Bedenkingen bij
bijdrage Het is niet onredelijk om studenten te vragen meer bij te dragen Standpunt
van prof. P. De Grauwe in De Morgen
(12 augustus)
De Grauwe schrijft: Vandaag kost een gemiddelde student van
het hoger onderwijs de overheid jaarlijks ongeveer 12.000 euro. Dat is in feite
de kostprijs die door de belastingbetalers wordt betaald. Vandaag betalen die
dus ongeveer 12.000 euro per student en per jaar. Het inschrijvingsgeld
bedraagt ongeveer 600 euro. Dat betekent dus dat de bijdrage van de gemiddelde
student aan de totale kost 5 procent is, terwijl de belastingbetalers de
overige 95 procent ophoesten. Bij die belastingbetalers zijn er nogal wat
mensen die niet genoten hebben van het hoger onderwijs. We vragen dus aan die
mensen om mee te betalen voor een dienstverlening waar ze zelf niet bij
betrokken zijn. We moeten dus goede argumenten hebben om te stellen dat
diegenen die niet genoten hebben van hoger onderwijs daar toch ook moeten voor
betalen.
De redenering van prof. de Grauwe over duurdere studies
waarvoor de staat ten onrechte 95% moet voor opdraaien (De Morgen) lijkt me
niet zo redelijk en een redenering op korte termijn. We stellen vooral twee
redeneerfouten vast.
(1) Als hogere
scholing ook de basis is van hogere welvaart (voor iedereen), dan mogen de
onderwijsinspanningen van studenten hoger onderwijs ook aangemoedigd en
grotendeels betaald worden door de maatschappij. Mensen met een hoger diploma
zullen later ook hogere belastingen, solidariteitsbijdragen à la Dehaene (en
hopelijk ook Peeters -Bourgeois?) .... betalen. De Grauwe houdt geen rekening
met de maatschappelijke opbrengst van de onderwijsinvestering op langere
termijn.
(2) De Grauwe wekt
ook ten onrechte de indruk dat de studiekosten van de student beperkt zijn tot
het inschrijvingsgeld. Het is toch voldoende bekend dat hogere studies ook nu
al heel duur uitvallen voor de student/ouders (tot 12.000 voor een hogeschool
volgens een berekening van de Artevelde-hogeschool).
P.S. Onderwijskrant
heeft er destijds wel voor gewaarschuwd dat de verlenging van de studies hoger
onderwijs (door Bologna e.d.) tot problemen inzake financiering zou leiden. Dit
is ook een van de redenen waarom we tegenstander zijn van het voorstel om de
lerarenopleidingen te verlengen/vermasteren.
|