen
    omtrent zittenblijven gaven en dat zittenblijven enkel
    tussen hun oren zit. De experts wisten het veel
    beter dan de leerkrachten en de ouders en verkondigen
    de enige en wetenschappelijke waarheid.
    Zittenblijven was zinloos en een louter financiële
    verspilling.

    In publicaties van De Fraine en Co van het voorbije
    jaar lezen we nu echter dat het zittenblijven in veel
    gevallen toch zinvol kan zijn – en zeker ook bij de
    duidelijke gevallen. Ze zouden naar eigen zeggen
    nu niet meer het drastisch advies geven om het
    zittenblijven in het lager onderwijs af te schaffen.

    Het advies bij de duidelijke gevallen was dus alvast
    een terecht advies. Maar hoe zit het met het advies
    bij de twijfelgevallen? Deze die volgens de studie
    wel terecht doorstromen, zijn veelal ook leerlingen
    waarbij de school het overgaan adviseerde. Bij de
    twijfelgevallen die volgens de studie ten onrechte
    bleven zitten, zijn er ook nog een aantal waarbij de
    school wel overgaan adviseerde, maar waarbij de
    ouders toch op zittenblijven aanstuurden. In de
    rapporten van 2011 en 2012 werd dus duidelijk ten
    onrechte geconcludeerd dat het advies van de
    school inzake al dan niet zittenblijven meestal fout is
    en zelfs getuigt van gemakzucht.

    De Leuvenaars lijken ook niet bereid om openlijk het
    boetekleed aan te trekken, hun verontschuldigingen
    aan te bieden en hun controversiële studie niet verder
    te verspreiden. Men mag dit onderzoek
    deontologisch gezien niet meer openlijk toegankelijk
    stellen. Tal van beleidsmensen, pleitbezorgers van
    het verbieden van het zittenblijven, buitenlandse
    onderzoekers ... beroepen zich nog steeds op die
    Leuvense studie. Ze zijn blijkbaar ook niet op de
    hoogte van de erkennning van tal van fouten en van
    de voorbarige uitspraken. We betreuren ook dat de
    onderzoekers en de commentatoren in de pers de
    indruk wekten dat ons lager onderwijs kampioen
    zittenblijven is. Ze verzwegen dat er het 2de tot en
    met 6de leerjaar weinig zittenblijvers zijn, gemiddeld
    1,73% per leerjaar.

    10.2 L’histoire se répète

    Ook op basis van een Unesco-rapport van 1991
    werd toen al ten onrechte overal verkondigd dat ons
    lager onderwijs - samen met Tobago-Trinidad wereldkampioen
    zittenblijven was. In de commentaren
    bij die studie lazen we op 1 september 1991 dat in
    andere Europese landen het zittenblijven beperkt
    was tot 2 à 2,5 % en dat dit in Vlaanderen 5 à 6
    maal meer was. Onze topambtenaren waren gewoon
    vergeten het aantal leervertraagden eind zesde
    leerjaar te delen door zes. En die kwakkel werd
    zomaar overgenomen door beleidsverant-woordelijken,
    Guy Tegenbos in De Standaard, professoren
    als Roland Vandenberghe en Henk van daele in
    Persoon en Gemeenschap. Het Leuvens rapport
    van 2011 leidde tot analoge kwakkels.

    Prof. Vandenberghe fantaseerde er in 1991 nog bij
    dat het beperkte aantal zittenblijvers in landen als
    Nederland een gevolg was van het opdoeken van
    het jaarklassensysteem. Dit beïnvloedde ook het
    later schrappen van het jaarklassenprincipe in het
    decreet basisonderwijs van 1997. Ook In 2012 stelden
    de Leuvense onderzoekers het opdoeken van
    het jaarklassensysteem voor in hun OBPWO-studie.
    mmm


    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs