Debat over M-decreet op 7 december in Zevende Dag : een verslag en wat commentaar
Joris Van Beckhoven, leerkracht bso en Jan De Ceulaer, directeur blo-school Heverlee, verwoordden in de beperkte tijd vrij goed een aantal grote zorgen van de scholen en leerkrachten. De kern en de conclusie van hun betoog kwam er vooral op neer dat er eigenlijk geen M-decreet nodig is omdat nu al kinderen met een beperking die grotendeels de gewone lessen kunnen volgen al veel kans krijgen om gewoon onderwijs te volgen. Jammer genoeg verloopt die integratie vaak nogal moeizaam omdat de scholen/leerkrachten daar veelal geen of al te weinig ondersteuning bij krijgen. Een paar uren GON gedurende een paar jaar volstaat b.v. geenszins.
Leraar Van Beckhoven: Er is nu toch al veel inclusie, er zitten nu al veel leerlingen met een beperking in het gewoon onderwijs. In de B-klas en in beroepssecundair onderwijs zelfs heel veel ook veel leerlingen die via het type 8 in het bso terecht komen. In mijn bso-klas zitten er al 12 leerlingen met uiteenlopende beperkingen. Een leerkracht kan dit nu al absoluut niet aan, maar we wachten al 10 jaar tevergeefs op de nodige ondersteuning vanwege het ministerie. Zon is ook nadelig voor de gewone leerlingen die daardoor te weinig aandacht krijgen. Er zou vooral ondersteuning moeten komen binnen de klas zodat die zorgleerlingen b.v. ook eens apart en extra begeleid kunnen worden. Als de taaklast straks met het M-decreet nog groter wordt, dan wordt dat voor de leerkrachten een onmogelijke opdracht en is dit nadelig voor alle leerlingen. Laat ons i.p.v. een nieuw M-decreet voorrang verlenen aan een passende opvang van de leerlingen met een beperking die nu al het secundair en het basisonderwijs bevolken. We hebben nu dus geen nood aan een M-decreet, maar aan extra ondersteuning voor de vele leerlingen met een beperking die nu al het gewoon onderwijs bevolken. "
De directeur van de blo-school vertolkte grotendeels een zelfde standpunt. Er is ook volgens hem momenteel al te weinig ondersteuning voor de opvang van probleemleerlingen in gewone klassen en ook samenwerkingsverbanden tussen buitengewoon en gewoon onderwijs zoals in Heverlee worden niet ondersteund. Het ziet er ook niet naar uit dat die steun er zal komen. De directeur van de BLO-school stelt ook terecht dat veel kinderen met een beperking nood hebben aan onderwijs samen met gelijkgezinden en op hun niveau en dus beter buitengewoon onderwijs volgen. De standpunten van de leerkracht en de directeur sluiten volledig aan bij het standpunt dat we met en in Onderwijskrant al decennia verdedigen. Leerlingen met een beperking die grotendeels de gewone lessen kunnen volgen, horen in principe thuis in het gewoon onderwijs. Maar dan moeten de scholen en leerkrachten daarvoor de nodige ondersteuning krijgen. De huidige beperkte steun zoals een paar GON-uren gedurende een paar jaar volstaat geenszins. De aanpassingskosten zijn vaak ook hoog: b.v. voor motorisch gehandicapten: de toegang tot de klassen, de labos op de eerste of tweede verdieping, enz. Aangezien de beleidsmakers de voorbije 10 jaar niet bereid waren te zorgen voor een degelijke ondersteuning van de huidige inclusieleerleerlingen, kunnen we besluiten dat volgens de politici de integratie (inclusie) van GON- leerlingen al financieel niet haalbaar is. Kathleen Helsen (CD&V en voorzitster commissie onderwijs). We hebben in het parlement samen met alle politieke partijen het M-decreet uitgewerkt. Het moest vanwege de Verenigde Naties die vonden dat er in Vlaanderen te weinig inclusief onderwijs was. Het decreet gaat zowel om de rechten van de ouders als om deze van de school. Er is vooral veel overleg nodig tussen de school, de ouders en het CLB om telkens uit te maken welke onderwijsvorm de beste is voor dat kind. De school moet bereid zijn tot redelijke aanpassingen. Helsen verwacht dus alle heil van overleg, maar verzwijgt dat de scholen maar een leerling mogen verwijzen naar het buitengewoon onderwijs nadat ze gedurende lange tijd van alles geprobeerd hebben om die leerling op school te houden. Op de vraag welke aanpassingen redelijk zijn antwoordde Helsen dat het decreet dat met opzet niet heeft vastgelegd. Zij gaf wel twee voorbeelden van aanpassingen: een hogere stoel en mondelinge toelichting bij examens (!)
Helsen gaf tussendoor ook toe dat er nu al heel wat inclusie is, dat er nu al 15.000 van de 65.000 leerlingen die in principe recht hebben op buitengewoon onderwijs, les volgen in een gewone klas. Zij verzweeg dat het hier bijna uitsluitend gaat om leerlingen die geïntegreerd kunnen worden in het gewone leerproces. Met de stelling dat er nu al 15.000 geïncludeerd zijn, wilde ze vooral suggereren dat inclusie dus blijkbaar best haalbaar is - ook voor een veel groter aantal leerlingen. Mevrouw Leroi, moeder van Wout, een jongen met het syndroom van Dow die nu gestart is in het beroepssecundair onderwijs, stelde dat men in principe geen enkel kind mocht uitsluiten. Ze was het dus niet eens met de stelling dat heel wat leerlingen er vaak het meest baat bij hebben onderwijs te volgen met gelijkgezinden en op hun niveau. Mevrouw Helsen reageerde hier niet op en gaat er dus ook blijkbaar van uit dat leerlingen die het merendeel van de gewone lessen niet kunnen volgen toch op hun plaats kunnen zijn in een gewone klas. In het verleden waren er beleidsmakers, Mieke Van Hecke (VSKO) die het M-decreet beperkter voorstelden en poneerden dat het uitsluitend ging om leerlingen die geïntegreerd konden worden binnen de gewone lessen.
De school moet volgens moeder Leroi wel zoals in het geval van haar zoontje een beroep kunnen doen op een breed team: op therapeuten, een coach, de ouders
Het is volgens haar voor die inclusiekinderen ook absoluut niet nodig dat ze de eindtermen kunnen halen en de meeste lessen kunnen volgen. Ze vond ook wel dat er momenteel al te weinig ondersteuning is; in de kleuterschool hebben deze kinderen overigens ook geen recht op extra-ondersteuning.
Commentaar: voor mevrouw Leroi is het M-decreet er dus vooral nodig om alle leerlingen te kunnen includeren in het gewoon onderwijs, ook al gaat het om LAT-inclusie (=Learning Apart Together, interne exclusie). Voor de leerkrachten betekent LAT-inclusie een te grote belasting voor de leerkracht en zij verwachten ook niet dat ze voor die leerlingen plots veel extra assistentie en ondersteuning zullen krijgen. Een vrij beperkt aantal leerlingen krijgt momenteel uiteraard veel assistentie via een Persoonlijk Assistentie Budget, maar dat zijn er al bij al niet zoveel. Het ministerie is ook niet bereid dit Budget flink uit te breiden.
De moderator confronteerde mevrouw Helsen ten slotte met de stelling dat 82% van de leerkrachten de nieuwe vormen van inclusie absoluut niet haalbaar vinden. Vooral kleinere klassen en assistentie krijgen in klas is voor hen belangrijk. Hierop antwoordde Helsen dat daaraan tegemoet gekomen wordt: *70 nieuwe begeleiders zullen vanaf januari bijgeschoold worden voor de begeleiding van de invoering van het M-decreet. De nascholing die ingericht wordt door de overheid zou ook in het teken staan van de invoering van inclusief onderwijs. *Aan de 400 pedagogische begeleiders in het Vlaams onderwijs wordt ook gevraagd om nu voorrang te verlenen aan de begeleiding van de leerkrachten. *Het al dan niet inrichten van kleinere klassen behoort volgens Helsen tot de bevoegdheid van de directies.
Leraar Van Beckhoven repliceerde: "*Voor het inrichten kleinere klassen is er geen geld voorzien*We hebben in de eerste plaats assistentie (exta-begeleiders nodig in klas).*Voor al die verschillende soorten handicaps waarmee we in contact kunnen komen in onze klas kunnen we ons moeilijk bijscholen." Mevrouw Leroi sloot zich aan bij de stelling dat het er vooral op aankwam in de klas te ondersteunen. Besluit: In zon debat van een 10-tal minuten kan met uiteraard deze complexe thematiek niet echt uitdiepen. Toch vinden we dat de twee praktijkmensen een aantal grote zorgen van de scholen en leraars goed hebben geformuleerd. Mevrouw Helsen negeerde grotendeels de kritiek van de praktijkmensen en formuleerde enkel vage stellingen en beloftes. We vermoeden dat minister Crevits wijselijk verkoos niet deel te nemen aan dit debat.
|