Editoriaal Onderwijskrant nr. 169: mei 2014. Onderwijsdebat:
waarheid versus GOK-verzinsels over s.o. & negatie taalprobleem door
politiek correctelingen
Weldenkenden leggen bom onder s.o. &
negeren tikkende taaltijdbom
1 Bom
onder s.o. & tikkende taaltijdbom
De weldenkende hervormers waren de
voorbije maanden weer actief. Prof. Nicaise, het HIVA, Van Houtte, Spruyt, Kavadias...
bestreden in De Gids (december) en
in het boek Het
Onderwijsdebat ...naar eigen zeggen de bom onder ons secundair onderwijs.
Ze beseffen niet
dat ze met hun radicale hervormingen zelf een bom leggen
onder ons onderwijs en onze succesvolle eerste graad, nog
steeds een exportproduct.
De sociologen en andere
taalachterstandsnegationisten zijn tegelijk doof voor de tikkende taaltijdbom. Dit
kwam de voorbije maanden weer tot uiting in de taalstrijd omtrent de problemen
van het sterk toegenomen aantal anderstalige leerlingen zoals bleek uit
PISA-2012 en uit twee nieuwe rapporten over schooluitval. De vele
taalachterstandsnegationisten spanden zich
in om die tikkende taalbom te
ontkennen of sterk te minimaliseren. Volgens prof. Koen Jaspaert is het
taalprobleem gewoon aangepraat.
Sommigen proclameerden dat het leren van het Nederlands en de
integratie niet eens meer zo
belangrijk zijn in onze superdiverse maatschappij. Volgens politiek correctelingen ging het
enkel om sociale discriminatie. Anti-racisten als Orhan Agirdag, Ico Maly en
Helene Passtoors (jawel!)
beschuldigden zelfs de taalpleitbezorgers van taalracisme. Ook volgens
de
taalexperts Van den Branden, Van
Avermaet en co is er geenszins nood aan meer Nederlands.
In de maand april noteerden we ook nog
verordeningen en standpunten die het taalprobleem dreigen
aan te scherpen. Op 11 april
proclameerde Elke Decruynaere, de Gentse
schepen van onderwijs,
dat de leerkrachten voortaan de
anderstalige leerlingen niet langer mogen stimuleren om in en buiten
de klas Nederlands te spreken
i.p.v. hun thuistalen. De andersdenkenden, dus ook de meeste leerkrachten, verweet
ze ideologische
hardnekkigheid. Het is nochtans tijdens de speeltijden, aan tafel en in de buitenschoolse
opvang dat ze het meest de kans krijgen Nederlands te spreken en in te
oefenen. Decruynaere stelt terecht
dat te veel leerlingen het zesde leerjaar verlaten met een enorme
taalachterstand. In plaats van het
invoeren van intensief NT2 vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs, willen
Decruynaere
en de vele politiek correctelingen
dit probleem
aanpakken door het
stimuleren van het gebruik van de
thuistalen. De onderwijsschepen kreeg de volle steun van de exdirecteurs van
het Steunpunt-GOK, van ondertekenaars van het pamflet De (wilde) Gok van Pascal
(Smet) van oktober
2009,... die allen geen heil verwachten van NT2 en meer taalonderwijs, maar
des te meer van het gebruik van de
thuistalen in en buiten de klas. Taalkundigen en andere weldenkenden zwaaiden
met dé
wetenschappelijke waarheid en bestempelden de ervaringswijsheid van de vele
praktijkmensen als buikgevoel en quantité négligeable. De Brusselse
staatssecretaris Bruno
De Lille dacht er in
die dagen ook even aan om de voorrangsregeling voor Nederlandstalige leerlingen
te schrappen.
De andersdenkenden lieten zich
ook niet onbetuigd in deze taalstrijd. Decruynaere en co kregen
enorm
veel kritiek te verduren vanwege
praktijkmensen, maar ook van veel ouders van allochtone leerlingen,
... Ook Onderwijskrant plaatste een
aantal reacties op het internet (kranten, blog, facebook, twitter e.d.)
2 Meer onderwijskansen & minder uitval.
Het ongelijk van de weldenkenden
2.1 Meer
onderwijskansen
De voorbije maanden kregen de
hervormers s.o. ende onderwijssociologen af te rekenen met tegenvallend nieuws.
Meer dan ooit bleek dat ze vooral de sterke kanten van ons onderwijs willen
ondermijnen. Op 3 december verscheen PISA-2012-wiskunde: onze 15-jarigen
behaalden de Europese
topscore : 531 punten & gidsland Finland: 519;
we telden ook veel meer toppers (25%) dan Finland
(14%) en de Europese
resilience-topscore inzake kansarme leerlingen die toch hoog scoren (10,4%
versus Finland 7,5%). Het welbevinden ligt ook een heel
stuk hoger dan bij de Finse leeftijdsgenoten. In
februari vernamen we dat we voor de
PISA-test probleemoplossend
vermogen eveneens de
Europese
topscore behaalden.
Eind februari toonde ook de
Brusselse psycholoog Wim Van den Broeck in een studie over PISA-2012
aan dat Vlaanderen meer
onderwijskansen biedt dan andere landen en dat vooral ook de kansarme
leerlingen meer kansen krijgen. De
VUB-onderzoeker maakt brandhout van de aantijging dat
Vlaanderen kampioen sociale
discriminatie is en van de dwaze prestatiekloofmythe. Hij toont eveneens
aan dat onze gedifferentieerde eerste
graad veel meer voordelen dan nadelen biedt.
Begin maart mengde ook de
Nederlandse socioloog Jaap Dronkers zich in het Vlaams controversieel debat
over onderwijskansen. Hij onderschreef in een blog de kritiek op de egalitaire
GOK-ideologie en voorstelling van de onderwijskansen. De Gentse psycholoog Wouter Duyck formuleerde
recentelijk analoge conclusies en kritiek als Van den Broeck in opiniebijdragen
in Doorbraak
(eind
december) en in De Tijd (19 januari). Van den Broeck en Duyck verwoordden nog
eens hun visie in het boek Visie(s) op
onderwijs (Pelckmans,
eind maart).
2.2 Minder schooluitval dankzij vroege
differentiatie
1ste graad & technische
opties
In februari verscheen het nieuwe
landenvergelijkend Eurostat-rapport over schooluitval (= jongeren
tussen de 18 en 24 jaar zonder
einddiploma) met8,7% voor Vlaanderen. Andere scores: *Nederland:
8,8% *Finland:8,9%* Denemarken:9,1%
*Duitsland:10,5% *Frankrijk:11,6% *Verenigd Koninkrijk:13,5%
*Wallonië:14,8% *Italië:17,5%
*Portugal:20,8%; Brussel:20,1%, Spanje:24,9%. We stelden opnieuw
vast dat ons onderwijs een goede
score behaalt en dat Vlaanderen beter presteert dan landen met een
gemeenschappelijke lagere cyclus .Eind
december verscheen het overheidsrapport De
sociale staat van
Vlaanderen-2013. Het onderwijs hoofdstuk is volledig gewijd aan het fenomeen van
de voortijdige schoolverlaters en
bevestigt de beperkte uitval. Ides Nicaise, Bieke De Fraine, Jan
Van Damme ... geven nu voor
het eerst toe dat de beperkte(re) schooluitval mede een gevolg is van
early tracking
(differentiatie vanaf 12 jaar) en van het vroegtijdig aanbieden van technisch
georiënteerderichtingen. Ze voegen er aan toe dat ze hun vroegere kritische mening
omtrent onze eerste
graad moeten herzien. De
schooluitval komt vooral voor in steden en regios met veel anderstalige
leerlingen, maar de
beleidsverantwoordelijken trekken hier niet de nodige conclusies uit en
verbinden
de uitval ook ten onrechte met onze
eerste graad.
3 Nieuwe
taalcampagne van Onderwijskrant
De taalproblemen en het ontbreken
van intensief NT2 zijn allang zorgwekkend; maar een effectieve
aanpak blijft maar uit en de
taaltijdbom tikt verder. Onderwijskrant pleitte de voorbije 20 jaar
onophoudelijk voor de invoering van intensief NT2. Een specifiek programma voor
intensief NT2 viseert een doorgedreven NT2-aanpak voor anderstalige leerlingen vanaf
de eerste dag van de kleuterschool en zowel in de klas als buiten de klas.
Het zijn merkwaardig genoeg de ex-directeurs van het GOKSteunpunt,
de professoren Piet Van Avermaet en Kris
Van den Branden, die de grootste tegenstanders
waren/zijn van NT2-onderwijs en
zelfs van het stimuleren van de leerlingen om ook buiten de klas
Nederlands te spreken. Er is meer
dan ooit nood aan intensief NT2- en achterstandsonderwijs. Er is
tegelijk meer weerstand dan ooit
vanwege de vele taalachterstandsnegationisten.
Pleidooien voor intensief NT2 en
meer aandacht voor het Nederlands in het algemeen, vinden we
niet terug in de
verkiezingsdebatten en in de vele memoranda. In het lijvige VLOR-memorandum
komt
de term NT2 niet eens voor. De
tegenstanders vanNT2 en de politiek correctelingen pleitten recentelijk
zelfs tegen het stimuleren van het
spreken van het Nederlands op de speelplaats e.d. Hierdoor zal
de al te beperkte tijd die de
meeste anderstalige leerlingen op school kunnen besteden aan het
spreken en oefenen van de landstaal
nog drastisch gereduceerd worden. Ook in het EPO-boek Het Onderwijsdebat vind je geen
pleidooien voor intensiefNT2. Nicaise en andere auteurs hebben destijds de
invoering van NT2 - die anderstalige leerlingen meer onderwijskansen biedt -
als reactionair
bestempeld. Dit alles zijn redenen
te over om in deze Onderwijskrant ook veel aandacht te besteden
aan die taalthemas.
4 Verkeerde
GOK-prioriteiten sinds 1970
& nefaste GOK-hervormingen
in s.o.
De lamenteerders over
onderwijskansen zijn paradoxaal genoeg vaak ook de mensen die tegelijk de
taalproblemen van anderstalige
leerlingen minimaliseren. Onze inzet in het debat over de hervorming
van het secundair onderwijs heeft
niet enkel te maken met onze bezorgdheid omtrent de toekomst
van ons secundair onderwijs. Onze
betrokkenheid is nog meer ingegeven door het feit dat de voorstanders
van de hervorming eens te meer er
van uitgaan dat de GOK-problematiek veel te maken heeft
met al dan niet comprehensief s.o.
Dit was al in de jaren zestig-zeventig de dominante GOK-visie bij de
beleidsmensen, sociologen ...
Daardoor geraakten prioritaire en effectieve GOK-maatregelen zoals de
invoering van achterstandsonderwijs
& intensief NT2 op de achtergrond. We betreuren dat de
beleidsverantwoordelijken en weldenkenden nog steeds de belangrijkste
GOK-prioriteiten verwaarlozen en met hun geplande Masterplanhervorming de onderwijskansen
van de jongeren - en vooral van de
kansarme - nog verder zullen
aantasten. Tijdens BRT-uitzendingen in 1971 pleitten we al
voor het prioritair investeren in
de aanpak van vroege (leer)achterstanden i.p.v. de grote investeringen
in het Vernieuwd secundair
onderwijs. Velen wisten
al in 1970 dat een aantal kleuters grote achterstanden
vertoonden van bij het begin van
hun schoolloopbaan en dat we die taal- en leerachterstanden
zo vroeg mogelijk moesten
aanpakken. Vanaf de late jaren tachtig werden we ons ook meer bewust
van de grote taal- en leerproblemen
bij veel allochtone leerlingen. De voorbije 25 jaar pleitten we dan
ook onophoudelijk voor de invoering
van intensief NT2- en achterstandsonderwijs vanaf de eerste dag
van het kleuteronderwijs. De vele
weldenkenden, de taalachterstandsnegationisten, de GOKsteunpunten,
de politiek correctelingen &
tegenstanders van de integratie vonden/vinden de inzet voor het leren
van het Nederlands niet nodig en
zelfs nefast. Onderwijskrant
werd/wordt voor zijn taalinzet
zelfs van taalracisme beschuldigd - in april j.l. nog door Orhan
Agirdag en zelfs door Helene Passtoors.Uit het
grootschalige talentenonderzoek van de Nederlandse
socioloog Van Heek was al in 1968
gebleken dat het voortgezet onderwijs in hoge mate
een meritocratisch/democratisch
gehalte vertoonde. In 1969-1970 waren we zelf betrokken bij het grootschalig Leuvens
CSPO-doorstromingsonderzoek (5.000 leerlingen.) We stelden eveneens vast dat
veruit de meeste arbeiderskinderen
met een behoorlijke schooluitslag al doorstroomden naar het
aso - net voor de invoering van het
VSO. In de jaren vijftig-zestig was ons s.o. inzake democratisering en
sociale mobiliteit in een
stroomversnelling geraakt. Jammer genoeg werd dit niet (h)erkend door een
aantal sociologen en door de
belangrijkste beleidsmakers.
In plaats van na te gaan welke de
hefbomenwaren van die democratisering, ging men ervan
uit dat er geen sprake was van een
echte democratisering en dat ons s.o. vooral knelpunten
en sociale discriminatie vertoonde.
Onze eerstegraad werd zelfs als dé probleemgraad bestempeld.
Sinds de late jaren zestig wordt op
basis van verkeerde analyses van het democratisch gehalte van
ons s.o. en van het functioneren
van onze succesvolle lagere cyclus, ten onrechte veel GOK-heil verwacht
van de invoering van een
gemeenschappelijke (comprehensieve) eerste graad. Dit leidde tot
dure en vruchteloze
GOK-investeringen in de structuur van ons s.o., tot een nefaste
3x2-leerjarenstructuur
die nergens ter wereld wordt
toegepast, tot nivellering in de eerste graad, tot grote problemen in
de lerarenopleidingen die hun
studenten voortaan moesten opleiden voor vier i.p.v. drie leerjaren ...
We kregen de voorbije 40 jaar
vooral hervormingen die de kwaliteit van het s.o. en de talentontwikkeling
aantastten. De kansarme leerlingen
waren/zijn hier nog het meest de dupe van.
Ook na de afzwakking van het VSO in
1976 en nade invoering van het eenheidstype in 1989 bleven de comprehensievelingen
hun strijd verder zetten. Vanaf de beleidsverklaring 1995-1996 van het duo Van den Bossche-Monard en nog meer
vanaf het
aantreden van minister Vanderpoorten (1999-2004) flakkerden
de kritiek op de sociale discriminatie in
het s.o. en de plannen voor een
comprehensieve hertekening van het onderwijslandschap weer op. In
de besluiten van de
|