Onderwijsdebat: waarheid
versus verzinsels: editoriaal Onderwijskrant 169
Sociologen e.a. situeren ten onrechte tijdbom
onder s.o. en negeren tikkende taaltijdbom
1. Tikkende taaltijdbom
Prof. Nicaise & co maken zich in De Gids (december) ten
onrechte grote zorgen over de tijdbom onder ons secundair onderwijs.
Nicaise, Van Houtte, Kavadias, Spruyt ... zijn in hun boek Het Onderwijsdebat (EPO, mei) tegelijk
doof voor de echte tijdbom, de tikkende taaltijdbom. In het verleden
bestempelden ze NT2 zelfs als overbodig en nefast. Een aantal auteurs van Het Onderwijsdebat
drukten onlangs ook hun sympathie uit voor een beleidsmaatregel van de Gentse
schepen voor onderwijs, die het leren van het Nederlands voor allochtone
leerlingen zal bemoeilijken.
Elke Decruynaere verordende op 11 april dat de Gentse leerkrachten voortaan de
anderstalige leer-lingen niet langer met aandrang mogen stimuleren om in en
buiten de klas Nederlans te spreken i.p.v. hun thuistalen. Het is nochtans
tijdens de speeltijden, aan tafel en in de buitenschoolse opvang dat ze het meest
de kans krijgen Nederlands te spreken en in te oefenen. Decruynaere kreeg veel
kritiek te verduren vanwege praktijkmensen en ouders van allochtone leerlingen. Ze kreeg wel de steun
van universitaire tegenstanders van NT2 en taalach-terstandsnegationisten -
als de 21 universitaire ondertekenaars van het pamflet De Gok van Pas-cal
(2009), die geen heil verwachten van NT2, maar des te meer van het gebruik van
de thuistalen in en buiten de klas. Het zijn paradoxaal genoeg dezelfde mensen
die in Het Onderwijsdebat eens te meer lamenteren over de discriminatie van
kansarme leerlingen in ons s.o.
De taalproblemen en het ontbreken van intensief NT2 zijn allang
zorgwekkend; maar een effectieve aanpak blijft maar uit en de taaltijdbom tikt
verder. Onderwijskrant pleitte de voorbije 20 jaar onophou-delijk voor de
invoering van intensief NT2. Dit gaat veel verder dan een taalbad. Een
specifiek programma voor intensief
NT2 viseert een doorgedreven NT2-aanpak
voor anderstalige leerlingen vanaf de eerste dag van de kleuterschool en
zowel in de klas als buiten de klas. Het zijn professoren als Piet Van Avermaet
en Kris Van den Branden, ex-directeurs van het GOK-Steunpunt, die de grootste
tegenstander waren/zijn van NT2-onderwijs. Van Avermaet poneerde op 12 april al
te graag dat het taalbadmodel blijkbaar niet volstaat, maar beseft blijkbaar
niet dat intensief NT2 iets anders is dan een gewoon taalbad.
In het vooruitzicht van de nieuwe legislatuur wil Onderwijskrant
eens te meer campagne voeren rond dit actiepunt. De taaltijdbom klinkt tikt
luider dan ooit. Dit knelpunt kreeg de voorbije 15 jaar geen prioriteit bij de
beleidsmakers en onderwijskoepels en staat jammer genoeg ook niet centraal
binnen de verkiezingsprogrammas en memoranda. In het lijvige VLOR-memorandum
komt de term NT2 niet eens voor. De
tegenstanders van NT2 pleitten
re-centelijk zelfs tegen het stimuleren van het
spre-ken van het Nederlands ook buiten de lesuren. Dit alles is een
reden te meer om een nieuwe taal-campagne op te starten.
In de maanden december tot april noteerden we ook interessante bijdragen
in het debat over de hervor-ming van het s.o, de onderwijskansen, schooluitval,
PISA-2012 ... De onderwijsanalyses die Onder-wijskrant de voorbije
maanden en jaren voorlegde, werden bevestigd in twee nieuwe rapporten over
schooluitval en in publicaties van de
professoren Van den Broeck, Duyck en Dronkers, die zich meng-den in het debat.
Deze publicaties wijzen eens te meer uit dat ook het recente Masterplan precies
de sterke kanten van ons s.o. en van onze succesvolle eerste graad als
knelpunten bestempelt en uitpakt met alternatieven die de vaste waarden
aantasten.
2 Meer onderwijskansen
& minder uitval
2.1 Minder schooluitval
In februari verscheen het nieuwe landenvergelijkend Eurostat-rapport
over schooluitval (= jongeren tus-sen de 18 en 24 jaar zonder einddiploma) met
8,7% voor Vlaanderen. Andere scores: *Nederland: 8,8% *Finland:8,9%*
Denemarken:9,1% *Duitsland:10,5% *Frankrijk:11,6% *Verenigd Koninkrijk:13,5% *Wal-lonië:14,8%
*Italië:17,5% *Portugal:20,8%; Brussel:20,1%, Spanje:24,9%. We stelden opnieuw
vast dat ons onderwijs een goede score behaalt en dat Vlaanderen en Nederland
beter presteren dan lan-den met een
gemeenschappelijke lagere cyclus.
Eind december verscheen het overheidsrapport
De sociale staat van Vlaanderen- 2013. Het onderwijs-hoofdstuk is
volledig gewijd aan het fenomeen van de voortijdige schoolverlaters en
bevestigt de be-perkte uitval. Die uitval komt vooral voor in steden en regios
met veel allochtone leerlingen. Ides Nicaise, Bieke De Fraine, Jan Van Damme
... geven er zelfs toe dat de beperkte(re) schooluitval mede een gevolg is
van early tracking
(differentiatie vanaf 12 jaar) en van het vroegtijdig aanbieden van technisch
georiënteerde richtingen. Ze
voegen er zelfs aan toe dat ze hun vroegere kritische mening omtrent onze
eerste graad moeten herzien.
2.2 Vlaanderen biedt meer
onderwijskansen
Op 3 december verscheen PISA-2012-wiskunde: onze 15-jarigen behaalden de
Europese topscore (531 punten; gidsland Finland: 519); we telden ook
veel meer toppers (25%) dan Finland (14%) en de Europese resilience-topscore inzake
kansarme leer-lingen die toch hoog scoren (10,4% versus Finland 7,5%). Voor de
PISA-test probleemoplossend ver-mogen behaalden we eveneens de Europese
top-score. Het welbevinden ligt ook een heel stuk hoger dan bij de Finse
leeftijdsgenoten. Sinds PISA-2000 wordt PISA misbruikt door de
beleidsverant-woorde-lijken en sociologen ... om onze succesvolle eerste graad
als de grote probleemcyclus voor te stellen en comprehensief Finland als hét
verlossend model.
Eind februari toonde ook de Brusselse psycholoog Wim Van den Broeck
in een studie van PISA-2012 aan dat Vlaanderen meer onderwijskansen biedt dan
andere landen en dat ook meer kansarme leer-lingen meer kansen krijgen. De
VUB-onderzoeker maakt brandhout van de aantijging dat Vlaanderen kampioen
sociale discriminatie is en van de dwaze prestatiekloofmythe. Hij toont
eveneens aan dat on-ze gedifferentieerde eerste graad meer voordelen dan
nadelen biedt.
Begin maart mengde ook de Nederlandse socioloog Jaap Dronkers zich
in het Vlaams controversieel debat over onderwijskansen. Hij onderschreef in
een blog de kritiek op de egalitaire GOK-ideologie en voorstelling van de
onderwijskansen. De Gentse psycholoog Wouter Duyck formuleerde
recentelijk analoge conclusies en kritiek als Van den Broeck in recente
opiniebijdragen in Doorbraak (eind decem-ber) en in De Tijd (19
januari). Hij riep ook op om voorrang te verlenen aan de aanpak van
achter-standen vanaf de start van de kleuterschool en om de leerplicht te
vervroegen- al lange tijd ook onze GOK-prioriteiten. Van den Broeck en Duyck
ver-woordden nog eens hun visie in het boek Visie(s) op onderwijs
(Pelckmans, eind maart).
3 Nefaste GOK-prioriteiten in s.o. en negatie
tikkende taaltijdbom
Onze inzet in het debat over de hervorming van het secundair onderwijs
heeft te maken met onze be-zorgdheid omtrent de toekomst van ons secundair
onderwijs en onze succesvolle eerste graad in het bijzonder. Onze betrokkenheid
is nog meer ingegeven door het feit dat de voorstanders van de hervorming de
voorbije jaren eens te meer er van uitgaan dat de GOK-problematiek veel te
maken heeft met al dan niet comprehensief s.o. Dit was al de dominante visie
bij de beleidsmensen, socio-logen ...in de jaren zestig-zeventig.
Tijdens BRT-uitzendingen in 1971
pleitten we al voor het prioritair investeren in de aanpak van vroege
(leer)achterstanden in het kleuter- en lager onderwijs i.p.v. de dure
investeringen in het VSO (Vernieuwd secundair onderwijs). Het is erg als
kinderen al vroegtijdig vaststellen dat ze aan het wegzinken zijn omdat ze onvoldoende
de taal be-heersen, te grote leesproblemen ondervinden. Merkwaardig genoeg zijn het vooral de
mensen die lamenteren over de onderwijskansen van allochtone leerlingen - Jacobs, Nicaisse, Van Houtte, Agirdag ...-
die zich manifesteren als tegenstanders van de invoering van NT2 en die de
taalproblemen mini-maliseren.
Sinds de late jaren zestig wordt op basis van verkeerde analyses van het
democratisch gehalte van ons s.o. en van het functioneren van onze succesvolle
lagere cyclus, ten onrechte veel GOK-heil verwacht van de invoering van een
gemeen-schappelijke (comprehensieve) eerste graad. Dit leidde tot dure en
vruchteloze GOK-investeringen in de structuur van ons s.o., tot een nefaste
3x2-leerjaren-structuur die nergens ter wereld wordt toegepast, tot nivellering
in de eerste graad vooral bij getalenteerde leerlingen in de optie Moderne
wetenschappen, tot grote problemen in de leraren-opleidingen die hun studenten
voortaan moesten opleiden voor vier
i.p.v. drie leerjaren ...
Uit het grootschalige talentenonderzoek van de Ne-derlandse socioloog Van
Heek was al in 1968 gebleken dat het voortgezet onderwijs in hoge mate een
meritocratisch/democratisch gehalte vertoonde. In 1969-1970 waren we zelf
betrokken bij het grootschalig Leuvens CSPO-doorstromingsonderzoek (5.000
leerlingen.) We stelden eveneens vast dat veruit de meeste arbeiderskinderen
met een be-hoorlijke schooluitslag al
doorstroomden naar het aso - net voor de invoering van het VSO. In de jaren
vijftig-zestig was ons s.o. inzake democratisering en sociale mobiliteit in een
stroomversnelling geraakt. Jammer genoeg werd dit niet (h)erkend door een
aantal sociologen en door de belangrijkste beleidsmakers. In plaats van na te
gaan welke de hefbo-men waren van die democratisering, ging men er-van uit
dat er geen sprake was van een echte
democratisering en dat ons s.o. vooral knelpunten en een enorme sociale
discriminatie vertoonde.
Ook na de afzwakking van het VSO in 1976 en na de invoering van het
eenheidstype in 1989 bleven de comprehensievelingen hun strijd verder
zetten. We wisten nochtans in 1970 al
dat een aantal kleuters grote achterstanden vertoonden van bij het begin van
hun schoolloopbaan en dat we die taal- en leerachterstanden zo vroeg mogelijk
moesten aanpakken. Voor de taalontwikkeling zijn de eerste zes levensjaren
veruit de belangrijkste. We wisten dat we van een comprehensieve hervorming van
het s.o. geen GOK-heil moesten verwachten. De voorbije 25 jaar pleitten we
onophoudelijk ook voor de invoering van intensief NT2- en
achterstands-onderwijs vanaf de eerste dag van het kleuter-onderwijs veel
meer dan een taalbad. De vele weldenkenden en het GOK-steunpunt vonden NT2 overbodig. Pleidooien voor
intensief NT2 vinden we niet terug in de verkiezingsprogrammas en in de vele
memoranda. Zelfs een recente KBS-publicatie over de aanpak van kansarme
kleuters rept met geen woord over NT2- en achterstandsonderwijs. Weinig
politici liggen blijkbaar wakker van de tikken-de taaltijdbom. Sommigen pakken
des te meer uit met meertalig onderwijs, met het toestaan en stimuleren van het
gebruik van de thuistalen in klas en op de speelplaats. Hierdoor zal de al te
beperkte tijd die de meeste anderstalige leerlingen op school kunnen besteden aan het spreken en oefenen
van het Nederlands nog drastisch verminderd worden. Ook in het boek Het Onderwijsdebat vind
je geen pleidooien voor intensief NT2;
Nicaise en andere auteurs hebben destijds de invoering van NT2 zelfs als reactionair bestempeld.
Vanaf 1995-1996 en vooral na het aantreden van minister Vanderpoorten
(1999-2004) flakkerden de kritiek op de sociale discriminatie in het s.o. en de
plannen voor een hertekening van het onderwijs-landschap in de richting
van comprehensief onder-wijs weer op. In de besluiten van de Rondetafel-conferentie
van 2002 stonden die ideeën centraal. Vanaf 2002 protesteerden we krachtig
tegen de beleidsverklaringen waarin telkens weer beweerd werd dat onze lagere
cyclus s.o. zich kenmerkte door hoge uitval en sociale discriminatie enz. Uit de TIMSS-studies (1995,1999 & 2003)
en uit de PISA-studies sinds 2000 bleek telkens opnieuw dat onze 14- en
15-jarigen topscores behaalden en dat ook de kansarmere leerlingen meer
onderwijskansen kregen meer ook dan in landen met compre-hensief onderwijs. De
beleidsmakers, onderwijs-sociologen, Georges Monard, kopstukken van
on-derwijskoepels ... vertekenden de PISA-scores en lamenteerden over de
discriminatie van zwakke/kansarme leerlingen. Ze verspreidden de kwakkel
dat die leerlingen in landen met
een gemeenschap-pelijke lagere cyclus veel meer kansen kregen- ook onlangs nog
in december 2013.
Niet de polemiek met de egalitaire GOK-ideologen is de belangrijkste
inzet van onze strijd, maar het nastreven van faire onderwijskansen voor alle
leer-lingen en onze bekommernis om de vroege taal- en leerachterstanden in het
bijzonder. We ergerden ons de voorbije maanden en jaren ook heel erg aan
sociologen als Jacobs, Nicaise, Van Houtte, Agir-dag ... en veel andere taalachterstands-nega-tionisten
die wel lamenteerden over onderwijs-kansen, maar tegelijk de campagnes voor
intensief NT2- en achterstandsonderwijs bestreden.
4 Recente aantijgingen & spreidstand sociologen
& Dirk Van Damme
4.1 Vernietigende
beschuldigingen
In het novembernumMer van het ACW-tijdschrift De Gids was het
al weer zo ver. De aantijgingen van Ides Nicaise en zijn HIVA-medewerkers
klonken vernietigend: De structuur van ons secundair onderwijs is
doelbewust geconcipieerd als een waterval. Kiezen voor het tso of bso
betekent dan meteen een ervaring van demotie, van afdaling van de sociale
ladder. In de puberteit gaat die revolte ontaarden in wrok tegenover de school,
en een tegencultuur die in staat is om een onderwijsproces lam te leggen. Het
wordt nog erger als die wrok zich keert tegen de samenleving en resulteert in
anti-politiek, xenofobie en ondemocratische attitudes. Ze gewagen zelfs
van een tijdbom onder ons s.o.
Nicaise en andere onderwijssociologen kondigden al in januari aan dat ze
hun kritiek op ons s.o. nog eens zouden bundelen in een EPO-boek met als titel:
Het Onderwijsdebat (eind april?). Voorliggend themanummer speelt hier
op in en draagt als titel Het Onderwijsdebat: waarheid versus verzinsels
. Het is mede bedoeld als een antwoord
op de gekende verzinsels over sociale discriminatie, wa-terval, e.d. De
e-book-versie zal eind april op de Onderwijskrantwebsite verschijnen.
4.2 Spreidstand &
bekering (?) sociologen & Van Damme
Tot onze grote verwondering lazen we begin april in een nieuwe
aankondiging van het boek Het Onder-wijsdebat van de sociologen van
Nicaise,Van Hout-te, Spruyt en Kavadias: En jawel, zelfs achter-gestelde
groepen (kansarmen, migranten) doen het in Vlaanderen niet slechter dan
elders. In de begin-maart-voorstelling van het boek en in
de novem-berbijdrage van Nicaise in De Gids klonk het standpunt nog totaal
anders. De
onderwijssociologen verzwijgen wel dat Vlaanderen de Europese PISA-topscore
behaalde, dat onze kansarme leerlingen meer kansen krijgen, dat de schooluitval
beperkter is ... Als mede-auteur
van De sociale staat van Vlaanderen had Nicaise eind december
overigens nochtans al toegegeven dat de schooluitval beperkt was en zelfs
geponeerd dat onze vroege tracking en technische opties tot minder
schooluitval leiden. In De Gids van november beweerde hij evenwel het
tegengestelde.
Opvallend was ook dat Nicaise, Jacobs en andere sociologen niet
expliciet reageerden op de studie van Van den Broeck van eind februari
waarin ze nochtans veel kritiek
mochten incasseren. Ze reageerden zelfs helemaal niet op de bijdrage van prof.
Jaap Dronkers die felle kritiek formuleerde aan het adres van de egalitaire
ideologie, het verkeerd inter-preteren van SES-correlaties, het geen rekening
houden met de intellectuele verschillen, het onderschrijven van de Bourdieu-visie
over sociale discriminatie ... Ook op onze kritiek van de voorbije jaren
verkozen Nicaise en co niet te reageren. De bijdragen in Onderwijskrant
en de Onderwijskrant-petitie werden gewoon doodgezwegen. Nicaise en co verkiezen veelal het
doodzwijgen van de kritiek en van de afwijkende visies. Ze willen naar eigen zeggen met hun
nieuw boek Onderwijsdebat een debat op gang brengen. De voorbije jaren
ontweken ze echter het debat met andersdenkenden en met de praktijkmensen.
Niet enkel de spreidstand van Nicaise en co was de
voorbije maanden heel opvallend. Dit was ook het geval bij Dirk Van Damme, OESO-topman onderwijs en een vurige verdediger
van de officiële PISA-analyses, Van Damme twitterde verrassend op 1 maart: De
studie van Van den Broeck is een interessant rapport dat aansluit bij mijn
eerder genuan-ceerde analyse van de sociale ongelijkheid volgens de
PISA-resultaten. Een merkwaardige
reactie en uitspraak van een PISA-believer en mede-opsteller van het
Masterplan. Even merkwaardig is dat Sp.a-voorzitter Bruno Tobback op 9
april in Reyers Laat verkondigde dat de sociale doorstroming nergens
groter was en is dan in Vlaanderen. De Sp.a ver-kondigde steeds dat ons s.o.
kampioen sociale dis-criminatie was en daarom moest het radicaal her-vormd
worden.
5 Voorstelling
themanummer
In voorliggend themanummer besteden we vooral bijdragen aan de twee rapporten omtrent de be-perkte(re) schooluitval , aan
de studie van prof. Van den Broeck, aan
de opiniebijdrage van prof. Jaap Dronkers. We beschrijven recente publicaties die de GOK-verzinsels van de
hervormers en van Nicai-se, Jacobs, Van Houtte, Agirdag ... weerleggen. In het perspectief van de nieuwe
legislatuur bekijken we ook onze nieuwe campagne voor de prioritaire invoering
van intensief NT2- en achterstandsonderwijs.
Steeds meer wordt ook duidelijk dat de beleids-verantwoordelijken blind
zijn voor de echte knelpunten als de niveaudaling en nivellering van de
voorbije jaren, het nog steeds uitblijven van intensief NT2- en
achterstandsonderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs, de
bureaucratisering, de afbouw van de motiverende kanten van het leraars-beroep,
de onophoudelijke stemmingmakerij tegen het onderwijs en het voortdurend
schofferen van de leerkrachten, de vele problemen als gevolg van de
hervormingen in het hoger onderwijs ... Onze
O-ZON-campagne tegen de ontscholing die we be-gin 2007 opstartten werd
heel breed onderschreven, maar blijft actueel.
Noot over blog Onderwijskrant Vlaanderen e.d.
De voorbije maanden plaatste Onderwijskrant
bijna dagelijks berichten en standpunten over de onder-wijsactualiteit op de
blog Onderwijskrant Vlaan-deren, op facebook Onderwijskrant actiegroep en
via tweets Raf Feys. Naast de gestoffeerde bijdra-gen in het tijdschrift
kunnen we nu beter inspelen op de dagelijkse actualiteit en korte berichten
ver-spreiden. Sinds september 2013 viel
er bijna dage-lijks onderwijsnieuws te rapen.
|